Uitspraak 201502307/1/A1


Volledige tekst

201502307/1/A1.
Datum uitspraak: 25 november 2015

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fit for Free 2 B.V., gevestigd te Breda,
appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 30 januari 2015 in zaak nr. 14/2025 in het geding tussen:

Fit for Free 2

en

het college van burgemeester en wethouders van Breda.

Procesverloop

Bij besluit van 17 juli 2013 heeft het college aan Back 2 The Gym een omgevingsvergunning verleend voor het gebruiken van het perceel Franse Akker 21 A-B te Breda (hierna: het perceel) voor een sportschool met bijbehorende activiteiten.

Bij besluit van 11 februari 2014 heeft het college het door Fit for Free 2 daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 17 juli 2013 in stand gelaten.

Bij brief van 17 oktober 2014 heeft het college de motivering van het besluit van 11 februari 2014 aangevuld.

Bij uitspraak van 30 januari 2015 heeft de rechtbank het door Fit for Free 2 tegen het besluit van 11 februari 2014, zoals aangevuld bij brief van 17 oktober 2014 (hierna tezamen: het besluit van 11 februari 2014) ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 11 februari 2014 vernietigd voor zover daarbij het benodigd aantal parkeerplaatsen met een onjuiste parkeernorm is berekend en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde gedeelte van dat besluit in stand blijven. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft Fit for Free 2 hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft Back 2 The Gym een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 oktober 2015, waar Fit for Free 2, vertegenwoordigd door mr. S.A.P. van den Berg, advocaat te Den Haag, en [persoon], en het college, vertegenwoordigd door mr. T.I. van Term, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Ter zitting is voorts Back 2 The Gym, vertegenwoordigd door [gemachtigden], verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Het college heeft aan Back 2 The Gym een omgevingsvergunning verleend voor de vestiging van een sportschool op het perceel. Niet in geschil is dat de aanvraag in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Emer-Hintelaken" (hierna: het bestemmingsplan), omdat Back 2 The Gym niet behoort tot de categorie van rechtstreeks toegestane bedrijven. Het college heeft de omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) gelezen in verbinding met artikel 4, negende lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (hierna: het Bor). Fit for Free 2 is gevestigd op het naast het perceel gelegen perceel Franse Akker 23 te Breda en exploiteert daar een fitnesscentrum. Zij is het niet eens met de verleende omgevingsvergunning en vreest met name voor parkeeroverlast.

Regelgeving

2. Ingevolge artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan.

Ingevolge artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, kan, indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, slechts worden verleend indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen.

Ingevolge artikel 4, negende lid, van bijlage II van het Bor komt voor verlening van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Wabo van het bestemmingsplan wordt afgeweken, in aanmerking het gebruiken van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. binnen de bebouwde kom, en

b. de oppervlakte niet meer dan 1500 m².

Ingevolge het bestemmingsplan rust op het perceel de bestemming "Bedrijventerrein" met de aanduiding "specifieke vorm van bedrijventerrein - categorie 2/3".

Ingevolge artikel 3.1 van de planregels zijn de voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden bestemd voor:

a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijventerrein - categorie 2/3" uitsluitend bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 bij de regels onder de categorieën 2 en 3.

g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "sport" tevens een fitnesscentrum.

Ingevolge artikel 16, eerste lid, onder a, dient, bij het bouwen op grond van de planregels te allen tijde te worden voldaan aan hetgeen ten aanzien van de normering inzake parkeren is vastgelegd in de Nota Parkeer- en Stallingsbeleid Breda zoals vastgesteld op 10 september 2004 (hierna: de parkeernota).

Ingevolge het eerste lid, onder b, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het plan ten aanzien van het bepaalde onder a. te wijzigen indien een wijziging van de parkeernota daartoe aanleiding geeft.

Ingevolge artikel 2.5.30, eerste lid, van de bouwverordening van de gemeente Breda (hierna: de bouwverordening), voor zover hier van belang, dient, indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van parkeren of stallen van auto’s in voldoende mate ruimte te zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.

Ingevolge het vijfde lid, onder b, kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- en stallingsruimte dan wel laad- en losruimte is voorzien.

