Uitspraak 202205464/2/R1


Volledige tekst

202205464/2/R1.
Datum uitspraak: 3 november 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), hangende het hoger beroep van:

Inspire You Hotel B.V. en [verzoeker] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: You Hotel), gevestigd en wonend te Amsterdam,

verzoekers,

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 3 augustus 2022 in zaken nrs. 20/4074 en 20/4056 in de gedingen tussen:

Bewonerscommissie Osdorperhof en anderen (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: de Bewonerscommissie), gevestigd en wonend te Amsterdam, onderscheidenlijk [huisarts A] en [huisarts B], (hierna gezamenlijk: de huisartsen), beiden praktijk houdend te Amsterdam,

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

Procesverloop

Bij besluit van 17 februari 2016 heeft het college aan You Hotel een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het gebruik van de eerste, tweede en derde verdieping van het gebouw aan de Pieter Calandlaan 86 in Amsterdam van een kantoorfunctie naar een logiesfunctie.

Bij besluit van 9 juni 2020 heeft het college naar aanleiding van het door de Bewonerscommissie en de huisartsen daartegen gemaakte bezwaar het besluit van 17 februari 2016 herroepen, en een nieuw besluit genomen, waarbij omgevingsvergunning is verleend, aangevuld en gewijzigd met de bij dit besluit op bezwaar gevoegde nadere motivering en belangenafweging op basis van een aangepast plan van initiatiefnemer You Hotel van 10 januari 2020.

Bij uitspraak van 3 augustus 2022 heeft de rechtbank het door de Bewonerscommissie en de huisartsen tegen het besluit van 9 juni 2020 ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, de omgevingsvergunning van 9 juni 2020 herroepen en de aanvraag en de daarbij toegepaste wijzigingen afgewezen en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft You Hotel hoger beroep ingesteld.

Tevens heeft You Hotel de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen, ten minste in die zin dat de aangevallen uitspraak wordt geschorst totdat op het hoger beroep uitspraak is gedaan.

You Hotel heeft een nader stuk ingediend.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 20 oktober 2022, waar zijn verschenen:

- You Hotel, bij monde van [verzoeker], bijgestaan door mr. D. Korsse en mr. T. Rötscheid, advocaten te Almelo, vergezeld door [gemachtigden],

- het college, vertegenwoordigd door mr. H.D. Hosper,

- de huisartsen, vertegenwoordigd door mr. T.A.M. van Oosterhout, advocaat te Utrecht, en

- de Bewonerscommissie, bij monde van [gemachtigden], bijgestaan door mr. H.A. Sarolea, advocaat te Amsterdam.

Overwegingen

1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

Inleiding

2.       Aan de Pieter Calandlaan in Amsterdam staat het zorg- en wooncentrum de "Osdorperhof". Dit u-vormige complex bestaat uit een hoogbouw- en een laagbouwgedeelte en is eigendom van de woningstichting Rochdale. De huisartsen hebben hun praktijk op de begane grond van de hoogbouw. In de hoogbouw vanaf de vierde verdieping bevinden zich 49 seniorenappartementen. De eerste tot en met de derde verdieping van de hoogbouw staan leeg en deden voorheen dienst als kantoorruimte van de stichting Cordaan. De laagbouw bestaat uit 122 appartementen, deels voor senioren en deels voor patiënten met een zorgindicatie. In de laagbouw is ook een zorgcentrum van de stichting Cordaan gevestigd. De natuurlijke personen die met de Bewonerscommissie als partij deelnemen, zijn allen huurder van een seniorenappartement in de Osdorperhof.

3.       Het project voorziet in de vestiging van een hotel op de eerste tot en met de derde verdieping van de hoogbouw. Op grond van de bij besluit van 9 juni 2020 verleende omgevingsvergunning kunnen in totaal 165 bedden, verspreid over 68 kamers met maximaal vier bedden per kamer worden gerealiseerd. Dit is een verandering ten opzichte van het besluit van 17 februari 2016, op grond waarvan 300 bedden mochten worden gerealiseerd met maximaal zes bedden per kamer. Aan deze wijzing ligt de aanpassing van het initiatief van 10 januari 2020 ten grondslag. Het project is in strijd met de ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Zuidoosthoek" op het perceel rustende bestemming "Maatschappelijk". Om de vestiging van het hotel niettemin mogelijk te maken, heeft het college met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo), gelezen in verbinding met artikel 4, aanhef en onder 9, van de bij het Besluit omgevingsrecht behorende bijlage II omgevingsvergunning verleend.

4.       De Bewonerscommissie en de huisartsen verzetten zich tegen de vestiging van het hotel. Zij vrezen dat de komst van het hotel, dat zich voornamelijk zal richten op jong publiek, aanzienlijke overlast met zich zal brengen voor de kwetsbare groep bewoners en de bezoekers van de huisartsenpraktijk.

