Uitspraak 201805874/10/R2


Volledige tekst

201805874/10/R2.
Datum uitspraak: 21 december 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1.       [appellant sub 1], wonend te Drunen, gemeente Heusden,

2.       [appellant sub 2], wonend te Vlijmen, gemeente Heusden,

3.       [appellanten sub 3], wonend te Vlijmen, gemeente Heusden (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 3]),

4.       Stichting Federatie Behoudt de Langstraatspoorbruggen, gevestigd te Waalwijk (hierna: FBL),

5.       [appellanten sub 5], wonend te Vlijmen, gemeente Heusden (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 5]),

6.       [appellant sub 6], wonend te Waalwijk,

7.       [appellanten sub 7], wonend te Vlijmen, gemeente Heusden (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 7]),

8.       [appellant sub 8], wonend te Waalwijk,

9.       [appellante sub 9], gevestigd te Elshout, gemeente Heusden en [vennoten] (hierna gezamenlijk: [appellante sub 9] en anderen),

10.     Stichting Waalwijkse Ondernemers Federatie, gevestigd te Waalwijk (hierna: WOF),

11.     [appellant sub 11], wonend te Ravels, België,

12.     [appellant sub 12], wonend te Heusden,

13.     Stichting De Locatie, gevestigd te Vlijmen, gemeente Heusden,

14.     [appellant sub 14], wonend te Vlijmen, gemeente Heusden,

15.     [appellant sub 15], wonend te Vlijmen, gemeente Heusden,

16.     Vereniging Het Groene Hart Brabant, gevestigd te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel (hierna: VGHB),

appellanten,

en

1.       provinciale staten van Noord-Brabant,

2.       het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,

3.       minister van Infrastructuur en Waterstaat

verweerders.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 24 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2627, heeft de Afdeling provinciale staten opgedragen om binnen 26 weken na verzending van die uitspraak de daarin omschreven gebreken in de gecoördineerd voorbereidde en op 3 juli 2020 vastgestelde (gewijzigde) inpassingsplannen "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost" en "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West", en de op 14 mei 2018 verleende natuurvergunning voor de realisatie en de ingebruikname van het project "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat" te herstellen met inachtneming van hetgeen over die gebreken in die uitspraak is overwogen.

Bij beschikking van 1 juni 2022 heeft de Afdeling de termijn om de gebreken te herstellen met 10 weken verlengd.

Bij besluiten van 15 juli 2022 hebben provinciale staten gewijzigde inpassingsplannen "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost" en "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West" vastgesteld en op 25 juli 2022 is een gewijzigde natuurvergunning verleend voor de realisatie en de ingebruikname van het project "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat" (hierna: de Wnb-vergunning), om de in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken te herstellen.

De Afdeling heeft de behandeling van de beroepen van [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3], FBL, [appellant sub 5], [appellant sub 6], [appellant sub 7], [appellant sub 8], [appellante sub 9] en anderen, WOF, [appellant sub 11], [appellant sub 12], Stichting De Locatie,

[appellant sub 14], [appellant sub 15] en VGHB afgesplitst van de behandeling van zaak nr. 201805874/8/R2, omdat zij geen zienswijze hebben ingediend naar aanleiding van de besluiten van 15 juli en 25 juli 2022.

De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.

Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.

Samenvatting van de overwegingen

In deze uitspraak wordt een deeloordeel gegeven over de herstelbesluiten die zijn genomen over de provinciale inpassingsplannen Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat en de Wnb-vergunning hiervoor (het project GOL). Alleen de beroepen van de partijen die geen zienswijze hebben ingediend over de herstelbesluiten zijn in deze uitspraak aan de orde.

Op 24 november 2021 heeft de Afdeling over het project GOL een tussenuitspraak gedaan. Geoordeeld is dat de besluiten een aantal gebreken bevatten die de provincie moest herstellen. Op 15 juli 2022 heeft de provincie hiervoor een aantal herstelbesluiten genomen.

