Uitspraak 201710048/3/R3


Volledige tekst

201710048/3/R3.
Datum uitspraak: 18 december 2019

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1.    Praxis Vastgoed B.V., gevestigd te Amsterdam, en andere,

2.    [appellante sub 2], wonend te Enschede,

appellanten,

en

de raad van de gemeente Enschede,

verweerder.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 20 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:868 (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad opgedragen binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van de raad van 9 oktober 2017, waarbij het bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk" is vastgesteld, te herstellen.

Bij besluit van 9 juli 2019 heeft de raad het bestemmingsplan

"Moskee Kuipersdijk" opnieuw vastgesteld.

Praxis Vastgoed B.V. en andere en Stichting Selimiye Moskee hebben, daartoe in de gelegenheid gesteld, een zienswijze over de wijze waarop het gebrek is hersteld naar voren gebracht.

De raad heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.

Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.

Overwegingen

De tussenuitspraak

1.    De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 20 maart 2019 onder 9.3 overwogen dat de raad niet met behulp van een rapport inzichtelijk heeft gemaakt waarop zijn ter zitting naar voren gebrachte stellingen over de verkeersgeneratie van de moskee zijn gebaseerd. De raad heeft met alleen het gestelde ter zitting niet voldoende onderbouwd hoeveel extra verkeersbewegingen de moskee, die naast de gebedsruimte voorziet in een verenigingsgebouw met congresruimte, zal kunnen genereren en wat de gevolgen daarvan zijn, in het bijzonder op de kruispunten in de nabijheid van de voorziene moskee, namelijk het kruispunt op de Kuipersdijk en de Wethouder Beverstraat en het kruispunt op de Zuiderval en de Wethouder Beverstraat. Gelet daarop heeft de Afdeling overwogen dat Praxis Vastgoed B.V. en andere en [appellante sub 2] terecht betogen dat de raad de verkeersgeneratie van de voorziene moskee onvoldoende in kaart heeft gebracht en wat de gevolgen daarvan zijn voor de verkeersafwikkeling ter plaatse. De raad heeft redelijkerwijs niet kunnen volstaan met een verwijzing naar het in de plantoelichting van het besluit van 9 oktober 2017 vermelde verkeersonderzoek "Onderzoek invalswegen Enschede Zuid" van 12 november 2014 (hierna: verkeersonderzoek invalswegen) dat ten grondslag is gelegd aan het bestemmingsplan, aangezien dit hierover geen duidelijkheid biedt.

Verder heeft de Afdeling onder 11.2 van de tussenuitspraak overwogen dat omdat de verkeersgeneratie van de voorziene moskee niet voldoende in kaart is gebracht, het niet duidelijk is of de realisatie van de moskee toch belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Gelet daarop heeft de Afdeling overwogen dat in de einduitspraak zal worden beslist over de beroepsgrond van [appellante sub 2] dat de raad ten onrechte geen m.e.r.-procedure heeft doorlopen of een passende beoordeling heeft opgesteld.

2.    Gelet op hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen zijn de beroepen van Praxis Vastgoed B.V. en andere en [appellante sub 2] tegen het besluit van 9 oktober 2017 gegrond. Dit besluit dient wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te worden vernietigd.

Opdracht in de tussenuitspraak

3.    In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opdracht gegeven om met inachtneming van hetgeen is overwogen onder 9.2, 9.3 en 21 van die tussenuitspraak met behulp van een rapportage inzichtelijk te maken waarop de stellingen van de raad ter zitting over de verkeersgeneratie van de voorziene moskee zijn gebaseerd en te onderbouwen hoeveel extra verkeersbewegingen de voorziene moskee zal kunnen genereren en wat de gevolgen daarvan zijn voor de verkeersafwikkeling, in het bijzonder op het kruispunt op de Kuipersdijk en de Wethouder Beverstraat en het kruispunt op de Zuiderval en de Wethouder Beverstraat, en zo nodig een gewijzigd of nieuw besluit te nemen.

Herstelbesluit

4.    Naar aanleiding van de tussenuitspraak heeft de raad bij besluit van 9 juli 2019 het bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk" opnieuw vastgesteld.