5.       De Afdeling heeft bij uitspraak van 11 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3126, eerder uitspraak gedaan in de kwestie die partijen ook nu nog verdeeld houdt. Over de destijds gemaakte afweging van belangen heeft de Afdeling vastgesteld dat het college de mogelijke overlast zoveel mogelijk heeft willen beperken door de hotelentree te verplaatsen en door aan de omgevingsvergunning het voorschrift te verbinden dat de van de vergunning onderdeel uitmakende beheersmaatregelen en huisregels moeten worden nageleefd. Daarmee achtte de Afdeling evenwel niet voldoende gemotiveerd dat de vestiging van een dergelijke commerciële functie zich in dit geval verdraagt met de in het gebouw aanwezige specifieke functie van zorgcentrum, de kwetsbare bewoners en de bijzondere zorgtaak van de huisartsenpraktijk. Gelet op de aan het toen aan de orde zijnde besluit op bezwaar ten grondslag liggende motivering had het college bij de belangenafweging onvoldoende rekening gehouden met dit specifieke gebruik van het gebouw waarin het hotel is voorzien. De Afdeling heeft vervolgens onder meer de aangevallen uitspraak bevestigd, waardoor een nieuw besluit op bezwaar moest worden genomen, met in achtneming van de uitspraak van de Afdeling. Het college heeft op 9 juni 2020 een hernieuwd besluit op bezwaar genomen.

6.       De rechtbank heeft de door de Bewonerscommissie en de huisartsen ingestelde beroepen tegen het besluit van 9 juni 2020 gegrond verklaard en dit besluit vernietigd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college onvoldoende blijk gegeven van een zorgvuldige belangenafweging met aandacht voor de specifieke zorgbehoeften van de bewoners en de bijzondere zorgtaak van de huisartsenpraktijk. Vanwege de lange duur van de procedure en omdat het college al twee keer de gelegenheid heeft gehad om een besluit te nemen, heeft de rechtbank de bij datzelfde besluit van 9 juni 2020 verleende omgevingsvergunning herroepen en zelf in de zaak voorziend de aanvraag afgewezen en bepaald dat de uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het herroepen besluit.

Spoedeisend belang en kortsluiting

7.       Over het spoedeisend belang overweegt de voorzieningenrechter dat de rechtbank de door het college verleende omgevingsvergunning heeft vernietigd. You Hotel verzoekt in deze procedure om schorsing van de uitspraak van de rechtbank, totdat is geoordeeld over het hoger beroep. Bij schorsing van de aangevallen uitspraak zal de situatie ontstaan dat You Hotel op grondslag van zowel de omgevingsvergunning voor de activiteit afwijken van 9 juni 2020 in samenhang met een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen van 13 oktober 2016 de werkzaamheden kan afronden. Gelet hierop is naar het oordeel van de voorzieningenrechter spoedeisend belang aanwezig bij de gevraagde voorziening.

8.       Over het verzoek om kortsluiting van You Hotel, stelt de voorzieningenrechter vast dat de termijn voor het instellen van incidenteel hoger beroep nog loopt tot en met 11 november 2022. Ter zitting heeft de Bewonerscommissie te kennen gegeven dat zij van deze mogelijkheid gebruik wil maken. Dit betekent dat de voorzieningenrechter zich zal beperken tot het ingediende verzoek en niet tevens uitspraak zal doen in de hoofdzaak.

De omgevingsvergunning van 13 oktober 2016

9.       You Hotel betoogt dat de rechtbank ten onrechte voorbij is gegaan aan de omstandigheid dat aan You Hotel bij besluit van 13 oktober 2016, overeenkomstig de aanvraag van 12 april 2016, een inmiddels onherroepelijke omgevingsvergunning is verleend voor de activiteit bouwen die haar ook het recht verschaft de eerste drie verdiepingen van het complex als hotel te gebruiken. Omdat zij op grond van deze omgevingsvergunning een hotel mag bouwen en dus ook als zodanig mag gebruiken, kunnen volgens haar de Bewonerscommissie en de huisartsen niet meer met hun beroep bereiken wat zij daarmee beogen. De rechtbank had hun beroepen dan ook niet-ontvankelijk moeten verklaren wegens het ontbreken van procesbelang. Zij wijst ter onderbouwing van haar betoog op onder meer de Tegelen-jurisprudentie van de Afdeling en oudere rechtspraak van de (voorzitter van de) Afdeling rechtspraak over de verhouding tussen een verklaring van geen bezwaar en een bouwvergunning.

