Uitspraak 201508654/2/R6

201508654/2/R6.
Datum uitspraak: 25 januari 2017

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

Marketplace Development B.V., gevestigd te Haarlem, en [appellant], wonend te Haarlem (hierna tezamen en in enkelvoud: Marketplace),
appellanten,

en

de raad van de gemeente Haarlem,
verweerder.

Openbare zitting gehouden op 25 januari 2017 om 14:00 uur.

Tegenwoordig:
Staatsraad mr. G. van der Wiel voorzitter
Staatsraad mr. F.D. van Heijningen rapporteur (rapp.)
Staatsraad mr. B.J. Schueler lid

griffier: mr. S. Zwemstra

Verschenen:
Marketplace, bij monde van [appellant], bijgestaan door mr. H. Elmas, advocaat te Zaandam;
de raad, vertegenwoordigd door mr. H. van Lier, advocaat te Haarlem, G.J.W. Wanders en R.A.E.M. Kersten.

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 22 september 2016, waarbij het bestemmingsplan "Schalkstad 1e fase ontwikkeling" gewijzigd is vastgesteld.

De Afdeling verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Daartoe overweegt zij het volgende.

Bij het besluit van 22 september 2016 is naar aanleiding van de tussenuitspraak van de Afdeling van 25 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1400, het bij besluit van 1 oktober 2015 vastgestelde bestemmingsplan "Schalkstad 1e fase ontwikkeling" gewijzigd.

Tegen het besluit van 1 oktober 2015 heeft Marketplace geen beroep ingesteld. Gelet op het belang van een efficiënte geschilbeslechting alsmede de rechtszekerheid van de andere partijen moet er van worden uitgegaan dat Marketplace in het besluit van 1 oktober 2015 heeft berust. Dit betekent dat zij tegen het besluit van 22 september 2016 slechts kan opkomen voor zover dat besluit haar in een nadeliger positie brengt. Daarvan is geen sprake. De door Marketplace beoogde markthal maakte immers ook geen deel uit van het op 1 oktober 2015 vastgestelde plan. Voorts valt niet in te zien waarom de wijziging van artikel 9 van de planregels, dat ziet op het parkeren, laden en lossen, Marketplace in een nadeliger positie brengt.

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

w.g. Van der Wiel w.g. Zwemstra
voorzitter griffier

91.