Uitspraak 201900349/5/R3


Volledige tekst

201900349/5/R3.
Datum uitspraak: 16 december 2020

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

AC Finance C.V., gevestigd te Amsterdam,

appellante,

en

de minister van Infrastructuur en Waterstaat,

verweerder.

Procesverloop

Bij uitspraak onderscheidenlijk tussenuitspraak van 26 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2053 (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de minister opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het op 20 december 2018 vastgestelde tracébesluit "A27 Houten-Hooipolder" te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de minister bij brief van 9 oktober 2020 het besluit van 20 december 2018 nader gemotiveerd.

AC Finance C.V. heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, bij brief van 18 november 2020 een zienswijze naar voren gebracht over de wijze waarop het gebrek volgens de minister is hersteld.

Met toepassing van artikel 8:57, tweede lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) heeft de Afdeling bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Inleiding

1.    AC Finance C.V. is economisch eigenaresse van gronden aan de oostzijde van de A27 bij de aansluiting Noordeloos. Op deze gronden bevindt zich onder meer een wegrestaurant.

2.    Op detailkaart 9 van het tracébesluit is aan de oostzijde van de A27 een deel van de gronden tussen de A27 en de op- en afrit bij de aansluiting Noordeloos aangeduid als "Inpassingdoeleinden natuur" met daarbij de nummers 19 en 21. Met deze nummers wordt blijkens de legenda een bomencompensatie ten behoeve van vleermuizen/vogels aangeduid. Het maatregelvlak ter plaatse van nummer 19 betreft een lijn waar een nieuwe bomenrij is voorzien. Ter plaatse van nummer 21 is een groter cluster aan nieuwe bomen voorzien. AC Finance C.V. vreest dat de nieuwe bomen die bij de aansluiting Noordeloos zijn voorzien het zicht op onder meer het wegrestaurant aanzienlijk zullen belemmeren.

Het tracébesluit van 20 december 2018 en de tussenuitspraak

3.    De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 182.2 geoordeeld dat zij, gelet op wat in de tussenuitspraak onder 182.1 is overwogen, in het aangevoerde geen aanknopingspunten ziet om te twijfelen aan de noodzaak van de bomenrij die ter plaatse van nummer 19 op detailkaart 9 van het tracébesluit is voorzien. Onder 182.3 heeft de Afdeling voorts overwogen dat de minister aan de belangen die met de realisatie van deze bomenrij zijn gemoeid in redelijkheid een zwaarder gewicht heeft kunnen toekennen dan aan de bedrijfsbelangen van AC Finance C.V.

4.    Wat betreft het cluster aan bomen dat is voorzien ter plaatse van nummer 21 op detailkaart 9 van het tracébesluit, is de Afdeling onder 182.4 van de tussenuitspraak echter tot een ander oordeel gekomen. De Afdeling heeft overwogen dat de minister in het verweerschrift en ter zitting heeft verwezen naar het foerageergebied voor vleermuizen dat ten noorden van de aansluiting Noordeloos als gevolg van het tracébesluit zal worden aangetast. Gelet op de verwijzing van AC Finance C.V. naar de kleine omvang van deze foerageergebieden alsmede gelet op de nieuwe bomenrij die bij nummer 19 op detailkaart 9 van het tracébesluit al is voorzien, heeft de Afdeling in de tussenuitspraak geoordeeld dat wat de minister in het verweerschrift en ter zitting heeft gesteld onvoldoende onderbouwing bevat voor de omvang van het cluster aan bomen dat bij nummer 21 op detailkaart 9 van het tracébesluit is voorzien. Ook heeft de Afdeling geoordeeld dat niet inzichtelijk is op welke wijze de belangen van AC Finance C.V. bij een zoveel mogelijk onbelemmerd zicht op onder meer het nabij de aansluiting Noordeloos gelegen wegrestaurant een rol hebben gespeeld in de belangenafweging. De Afdeling heeft vervolgens geconcludeerd dat de noodzaak van de bomencompensatie en de door de minister gemaakte belangenafweging in zoverre in strijd met artikel 3:46 van de Awb ontoereikend zijn gemotiveerd.

5.    Gelet op wat in de tussenuitspraak is overwogen, is het beroep van AC Finance C.V. tegen het op 20 december 2018 vastgestelde tracébesluit "A27 Houten-Hooipolder" gegrond. Dit besluit moet wegens strijd met artikel 3:46 van de Awb worden vernietigd.

6.    In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de minister opgedragen om binnen 20 weken na verzending van deze uitspraak alsnog deugdelijk te motiveren waarom het cluster aan bomen dat bij nummer 21 op detailkaart 9 van het tracébesluit bij de aansluiting Noordeloos is voorzien noodzakelijk is en op welke wijze hierbij de belangen van AC Finance C.V. bij een zoveel mogelijk onbelemmerd zicht op onder meer het nabij de aansluiting gelegen wegrestaurant zijn meegewogen, dan wel het tracébesluit op dit punt gewijzigd vast te stellen.

