Uitspraak 201908711/1/R1
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2020:2211
- Datum uitspraak
- 16 september 2020
- Inhoudsindicatie
- Bij besluit van 3 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam hogere waarden vastgesteld voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting voor een aantal panden in het gebied van het bestemmingsplan "Groot Waterloo". Wijkcentrum d’Oude Stadt en de Bewonersraad zijn organisaties die de belangen van de bewoners in het plangebied behartigen. Zij zijn onder meer bezorgd over de geluidhinder in het plangebied. Zij achten het van groot belang dat maatregelen worden genomen om geluidhinder te verminderen.
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Geluid
201908711/1/R1.
Datum uitspraak: 16 september 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
Wijkcentrum d'Oude Stadt en de Bewonersraad Nieuwmarkt Groot Waterloo, beide gevestigd te Amsterdam,
appellanten,
en
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 3 september 2019 heeft het college hogere waarden vastgesteld voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting voor een aantal panden in het gebied van het bestemmingsplan "Groot Waterloo".
Tegen dit besluit hebben Wijkcentrum d'Oude Stadt en de Bewonersraad beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 juli 2020, waar Wijkcentrum d'Oude Stadt en de Bewonersraad, vertegenwoordigd door [gemachtigde A] en [gemachtigde B], en het college, vertegenwoordigd door mr. E. Swijter en E. Mulder, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1. Wijkcentrum d’Oude Stadt en de Bewonersraad zijn organisaties die de belangen van de bewoners in het plangebied behartigen. Zij zijn onder meer bezorgd over de geluidhinder in het plangebied. Zij achten het van groot belang dat maatregelen worden genomen om geluidhinder te verminderen.
Conclusie
2. De Afdeling is van oordeel dat het beroep ongegrond is. De Afdeling zal hieronder uitleggen waarom zij tot dit oordeel is gekomen.
Participatie en kennisgeving ontwerp
3. Wijkcentrum d’Oude Stadt en de Bewonersraad betogen dat het gemeentebestuur ten onrechte de bewonersorganisaties in het plangebied niet actief heeft benaderd om ze te betrekken bij de voorbereiding van het besluit. Volgens haar is de kennisgeving van het ontwerp alleen gepubliceerd in de Staatscourant en niet op de website.
3.1. De Afdeling overweegt dat er voor een gemeentebestuur geen wettelijke plicht bestaat om bewonersorganisaties actief te benaderen om ze te betrekken bij de voorbereiding van een besluit hogere waarden. Verder stelt de Afdeling vast dat de kennisgeving van het ontwerp niet alleen in de Staatscourant is gepubliceerd, maar ook op de website van de gemeente. Wijkcentrum d’Oude Stadt en de Bewonersraad hebben voldoende kunnen meedoen in het proces van totstandkoming van het besluit over de hogere waarden.
Het betoog slaagt niet.
Mocht het college hogere waarden vaststellen?
4. Wijkcentrum d’Oude Stadt en de Bewonersraad betogen dat het college ten onrechte hogere waarden heeft vastgesteld. Volgens hen heeft het college niet voldaan aan de voorwaarden in de Wet geluidhinder (hierna: Wgh) en het Amsterdamse geluidbeleid voor het vaststellen van hogere waarden. Het college kan alleen na onderzoek hogere waarden vaststellen en volgens hen is dit onderzoek niet verricht. Ook is bij de panden waarvoor hogere waarden zijn vastgesteld geen aanvaardbaar woon- en leefklimaat verzekerd, vindt geen compensatie plaats voor de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde en zijn maatregelen aan de bron mogelijk om de geluidhinder in het plangebied terug te brengen. Wijkcentrum d’Oude Stadt en de Bewonersraad noemen als voorbeelden van maatregelen: het aanbrengen van geluidreducerend asfalt, het verlagen van de toegestane snelheid en het verminderen van verkeer door een "knip" aan te brengen in de Weesperstraat. Die knip houdt in dat de Weesperstraat wordt afgesloten voor doorgaand autoverkeer. Daardoor zal de geluidbelasting in het plangebied met 5 dB afnemen.
4.1. Het college heeft toegelicht dat het hogere waarden heeft vastgesteld om de woonfunctie op geluidbelaste locaties mogelijk te maken, voornamelijk binnen bestaande bebouwing. Volgens het college heeft het voldaan aan de voorwaarden voor het vaststellen van hogere waarden. Het nemen van maatregelen om de geluidbelasting terug te brengen is volgens het college niet reëel.