5.    Ten behoeve van dit besluit heeft de raad een nadere onderbouwing van de te verwachten verkeersgeneratie en -afwikkeling  opgesteld. De raad heeft Goudappel Coffeng opdracht gegeven om een verkeerskundig onderzoek te verrichten naar de gevolgen van de ontwikkeling van de voorziene moskee. De resultaten van dit verkeerskundig onderzoek zijn neergelegd in het rapport "Gemeente Enschede. Onderbouwing verkeersgeneratie moskee Kuipersdijk" van 27 mei 2019 (hierna: het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk). De raad stelt zich op het standpunt dat het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk de gegevens die ten grondslag hebben gelegen aan het in de plantoelichting van het besluit van 9 oktober 2017 vermelde verkeersonderzoek invalswegen bevestigt en dat er geen nader onderzoek hoeft te worden uitgevoerd naar de milieuaspecten.

6.    In het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk is de verkeersgeneratie van de voorziene moskee berekend op basis van de CROW-publicatie 381 "Toekomstbestendig Parkeren" van 1 december 2018 (hierna: CROW-publicatie 381). Omdat in de CROW-publicatie 381 geen kencijfers zijn opgenomen voor het berekenen van de verkeersgeneratie voor de categorie "religiegebouw" en voor de categorie "evenementenhal/beursgebouw/congresgebouw" maar alleen parkeerkencijfers, is in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk de verkeersgeneratie berekend op basis van de parkeervraag. De verkeersgeneratie van de voorziene moskee is in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk berekend door twee keer de parkeervraag bij elkaar op te tellen, waardoor er zowel rekening wordt gehouden met aankomend als met vertrekkend verkeer van en naar het plangebied. De parkeervraag wordt berekend door het aantal bezette gebedsplaatsen te vermenigvuldigen met het parkeerkencijfer. Het aantal bezoekers dat de voorziene moskee zal bezoeken bepaalt hoeveel gebedsplaatsen er bezet worden. In het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk staat dat voor het worstcasescenario van de verkeersgeneratie is uitgegaan van een volledige bezetting van de voorziene moskee en een volledige bezetting van de voorziene jongeren- en congresruimten van de voorziene moskee. In het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk staat verder dat de reële verwachting is dat de voorziene congres- en jongerenruimten ondersteunend zijn voor de bezoekers van de voorziene moskee en geen nieuwe bezoekers zullen genereren, maar dat voor het worstcasescenario ervan is uitgegaan dat deze ondersteunende ruimten eigen bezoekers en dus eigen verkeer genereren. Uiteindelijk wordt in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk voor de analyse van de kwaliteit van de verkeersafwikkeling van de voorziene moskee uitgegaan van een verkeersintensiteit op een gemiddelde werk- en/of weekdag.

7.    Het besluit van 9 juli 2019 is een besluit ter vervanging van het oorspronkelijke bestreden besluit en ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Awb onderdeel van dit geding. De beroepen van Praxis Vastgoed B.V. en andere en [appellante sub 2] zijn van rechtswege gericht tegen dit besluit.

8.    Hierna zal de Afdeling aan de hand van de door Praxis Vastgoed B.V. en andere naar voren gebrachte zienwijze beoordelen of de raad met de nadere motivering en het daarbij overgelegde verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk heeft voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak. Verder zal de Afdeling, gelet op hetgeen is overwogen onder 11.2 van de tussenuitspraak, ingaan op de beroepsgrond van [appellante sub 2] dat de raad ten onrechte geen m.e.r.-procedure heeft doorlopen of een passende beoordeling heeft opgesteld.

Verkeer

9.    Praxis Vastgoed B.V. en anderen betogen in hun zienswijze dat het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk niet tegemoetkomt aan de tussenuitspraak. Zij kunnen de conclusie uit dit verkeersonderzoek niet volgen en verwijzen daarbij naar de in opdracht van Praxis Vastgoed B.V. en andere door Royal HaskoningDHV opgestelde notitie "Reactie op het aanvullend besluit inzake bestemmingsplan Moskee Kuipersdijk" van 6 september 2019. Zij voeren de hierna te bespreken punten van kritiek aan. Het gaat daarbij om de uitgangspunten van het verkeersonderzoek en de inzichtelijkheid van de beschreven gevolgen voor de verkeersafwikkeling.

- Bezoekersaantallen

10.    Praxis Vastgoed B.V. en andere stellen dat in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk ten onrechte niet wordt onderbouwd dat een totaal aantal bezoekers kan worden verwacht van 350 tot 400 op een doorsnee vrijdagmiddag en 500 in de schoolvakanties. Volgens Praxis Vastgoed B.V. en andere is de bezoekersprognose ten onrechte niet (in de bijlage van) het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk opgenomen, waardoor niet is na te gaan of de bezoekersaantallen juist zijn. Daarbij wijzen Praxis Vastgoed B.V. en andere er ook op dat in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk niet wordt onderbouwd uit welke ervaringscijfers van moskeeën blijkt dat er alleen drukte te verwachten is tijdens het vrijdagmiddaggebed. Volgens hen is onduidelijk naar welke ervaringscijfers wordt verwezen.

