Uitspraak 201908889/2/A1


Volledige tekst

201908889/2/A1.
Datum uitspraak: 12 december 2019

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:

[verzoeker A], [verzoeker B] en [verzoeker C] (hierna: [verzoeker] en anderen), allen wonend te Zevenhuizen, gemeente Zuidplas

verzoekers,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) van 25 november 2019 in zaak nrs. 19/5613 en 19/5614 in het geding tussen:

[verzoeker] en anderen

en

het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas.

Openbare zitting gehouden op 12 december 2019 om 10:00 uur.

Tegenwoordig:

Staatsraad mr. N. Verheij, voorzieningenrechter

griffier: mr. M.J. van der Zijpp

Verschenen:

[verzoeker] en [verzoeker B];

Het college, vertegenwoordigd door mr. R. Oosterhuis;

[vergunninghouder], bijgestaan door mr. J.H. Hommel, advocaat te Rotterdam.

Het college heeft bij besluit van 15 februari 2019 aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning aan de [locatie] te Zevenhuizen. Bij besluit van 30 juli 2019 heeft het college het daartegen door [verzoeker] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 15 februari 2019, onder aanvulling van de motivering, in stand gelaten. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 25 november 2019, verzonden op 26 november 2019, van de rechtbank, waarbij het beroep van [verzoeker] en anderen ongegrond is verklaard. [verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht het besluit van 15 februari 2019 te schorsen totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure.

Beslissing

De voorzieningenrechter

wijst het verzoek af.

Daartoe overweegt hij het volgende.

Het bouwplan is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Uitwerkingsplan Lintzone Noordelijke Dwarsweg 94" omdat de woning niet op minimaal 10 m afstand van de hoofdgebouwen op naastliggende bouwpercelen is gesitueerd. Het college heeft de gevraagde omgevingsvergunning verleend met toepassing van, voor zover van belang, artikel 4, eerste lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

Volgens jurisprudentie van de Afdeling biedt deze bepaling veel ruimte voor het verlenen van een omgevingsvergunning om af te wijken van een bestemmingsplan. Deze bepaling kan, zoals in dit geval, worden gebruikt om af te wijken van de voorgeschreven minimumafstand.

Op het eigen terrein bij de woning is voldoende ruimte om in de twee vereiste parkeerplaatsen te voorzien.

Het Beeldkwaliteitsplan "Linten & Kwaliteitszone Ringvaart" is een globaal document. Niet is gebleken dat het bouwplan evident daarmee in strijd is.

De voorzieningenrechter ziet daarom onvoldoende reden om aan te nemen dat de uitspraak van de rechtbank niet in stand zal blijven, of dat uiteindelijk zal blijken dat voor het bouwplan geen omgevingsvergunning mocht worden verleend.

w.g. Verheij    w.g. Van der Zijpp
voorzieningenrechter    griffier

262-912.