Uitspraak 201903453/2/R3


Volledige tekst

201903453/2/R3.
Datum uitspraak: 1 augustus 2019

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:

[verzoeker] en anderen, wonend te Paterswolde, gemeente Tynaarlo,

en

de raad van de gemeente Tynaarlo,

verweerder.

Openbare zitting gehouden op 1 augustus 2019 om 12:00 uur.

Tegenwoordig:

Staatsraad mr. F.C.M.A. Michiels, voorzieningenrechter

griffier: mr. A. Heinen

Verschenen:

[verzoeker] en anderen, bijgestaan door [gemachtigde A];

De raad van de gemeente Tynaarlo, vertegenwoordigd door H. Feenstra en N.Y.D. Schipper-Simonis;

Friesch Groningsche Schelfhorst C.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde B].

===================================

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Tynaarlo van 12 maart 2019, waarbij het bestemmingsplan "Schelfhorst, Natuurwonen" is vastgesteld.

[verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter

wijst het verzoek af.

Daartoe overweegt hij het volgende.

1.    Het plan voorziet in de bouw van 10 woningen. Het verzoek van [verzoeker] en anderen strekt ertoe te voorkomen dat onomkeerbare gevolgen zullen ontstaan. Zij wijzen erop dat er een omgevingsvergunning voor het aanleggen van infra-voorzieningen ten behoeve van het plangebied is verleend en dat er een watervergunning is verleend voor het dempen van een watergang. In het kader van die vergunningen worden ook nog andere werkzaamheden uitgevoerd om de gronden bouwrijp te maken. Dit leidt tot onomkeerbare schade aan de natuur, aldus [verzoeker] en anderen.

2.    Een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Een voorlopige voorziening is in beginsel een tijdelijke maatregel, waardoor wordt voorkomen dat onomkeerbare gevolgen van een bestreden besluit zich voordoen alvorens in de hoofzaak is beslist.

3.    De voorzieningenrechter overweegt dat in deze procedure de rechtmatigheid van het bestreden besluit - het bestemmingsplan "Schelfhorst, Natuurwonen" - voorligt. In deze procedure kunnen dan ook alleen bezwaren aan de orde komen die zijn gericht tegen het bestemmingsplan "Schelfhorst, Natuurwonen". Bezwaren die daar niet op zien, zoals bezwaren tegen de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de verleende watervergunning en de verleende omgevingsvergunning, kunnen in deze procedure niet aan de orde komen en moeten onbesproken blijven.

4.    Ter zitting is door verzoekers desgevraagd verklaard dat de op dit moment door hun gevreesde schade aan de natuur zal worden veroorzaakt door de reeds vergunde werkzaamheden en niet zozeer door de bouw van de woningen. Het door verzoekers gestelde spoedeisende belang ziet dus vooral op besluiten die in deze procedure niet voorliggen. Voor zover verzoekers menen en vrezen dat de natuur in het plangebied toch ook door de bouw van de woningen zal worden geschaad, overweegt de voorzieningenrechter het volgende.

5.    Er is nog geen aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de bouw van de in het plan voorziene 10 woningen ingediend.

Friesch Groningsche Schelfhorst C.V. heeft ter zitting aangegeven dat op enig moment een omgevingsvergunning voor de bouw van 1 woning zal worden aangevraagd. Voor de bouw van de overige 9 woningen zal naar verwachting in december een aanvraag voor omgevingsvergunning worden ingediend.

6.    Gelet op het voorgaande gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat op korte termijn nog geen gebruik gemaakt kan en zal worden van de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt en daarmee in zoverre geen spoedeisend belang is gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.

Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat in het plan "Verblijfsrecreatieterreinen, deelgebied Schelfhorst", vastgesteld op 16 februari 2010, de bouw van maximaal 75 recreatiewoningen is toegestaan.

7.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

w.g. Michiels    w.g. Heinen

voorzieningenrechter    griffier

632.