Motivering

3. Fit for Free 2 betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college de afwijking van het bestemmingsplan onvoldoende heeft gemotiveerd. Daartoe voert zij aan dat uit de plantoelichting blijkt dat het perceel bewust de aanduiding "sport" is onthouden, en dat de vestiging van een nieuw zelfstandig fitnesscentrum niet wenselijk is op het bedrijventerrein en daarom ook is uitgesloten. Op het college rust een verzwaarde motiveringsplicht indien hiervan wordt afgeweken, aldus Fit for Free 2. Voorts is volgens haar onduidelijk waarom het de vestiging van Back 2 The Gym op het perceel wenselijk is en is onvoldoende onderzocht of in de omgeving van het perceel behoefte bestaat aan een (vecht)sportschool. Fit for Free 2 betwist dat bij gebrek aan onderzoek dat daarop wijst. Volgens haar kan aan de ter zitting van de rechtbank gedane mededeling van Back 2 The Gym dat zich inmiddels 300 leden hebben gemeld geen betekenis toekomen, omdat dat ten tijde van belang niet bekend was en bovendien aannemelijk is dat deze leden zich, indien aan Back 2 The Gym geen omgevingsvergunning zou zijn verleend bij een andere sportschool zouden hebben aangesloten.

3.1. De beslissing om al dan niet met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2º, van de Wabo omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan behoort in dit geval tot de bevoegdheid van het college, waarbij het college beleidsvrijheid heeft en de rechter toetst of het college in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen om daarvoor omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij komt aan de orde of het besluit berust op een deugdelijke motivering.

De omstandigheid dat in het bestemmingsplan bij het perceel niet de aanduiding "sport" is opgenomen en dat in de plantoelichting is opgenomen dat de vestiging van een nieuw zelfstandig fitnesscentrum op het bedrijventerrein niet wenselijk is, geeft geen grond voor het oordeel dat op het college een verzwaarde motiveringsplicht rust indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2º, van de Wabo gelezen in verbinding met artikel 4, negende lid, van bijlage II van het Bor van het bestemmingsplan wordt afgeweken.

3.2. In hetgeen Fit for Free 2 heeft aangevoerd, wordt geen grond gevonden voor het oordeel dat de rechtbank de motivering van het college om af te wijken van het bestemmingsplan ten onrechte toereikend heeft geacht. Het college heeft ter zitting aangegeven dat de aanvraag om omgevingsvergunning ziet op de vestiging van Back 2 The Gym op het perceel, zodat het heeft beoordeeld of daartegen ruimtelijke bezwaren bestaan. Volgens het college is dat niet het geval. In het besluit van 11 februari 2014 heeft het college zich op het standpunt gesteld dat de wijk "de Haagse Beemden" als ontwikkelingswijk is aangewezen, met als speerpunten "jeugd" en "werk". Omdat bezuinigingen leiden tot sluiten van buurthuizen wordt de exploitatie van Back 2 The Gym als toegevoegde waarde gezien, omdat daarmee het algemeen belang wordt gediend. De vestiging van Back 2 The Gym, die zich met name richt op vecht- en verdedigingssporten, draagt volgens het college bij aan de sportieve activering van jeugd en (jong)volwassenen. Back 2 The Gym heeft ter zitting onweersproken gesteld dat zij sinds 2009 op het perceel Franse Akker 21A is gevestigd en als gevolg van een toenemende behoefte vier jaar geleden is uitgebreid naar het naastgelegen perceel Franse Akker 21B. Voorts heeft Back 2 The Gym eveneens onweersproken gesteld dat zij thans 300 leden heeft. Deze stellingen ondersteunen de juistheid van het standpunt van het college dat behoefte bestaat aan de vestiging van Back 2 The Gym op het perceel. De rechtbank is terecht tot die conclusie gekomen.

Het betoog faalt.

Parkeren

4. Het college heeft het verweer dat het hoger beroep van Fit for Free 2, voor zover dat betrekking heeft op het parkeren, ingevolge artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht niet kan leiden tot vernietiging van de aangevallen uitspraak, ter zitting ingetrokken.

5. Fit for Free 2 betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college het aantal voor het project benodigde parkeerplaatsen had moeten bepalen op basis van de parkeernota en niet op basis van de nota "Herijking parkeerbeleid" die op 20 juni 2013 door de raad van de gemeente Breda is vastgesteld en op 11 juli 2013 in werking is getreden (hierna: de herijkingsnota). Daartoe voert zij aan dat ingevolge artikel 16, eerste lid, onder a, van de planregels dient te worden voldaan aan de parkeernota. Weliswaar is het college op grond van artikel 16, eerste lid, onder b, van de planregels bevoegd het plan ten aanzien van het bepaalde onder a. te wijzigen indien een wijziging van de parkeernota daartoe aanleiding geeft, maar van die bevoegdheid is geen gebruik gemaakt, aldus Fit for Free 2. Nu het college het bestemmingsplan in zoverre niet heeft gewijzigd, kan de vaststelling van de herijkingsnota, gelet op de rechtszekerheid, niet afdoen aan het bepaalde in artikel 16, eerste lid, onder a, van de planregels.

