Uitspraak 201701634/1/A1 en 201701634/2/A1.


Volledige tekst

201701634/1/A1 en 201701634/2/A1.
Datum uitspraak: 17 maart 2017

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het hoger beroep van:

[appellant A] en [appellant B], beiden wonend te Zuiderwoude, gemeente Waterland (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]),
appellanten,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) van 20 februari 2017 in zaken nrs. 16/5451 en 16/5124 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Waterland.

Openbare zitting gehouden op 17 maart 2017 om 11.00 uur.

Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.J. Borman, voorzieningenrechter

griffier: mr. J.A.A. van Roessel

Verschenen:
[appellant], bijgestaan door mr. W. Visser, rechtsbijstandverlener te Apeldoorn;
Het college, vertegenwoordigd door mr. J.S. Haakmeester, advocaat te Baarn;
[partij A] en [partij B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [partij]).

Beslissing
I. bevestigt de aangevallen uitspraak;
II. wijst het verzoek af.

Gronden
• [partij] heeft aangegeven dat de aanvraag om een omgevingsvergunning ziet op een overkapping die gerealiseerd wordt op grond die bij hem in eigendom is;
• Het college heeft aangegeven dat de verleende omgevingsvergunning ziet op een overkapping die gerealiseerd wordt op grond van [partij];
• Op basis van de bij de omgevingsvergunning behorende tekeningen kan niet worden vastgesteld dat deze vergunning een overkapping toestaat op grond die eigendom is van [appellant];
• Weliswaar is de afstand tussen de overkapping en een muur van [appellant] op detailtekening 5 gering, maar dat doet aan het voorgaande niet af, aangezien aannemelijk is dat deze tekening niet specifiek ten doel heeft de exacte afstand tussen deze objecten weer te geven;
• Voorts is geen kadastrale kaart aanwezig waarop de overkapping is ingetekend en waaruit zou blijken dat deze wordt gerealiseerd op grond van [appellant];
• Gelet op het voorgaande is er geen sprake van een evidente privaatrechtelijke belemmering die aan de verlening van de omgevingsvergunning in de weg stond.

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

w.g. Borman w.g. Van Roessel
voorzitter griffier

457-757.