Voorts stellen Praxis Vastgoed B.V. en andere dat er ten onrechte empirische data van de huidige voorgangers van de voorziene moskee ontbreken in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk, terwijl deze informatie wel een goed beeld had kunnen geven over de te verwachten verkeersgevolgen, zeker gelet op de omstandigheid dat de CROW-publicatie 381 die Goudappel Coffeng heeft gebruikt, geen kengetallen bevat voor de verkeersgeneratie van een moskee.

10.1.    In het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk worden bezoekersaantallen genoemd en wordt verwezen naar de bezoekersprognose, verstrekt door de opdrachtgever. Praxis Vastgoed B.V. en andere wijzen er terecht op dat deze bezoekersprognose in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk ontbreekt.

In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad de opdracht gegeven om inzichtelijk te maken waarop de ter zitting naar voren gebrachte stellingen over onder andere hoeveel mensen het druk bezochte vrijdagmiddaggebed bezoeken zijn gebaseerd. Omdat de bezoekersprognose van de voorziene moskee ontbreekt en uit het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk niet duidelijk volgt waarop de gebruikte bezoekersaantallen van de voorziene moskee zijn gebaseerd, is gelet hierop niet voldaan aan de door de Afdeling gegeven opdracht in de tussenuitspraak.

Het betoog slaagt.

11.    Met het oog op een finale geschilbeslechting ziet de Afdeling aanleiding om de overige gronden ook te beoordelen. Bij die bespreking zal de Afdeling uitgaan van de situatie als ware inzichtelijk gemaakt wat de bezoekersaantallen zijn.

- Methode berekenen verkeersgeneratie

12.    Praxis Vastgoed B.V. en andere stellen dat in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk ten onrechte de verkeersgeneratie wordt berekend op basis van de parkeerkencijfers. Dit leidt volgens hen tot een onderschatting van de verkeersgeneratie die de voorziene moskee genereert. Gekeken had volgens hen moeten worden naar de verkeersgegevens van de voorgangers van de voorziene moskee.

12.1.    In het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk is de verkeersgeneratie van de voorziene moskee berekend op basis van de CROW-publicatie 381. Voor het worstcasescenario van de verkeersgeneratie is in dit verkeersonderzoek uitgegaan van een volledige bezetting van het aantal benodigde parkeerplaatsen van het bestreden plan en is dit cijfer vervolgens met twee vermenigvuldigd, zodat zowel met aankomend als met vertrekkend verkeer van en naar het plangebied rekening wordt gehouden. Ten aanzien van de stelling van Praxis Vastgoed B.V. en andere dat voor de verkeersgeneratie voor het bestreden plan gekeken had moeten worden naar de verkeersgegevens van de voorgangers van de voorziene moskee, overweegt de Afdeling - onder verwijzing naar de uitspraak van 20 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:888, onder 15.1 - dat zij geen aanleiding ziet voor het oordeel om het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk waarbij op bovengenoemde manier de verkeersgeneratie voor het bestreden plan is berekend, in zoverre niet te volgen. Dat de raad ook op een andere manier de verkeersgeneratie van het bestreden plan in kaart had kunnen brengen, maakt niet dat de gevolgde methode niet had mogen worden toegepast.

Gelet op het vorenstaande ziet de Afdeling geen aanleiding het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk waarbij de verkeersgeneratie van het bestreden plan is berekend door het aantal te realiseren parkeerplaatsen voor het bestreden plan met twee te vermenigvuldigen, in zoverre niet te volgen.

Het betoog faalt.

- Berekening benodigde parkeerplaatsen

13.    Praxis Vastgoed B.V. en andere stellen dat de voor de berekening van de verkeersgeneratie gebruikte berekening van het benodigde aantal parkeerplekken in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk in strijd is met de kencijfers van de CROW-publicatie 381 en de Nota Parkeernormen van de gemeente Enschede. In dit kader wijzen zij erop dat zowel in de CROW-publicatie 381 als in de Nota Parkeernormen van de gemeente Enschede een forse marge wordt gehanteerd voor bij het berekenen van de parkeervraag en dat er ten onrechte in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk zonder enige toelichting geen marge voor het berekenen van de parkeervraag is gehanteerd.

