Uitspraak 202000336/1/R1 en 202000337/1/R1


Volledige tekst

202000336/1/R1 en 202000337/1/R1.
Datum uitspraak: 11 november 2020

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1.    [appellante sub 1], wonend te Hansweert, gemeente Reimerswaal,

2.    [appellante sub 2], gevestigd te Hansweert, gemeente Reimerswaal,

en

1. de raad van de gemeente Reimerswaal,

2. de raad van de gemeente Kapelle

verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 26 november 2019 heeft de raad van Reimerswaal het bestemmingsplan "Loswal" vastgesteld. Bij besluit van dezelfde datum heeft de raad van Kapelle het bestemmingsplan "Loswal" vastgesteld.

Tegen beide besluiten hebben [appellante sub 1] en [appellante sub 2] beroep ingesteld.

De raad van Reimerswaal en de raad van Kapelle hebben een verweerschrift ingediend.

De raad van Reimerswaal en de raad van Kapellen hebben een nader stuk ingediend.

Ter zitting is Kaai 85 B.V. in de gelegenheid gesteld als partij aan het geding deel te nemen.

De Afdeling heeft de zaken ter zitting behandeld op 26 oktober 2020, waar [appellante sub 1], bijgestaan door mr. R.H.U. Keizer, advocaat te Roosendaal, [appellante sub 2], vertegenwoordigd door [gemachtigde A] en [gemachtigde B], de raad van Reimerswaal, vertegenwoordigd door drs. D.J. Steenbergen, bijgestaan door ing. J.A. van Broekhoven en R.E.S.S. Vliex, en de raad van Kapelle, vertegenwoordigd door P. Vogel, bijgestaan door R.G.M. Louwes en R.E.S.S. Vliex, zijn verschenen. Voorts zijn Scheepswerf Reimerswaal, vertegenwoordigd door [gemachtigde C], bijgestaan door mr. A.P. Cornelissen, advocaat te Middelharnis, en Kaai 85 B.V., eveneens vertegenwoordigd door mr. A.P. Cornelissen als partij gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1.    De bestemmingsplannen voorzien in een industrieterrein in de vorm van een loswal, langs de Kaai in Hansweert. Het industrieterrein is een zogeheten gezoneerd industrieterrein als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder. Op het industrieterrein zijn de scheepswerf van Kaai 85 B.V. (voorheen van Scheepswerf Reimerswaal), een zandhandel, het aannemingsbedrijf van [appellante sub 2] en een werkplaats van Rijkswaterstaat aanwezig. De loswal ligt aan het kanaal door Zuid-Beveland, ten noorden van Hansweert en ten oosten van Schore en ligt voor twee derde binnen het grondgebied van Kapelle en voor een derde binnen dat van Reimerswaal.

Bij uitspraak van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3495, heeft de Afdeling onder meer de besluiten waarbij de raden, kort weergegeven, planologisch hebben voorzien in de scheepswerf, vernietigd.

Het beroep van [appellante sub 1]

2.    [appellante sub 1] woont op het perceel [locatie 1] te Hansweert. Het perceel ligt op 442 m afstand van de gronden met de bestemmingen waarbinnen de scheepswerf kan worden geëxploiteerd. Recent zijn de eigendom van het terrein en de gebouwen en de milieuvergunning van de scheepswerf overgedragen aan Kaai 85 B.V. Scheepswerf Reimerswaal zal de bedrijfsactiviteiten op de betreffende gronden blijven voortzetten.

2.1.    Ter zitting heeft [appellante sub 1] haar beroepsgrond met betrekking tot het opnemen van piekgeluidgrenswaarden voor haar woning ingetrokken.

3.    [appellante sub 1] kan zich niet verenigen met artikel 3.3.3 van de planregels, waarin de bedrijfstijden van de scheepswerf zijn neergelegd. Zij betoogt dat de bedrijfstijden zouden moeten worden beperkt om geluidhinder te voorkomen.

4.    De raden hebben bij brieven van 8 oktober 2020 te kennen gegeven dat zij met [appellante sub 1], Scheepswerf Reimerswaal en Kaai 85 B.V. zijn overeengekomen om de bedrijfstijden aan te passen en te beperken. Nu de raden zijn teruggekomen op hun eerder ingenomen standpunt, zijn de bestreden besluiten in zoverre in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) genomen en dienen zij in zoverre te worden vernietigd. Het beroep van [appellante sub 1] is gegrond.

