Uitspraak 201902321/2/R2


Volledige tekst

201902321/2/R2.
Datum uitspraak: 12 augustus 2020

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Jibro Holding B.V. en anderen, gevestigd te Rucphen,

appellanten,

en

de raad van de gemeente Rucphen,

verweerder.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 23 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3599, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van deze uitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 6 februari 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Kom Rucphen, Sint Martinusstraat ongenummerd, tussen 13 en 15" te herstellen. Deze uitspraak is aangehecht.

Bij besluit van 5 februari 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Kom Rucphen, Sint Martinusstraat ongenummerd, tussen 13 en 15" opnieuw vastgesteld, teneinde het gebrek te herstellen.

Jibro en anderen en de raad hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.

Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Vernietiging

1.    De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 23 oktober 2019 kort gezegd overwogen dat in het akoestisch onderzoek ten behoeve van het besluit van 6 februari 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Kom Rucphen, Sint Martinusstraat ongenummerd, tussen 13 en 15, niet alle relevante bedrijfsactiviteiten zijn betrokken. Daarom is het plan, voor zover dit betreft de mogelijke geluidhinder als gevolg van het naastgelegen hoveniersbedrijf, niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid. Het beroep van Jibro en anderen is gegrond, zodat het bestreden besluit dient te worden vernietigd.

Besluit van 5 februari 2020

2.    Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij het besluit van 5 februari 2020 het bestemmingsplan "Kom Rucphen, Sint Martinusstraat ongenummerd, tussen 13 en 15" gewijzigd vastgesteld.

3.    Het besluit van 5 februari 2020 is ingevolge artikel 6:19 van de Awb mede onderwerp van het geding. Het beroep van Jibro en anderen wordt geacht mede te zijn gericht tegen dit besluit.

4.    Jibro en anderen zijn in de gelegenheid gesteld een zienswijze over de wijze waarop is beoogd het gebrek te herstellen naar voren te brengen. Zij hebben te kennen gegeven zich te kunnen verenigen met het besluit zoals dit nu is vastgesteld. Gelet hierop moet het van rechtswege ontstane beroep geacht worden te zijn ingetrokken.

Het gevolg is dat het besluit van 5 februari 2020 in stand zal blijven.

Proceskostenveroordeling

5.    De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Ten aanzien van de vergoeding van deskundigenkosten waarom Jibro en anderen verzoeken, overweegt de Afdeling als volgt.

Jibro en anderen hebben een opgave ingediend van de kosten voor een geluidsdeskundige die zij vergoed wensen te hebben. Het bedrag waarvoor zij vergoeding vragen, is € 3340,91 voor een "second opinion" en de aanwezigheid van een deskundige ter zitting. De raad heeft een schriftelijke reactie gegeven op deze kosten en acht deze kosten te hoog.

De Afdeling zal aan de hand van de ingediende gegevens het bedrag bepalen waarop Jibro en anderen krachtens het Besluit proceskosten bestuursrecht aanspraak kunnen maken. In dit geval acht de Afdeling het redelijk om uit te gaan van 8 uren voor het opstellen van de "second opinion" en 4 uur voor de aanwezigheid ter zitting en voor het maximale uurtarief van € 126,47.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.    verklaart het beroep tegen het besluit van 6 februari 2019 gegrond;

II.    vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Rucphen tot vaststelling van het bestemmingsplan "Kom Rucphen, Sint Martinusstraat ongenummerd, tussen 13 en 15" van 6 februari 2019;

III.    veroordeelt de raad van de gemeente Rucphen tot vergoeding van bij Jibro Holding B.V. en anderen in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.567,64 (zegge: tweeduizend vijfhonderdzevenenzestig euro en vierenzestig cent), waarvan € 1.050,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;

IV.    gelast dat de raad van de gemeente Rucphen aan Jibro Holding B.V. en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 345,00 (zegge: driehonderdvijfenveertig euro) vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Scheele, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 12 augustus 2020

723.