Daarnaast stellen Praxis Vastgoed B.V. en andere dat onduidelijk is hoe de parkeervraag van de voorziene jongeren- en congresruimten is berekend. Zo is volgens hen in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk ten onrechte niet onderbouwd waarom een parkeervraag van 3 parkeerplaatsen per 100 m2 voor de jongerenruimte en van 5 parkeerplaatsen per 100 m2 voor de congresruimte representatief is.

13.1.    Over de stelling van Praxis Vastgoed B.V. en andere dat de bij de berekening van de verkeersgeneratie gebruikte berekening van het benodigde aantal parkeerplaatsen voor de voorziene moskee in strijd is met de Nota Parkeernormen van de gemeente Enschede en de CROW-publicatie 381, heeft de Afdeling in de tussenuitspraak in 13.2 naar aanleiding van het beroep van [appellante sub 2] reeds geoordeeld dat de raad in redelijkheid een parkeerkencijfer van 0,15 per zitplaats - dat in het midden van de bandbreedte van 0,1 tot 0,2 zit - kon hanteren voor de voorziene moskee. Behoudens zeer uitzonderlijke gevallen kan niet worden teruggekomen van een in de tussenuitspraak gegeven oordeel. Van een zeer uitzonderlijk geval is hier geen sprake, zodat van het daarin gegeven oordeel wordt uitgegaan.

Het betoog faalt.

13.2.    Voor zover Praxis Vastgoed B.V. en andere stellen dat onduidelijk is hoe de parkeervraag van de voorziene jongeren- en congresruimten in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk is berekend, overweegt de Afdeling het volgende.

In paragraaf 4.1 van de plantoelichting van het besluit van 9 oktober 2017 is ingegaan op het aantal parkeerplaatsen voor de voorziene jongeren- en congresruimten. Zo staat er dat er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd, waarbij uit wordt gegaan van 3 parkeerplaatsen voor een jongerenruimte van 100 m2, 6 parkeerplaatsen voor een jongerenruimte van 200 m2, 5 parkeerplaatsen voor een congresruimte van 100 m2 en 24 parkeerplaatsen voor een congresruimte van 480 m2.

In het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk is de gehanteerde parkeervraag voor de jongeren- en de congresruimten gebaseerd op bovengenoemde cijfers.

Voor zover Praxis Vastgoed B.V. en andere in hun zienswijze stellen dat de in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk gehanteerde cijfers voor de parkeervraag van de jongeren- en congresruimten niet representatief zijn, hebben Praxis Vastgoed B.V. en andere hiermee hun beroepsgronden uitgebreid met een nieuwe, niet eerder aangedragen beroepsgrond. Gelet op het belang van een efficiënte geschilbeslechting alsmede de rechtszekerheid van de andere partijen, kan in het licht van de goede procesorde niet worden aanvaard dat na de tussenuitspraak nieuwe beroepsgronden worden aangevoerd die reeds tegen het oorspronkelijke besluit naar voren hadden kunnen worden gebracht. Dit betekent dat hetgeen Praxis Vastgoed B.V. en andere in dit opzicht aanvoeren, buiten inhoudelijke bespreking blijft.

- Eenheid berekende verkeersgeneratie

14.    Praxis Vastgoed B.V. en andere stellen dat in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk ten onrechte niet staat welke eenheden, bijvoorbeeld per uur of per etmaal, worden gehanteerd voor de berekende verkeersgeneratie en dus niet in welke eenheid de totale verkeersgeneratie van 248 moet worden uitgedrukt. Dit volgt volgens hen ook niet uit tabel 2.1 van het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk.

14.1.    In tabel 2.1 van het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk heeft de raad de eerder genoemde methode toegepast om de verkeersgeneratie in het worstcasescenario te berekenen. Wanneer in het worstcasescenario het maximaal toegestane aantal bezoekers gebruik maakt van de voorziene moskee en de ondersteunende voorziene congres- en jongerenruimten komt dit neer op een totale verkeersgeneratie van 248 motorvoertuigen. Weliswaar volgt niet uit tabel 2.1 in welke eenheid de totale verkeersgeneratie van 248 moet worden uitgedrukt, maar volgt uit de toelichting na tabel 2.1 in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk wel dat bij een volledige bezetting van de gebedsruimte van de voorziene moskee en de congres- en jongerenruimte de verkeersgeneratie 248 motorvoertuigen per gebed bedraagt.