Het beroep van [appellante sub 2]

5.    [appellante sub 2] exploiteert een bedrijf op het perceel [locatie 2] in Hansweert. Zij kan zich niet verenigen met het plan dat de raad van Reimerswaal heeft vastgesteld voor zover daarin is voorzien in een bestemming voor de sluisdeurenbergplaats van Rijkswaterstaat.

5.1.    Ter zitting heeft [appellante sub 2] haar beroepsgrond dat haar geluidruimte binnen de geluidzone kan worden beperkt door de toegestane activiteiten op de sluisdeurenbergplaats, ingetrokken.

5.2.    [appellante sub 2] kan zich niet verenigen met artikel 7.1, onder b, in samenhang met artikel 1.13 van de planregels. Volgens haar is niet duidelijk welke activiteiten op grond van deze regels zijn toegestaan. Zij betoogt dat op grond van die regels op het terrein van de sluisdeurenbergplaats uitsluitend beperkte werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. In paragraaf 3.2 van de plantoelichtingis echter vermeld dat het terrein voor de sluisdeurenbergplaats ook gebruikt kan worden voor werkzaamheden in het kader van het zogeheten project "Groot Onderhoud Vaarwegen". Volgens de website van Rijkswaterstaat is dit een langdurig en grootschalig project dat gaat over meer dan 10 bruggen en sluizen, remmingswerken en steigers en waarvan de werkzaamheden niet op de plek zelf kunnen worden uitgevoerd.

5.3.    De raad van Reimerswaal stelt dat het terrein en de afmeervoorzieningen van de sluisdeurenbergplaats moeten worden beheerd en onderhouden. Het terrein wordt volgens hem niet gebruikt als werf voor de werkzaamheden voor het project "Groot Onderhoud Vaarwegen".

5.4.    Aan de gronden met de sluisdeurenbergplaats zijn de bestemming "Waterkering" en de aanduiding "specifieke vorm van waterstaat - sluisdeurenbergplaats" toegekend.

Ingevolge artikel 7.1, onder b, van de planregels is ter plaatse van die aanduiding een sluisdeurenbergplaats voor een sluizencomplex, waar uitsluitend beperkte werkzaamheden mogen plaatsvinden, toegestaan.

In artikel 1.13 van de planregels zijn beperkte werkzaamheden als volgt omschreven: "het herstellen van schade aan aanwezige voorzieningen en regulier onderhoud van het terrein, tevens periodieke test- en controlewerkzaamheden en transport tijdens calamiteiten."

5.5.    In paragraaf 3.2 van de plantoelichting is vermeld welke bestaande bedrijven op de loswal aanwezig zijn. Voor de sluisdeurenbergplaats van Rijkswaterstaat is vermeld:

"Regulier onderhoud: Herstellen van schades, onder andere kleine las- en slijpwerkzaamheden aan loopbruggen en remmingen. 1x per 3 maanden testen schuiven reservedeur: 2 uur werk, zeer matig geluidsoverlast (hydrauliekmotoren en schuifbewegingen). Transport van schades aan buispalen, deze worden niet ter plaatse gerepareerd en geconserveerd. Onkruid vrij houden terrein. Deze werkzaamheden vinden plaats in de dagperiode, waarbij de verwachting is dat dit in totaal maximaal 3 weken per jaar voorkomt. 1x in de 15 jaar is de deurwissel. Eerste keer de reservedeur transporteren naar conserveerlocatie (1 dag transport) en bij terugkomst van de laatste deur (1 dag transport). Dit zijn hijswerkzaamheden met drijvende bok en eventueel een mobiele kraan.

Calamiteiten: Zoals b.v. een aangevaren sluisdeur welke met spoed gewisseld moet worden met de reservedeur. Hierbij moet rekening gehouden worden met 2 weken.

Overige werkzaamheden in het kader van Groot Onderhoud Vaarwegen: Herstellen/ renoveren van afmeervoorzieningen, steigers, etc. Eenmalige montagewerkzaamheden die daarbij zullen plaatsvinden (lassen, branden)."

5.6.    De Afdeling stelt voorop dat de verbeelding in samenhang met de regels bindend zijn. De toelichting op het plan is dat niet. Het eerste deel van de volzin van artikel 1.13 gaat over de onderhoudswerkzaamheden aan het terrein van de bergplaats zelf. Het tweede deel van de volzin gaat over periodieke testen en controles en transportbewegingen tijdens calamiteiten. De werkzaamheden van het project "Groot Onderhoud Vaarwegen", die [appellante sub 2] noemt, vallen dus niet onder de werkzaamheden zoals artikel 1.13 van de planregels die omschrijft. De op zichzelf begrijpelijke vrees van [appellante sub 2] op basis van de plantoelichting maakt niet dat de werkzaamheden die zij noemt, mogen worden uitgevoerd op basis van het plan. Het plan staat deze werkzaamheden niet toe. Het betoog dat de planregels onduidelijk zijn, slaagt niet.