4.2. In artikel 110a, vijfde lid, van de Wgh is bepaald dat het college alleen hogere waarden voor de voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting kan vaststellen indien toepassing van maatregelen die gericht zijn op het terugbrengen van de geluidbelasting onvoldoende doeltreffend zal zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.
In het zesde lid is bepaald dat als een geluidgevoelige functie in meer dan één geluidzone ligt, het college alleen hogere waarden kan vaststellen voor zover de gecumuleerde geluidbelastingen niet leiden tot een naar zijn oordeel onaanvaardbare geluidbelasting.
Verschillende geluidgevoelige locaties in het plangebied liggen in zowel de geluidzone van een weg als de geluidzone van een spoorweg.
4.3. In het beleidsstuk "Amsterdams Geluidbeleid 2016, Hogere waarde Wet geluidhinder" van 5 maart 2019 staat dat het Amsterdamse geluidbeleid als uitgangspunt neemt dat een woning moet beschikken over een stille zijde wanneer er een hogere waarde vastgesteld wordt. De stille zijde is die zijde van de woning waar de gecumuleerde geluidbelasting als gevolg van bronnen die zijn genoemd in de Wgh niet hoger is dan de voorkeursgrenswaarde. Verder staat in het beleidsstuk dat een onaanvaardbare geluidbelasting optreedt als de gecumuleerde geluidbelasting meer dan 3 dB hoger is dan de hoogste van de maximaal toegestane ontheffingswaarden.
4.4. De Afdeling is van oordeel dat het college hogere waarden mocht vaststellen. Anders dan Wijkcentrum d’Oude Stadt en de Bewonersraad aanvoeren, is voor het bestemmingsplan en het besluit hogere waarden een akoestisch onderzoek verricht, het rapport "Bestemmingsplan Groot Waterloo in Amsterdam; onderzoek omgevingsgeluid" van 25 oktober 2017 van DPA Cauberg-Huygen. Wijkcentrum d’Oude Stadt en de Bewonersraad hebben het akoestisch onderzoek op zichzelf niet betwist. Het college heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat het heeft voldaan aan de voorwaarden voor het vaststellen van hogere waarden.
Het college heeft deugdelijk gemotiveerd dat maatregelen om de geluidbelasting terug te brengen onvoldoende doeltreffend zijn en/of dat daartegen overwegende bezwaren bestaan van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. In het akoestisch onderzoek is geconcludeerd dat het aanbrengen van geluidreducerend asfalt leidt tot een geluidreductie van 4 dB. Dat is niet voldoende om aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB te voldoen. Ook heeft het college in de nota van zienswijzen toegelicht dat geluidreducerend asfalt te duur is in verhouding tot het effect en te onderhoudsgevoelig. Verder heeft het toegelicht dat het verlagen van de toegestane snelheid negatieve effecten zal hebben op de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer zal beperken. Dit leidt tot (meer) filevorming en tot meer geluidsoverlast van remmend en optrekkend verkeer en ook tot meer luchtverontreiniging. Tot slot is het verminderen van de hoeveelheid verkeer in de Valkenburgerstraat volgens het college geen optie, omdat uit onderzoek is gebleken dat dit negatieve consequenties heeft voor de verkeerssituatie in de binnenstad als geheel.
Het college heeft ook in redelijkheid ervan uit kunnen gaan dat de gecumuleerde geluidbelastingen van het weg- en spoorwegverkeer aanvaardbaar zijn. In het akoestisch onderzoek staat dat de maximaal optredende gecumuleerde geluidbelasting 66 dB bedraagt. Dat is 3 dB hoger dan de maximale ontheffingswaarde van 63 dB voor wegverkeerslawaai. Dat is in overeenstemming met het Amsterdamse geluidbeleid.
Tot slot wordt voldaan aan het uitgangspunt in het Amsterdamse geluidbeleid dat een woning moet beschikken over een stille zijde wanneer er een hogere waarde vastgesteld wordt. In de planregels is namelijk bepaald dat waar een hogere waarde als bedoeld in de Wgh is vastgesteld, woningen moeten beschikken over minimaal één stille zijde.
Het betoog slaagt niet.
Proceskosten
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. D.A. Verburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.
w.g. Verburg w.g. Van Driel Kluit
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 16 september 2020
703.