De nadere motivering

7.    Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de minister een nadere motivering opgesteld. In de nadere motivering heeft de minister onder verwijzing naar het bij de toelichting op het tracébesluit gevoegde Landschapsplan vermeld dat binnen nummer 21 op detailkaart 9 van het tracébesluit twee bomenrijen zullen worden gerealiseerd langs de N214/Zijlkade om zo de huidige laanstructuur tot zo dicht mogelijk bij de A27 aan te vullen en te versterken ten behoeve van de ruimtelijke beleving en om de nieuwe vliegroute van vleermuizen langs de N214/Zijlkade en de Energieweg te versterken. Ter plaatse van nummer 21 zijn volgens de minister blijkens het Landschapsplan verder kruidenrijk gras en boomgroepen voorzien om de dwarsstructuren haaks op de A27 te versterken en de landschapskarakteristieke beplanting aan te vullen.

In de nadere motivering vermeldt de minister dat hierbij het idee kan zijn ontstaan dat het om een dicht beplant bosgebied gaat, maar dit nooit de bedoeling is geweest. De twee bomenrijen langs de N214/Zijlkade zullen volgens de minister net als de bomenrijen ter plaatse van locatie 19 op de detailkaart transparant worden uitgevoerd. Dat wil zeggen met een grotere afstand tussen de bomen van maximaal 7 m, om zo de zichtbaarheid van de nabijgelegen bedrijven van AC Finance C.V. vanaf de A27 zoveel mogelijk te behouden. Wat betreft de boomgroepen vermeldt de minister dat deze bomen in hoogte beperkt zullen zijn tot 8 m, omdat hogere bomen een aantrekkende werking hebben op predatoren, wat gelet op het aanpalende weidevogelgebied moet worden voorkomen. Verder vermeldt de minister dat er bij de voorbereiding van het tracébesluit voor dit gebied rekening is gehouden met een dekking van 30% bomen, wat betekent dat slechts 30% van het oppervlak bedekt wordt door boomkronen, de zogenoemde kroonprojectie. Hierdoor staan de boomgroepen relatief ver uit elkaar wat de zichtbaarheid van het wegrestaurant verbetert, aldus de minister. Om AC Finance C.V. tegemoet te komen, vermeldt de minister dat de dekking met bomen nog verder wordt verlaagd naar 20%. Daarnaast zal de minister de opdrachtnemer die het project gaat realiseren, opdragen om de precieze locatie van de aan te planten bomen af te stemmen met AC Finance C.V. Volgens de minister wordt met deze invulling voldoende tegemoet gekomen aan de belangen van AC Finance C.V. bij een, zoveel als mogelijk, onbelemmerd zicht op haar gronden.

De zienswijze

8.    In de zienswijze stelt AC Finance C.V. dat haar locatie aan de A27 op dit moment vrij gelegen is zonder enige boom of obstakel die het zicht op haar locatie beperkt. Voor het rendabel exploiteren van een horecalocatie is deze zichtbaarheid volgens haar van essentieel belang.

Het Landschapsplan biedt geen, althans onvoldoende, onderbouwing om bij de aansluiting Noordeloos nieuwe bomen aan te planten, aldus AC Finance C.V. Ter onderbouwing stelt zij dat in het Landschapsplan de landschapspanorama’s, de beleefbaarheid van het landschap, het versterken van de dwarsstructuren en het behoud van karakteristieke oriëntatiepunten en bijzondere plekken als uitgangspunten zijn vermeld. De locatie waar het in dit geval om gaat, is volgens AC Finance C.V. onderdeel van de polder Middelbroek, welke polder in het Landschapsplan als landschapspanorama is aangeduid en waar wordt gestreefd naar een zo open mogelijk karakter zonder toepassing van wegbegeleidende beplanting. Ook wordt volgens AC Finance C.V. in het Landschapsplan gestreefd naar het behoud van zicht op oriëntatiepunten, zoals haar horecalocatie. Het Landschapsplan pleit er samengevat voor om het al jaren lang bestaande open polderlandschap te behouden en te beschermen en de oriëntatiepunten niet aan te tasten, aldus AC Finance C.V. De realisatie van nieuwe bomen bij de aansluiting Noordeloos is hier volgens haar mee in strijd.

Indien toch een noodzaak bestaat voor de aanplant van nieuwe bomen bij de aansluiting Noordeloos, dan kunnen hiervoor volgens AC Finance C.V. beter de gronden worden ingezet die direct grenzen aan de noordkant van haar horecalocatie om zo het zicht op de horecalocatie te kunnen behouden.

