Uitspraak 201706975/2/R1


Volledige tekst

201706975/2/R1.
Datum uitspraak: 16 oktober 2018

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

Vereniging Gelderse Natuur en Milieufederatie, gevestigd te Arnhem, en anderen,
verzoekers,

en

de raad van de gemeente Tiel,
verweerder.

Openbare zitting gehouden op 16 oktober 2018 om 10.00 uur.

Tegenwoordig:
Staatsraad mr. R. Uylenburg, voorzieningenrechter

griffier: mr. W.S. van Helvoort

Verschenen:
De Gelderse Natuur en Milieufederatie en anderen, vertegenwoordigd door mr. drs. C.F. Geerdes en mr. D.H. Nas, advocaten te Nijmegen, en [gemachtigde];
De raad, vertegenwoordigd door mr. T.E.P.A. Lam, advocaat te Nijmegen;
Bedrijvenpark Medel, vertegenwoordigd door [gemachtigden].

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 21 juni 2017, waarbij het bestemmingsplan "Kanaalzone-Medel Afronding" is vastgesteld. De Gelderse Natuur en Milieufederatie en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Tiel van 21 juni 2017, waarbij het bestemmingsplan "Kanaalzone-Medel Afronding" is vastgesteld, met uitzondering van de uitvoeringswerkzaamheden inhoudende het aanbrengen van voorzieningen voor de riolering onder het wegvlak ten noorden van de Medelsestraat;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Tiel tot vergoeding van bij Vereniging Gelderse Natuur en Milieufederatie en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.002,00 (zegge: duizendtwee euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat de raad van de gemeente Tiel aan de Stichting Gelderse Natuur en Milieufederatie en anderen het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 333,00 (zegge: driehonderddrieëndertig euro) vergoedt.

Daartoe overweegt zij het volgende.

Het bestemmingsplan voorziet in een uitbreiding van het bedrijventerrein Medel, dat aan de noordoostzijde van Tiel ligt. Het plangebied is ongeveer 90 ha groot. Het bestemmingsplan voorziet behalve in bedrijfsbestemmingen ook in verkeersbestemmingen ten behoeve van de ontsluiting van de bedrijven.

PLUS Distributiecentra B.V. heeft een aanvraag om een omgevingsvergunning voor onder meer het bouwen en oprichten van een distributiecentrum als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a en e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Tiel heeft een ontwerp voor deze omgevingsvergunning opgesteld.
Industrieschap Medel legt binnen het plangebied infrastructuur aan.

De Gelderse Natuur en Milieufederatie en anderen beogen met hun verzoek te voorkomen dat onomkeerbare gevolgen ontstaan door de bouw en het gebruik van het distributiecentrum en het aanleggen van de infrastructuur. Zij stellen dat de mogelijkheden die het plan biedt aanzienlijke gevolgen heeft voor de stikstofdepositie in de nabijgelegen Natura 2000-gebieden Veluwe en Rijntakken en een aanzienlijke aantasting van het landschap met zich zal brengen. Verder stellen zij dat de behoefte aan nieuw bedrijventerrein onvoldoende is onderzocht. Zij wijzen er op dat in de omgeving bedrijventerreinen leegstaan.

Het college van burgemeester en wethouders heeft meegedeeld dat de termijn waarbinnen op de aanvraag om de omgevingsvergunning moet worden beslist, is verlengd tot 1 februari 2019, zodat er naar het oordeel van het college geen spoedeisend belang gemoeid is met het verzoek. Ter zitting is echter vast komen te staan dat feitelijke infrastructurele werkzaamheden worden uitgevoerd. In het bijzonder zijn voor de aanleg van een weg in het plangebied ten noorden van de Medelsestraat gronden opgehoogd, worden thans voorzieningen voor de riolering aangebracht en wordt op korte termijn begonnen met het aanbrengen van de verharding. Onbetwist is dat het aanleggen van die weg in strijd is met het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied Dodenoord en Echteld". Het ligt bovendien niet in lijn der verwachtingen dat voor 1 februari 2019 uitspraak is gedaan op het beroep van verzoekers tegen het bestemmingsplan "Kanaalzone-Medel Afronding". Er is in zoverre een spoedeisend belang.

De voorzieningenrechter overweegt dat de raad een financieel belang heeft bij een voortzetting van de reeds in gang gezette uitvoeringswerkzaamheden en dat ook een belang gelegen is in een efficiënte aanleg van met elkaar samenhangende onderdelen van de infrastructurele werken. Verzoekers hebben in het bijzonder een belang bij het behoud van het open agrarische gebied. De ontwikkelingen die het plan mogelijk maakt, in het bijzonder ook de infrastructurele werken en het bouwplan van PLUS Distributiecentra B.V. hebben grote invloed op de belangen van verzoekers. Onder deze omstandigheden ziet de voorzieningenrechter aanleiding het plan te schorsen, met dien verstande dat in het kader van het belang van een efficiënte uitvoering van de uitvoeringswerkzaamheden, de werkzaamheden ten behoeve van de riolering onder de aan te leggen weg aan de noordkant van de Medelsestraat, mogen worden afgerond.

w.g. Uylenburg w.g. Van Helvoort
voorzieningenrechter griffier

361.