Gelet op het vorenstaande blijkt wel uit het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk in welke eenheid de totale verkeersgeneratie van 248 moet worden uitgedrukt. Het betoog faalt.

- Gemiddelde werk- en weekdag

15.    Praxis Vastgoed B.V. en andere stellen dat in het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk ten onrechte een gemiddelde werk- en weekdag als uitgangspunt is genomen voor een analyse van de verkeersafwikkeling en de milieueffecten van de voorziene moskee. Volgens hen moet om de kwaliteit van de verkeersafwikkeling te bepalen niet gekeken worden naar gemiddelden, maar naar de voor de verkeersafwikkeling maatgevende momenten. Zo stellen zij dat beoordeeld moet worden in hoeverre het verkeer structureel vastloopt op een vrijdag, op een zaterdag, of op een feest- of hoogtijdag voor de moskee en op andere piekmomenten.

In dit kader wijzen Praxis Vastgoed B.V. en andere er ook op dat tabel 2.2 van het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk onnavolgbare berekeningen bevat inzake de verkeersgeneratie. Volgens Praxis Vastgoed B.V. en andere blijkt uit tabel 2.2 niet hoe de vertaling van de verkeersgeneratie en de bezoekersprognose naar de verkeersgeneratie op een gemiddelde werk- en weekdag heeft plaatsgevonden.

15.1.    Uit het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk blijkt dat voor de analyse van de verkeersafwikkeling en de milieueffecten van de voorziene moskee uit is gegaan van een verkeersintensiteit op een gemiddelde werk- en/of weekdag. Anders dan Praxis Vastgoed B.V. en andere betogen, behoeft bij de berekening van de te verwachten verkeersintensiteit geen rekening te worden gehouden met incidentele, druk bezochte hoogtijdagen, zoals het Offerfeest of het Suikerfeest. Dit is evenwel anders voor het reguliere, terugkerende vrijdagmiddaggebed dat min of meer tegelijkertijd verkeersbewegingen genereert. De raad heeft hiermee niet voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak, omdat voor de verkeersgeneratie van de voorziene moskee niet al het reguliere gebruik in aanmerking is genomen. Gelet op het vorenstaande ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk waarbij een gemiddelde werk- en/of weekdag als uitgangspunt is genomen geen volledige analyse bevat van de voor de verkeersafwikkeling in aanmerking te nemen verkeersgeneratie van de voorziene moskee.

Het betoog slaagt.

- Gevolgen voor de verkeersafwikkeling

16.    Praxis Vastgoed B.V. en andere stellen dat niet uit het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk blijkt wat de gevolgen zijn van de verkeersgeneratie van de voorziene moskee voor de verkeersafwikkeling, in het bijzonder op de kruispunten van de Wethouder Beverstraat met de Zuiderval en de Kuipersdijk.

16.1.    Praxis Vastgoed B.V. en andere stellen terecht dat niet inzichtelijk is gemaakt wat de gevolgen zijn van het aantal extra verkeersbewegingen van de voorziene moskee, die naast de gebedsruimte voorziet in een verenigingsgebouw met jongeren- en congresruimten, in het bijzonder op de kruispunten in de nabijheid van de voorziene moskee, namelijk het kruispunt op de Kuipersdijk en de Wethouder Beverstraat en het kruispunt op de Zuiderval en de Wethouder Beverstraat. Uit het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk volgt niet wat de verkeersafwikkeling van de voorziene moskee is ter plaatse. De raad heeft hiermee ook op dit punt niet voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak.

Het betoog slaagt.

- Verkeersonderzoek 2014

17.    Praxis Vastgoed B.V. en andere stellen dat het verkeersonderzoek moskee Kuipersdijk ten onrechte vermeldt dat in het verkeersonderzoek invalswegen voldoende rekening is gehouden met de mogelijke verkeerseffecten als gevolg van de voorziene moskee. Volgens hen is in het verkeersonderzoek invalswegen de verkeersproductie van omliggende activiteiten van de voorziene moskee, waaronder de beoogde Hornbach-vestiging, ten onrechte te laag ingeschat.

