Uitspraak 200200451/1


Volledige tekst

200200451/1.
Datum uitspraak: 5 juni 2002

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het verzoek om toepassing van artikel 8:73, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het geding tussen:

[appellant], wonend te [woonplaats],

en

burgemeester en wethouders van Hulst,
verweerders.

1. Procesverloop

Bij uitspraak van 29 november 1995, no. E03.94.1844, heeft de Afdeling het beroep van appellant tegen het besluit van verweerders van 8 november 1994 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Daarbij heeft de Afdeling met toepassing van artikel 8:73, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) het onderzoek heropend ter voorbereiding van een uitspraak op het verzoek van appellant om verweerders te veroordelen tot vergoeding van de door hem geleden schade.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel 8:73, eerste lid, van de Awb kan de Afdeling indien zij het beroep gegrond verklaart en indien daarvoor gronden zijn, op verzoek van een partij de door haar aangewezen rechtspersoon veroordelen tot vergoeding van de schade die die partij lijdt.

2.2. Appellant heeft -naast zijn verzoek om toepassing van dit artikellid- bij brief van 29 mei 2000 verweerders verzocht om vergoeding van de schade die hij stelt te hebben geleden ten gevolge van het besluit van verweerders van 8 november 1994. Verweerders hebben dit verzoek bij besluit van 2 augustus 2000 afgewezen. Het daartegen gemaakte bezwaar hebben verweerders bij besluit van 19 december 2000 ongegrond verklaard. Appellant heeft tegen laatstgenoemd besluit beroep bij de Afdeling ingesteld. Bij uitspraak van heden, no. 200100435/1, heeft de Afdeling het beroep ongegrond verklaard.

Onder verwijzing naar deze uitspraak is de Afdeling van oordeel dat geen grond bestaat voor inwilliging van het verzoek om toepassing van artikel 8:73, eerste lid, van de Awb.

2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, Lid van de enkelvoudige kamer,

in tegenwoordigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van Staat.

w.g. Boll w.g. Van der Maesen de Sombreff
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 5 juni 2002

190-313.