Uitspraak 201905110/1/R1


Volledige tekst

201905110/1/R1.
Datum uitspraak: 22 april 2020

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak als bedoeld in artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) in het geding tussen:

[appellant], wonend te Tubbergen,

en

de raad van de gemeente Tubbergen,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 15 april 2019 heeft de raad de Nota bodembeheer "Twents beleid veur oale groond 2.0" (hierna: de Nota bodembeheer) en de Regionale bodemkwaliteitskaart Twente (hierna: de bodemkwaliteitskaart) vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

[appellant] en het college hebben nadere stukken ingediend.

Partijen waren uitgenodigd voor een zitting van de Afdeling op 17 maart 2020. Vanwege de uitbraak van het coronavirus is de zitting niet doorgegaan.

Geen van de partijen heeft binnen de door de Afdeling gestelde termijn verklaard alsnog gebruik te willen maken van het recht om ter zitting te worden gehoord. De Afdeling heeft bepaald dat een behandeling van de zaak ter zitting achterwege blijft en het onderzoek vervolgens met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Awb gesloten.

Overwegingen

Inleiding

1.    De Nota bodembeheer geeft een gebiedsspecifiek kader voor de toepassing van grond en baggerspecie op of in de bodem. De bodemkwaliteitskaart maakt hiervan onderdeel uit. Het kader is in samenwerking met een aantal andere gemeenten in Twente opgesteld en geldt voor bijna het gehele gemeentelijke grondgebied in Twente.

[appellant] woont aan de [locatie] te Tubbergen, nabij het terrein van het voormalige tuincentrum "De Esch". Voor dat terrein en nabijgelegen percelen bestaan plannen voor woningbouw. Op 23 september 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "De Esch Tubbergen" vastgesteld, dat woningbouw op die locatie mogelijk maakt. [appellant] vreest dat de esgronden ten behoeve van de woningbouw worden opgehoogd met vervuilde grond. De beschermde status van de esgronden heeft volgens hem ten onrechte geen plaats gekregen in de Nota bodembeheer.

Regelgeving

2.    Artikel 44, eerste lid, van het Besluit bodemkwaliteit (hierna: het Bbk) bepaalt:

"De gemeenteraad kan voor het toepassen van grond of baggerspecie als bedoeld in artikel 35, onderdeel a tot en met e en h op of in de bodem […] voor een door hem aangewezen bodembeheergebied lokale maximale waarden vaststellen voor de bodem, waarop of waarin de grond of baggerspecie wordt toegepast, alsmede een percentage bodemvreemd materiaal dat afwijkt van het percentage, bedoeld in artikel 34, tweede en derde lid tot een maximum van 20 gewichtsprocenten."

Artikel 47 bepaalt:

"Een besluit op grond van de artikelen 44, eerste lid en […], bevat:

a. een of meer kaarten, opgesteld overeenkomstig de bij regeling van Onze Ministers gestelde protocollen, waarop zijn aangegeven de begrenzing van het bodembeheergebied, de kwaliteit van de bodem en, bij toepassingen op of in de bodem […], de bodemfuncties;

[…]."

Artikel 50 bepaalt:

"Tegen een besluit als bedoeld in de artikelen 44 […] kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State."

Begrenzing van de esgronden

3.    [appellant] betoogt dat de bij de Nota bodembeheer behorende kaarten onjuist of onduidelijk zijn wat de begrenzing van de esgronden betreft. Door de grenzen tussen de bestaande gebiedskenmerken niet goed vast te stellen is het volgens hem mogelijk om de esgronden met vervuilde grond op te hogen en daarmee de beschermde status van die gronden te verstoren.

3.1.    De raad stelt dat de begrenzing in de bodemkwaliteitskaart gebaseerd is op de te verwachten bodemkwaliteit. Volgens de raad mag onder het nieuwe beleid, net als onder het in 2011 vastgestelde beleid, geen vervuilde grond worden toegepast of gestort.