Omdat de Afdeling constateerde dat de oorspronkelijke besluiten een aantal gebreken bevatten, worden deze besluiten vernietigd.

De partijen die beroep hadden ingesteld, hebben op grond van de wet ook een beroep lopen tegen de herstelbesluiten. Een aantal van deze partijen hebben over deze herstelbesluiten geen zienswijze ingediend en de Afdeling leidt hieruit af dat zij geen bezwaren hebben tegen deze besluiten. Hun beroepen tegen deze herstelbesluiten zijn ongegrond. De procedure tegen deze besluiten loopt nog wel door met de partijen die hierover een zienswijze hebben ingediend.

Overwegingen

1.       De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 24 november 2021 over de inpassingsplannen het volgende overwogen.

a)       Ontoereikend is gemotiveerd dat, vanwege het hanteren van een 5 km rekengrens in de stikstofberekeningen, uit de passende beoordeling volledige, precieze en definitieve constateringen en conclusies kunnen worden verkregen die elke redelijke wetenschappelijke twijfel over de gevolgen van de inpassingsplannen voor de betrokken Natura 2000-gebieden kunnen wegnemen (overweging 24 - 24.3).

b)       Ontoereikend is gemotiveerd dat het betrekken van de beëindiging van het agrarische bedrijf aan de Kanaalweg 5 in Drunen door de    aankoop van de inrichting, de intrekking van de natuurtoestemming en het blijvend beëindigen van de bemesting van de maïsakker in dit geval als mitigerende maatregel in de passende beoordeling kon worden betrokken (overweging 30 - 30.5).

c)       Onvoldoende is gemotiveerd waarom een verantwoording over de termijn van uitvoering van de compensatie ontbreekt, wat in strijd is met artikel 3.23, vierde lid, onder d, van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant (hierna: IOV) (overweging 47.5).

d)       De belangen van [appellante sub 9] en anderen zijn onvoldoende bij de voorbereiding van de GOL betrokken (overweging 74.4).

e)       Over de Wnb-vergunning is overwogen dat deze gebrekkig is, omdat deze is gebaseerd op de passende beoordeling van het Programma Aanpak Stikstof (PAS), terwijl daaruit niet de zekerheid is verkregen dat de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebieden die in het PAS zijn opgenomen niet zullen worden aangetast (overweging 36 - 36.2).

2.       De gebreken in de inpassingsplannen zijn geconstateerd naar aanleiding van de beroepen van FBL, Stichting van Gol naar Beter en anderen, [appellante sub 9] en anderen en VGHB.

Dit betekent dat in deze uitspraak over de beroepen van FBL, [appellante sub 9 en anderen en VGHB wordt geoordeeld dat deze gegrond zijn, zodat de besluiten van 3 juli 2020 dienen te worden vernietigd.

Zoals in de tussenuitspraak onder 2 t/m 3 is overwogen, vormden de besluiten van 3 juli 2020 een wijziging van de besluiten van 29 juni 2018 tot vaststelling van de inpassingsplannen voor de gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, zoals die zijn gewijzigd bij het besluit van 28 september 2018. De wijzigingen in de besluiten van 3 juli 2020 betreffen een addendum bij de passende beoordeling, naar aanleiding daarvan toegevoegde planregels waarmee beoogd is de mitigerende maatregelen te borgen en planregels over de DPO-leiding. Voor het overige zijn de besluiten van 3 juli 2020 niet gewijzigd. Dit betekent dat de besluiten van 29 juni 2018, zoals gewijzigd bij het besluit van 28 september 2018, om dezelfde redenen dienen te worden vernietigd.

3.       De beroepen van [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3], [appellant sub 5], [appellant sub 6], [appellant sub 7], [appellant sub 8], WOF, [appellant sub 11], [appellant sub 12], Stichting De Locatie, [appellant sub 14], [appellant sub 15] hebben niet geleid tot de constatering dat de bestreden besluiten gebreken bevatten. Deze beroepen zijn dan ook ongegrond.

