Uitspraak 202101307/3/R3


Volledige tekst

202101307/3/R3.
Datum uitspraak: 13 juli 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen:

PLUS Vastgoed B.V. en [verzoeker], handelend onder de naam PLUS, gevestigd te Utrecht (hierna: PLUS),

verzoekers,

en

de raad van de gemeente Kampen,

verweerder.

Procesverloop

De raad heeft bij besluit van 28 januari 2021 het bestemmingsplan "Slenke Es" (hierna: het plan) vastgesteld.

Onder meer PLUS heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. Tevens heeft PLUS de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

V.O.F. Bouwcombinatie IJsselmuiden heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Overwegingen

1.       De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.

2.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

3.       De raad beoogt met het plan een nieuwe impuls te geven aan het centrum van IJsselmuiden, zo blijkt uit de plantoelichting. Het plangebied bevindt zich aan het Markeresplein, tussen de Dorpsweg, de Slenkstraat, de Schoutstraat en de Hogehuisstraat. In het plangebied wordt voorzien in ongeveer 1.650 m2 brutovloeroppervlak (hierna: bvo) winkelruimte ten behoeve van een supermarkt en ongeveer 300 m2 overige winkelruimte. Verder voorziet het plan in 14 grondgebonden woningen, waarvan tien op de hoek tussen de Slenkstraat en de Schoutstraat en vier woningen aan de Dorpsweg, die in 2019 al gerealiseerd zijn.

PLUS is gevestigd aan het Markeresplein 2 te IJsselmuiden, op korte afstand van het plangebied waar de nieuwe supermarkt wordt gerealiseerd.

4.       PLUS voert aan dat het plan in strijd is met het recht en een goede ruimtelijke ordening en heeft daar beroep tegen ingesteld. PLUS meent dat het plan, gelet op de door PLUS in de bodemprocedure aangevoerde gronden en de mondelinge behandeling van het beroep niet in zijn huidige vorm in stand zal kunnen blijven. PLUS heeft de voorzieningenrechter verzocht het plan te schorsen, gelet op de bij besluit van 18 maart 2022 door het college van burgemeester en wethouders van Kampen (hierna: het college) verleende omgevingsvergunning voor de bouw van winkels, waaronder een supermarkt. PLUS meent dat schorsing van het bestemmingsplan nodig is om te voorkomen dat het bezwaar tegen deze omgevingsvergunning illusoir wordt. PLUS betoogt dat onomkeerbare gevolgen kunnen ontstaan als het plan in werking blijft. Met het verzoek om het bestemmingsplan te schorsen, beoogt PLUS te voorkomen dat de omgevingsvergunning bij de door het college nog te nemen beslissing op bezwaar in stand blijft.

5.       Bouwcombinatie IJsselmuiden stelt zich op het standpunt dat het verzoek niet kan worden toegewezen. Volgens haar is het onwaarschijnlijk dat er een besluit wordt genomen op het bezwaar voordat de Afdeling uitspraak gedaan zal hebben in de bodemprocedure. Ook heeft de Bouwcombinatie IJsselmuiden, toegezegd geen gebruik te zullen maken van de omgevingsvergunning tot uitspraak is gedaan in de bodemprocedure. Gelet hierop meent de Bouwcombinatie IJsselmuiden dat schorsing van het bestemmingsplan niet nodig is en dat het verzoek niet kan worden toegewezen.

5.1.    Het bestemmingsplan is in werking getreden, omdat het verzoek om voorlopige voorziening is ingediend buiten de beroepstermijn. Op basis van het in werking getreden bestemmingsplan heeft het college op 18 maart 2022 aan Bouwcombinatie IJsselmuiden een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van winkels. PLUS heeft daartegen een bezwaarschrift ingediend.

5.2.    Gelet op de (tussen)uitspraak van de Afdeling in de bodemprocedure van 13 juli 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1934) is de voorzieningenrechter van oordeel dat het verzoek om het plan bij wijze van voorlopige voorziening te schorsen toegewezen dient te worden. Daartoe overweegt de voorzieningenrechter het volgende.

Op 18 maart 2022 is een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van winkels, waaronder een supermarkt. De mogelijkheid bestaat dat het college een besluit op bezwaar zal hebben genomen op het daartegen door PLUS ingediende bezwaar voordat de Afdeling in de bodemprocedure op het beroep van PLUS zal hebben beslist in een einduitspraak. Onder deze omstandigheden is er naar het oordeel van de voorzieningenrechter sprake van een spoedeisend belang. De voorzieningenrechter merkt op dat, zolang het onderhavige plan in werking is, dit als toetsingskader geldt voor de beslissing op bezwaar inzake de omgevingsvergunning. Als het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, zal dit ertoe kunnen leiden dat de supermarkt en andere winkels gerealiseerd kunnen worden op basis van  de verleende omgevingsvergunning, aangezien het voorliggende bestemmingsplan als toetsingskader geldt voor de beslissing op bezwaar. Een mogelijke latere vernietiging van dat bestemmingsplan door de Afdeling in de bodemprocedure kan daaraan dan niet meer afdoen (zie de zogenoemde Tegelen-jurisprudentie, die onder meer is neergelegd in de uitspraak van 12 januari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP0510). De voorzieningenrechter stelt daarmee vast dat een afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening onomkeerbare gevolgen kan hebben.

Gelet op het voorgaande en de omstandigheid dat het belang van Bouwcombinatie IJsselmuiden uitsluitend is gelegen in het voorkomen van een verdere vertraging bij de bouw van de supermarkt en hij te kennen heeft gegeven te willen wachten met de bouw tot de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het verzoek als kennelijk gegrond moet worden toegewezen.

Conclusie en proceskosten

6.       De voorzieningenrechter ziet aanleiding om het besluit van 28 januari 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Slenke Es" te schorsen.

7.       De raad moet de proceskosten van PLUS vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Kampen van 28 januari 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Slenke Es";

II.       veroordeelt de raad van de gemeente Kampen tot vergoeding van bij PLUS Vastgoed B.V. en [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 759,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander;

III.      gelast dat de raad van de gemeente Kampen aan PLUS Vastgoed B.V. en [verzoeker] het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 354,00 vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander.

Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.J.M.A. Wolvers-Poppelaars, griffier.

w.g. Ten Veen
voorzieningenrechter

w.g. Wolvers-Poppelaars
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 13 juli 2022

780-997