Uitspraak 201603316/2/R6


Volledige tekst

201603316/2/R6.
Datum uitspraak: 23 augustus 2016

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

1. de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Ale Property B.V., gevestigd te Geffen, gemeente Maasdonk, en Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V, gevestigd te Enschede,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Gezellig 1 B.V., gevestigd te Rotterdam (hierna: Villa Thalia),
appellanten,

en

de raad van de gemeente Rotterdam,
verweerder.

Openbare zitting gehouden op 23 augustus 2016 om 10:00 uur.

Tegenwoordig:
Staatsraad mr. J.C. Kranenburg voorzitter
Staatsraad mr. F.C.M.A. Michiels rapporteur
Staatsraad mr. J. Kramer lid

griffier: mr. F.C. van Zuijlen

Verschenen:
Ale Property B.V. en Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V, vertegenwoordigd door mr. E.S. Ruiter en mr. J.A. Mengerink, beiden werkzaam bij Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V., bijgestaan door mr. M.H. Blokvoort, advocaat te Deventer;
Villa Thalia, vertegenwoordigd door mr. M. Stol, advocaat te Den Haag;
de raad, vertegenwoordigd door mr. E. van Lunteren, mr. C.W. de Jong en M. Hildenbrant, allen werkzaam bij de gemeente;
derdebelanghebbenden: Stebru Transformatie B.V., vertegenwoordigd door ing. B. van Veenendaal en ir. P.J. Vernooy, beiden werkzaam bij Stebru Transformatie B.V., bijgestaan door mr. D. de Jong, advocaat te Zeist, en Morph Real Estate B.V., vertegenwoordigd door mr. D. de Jong, advocaat te Zeist.

De beroepen richten zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Rotterdam van 18 februari 2016, waarbij het bestemmingsplan "Lijnbaankwartier - Coolsingel" is vastgesteld.

De Afdeling verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Daartoe overweegt zij het volgende.

De beroepen van Ale Property B.V., Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. en Villa Thalia zijn gericht tegen de vaststelling van het plandeel met de bestemming "Centrum - 1" en de aanduiding "maximale bouwhoogte (m) = 70" wat betreft de gronden aan de Kruiskade te Rotterdam gelegen tussen nachtclub Villa Thalia en het Hilton hotel. Ter plaatse is de bouw van een nieuw gebouw voorzien met een maximum bouwhoogte van 70 meter, welk gebouw onder meer is bestemd voor wonen. Blijkens de plantoelichting en het verhandelde ter zitting is beoogd ter plaatse een nieuwe woontoren te realiseren. De beroepen van Ale Property B.V., Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. en Villa Thalia steunen niet op een tijdig bij de raad naar voren gebrachte zienswijze.

Ingevolge artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb alsmede met artikel 6:13 van de Awb, kan beroep slechts worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan door de belanghebbende die tegen het ontwerpplan tijdig een zienswijze bij de raad naar voren heeft gebracht. Dit is slechts anders indien een belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht.

Ter onderbouwing van hun standpunt dat hun redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij over het ontwerpplan niet tijdig een zienswijze naar voren hebben gebracht, hebben Ale Property B.V., Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. en Villa Thalia het volgende aangevoerd.

Bekendmaking ontwerpplan
Ale Property B.V. en Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. betogen dat de omschrijving van de inhoud van het plan in de kennisgeving van het ontwerpplan ontoereikend is geweest, omdat de kennisgeving geen aanwijzing bevatte dat het plan zou voorzien in de bouw van een omvangrijke woontoren met een maximum bouwhoogte van 70 meter op de gronden aan de Kruiskade te Rotterdam.

Ingevolge artikel 3.8, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 3:12 van de Awb, geeft het bestuursorgaan voorafgaand aan de terinzagelegging kennis van het ontwerp in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen en in de Staatscourant. Daarbij kan worden volstaan met het vermelden van de zakelijke inhoud.

In de Staatscourant van 8 oktober 2014, nr. 28329, is kennisgeving gedaan van het ontwerp van het bestemmingsplan. In de kennisgeving staat vermeld:

"Het plangebied is gelegen in het gebied Rotterdam Centrum en wordt globaal begrensd door Weena, Schiekade, het spoor, Haagseveer, Rodezand, Blaak, Karel Doormanstraat, Schouwburgplein, Mauritsweg en Kruisplein. Het ontwerpbestemmingsplan biedt een grote mate van flexibiliteit in het uitwisselen van centrumfuncties. Het plan staat in het bijzonder verdichting met woningen toe en biedt ruimte voor transformatie van kantoren. Het biedt een beperkte groei voor detailhandel en kantoren. De overige centrumfuncties zijn hotel, horeca, maatschappelijke voorzieningen en cultuur en ontspanning."

