Uitspraak 201508554/1/R1


Volledige tekst

201508554/1/R1.
Datum uitspraak: 5 december 2016

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[appellant], wonend te Purmerend,

en

het college van burgemeester en wethouders van Purmerend,
verweerder.

Openbare zitting gehouden op 5 december 2016 om 13.00 uur.

Tegenwoordig:
Staatsraad mr. W.D.M. van Diepenbeek voorzitter
Staatsraad mr. J.C. Kranenburg rapporteur (rapp.)
Staatsraad mr. E.J. Daalder lid

griffier: mr. M.L.M. van Loo

Verschenen:
[appellant], in persoon;
het college van burgemeester en wethouders van Purmerend, vertegenwoordigd door mr. J.R. van Angeren, advocaat te Amsterdam, en ing. F.F. Boxma;
het Horizon College, vertegenwoordigd door A.J. Grootonk en A.C. van der Veen.

Bij besluit van 26 mei 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders van Purmerend op grond van de Wet geluidhinder (hierna: de Wgh) een hogere waarde van 58 dB vastgesteld ten behoeve van een nieuw te bouwen schoolgebouw in het Karekietpark te Purmerend.

[appellant], die in de omgeving van het voorziene onderwijsgebouw woont, heeft daartegen beroep ingesteld omdat hij vreest voor extra geluidbelasting in zijn woonomgeving.

De Afdeling verklaart het beroep van [appellant] tegen het besluit van 26 mei 2015 ongegrond.

Daartoe overweegt de Afdeling het volgende.

Ingevolge artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) vernietigt de bestuursrechter een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept,

Hoofdstuk IV van de Wgh bevat een regeling die strekt tot bescherming van geluid vanwege een weg. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dat voorziet in geluidgevoelige bestemmingen geldt die bescherming voor de zone langs een weg waarbinnen het bestemmingsplan dat geluidgevoelige gebouw, in dit geval het schoolgebouw, toestaat. Het besluit van 26 mei 2015 is genomen ter bescherming van de gebruikers van het schoolgebouw in het Karekietpark.

[appellant] woont niet op de gronden waarop het schoolgebouw is voorzien. Zijn beroep is gericht tegen de komst van een onderwijsgebouw, omdat hij als omwonende gevrijwaard wenst te blijven van de ruimtelijke gevolgen ervan. De Afdeling stelt vast dat de Wgh in dit geval kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van [appellant]. Toepassing van artikel 8:69a van de Awb leidt dan ertoe dat het beroep van [appellant] niet kan leiden tot vernietiging van het besluit van 26 mei 2015, ook al zouden zijn bezwaren daartegen slagen. Het beroep van [appellant] is reeds daarom ongegrond. De Afdeling ziet om deze reden dan ook af van een inhoudelijke bespreking van de bezwaren die [appellant] heeft aangevoerd tegen het besluit van 26 mei 2015.

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

w.g. Van Diepenbeek w.g. Van Loo
voorzitter griffier

418.