Uitspraak 201702054/1/A1


ECLI
ECLI:NL:RVS:2017:969
Datum uitspraak
30 maart 2017
Inhoudsindicatie
Het bezwaar richt zich tegen het besluit van het college van 13 januari 2017, waarbij [verzoeker] onder aanzegging van bestuursdwang wordt gelast vóór 26 januari 2017 de bodemverontreiniging op het perceel te saneren en tegen het besluit van 13 maart 2017 waarbij het college heeft besloten om niet eerder dan een week na de uitspraak van de voorzieningenrechter over te gaan tot het ten uitvoer brengen van de bestuursdwang. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Volledige tekst

201702054/1/A1.
Datum uitspraak: 30 maart 2017

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[verzoeker], wonend te Alphen, gemeente West Maas en Waal,

en

het college van burgemeester en wethouders van West Maas en Waal,
verweerder.

Openbare zitting gehouden op 30 maart 2017 om 10:45 uur.

Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.J. Borman voorzitter

griffier: mr. S. de Koning

Verschenen:
[verzoeker], vertegenwoordigd door mr. M.A. Berkvens-van Wijk, advocaat te 's-Hertogenbosch;
Het college, vertegenwoordigd door mr. T. Akkermans en ing. M. van der Maas.

Het bezwaar richt zich tegen het besluit van het college van 13 januari 2017, waarbij [verzoeker] onder aanzegging van bestuursdwang wordt gelast vóór 26 januari 2017 de bodemverontreiniging op het perceel te saneren en tegen het besluit van 13 maart 2017 waarbij het college heeft besloten om niet eerder dan een week na de uitspraak van de voorzieningenrechter over te gaan tot het ten uitvoer brengen van de bestuursdwang. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.

Gronden

- Verzoeker zal zelf bij gebrek aan financiële middelen geen uitvoering geven aan de last onder bestuursdwang.
- Verweerder zal bij effectuering van de last onder bestuursdwang pas na de beslissing op het bezwaar tot kostenverhaal overgaan.
- Als verzoeker uiteindelijk inhoudelijk gelijk blijkt te hebben en de last onder bestuursdwang in rechte geen stand houdt, zal kostenverhaal niet kunnen plaatsvinden en komen de kosten voor rekening van verweerder.
- Onder deze omstandigheden heeft verzoeker geen belang dat de gevraagde voorziening rechtvaardigt.

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

w.g. Borman w.g. De Koning
voorzitter griffier

712.