Uitspraak 201905813/2/A3


Volledige tekst

201905813/2/A3.
Datum uitspraak: 2 augustus 2019

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:

Muntendamsche Investeringsmaatschappij B.V., gevestigd te Wassenaar,

verzoekster,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) van 1 augustus 2019 in zaak nrs. 19/4955 en 19/4943 in het geding tussen:

de vennootschap

en

de burgemeester van Wassenaar.

Openbare zitting gehouden op 2 augustus 2019 om 14:30 uur.

Tegenwoordig:

Staatsraad mr. A.W.M. Bijloos, voorzieningenrechter

griffier: mr. B. Ley-Nell

Verschenen:

De vennootschap, vertegenwoordigd door mr. H.C. Lagrouw en mr. P.H. de Lange, advocaten te Leiden;

De burgemeester, vertegenwoordigd door S. Gonzalez, bijgestaan door mr. C.H. Norde, advocaat te Leiden;

Derde-belanghebbenden [belanghebbende A] en [belanghebbende B], organisatoren van "No Border Camp 2019", bijgestaan door mr. M.A.R. Schuckink Kool, advocaat te Den Haag.

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank van 1 augustus 2019. De rechtbank heeft het beroep van de vennootschap tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek om handhavend op te treden tegen het "No Border Camp 2019" dat plaatsvindt van 1 augustus 2019 tot en met 4 augustus 2019 op de buitenplaats Ivicke aan de Rust en Vreugdlaan 2 te Wassenaar, niet-ontvankelijk verklaard.

De vennootschap heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Bij besluit van 1 augustus 2019 heeft de burgemeester alsnog een besluit genomen op het handhavingsverzoek van de vennootschap en dat verzoek afgewezen. Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit heeft ingevolge artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht mede betrekking op het alsnog genomen besluit, omdat dat besluit niet aan het beroep tegemoet komt.

Beslissing

De voorzieningenrechter

wijst het verzoek af.

Daartoe overweegt de voorzieningenrechter het volgende.

De vennootschap heeft de burgemeester verzocht handhavend op te treden tegen "No Border Camp 2019" wegens het ontbreken van een evenementenvergunning. De burgemeester heeft het handhavingsverzoek afgewezen, omdat het gaat om een betoging, samenkomst of vergadering als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. Het betreft volgens de burgemeester geen evenement als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Wassenaar waarvoor een evenementenvergunning is vereist. De vennootschap kan zich niet verenigen met het besluit van de burgemeester om niet handhavend op te treden. Zij stelt zich primair op het standpunt dat wel sprake is van een evenement. Zij stelt zich subsidiair op het standpunt dat op grond van de Wet openbare manifestaties handhavend moet worden opgetreden ter bescherming van de gezondheid van de manifestanten en ter bestrijding van wanordelijkheden. Daarnaast moet op grond van het bestemmingsplan en de Erfgoedwet worden gehandhaafd. Ten gevolge van het "No Border Camp 2019" zal onomkeerbare schade worden toegebracht aan het als monument aangemerkte terrein en het daarop staande pand, aldus de vennootschap.

De door de vennootschap gevraagde voorlopige voorziening strekt ertoe om bij wijze van voorlopige voorziening de burgemeester op de dragen om middels bestuursdwang te voorkomen dat het "No Border Camp 2019" nog langer wordt gehouden op de buitenplaats Ivicke.

Een inhoudelijke beoordeling van de standpunten vergt nader onderzoek, waartoe deze voorlopige voorzieningenprocedure zich niet leent. Beoordeling daarvan zal in de bodemprocedure dienen plaats te vinden. Er wordt in deze voorlopige voorzieningprocedure dan ook niet ingegaan op de vraag, of sprake is van een evenement of manifestatie, mogelijke botsing van grondrechten en door de vennootschap aangehaalde jurisprudentie.

In het kader van de afweging van de bij het verzoek betrokken belangen is de voorzieningenrechter van oordeel dat de vennootschap als eigenaar van Ivicke op zichzelf belang heeft bij handhavend optreden tegen "No Border Camp 2019". Door de vennootschap is aangevoerd dat zij verder verval en verdere aantasting van de monumentale waarden van de buitenplaats wil voorkomen. Verder is volgens de vennootschap het aantal van in ieder geval 125 personen dat thans mogelijk aanwezig is en het nog te verwachten aantal personen van honderden, als gevolg van aankondigingen op sociale media, op het terrein onverantwoord wegens de huidige staat van het gekraakte pand. Daartegenover staat het belang van de organisatoren, dat "No Border Camp 2019" door kan gaan. Zij hebben toegezegd dat geen activiteiten in het monumentale pand zullen plaatsvinden. Voorts zijn brandweer en bouw- en woningtoezicht op de buitenplaats geweest om te kijken of het terrein geschikt is voor het "No Border Camp 2019". Daarbij is niet van contra-indicaties gebleken. Verder is de politie op de hoogte en wordt door de politie toezicht gehouden. De burgemeester is stand-by om in te grijpen indien dit nodig is. De burgemeester heeft zich op het standpunt gesteld dat een verbod en morgelijke ontruiming van "No Border Camp 2019" thans niet in het belang zijn van de openbare orde en veiligheid. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester zich in redelijkheid op dit standpunt heeft kunnen stellen. De belangen van de organisatoren en de burgemeester dienen zwaarder te wegen dan het belang van de vennootschap.

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

w.g. Bijloos    w.g. Ley-Nell

voorzieningenrechter    griffier

597.