17.1.    Ten aanzien van de stelling van Praxis Vastgoed B.V. en andere dat in het verkeersonderzoek invalswegen onvoldoende rekening is gehouden met de mogelijke verkeerseffecten als gevolg van de voorziene moskee, heeft de Afdeling in de tussenuitspraak in 9.2 reeds geoordeeld dat uit het verkeersonderzoek invalswegen niet blijkt van welke verkeerscijfers de raad is uitgegaan om de verkeersgeneratie van de voorziene moskee in kaart te brengen. Behoudens zeer uitzonderlijke gevallen kan niet worden teruggekomen op een in de tussenuitspraak gegeven oordeel. Van een zeer uitzonderlijk geval is hier geen sprake, zodat van het daarin gegeven oordeel wordt uitgegaan.

Het betoog faalt.

- Conclusie verkeer

18.    Gezien het vorenstaande heeft de raad de verkeersgeneratie van de voorziene moskee niet voldoende in kaart gebracht, zodat nog steeds niet duidelijk is wat de gevolgen daarvan zijn voor de verkeersafwikkeling ter plaatse.

Milieueffectrapportage en passende beoordeling

19.    In de tussenuitspraak is voorts onder 11.2 overwogen dat in de einduitspraak zal worden beslist over de beroepsgrond van [appellante sub 2] dat de raad ten onrechte geen m.e.r.-procedure heeft doorlopen of een passende beoordeling heeft opgesteld. De Afdeling overweegt hierover als volgt.

19.1.    Gelet op wat is overwogen onder 18 is de verkeersgeneratie van de voorziene moskee niet voldoende in kaart gebracht. Gelet hierop kan nog steeds niet worden beoordeeld of de realisatie van de moskee belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben en of de raad ten onrechte geen m.e.r.-procedure heeft doorlopen of een passende beoordeling heeft opgesteld. Het plan is niet met de ingevolge artikel 3:2 van de Awb vereiste zorgvuldigheid voorbereid.

Het betoog slaagt.

Conclusie

20.    Gelet op hetgeen hiervoor onder 10.1, 15.1, 16.1, 18 en 19.1 is overwogen, is de Afdeling van oordeel dat het besluit van 9 juli 2019 om het bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk" opnieuw vast te stellen is genomen in strijd met artikel 3:2 van de Awb. De beroepen van Praxis Vastgoed B.V. en andere en [appellante sub 2] zijn gegrond, zodat het bestreden besluit van 9 juli 2019 dient te worden vernietigd. Het vorenstaande sluit niet uit dat de voorziene moskee er alsnog kan komen, maar voordat dit kan worden beoordeeld dient eerst alsnog een

m.e.r.-beoordelingsbesluit te worden genomen, waarbij moet worden teruggekeerd naar de fase van vóór het ontwerpbesluit. Ook zal dan een nader verkeersonderzoek moeten worden gedaan.

Opdracht

21.    De Afdeling ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb de raad op te dragen om binnen 52 weken na de verzending van deze uitspraak en met inachtneming van deze uitspraak en van hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen een nieuw besluit omtrent de vaststelling van een bestemmingsplan voor het betrokken plandeel te nemen.

Proceskosten

22.    De raad dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.    verklaart de beroepen van Praxis Vastgoed B.V. en andere en [appellante sub 2] tegen het besluit van de raad van de gemeente Enschede van 9 oktober 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk" gegrond;

II.    vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Enschede van 9 oktober 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk";

III.    verklaart de beroepen van Praxis Vastgoed B.V. en andere en [appellante sub 2] tegen het besluit van de raad van de gemeente Enschede van 9 juli 2019 om het bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk" opnieuw vast te stellen gegrond;

IV.    vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Enschede van 9 juli 2019 om het bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk" opnieuw vast te stellen;

V.    draagt de raad van de gemeente Enschede op om binnen 52 weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;

VI.    veroordeelt de raad van de gemeente Enschede tot vergoeding van bij appellanten in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van:

a.    € 1.280,00 (zegge: twaalfhonderdtachtig euro) aan Praxis Vastgoed B.V. en andere, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;

b.    € 1.024,00 (zegge: duizendvierentwintig euro) aan [appellante sub 2], geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

VII.    gelast dat de raad van de gemeente Enschede aan appellanten het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht vergoedt ten bedrage van:

a.    € 333,00 (zegge: driehonderddrieëndertig euro) aan Praxis Vastgoed B.V. en andere, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;

b.    € 168,00 (zegge: honderdachtenzestig euro) aan [appellante sub 2].

Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. J. Kramer en mr. D.A. Verburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Kuipers, griffier.

w.g. Scholten-Hinloopen    w.g. Kuipers
voorzitter    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 18 december 2019

271-867.