Conclusie en zelf voorzien

6.    Het beroep van [appellante sub 1] is gegrond. De raden hebben in hun brieven van 8 oktober 2020 een voorstel gedaan voor de aangepaste bedrijfstijden. De overige partijen hebben laten weten in te stemmen met deze tijden. Nu de voorgestelde bedrijfstijden beperkter zijn dan de bedrijfstijden in artikel 3.3.3 van de planregels, acht de Afdeling het niet aannemelijk dat derdebelanghebben in hun belangen zouden kunnen worden geschaad. De Afdeling ziet daarom aanleiding met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb zelf in de zaak te voorzien door op de hierna te vermelden wijze de nieuwe bedrijfstijden in de plannen te borgen en te bepalen dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de besluiten tot vaststelling van de plannen voor zover die zijn vernietigd. Het beroep van [appellante sub 2] is ongegrond.

Proceskosten

7.    De raden dienen op hierna te melden wijzen ten aanzien van [appellante sub 1] in de proceskosten te worden veroordeeld. Ten aanzien van Van der Straten B.V. bestaat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.    verklaart het beroep van [appellante sub 1] gegrond;

II.    vernietigt de besluiten van 26 november 2019 van de raad van de gemeente Reimerswaal en de raad van de gemeente Kapelle, waarbij de bestemmingsplannen "Loswal" zijn vastgesteld, voor zover het artikel 3.3.3 van de planregels van beide bestemmingsplannen betreft;

III.    bepaalt dat artikel 3.3.3. van de planregels van beide plannen als volgt komt te luiden:

"3.3.3 Bedrijfstijden

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels ten aanzien van de bedrijfstijden:

a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - 1" is het bepaalde onder 3.1, sub d, uitsluitend toegestaan indien de werkzaamheden worden verricht binnen de volgende tijden:

b. in aanvulling op het bepaalde onder a. mogen incidenteel werkzaamheden worden verricht binnen de volgende tijden:

c. het verrichten van werkzaamheden als genoemd onder b. is uitsluitend toegestaan met inachtneming van de volgende regels:

1. het verrichten van de werkzaamheden vindt maximaal 16 dagen per jaar plaats;

2. de werkzaamheden worden uiterlijk 24 uur van tevoren gemeld bij het bevoegd gezag voor milieu;

d. het aan- en afmeren en in- en uitdokken van schepen is toegestaan buiten de onder a, b en c genoemde werktijden en voorwaarden, met inachtneming van de volgende regels:

1. het verrichten van de werkzaamheden vindt maximaal 12 keer per jaar plaats;

2. de werkzaamheden worden uiterlijk 24 uur van tevoren gemeld bij het bevoegd gezag voor milieu;

3. de werkzaamheden vinden niet plaats op zondag;

e. kantoorwerkzaamheden, toezichtwerkzaamheden, werkzaamheden van de bewakingsdienst en corveewerkzaamheden door de bemanning van schepen zoals schoonmaakwerk en schilderwerk zijn toegestaan buiten de onder a. genoemde reguliere werktijden."

IV.    bepaalt dat deze uitspraak, wat het hiervoor vermelde onderdeel III betreft, in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;

V.    draagt de raad van de gemeente Reimerswaal en de raad van de gemeente Kapelle op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onder III wordt verwerkt in het elektronisch vastgesteld plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl;

VI.    verklaart het beroep van [appellante sub 2] ongegrond;

VII.    veroordeelt de raad van de gemeente Reimerswaal en de raad van de gemeente Kapelle tot vergoeding van bij [appellante sub 1] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.050,00 (zegge: duizendvijftig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat indien één van beide bestuursorganen het bedrag heeft vergoed, het andere bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;

VIII.    gelast dat de raad van de gemeente Reimerswaal en de raad van de gemeente Kapelle elk aan [appellante sub 1] het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 178,00 (zegge: honderdachtenzeventig euro) vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. B.J. Schueler, voorzitter, en mr. H.J.M. Baldinger en mr. J. Gundelach, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, griffier.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 11 november 2020

361.