9.1.    De bij besluit van 13 oktober 2016 verleende omgevingsvergunning luidt, voor zover van belang:

"Besluit met inachtneming van bijbehorende voorschriften en bijlagen:

Een omgevingsvergunning te verlenen aan de heer [verzoeker] voor het wijzigen van interieur ten behoeve van het hotelprogramma ter hoogte van de 1e verdieping t/m 3e verdieping van het pand op de locatie Pieter Calandlaan 86 te Amsterdam;

Activiteiten

Het project bestaat uit de volgende activiteit:

- het bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1, eerste lid,  onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht); "

"Planologie: Het project ligt in een gebied waar het bestemmingsplan "Zuidoosthoek" geldt. Het project, geprojecteerd op het terrein, is bestemd voor "Maatschappelijk" waarbij het toegelaten gebruik bestemd is voor maatschappelijke voorzieningenvoorzieningen met in begrip van bijbehorende bergingen en andere nevenruimte. Een logiesfunctie is in strijd met artikel 6 van het bestemmingsplan. Op 17 februari 2016 is er onder 0LO2050959 een omgevingsvergunning verleend voor het gebruiken van het pand als logiesfunctie in afwijking van het bestemmingsplan. Het project is in overeenstemming met het toegestane afwijkend gebruik."

9.2.    De definitieve beantwoording van de door You Hotel opgeworpen rechtsvraag dient in de hoofdzaak plaats te vinden. De voorzieningenrechter ziet in het kader van deze voorlopige voorzieningenprocedure geen aanleiding voor het oordeel dat de rechtbank niet tot de conclusie heeft kunnen komen dat de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen op een andere activiteit ziet dan de activiteit gebruiken in strijd met het bestemmingsplan. In haar uitspraak van 11 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3126, heeft de Afdeling over de omgevingsvergunning van 13 oktober 2016 al overwogen dat dit besluit ziet op een andere activiteit dan het besluit van 17 februari 2016 en geen intrekking, wijziging of vervanging is van het besluit tot vergunningverlening van 17 februari 2016. De rechtbank heeft bij deze uitspraak aansluiting gezocht. In dit geval is in de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wat betreft het toegelaten gebruik nadrukkelijk een relatie gelegd met het toegestane gebruik op grond van de omgevingsvergunning voor de activiteit afwijken van het bestemmingsplan van 17 februari 2016. Vanwege deze nadrukkelijke samenhang tussen de omgevingsvergunning voor de activiteit afwijken en de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, volgt de voorzieningenrechter You Hotel niet in haar betoog dat de rechtbank heeft miskend dat met de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen ook het gebruik als hotel in afwijking van het bestemmingsplan onherroepelijk is vergund.

Beoordelingsmaatstaf

10.     You Hotel betoogt dat de rechtbank bij de beoordeling of het college het door de Afdeling bestuursrechtspraak geconstateerde motiveringsgebrek juist heeft hersteld de daarbij behorende  beoordelingsmaatstaf onjuist heeft toegepast. De rechtbank had ten eerste moeten beoordelen of het college de ruimtelijke gevolgen van het hotel juist in kaart heeft gebracht. Vervolgens had de rechtbank moeten beoordelen of het college, gelet op die ruimtelijke gevolgen en na afweging van alle relevante betrokken belangen, de afwijkingsvergunning (opnieuw) had mogen verlenen. De argumenten die de rechtbank in haar beoordeling heeft betrokken zijn bovendien niet op objectief te rechtvaardigen aannames gebaseerd, en voor zover dat wel het geval zou zijn, om inhoudelijke redenen onjuist, zodat daar volgens You Hotel geen betekenis aan kan worden toegekend.

10.1.  De voorzieningenrechter is er niet van overtuigd dat de Afdeling in de bodemprocedure tot het oordeel zal komen dat de rechtbank het besluit op bezwaar op onjuiste wijze heeft getoetst. De door het college in het besluit op bezwaar weergegeven afweging is namelijk in de kern gelijk aan de afweging die de Afdeling in haar uitspraak van 11 september 2019 als onvoldoende heeft beoordeeld. De rechtbank heeft haar oordeel vervolgens met name gebaseerd op het te verwachten geïntensiveerde gebruik van de buitenruimte voor het hotel. Daarbij is betekenis toegekend aan omstandigheden die in de motivering van het besluit op bezwaar ontbreken, zoals de ingang van het hotel die de hellingbaan voor de ingang van de appartementen kruist en de aanwezigheid van een buurthuis met terras nabij de ingang. Een dergelijk geïntensiveerd ruimtegebruik is een ruimtelijk gevolg dat een door het college in de ruimtelijke afweging te betrekken aspect bij de verlening van de omgevingsvergunning is. Wat You Hotel heeft aangevoerd, geeft daarmee geen aanleiding om - vooruitlopend op de beoordeling door de Afdeling in de bodemprocedure - een voorlopige voorziening te treffen. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat het college op de zitting heeft toegelicht dat het bewust geen hoger beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat het zich daarmee kan verenigen en het college de afweging, zou het die opnieuw moeten maken, thans ook anders zou maken.

Conclusie

11.     Gelet op het voorgaande wordt het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen.

12.     Het college hoeft daarom geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. E. Helder, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Boer, griffier.

w.g. Helder
voorzieningenrechter

w.g. Boer
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 3 november 2022

745