8.1.    De stelling van AC Finance C.V. dat de realisatie van nieuwe beplanting bij de aansluiting Noordeloos in strijd is met de uitgangspunten van het Landschapsplan deelt de Afdeling niet. Het is op zichzelf juist dat in hoofdstuk 5.1 van het Landschapsplan als uitgangspunten zijn vermeld dat wordt gestreefd naar een zo open mogelijk karakter bij de landschapspanorama’s, het behouden van de leefbaarheid van het landschap, het versterken van de dwarsstructuren en het behouden van de karakteristieke oriëntatiepunten en bijzondere plekken. Dit betekent echter niet dat het Landschapsplan geen ruimte zou bieden voor de realisatie van nieuwe beplanting bij de aansluiting Noordeloos. De in hoofdstuk 5.1 vermelde uitgangspunten zijn in hoofdstuk 5.2 nader uitgewerkt in ontwerpuitgangspunten en ontwerpprincipes. Daarin is vermeld dat bij bebouwing direct langs de A27 indien mogelijk groene afscherming plaatsvindt met beplanting. Ook is vermeld dat bij een bedrijventerrein transparante bomenrijen worden toegepast, zijnde opgekroonde bomen met grote onderlinge afstand waartussen zicht bestaat op de bedrijven, die de grens tussen de A27 en de bedrijvigheid verzachten. Verder is vermeld dat wordt ingezet op versterking van dwarsstructuren haaks op de A27, zoals in dit geval de versterking van de huidige laanstructuur langs de N214/Zijlkade, en de aanvulling van de landschapskarakteristieke beplanting. Bij de aansluiting Noordeloos gaat het daarnaast om een restruimte gelegen tussen de A27 en de op- en afrit. In het Landschapsplan is vermeld dat bij dergelijke restruimten boomgroepen met kruidenrijk gras worden toegepast passend bij het betreffende landschapstype. De stelling dat hiermee bij de aansluiting Noordeloos afbreuk wordt gedaan aan het open karakter van het landschapspanorama ter plaatse, deelt de Afdeling evenmin. Ook bij landschapspanorama’s biedt het Landschapsplan gelet op het vermelde in hoofdstuk 5.1 de mogelijkheid beplanting te realiseren afgestemd op het streven naar een zo open mogelijk karakter van het landschap. Hier heeft de minister in zijn nadere motivering rekening mee gehouden door maximaal 20% van het oppervlak van de gebieden met de nummers 21 gelegen bij de aansluiting Noordeloos te bedekken met boomkronen, zodat de boomgroepen relatief ver uit elkaar staan.

8.2.    De Afdeling volgt AC Finance C.V. ook niet in haar stelling dat de beplanting, voor zover noodzakelijk, ook aan de noordkant van haar horecalocatie had kunnen geworden gerealiseerd. Het gaat in dit geval om beplanting die specifiek bedoeld is om de restruimte gelegen in de oksel van de aansluiting Noordeloos op te vullen en daarbij de huidige laanstructuur van de Zijlkade aan te vullen en de dwarsstructuren haaks op de A27 te versterken.

8.3.    Gelet op het vorenstaande is de Afdeling van oordeel dat de minister alsnog toereikend heeft gemotiveerd waarom is voorzien in nieuwe beplanting bij de aansluiting Noordeloos. Ook is de Afdeling van oordeel dat de minister in zijn nadere motivering alsnog op een deugdelijke wijze rekening heeft gehouden met de zichtbaarheidsbelangen van AC Finance C.V. door de bomen en boomgroepen bij de aansluiting op relatief grote afstand van elkaar te realiseren met een maximaal dekkingspercentage van 20 en voorts door de precieze locaties van de bomen af te stemmen met AC Finance C.V.

De betogen die AC Finance C.V. in haar zienswijze naar voren heeft  gebracht slagen dan ook niet.

Conclusie

9.    Gelet op het vorenstaande concludeert de Afdeling dat de minister heeft voldaan aan de opdracht die in de tussenuitspraak is gegeven. De Afdeling ziet daarom aanleiding om de rechtsgevolgen van het besluit van de minister van 20 december 2018 tot vaststelling van het tracébesluit "A27 Houten-Hooipolder" in stand te laten. Het in stand laten van de rechtsgevolgen geldt niet voor het deel "Nieuw water" dat is aangegeven op bijlage I bij de tussenuitspraak, op welk onderdeel het tracébesluit in de tussenuitspraak is vernietigd.

Het in stand laten van de rechtsgevolgen betekent dat het tracébesluit, met uitzondering van het deel "Nieuw water" dat is aangeduid op bijlage I bij de tussenuitspraak, kan worden uitgevoerd.

Proceskosten

10.    De minister dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.    verklaart het beroep van AC Finance C.V. gericht tegen het besluit van de minister van 20 december 2018 tot vaststelling van het tracébesluit "A27 Houten-Hooipolder gegrond;

II.    vernietigt het besluit van de minister van 20 december 2018 tot vaststelling van het tracébesluit "A27 Houten-Hooipolder;

III.    bepaalt dat de rechtsgevolgen van het besluit van 20 december 2018 in stand blijven, met uitzondering van het deel "Nieuw water" dat is aangegeven op bijlage I bij de tussenuitspraak;

IV.    veroordeelt de minister van Infrastructuur en Waterstaat tot vergoeding van bij AC Finance C.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 787,90 (zegge: zevenhonderdzevenentachtig euro en negentig cent), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

V.    gelast dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan AC Finance C.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 345,00 (zegge: driehonderdvijfenveertig euro) vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, voorzitter, en mr. E.A. Minderhoud en mr. A. ten Veen, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.C. van Zuijlen, griffier.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 16 december 2020

810.