4.       Het gebrek in de Wnb-vergunning is geconstateerd naar aanleiding van een betoog van Stichting van Gol naar Beter en anderen. Het beroep van deze partij wordt verder behandeld in zaak nr. 201805874/8/R2.

De besluiten van 15 juli 2022 en 25 juli 2022

5.       De besluiten van 15 juli 2022 zijn ingevolge artikel 6:19 van de Awb mede onderwerp van het geding. De beroepen van [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3], FBL, [appellant sub 5], [appellant sub 6], [appellant sub 7], [appellant sub 8], [appellante sub 9] en anderen, WOF, [appellant sub 11], [appellant sub 12], Stichting De Locatie, [appellant sub 14], [appellant sub 15] en VGHB worden geacht mede te zijn gericht tegen deze besluiten.

6.       Deze partijen hebben naar aanleiding van deze besluiten geen zienswijze ingediend. Zij hebben dus niet te kennen gegeven dat zij zich niet met deze besluiten kunnen verenigen. Dit betekent dat zij geen beroepsgronden tegen dit besluit hebben aangevoerd. De van rechtswege ontstane beroepen zijn ongegrond.

7.       Zoals hiervoor is vermeld, zijn deze beroepen afgesplitst van procedure 201805874/8/R2. Onder dit nummer wordt de procedure tegen deze besluiten voortgezet door de resterende partijen. Het oordeel in deze uitspraak betekent dus niet dat deze besluiten onherroepelijk zijn geworden.

8.       Provinciale staten moet de proceskosten van FBL en [appellante sub 9] en anderen vergoeden. VGHB heeft geen proceskosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen, zodat provinciale staten aan haar geen proceskosten hoeft te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart de beroepen van [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellanten sub 3], [appellanten sub 5], [appellant sub 6], [appellanten sub 7], [appellant sub 8], Stichting Waalwijkse Ondernemers Federatie, [appellant sub 11], [appellant sub 12], Stichting De Locatie, [appellant sub 14] en [appellant sub 15], tegen de besluiten van 3 juli 2020 en 29 juni 2018, zoals gewijzigd bij het besluit van 28 september 2018, ongegrond;

II.       verklaart de beroepen van Stichting Federatie Behoudt de Langstraatspoorbruggen, [appellante sub 9] en [vennoten], en Vereniging Het Groene Hart Brabant tegen de besluiten van 3 juli 2020 en 29 juni 2018, zoals gewijzigd bij het besluit van 28 september 2018, gegrond;

III.      vernietigt

-        de besluiten van 3 juli 2020, waarbij de inpassingsplannen Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost" en "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West", zijn vastgesteld,

-        de besluiten van 29 juni 2018, zoals gewijzigd bij het besluit van 28 september 2018, waarbij de inpassingsplannen Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost" en "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West", zijn vastgesteld;

IV.     verklaart de beroepen tegen de besluiten van 15 juli 2022 tot vaststelling van de inpassingsplannen "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost" en "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West" ongegrond;

V.      veroordeelt provinciale staten van Noord-Brabant tot vergoeding van in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten

-        bij Stichting Federatie Behoudt de Langstraatspoorbruggen tot een bedrag van €54,66,

-        bij [appellante sub 9] en [vennoten], tot een bedrag van €2.277,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen de bestuursorganen aan hun betalingsverplichting hebben voldaan,

VI.     gelast dat provinciale staten van Noord-Brabant aan appellanten vergoedt het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van

-        €338,00 voor Stichting Federatie Behoudt de Langstraatspoorbruggen,

-        €338,00 voor [appellante sub 9] en [vennoten], met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen de bestuursorganen aan hun betalingsverplichting hebben voldaan,

-        € 338,00 voor Vereniging Het Groene Hart Brabant.

Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, voorzitter, en mr. B.J. Schueler en mr. P.H.A. Knol, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Scheele, griffier.

w.g. Uylenburg
voorzitter

w.g. Scheele
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 21 december 2022

723