Uitspraak 201905892/1/R4


Volledige tekst

201905892/1/R4.
Datum uitspraak: 3 maart 2020

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:

Vereniging van Eigenaars Vondelstraat 80 te Amsterdam (hierna: VvE Vondelstraat 80), gevestigd te Amsterdam,

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 26 juni 2019 in zaak nr. 18/5210 in het geding tussen onder meer:

VvE Vondelstraat 80

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

Openbare zitting gehouden op 3 maart 2020 om 10:00 uur.

Tegenwoordig:

Staatsraad mr. H. Troostwijk    voorzitter

Staatsraad mr. H.C.P. Venema    lid

Staatsraad mr. E.J. Daalder    rapporteur

griffier: mr. J.A.A. van Roessel

jurist: mr. E. Struik

Verschenen:

VvE Vondelstraat 80, vertegenwoordigd door mr. M.M. van den Boomen, advocaat te Roermond, [appellant A] en [appellant B];

Het college, vertegenwoordigd door mr. H.J. de Groot

Hotel Blyss, vertegenwoordigd door mr. M.H.J. van Riessen, advocaat te Amsterdam, en [gemachtigde].

Bij besluit van 5 januari 2018 heeft het college aan Hotel Blyss een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van de gebouwen aan de Vondelstraat 74, 76 en 78 in Amsterdam.

Bij besluit van 3 juli 2018 heeft het college het door VvE Vondelstraat 80 daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 26 juni 2019 heeft de rechtbank, voor zover hier van belang, het door VvE Vondelstraat 80 daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet binnen de door de rechtbank in de brief van 4 december 2018 gegeven termijn stukken zijn overgelegd waaruit blijkt dat [appellant A] bevoegd was namens VvE Vondelstraat 80 beroep in te stellen. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft VvE Vondelstraat 80 hoger beroep ingesteld.

De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen.

Daartoe overweegt zij het volgende.

Dit hoger beroep gaat alleen over de uitspraak op het beroep van VvE Vondelstraat 80. Er is niet binnen de door de rechtbank gegeven termijn gereageerd op de brief van 4 december 2018. Voor zover onduidelijkheid bestond over deze brief, is er niet tijdig gereageerd naar de rechtbank om die onduidelijkheid opgehelderd te krijgen. Onder die omstandigheden bestaat er geen reden om te oordelen dat de rechtbank in dit driepartijengeding niet tot haar uitspraak kon komen.

Het hoger beroep is ongegrond.

Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

457-930.