Uitspraak 202105470/4/R4


Volledige tekst

202105470/4/R4.
Datum beslissing: 10 februari 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht: hierna: Awb) van:

mr. A. ten Veen

Procesverloop

Ten aanzien van zaak nr. 202105470/1/R4, die op 14 februari 2022 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad ten Veen, die als lid van de enkelvoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 10 februari 2022 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

Overwegingen

1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.

In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

2.       Staatsraad ten Veen heeft te kennen gegeven dat bij de voorbereiding van bovenvermelde zaak is gebleken dat de vergunninghouder wordt vertegenwoordigd door Stibbe advocaten, het kantoor waar hij tot en met februari 2019 aan verbonden was. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van het hoger beroep te voorkomen, heeft hij verzocht om verschoning.

3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.

4.       Gelet op het vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek toe.

Aldus vastgesteld door J.Th. Drop, voorzitter, en R. Uylenburg en C.M. Wissels, leden, in tegenwoordigheid van N.D.T. Pieters, griffier.

De voorzitter is verhinderd de beslissing te ondertekenen

De griffier is verhinderd de beslissing te ondertekenen

Uitgesproken in het openbaar op 10 februari 2022