Uitspraak 201903849/6/A2


Volledige tekst

201903849/6/A2.
Datum beslissing: 21 januari 2020

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op een verzoek van:

[verzoeker], wonend te [woonplaats],

om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.

Procesverloop

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 20 januari 2020, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. J.A. Hagen (hierna: de staatsraad) als lid van de enkelvoudige kamer belast met de behandeling van de zaak met nummer 201903849/5/A2.

De staatsraad heeft niet in de wraking berust.

De Afdeling heeft het wrakingsverzoek ter openbare zitting op 21 januari 2020 aan de orde gesteld, waar [verzoeker] is verschenen.

De staatsraad heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.

Beslissing

De Afdeling wijst het verzoek af.

Overweging

1.    Aan het verzoek ligt ten grondslag dat verzoeker wil dat zijn verzet in de zaak met nummer 201903849/5/A2 zonder zitting gegrond wordt verklaard.

2.    De Afdeling heeft beslist het verzet ter zitting te behandelen. Dat is een procedurele beslissing.

3.    Deze beslissing is geen omstandigheid die meebrengt dat het verzet niet onpartijdig kan worden behandeld.

4.    De Afdeling bepaalt dat een volgend verzoek om dezelfde reden niet in behandeling wordt genomen.

Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. C.J. Borman, voorzitter, en mr. J. Hoekstra en mr. B.P.M. van Ravels, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Heinen, griffier.

w.g. Borman    w.g. Heinen
voorzitter    griffier

632.