3.2.    In de Nota bodembeheer is beschreven dat het bodembeheergebied is ingedeeld in verschillende deelgebieden (zones). Voor die indeling zijn criteria gehanteerd als het voormalig gebruik en de ontstaansgeschiedenis van een gebied. Vervolgens zijn de bodemkwaliteitsklassen voor deze gebieden bepaald. Daarbij is uitgegaan van drie klassen: AW2000, Wonen en Gebiedsgericht. De klasse AW2000 bestrijkt samen met de klasse Wonen ongeveer 90% van het totale bodembeheergebied. Gebieden met de klasse AW2000 hebben een goede bodemkwaliteit en bevinden zich volgens de Nota bodembeheer meestal in het landelijk gebied of in nieuwbouwwijken. In gebieden met de klasse Wonen wordt gewoond en gewerkt en is de bodem van minder goede kwaliteit dan AW2000, maar wel geschikt om zonder risico’s te kunnen wonen en eventueel te gebruiken als tuin. Op de bodemkwaliteitskaart is de bestaande, gebiedseigen bodemkwaliteit weergegeven. De bodemkwaliteitskaart bestaat uit een toepassingskaart en een ontgravingskaart. Daarnaast is een bodemfunctieklassenkaart vastgesteld, die een overzicht geeft van de bestaande functies in het bodembeheergebied.

3.3.    Niet in geschil is dat de door [appellant] bedoelde esgronden binnen de begrenzing van het bodembeheergebied liggen waarvoor de Nota bodembeheer is vastgesteld.

Anders dan [appellant] veronderstelt, bepaalt de Nota bodembeheer niet of de bodem op een bepaalde locatie mag worden opgehoogd. De Nota bodembeheer gaat niet over de ruimtelijke aanvaardbaarheid van ophogingen en doorkruist niet het gestelde provinciale beleid om de voor Twente karakteristieke essen te behouden.

De Nota bodembeheer bepaalt welke grond op of in de bodem mag worden toegepast. Indien de bodem wordt opgehoogd, bijvoorbeeld voor woningbouw, moet de daarvoor gebruikte grond voldoen aan de voor die locatie geldende toepassingseisen. Voor locaties binnen zones met een bodemkwaliteitsklasse AW2000 of Wonen geldt volgens de Nota bodembeheer dezelfde klasse als toepassingseis.

Op de bodemkwaliteitskaart zijn essen niet afzonderlijk weergegeven. Zij zijn onderdeel van zones met een bepaalde bodemkwaliteit. Dit betekent niet dat de essen mogen worden opgehoogd met vervuilde grond, zoals [appellant] betoogt, maar dat voldaan moet worden aan de toepassingseisen voor de bodemkwaliteitsklasse in de desbetreffende zone. [appellant] heeft niet gesteld dat de bodemkwaliteit van de door hem bedoelde essen beter is dan de voor de desbetreffende zone bepaalde klasse, in dit geval AW2000 of Wonen. Zijn betoog geeft geen aanleiding voor het oordeel dat duidelijkheid over de grenzen van de essen nodig is met het oog op de bescherming van de bodem. Voor het oordeel dat deze grenzen ten onrechte niet in de Nota bodembeheer zijn opgenomen, bestaat daarom geen grond.

3.4.    Het betoog faalt.

Overige gronden

4.    Voor zover [appellant] betoogt dat het bestreden besluit niet of niet volledig ter inzage is gelegd, leidt dat betoog niet tot vernietiging van het besluit. Een dergelijke onregelmatigheid van na het nemen van het besluit kan de rechtmatigheid daarvan niet aantasten.

5.    De gronden die betrekking hebben op grondverplaatsingen, het toezicht daarop en handhaving vallen buiten de omvang van dit geding. Aan die gronden gaat de Afdeling daarom voorbij.

Conclusie

6.    Het beroep is ongegrond.

7.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. Y.C. Visser, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 22 april 2020

148.