Uitspraak 201908242/1/R3


Volledige tekst

201908242/1/R3.
Datum uitspraak: 10 juni 2020

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Historische Vereniging Oud Leiden en de vereniging Het Waterambacht Leiden, beide gevestigd te Leiden,

appellanten,

en

het college van burgemeester en wethouders van Leiden,

verweerder.

Procesverloop

Bij brief van 1 oktober 2019 heeft het college te kennen gegeven dat zij geen aanleiding ziet om de uitspraak van de Afdeling van 24 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2571, anders te interpreteren dan zij heeft toegelicht in haar brief van 15 augustus 2019.

Tegen deze brief hebben Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden beroep ingesteld.

Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden hebben nadere stukken ingediend.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 mei 2020, waar Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden, vertegenwoordigd door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door mr. R. Lever, advocaat te Leiden, en J.D. Visser, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1.    De Afdeling heeft bij uitspraak van 24 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2571, onder meer het beroep van Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden tegen het besluit van de raad van de gemeente Leiden van 28 september 2017, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Binnenstad", gegrond verklaard en dit besluit vernietigd voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Water" en de aanduiding "terras" nabij de bestaande horecaonderneming Annie’s ter hoogte van de [locatie] te Leiden.

Bij brief van 15 augustus 2019 heeft het college Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden medegedeeld dat de weergave van het bestemmingsplan op www.ruimtelijkeplannen.nl conform de uitspraak van de Afdeling is gewijzigd, hetgeen betekent dat de bestemming "Water" en de aanduiding "terras" nabij de bestaande horecaonderneming Annie’s zijn verwijderd.

Bij brief van 27 augustus 2019 hebben Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden het college verzocht om correctie van de verwerking van de uitspraak van de Afdeling. Volgens Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden is ten onrechte niet ook de bestemming "Water" en de aanduiding "specifieke vorm van water-vlonder" nabij de bestaande horecaonderneming Annie’s verwijderd. Zij stellen dat de Afdeling dit besluit ook voor zover het dit plandeel betreft in haar uitspraak heeft vernietigd.

Bij brief van 13 september 2019 heeft het college de Afdeling verzocht om aan te geven of de brief van 27 augustus 2019 van Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden aanleiding geeft om de uitspraak te herzien.

Bij brief van 1 oktober 2019 heeft het college aan Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden te kennen gegeven dat het geen aanleiding ziet om de uitspraak van de Afdeling anders te interpreteren dan het heeft toegelicht in zijn brief van 15 augustus 2019.

Brief van 1 oktober 2019

2.    Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden betogen dat de brief van het college van 1 oktober 2019 als een definitief voor beroep vatbaar besluit tot aanpassing van het bestemmingsplan "Binnenstad" is te beschouwen, gelet ook op de brief van het college van 15 augustus 2019, de brief van het college van 13 september 2019 en hun brief van 27 augustus 2019. Volgens hen heeft het college geen redelijke uitleg gegeven aan de uitspraak van de Afdeling van 24 juli 2019. De onjuiste verwerking van de uitspraak in het bestemmingsplan door het college is te kwalificeren als een publiekrechtelijke rechtshandeling en als een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), aldus Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden.

2.1.    Het college stelt zich in het verweerschrift op het standpunt dat de brief van 1 oktober 2019 geen besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.

2.2.    Artikel 8:1 van de Awb luidt:

"Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter."

Artikel 1:3, eerste lid, luidt:

"Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling."

2.3.    De Afdeling ziet zich gesteld voor de vraag of de brief van het college een besluit is als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Daartoe wordt allereerst nagegaan of de brief een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt.

De Afdeling is van oordeel dat in de brief van 1 oktober 2019 geen publiekrechtelijke rechtshandeling is vervat. De informerende brief van het college aan Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden over de verwerking van de uitspraak van de Afdeling op www.ruimtelijkeplannen.nl is van feitelijke aard en deze mededeling is niet gericht op rechtsgevolg. De conclusie is dat de brief om die reden geen besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb en niet vatbaar is voor bezwaar of beroep.

Conclusie

3.    Gelet op het voorgaande is de Afdeling onbevoegd om kennis te nemen van het tegen de brief van 1 oktober 2019 ingestelde beroep.

4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen.

Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, voorzitter, en mr. G.T.J.M. Jurgens en mr. F.D. van Heijningen, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.C. Lodeweges, griffier.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 10 juni 2020

625.