De Afdeling is van oordeel dat in de publicatie de zakelijke inhoud van het ontwerpplan voldoende duidelijk is vermeld. Daartoe acht de Afdeling van belang dat in de publicatie staat dat het plan in het centrum van Rotterdam in het bijzonder verdichting met woningen toestaat. Uit de omstandigheid dat in de publicatie is vermeld dat het plan een uitwisseling van centrumfuncties mogelijk maakt, kan, anders dan Ale Property B.V. en Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. ter zitting hebben gesteld, niet worden afgeleid dat de verdichting met woningen in het plan uitsluitend zou zijn voorzien in bestaande bebouwing. De inhoud van de kennisgeving is zodanig dat Ale Property B.V. en Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. hieruit redelijkerwijs hadden kunnen opmaken dat het ontwerpplan voor hen relevant had kunnen zijn. Van hen mag worden verwacht dat zij zich naar aanleiding van de vermelding in de publicatie dat het plan in het bijzonder verdichting met woningen toestaat, nader hadden laten informeren over de locaties in het plangebied waar deze verdichting met woningen is voorzien. Dit geldt te meer nu het voorheen geldende bestemmingsplan op een deel van de gronden tussen Villa Thalia en het Hilton hotel reeds de realisatie van nieuwe bebouwing mogelijk maakte. Nu Ale Property B.V. en Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. hebben nagelaten zich nader over het ontwerpplan te laten informeren, dient de veronderstelling dat het ontwerpplan uitsluitend zou voorzien in verdichting met woningen in bestaande bebouwing voor hun rekening te blijven.

Voor zover Ale Property B.V. en Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. erop wijzen dat de zakelijke inhoud van het plan in de kennisgeving van het vastgestelde plan anders is omschreven dan in de kennisgeving van het ontwerpplan, overweegt de Afdeling dat uit deze enkele omstandigheid niet kan worden geconcludeerd dat de kennisgeving van het ontwerpplan onvoldoende duidelijk was. Ter beoordeling staat of de inhoud van de kennisgeving van het ontwerpplan voor belanghebbenden destijds voldoende informatie bevatte om te kunnen beoordelen of het wenselijk was om het ter inzage gelegde ontwerpplan in te zien en eventueel naar aanleiding daarvan een zienswijze in te dienen. Zoals in het vorenstaande is overwogen, bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de kennisgeving van het ontwerpplan in zoverre ontoereikend was.

Bestaand gebruik en individuele inkennisstelling

De stelling van Ale Property B.V. en Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. dat zij niet hadden behoeven te verwachten dat op de gronden aan de Kruiskade tussen nachtclub Villa Thalia en het Hilton hotel een nieuwe woontoren zal worden gebouwd, gelet op de beperkte oppervlakte van de gronden en het reeds bestaande gebruik van de gronden, biedt evenmin een rechtvaardiging voor het niet naar voren brengen van een zienswijze over het ontwerpplan. Van Ale Property B.V. en Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. mag worden verwacht dat zij, gelet op de ligging van het plangebied in het centrum van Rotterdam, rekening houden met de kans dat de planologische situatie in het plangebied voor hen in ongunstige zin kan veranderen. Het behoorde dan ook tot hun eigen verantwoordelijkheid om nadat werd gepubliceerd dat voor het centrum van Rotterdam een nieuw ontwerpbestemmingsplan ter inzage was gelegd, na te gaan of dat plan voor hen van belang zou kunnen zijn.

Anders dan Ale Property B.V., Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. en Villa Thalia veronderstellen, bestond voor het gemeentebestuur geen wettelijke verplichting gebruikers en zakelijk gerechtigden van gronden nabij de voorziene woontoren persoonlijk in kennis te stellen van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van Ale Property B.V., Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. en Villa Thalia om op de hoogte te blijven van de voor hen relevante planologische ontwikkelingen in het centrum van Rotterdam. Hierop kan geen uitzondering worden gemaakt voor de door Villa Thalia gestelde omstandigheid dat zij, vanwege voorbereidingen voor de opening van haar nachtclub, in de periode dat kennis werd gegeven van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan niet in de gelegenheid was op de hoogte te blijven van de voor haar relevante planologische ontwikkelingen. Daartoe acht de Afdeling van belang dat niet is gebleken van feiten of omstandigheden die het voor Villa Thalia onmogelijk maakten gedurende deze periode een zaakwaarnemer aan te stellen, althans anderszins voorzieningen te treffen voor het tijdig naar voren brengen van een zienswijze.

Gang van zaken na de zienswijzentermijn

Uit de omstandigheid dat de raad de na de zienswijzentermijn naar voren gebrachte reactie van Villa Thalia alsnog bij de vaststelling van het bestemmingsplan heeft betrokken kan, anders dan Villa Thalia stelt, niet worden afgeleid dat de raad de omstandigheid dat deze reactie niet tijdens de zienswijzentermijn naar voren is gebracht verschoonbaar heeft geacht. Blijkens het raadsvoorstel is de reactie van Villa Thalia niet vanwege een verschoonbare termijnoverschrijding maar uitsluitend ambtshalve bij de vaststelling van het plan betrokken. De Afdeling verwijst in dit verband ook naar de ontvangstbevestiging die Villa Thalia heeft ontvangen waarin expliciet is vermeld dat de reactie niet binnen de zienswijzentermijn naar voren is gebracht.

Conclusie

Hetgeen Ale Property B.V., Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. en Villa Thalia naar voren hebben gebracht, biedt gelet op het vorenstaande geen aanleiding voor het oordeel dat hun redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij ten aanzien van het ontwerpplan niet tijdig een zienswijze naar voren hebben gebracht. De Afdeling komt daarom niet toe aan een inhoudelijk beoordeling van de beroepschriften van Ale Property B.V., Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. en Villa Thalia.

w.g. Kranenburg w.g. Van Zuijlen
voorzitter griffier

810.