5.1. Anders dan Fit for Free 2 betoogt, heeft de rechtbank terecht overwogen dat het college het benodigde aantal parkeerplaatsen heeft mogen bepalen aan de hand van de herijkingsnota. De rechtbank heeft terecht overwogen dat niet noodzakelijk is dat het college een separaat besluit neemt waarin het bestemmingsplan wordt gewijzigd en de in de herijkingsnota opgenomen parkeernormen van toepassing worden verklaard. In het besluit op de aanvraag om omgevingsvergunning kan het college, gelijk het heeft gedaan, de herijkingsnota van toepassing verklaren en het plan toetsen aan de in die nota opgenomen parkeernormen.

5.2. Op het voorblad van de herijkingsnota is opgenomen: "Betreft: herijking nota Parkeer- en Stallingsbeleid 2004". In de herijkingsnota is opgenomen dat enkele aspecten uit de parkeernota aangescherpt dienen te worden, onder meer omdat nieuwe inzichten zijn ontstaan. De herijkingsnota is bedoeld om verschillende onderwerpen rondom het parkeerbeleid vanuit een vernieuwd perspectief verder uit te werken en op onderdelen te verfijnen, te actualiseren of te herijken. De herijkingsnota is, na de vaststelling daarvan, op 10 juli 2013 bekendgemaakt. Gelet op het bovenstaande heeft de herijkingsnota te gelden als een wijziging van de parkeernota. Dat betekent dat, gelet op de in de herijkingsnota opgenomen norm van 3,0 parkeerplaatsen per 100 m² en uitgaande van een vloeroppervlak van 935 m², in totaal 28 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd dienen te worden.

Het betoog faalt.

6. Fit for Free 2 betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de parkeerbehoefte die gold voor de oude functie van het perceel 18 parkeerplaatsen bedroeg, zodat, gelet op de thans geldende behoefte van 28 parkeerplaatsen, in totaal nog tien extra parkeerplaatsen nodig zijn. Zij voert daartoe aan dat in de oude situatie op eigen terrein geen 18 parkeerplaatsen aanwezig waren, zodat daarin buiten het terrein moest worden voorzien. Volgens Fit for Free 2 kunnen de parkeerplaatsen buiten het eigen terrein die voorzagen in het bestaande tekort, niet nogmaals worden gebruikt als parkeerplaatsen die zullen voorzien in het als gevolg van het project benodigde extra aantal parkeerplaatsen. Dat zou namelijk een dubbeltelling betekenen, aldus Fit for Free 2. Het bestaande tekort aan parkeerplaatsen kan volgens haar dan ook niet buiten beschouwing blijven.

6.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 12 juni 2013 in zaak nr. 201204525/1/A1) behoort bij de beoordeling of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid alleen rekening te worden gehouden met de toename van de parkeerbehoefte als gevolg van het realiseren van het bouwplan. Een eventueel bestaand tekort kan als regel buiten beschouwing worden gelaten. Dit houdt in dat slechts rekening dient te worden gehouden met de toename van parkeerbehoefte als gevolg van het realiseren van het bouwplan ten opzichte van de reeds bestaande parkeerbehoefte vanwege het te verbouwen pand.

Anders dan Fit for Free 2 betoogt, bestaat geen grond voor het oordeel dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat een bestaand tekort dat wordt veroorzaakt door een tekort aan parkeerplaatsen op het perceel waarop het bouwplan betrekking heeft, buiten beschouwing kan worden gelaten bij de beoordeling van de toename van de parkeerbehoefte. Uit de hierboven aangehaalde jurisprudentie blijkt dat de toename van de parkeerbehoefte moet worden gerelateerd aan de bestaande parkeerbehoefte vanwege het te verbouwen pand en niet aan de bestaande parkeergelegenheid op eigen terrein daarvan. Dat laat onverlet dat het op de weg van het college ligt om, bij beantwoording van de vraag of op andere wijze dan op het eigen terrein in de benodigde parkeerbehoefte kan worden voorzien als bedoeld in artikel 2.5.30, vijfde lid, onder b, rekening te houden met een bestaand tekort aan parkeerplaatsen in de omgeving van het perceel.

Het betoog faalt.

7. Fit for Free 2 betoogt verder dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college niet in redelijkheid ontheffing van de bouwverordening heeft kunnen verlenen. Zij voert daartoe aan dat de ontheffing ten onrechte is gebaseerd op artikel 2.5.30, vijfde lid, onder b, van de bouwverordening, omdat onvoldoende is onderzocht of Back 2 The Gym zelf op andere wijze in de nodige parkeerruimte kan voorzien. Het college is niet nagegaan of de opgave van het aantal parkeerplaatsen dat Back 2 The Gym naar eigen zeggen buiten de kantooruren kan gebruiken van omliggende bedrijven juist is en of deze parkeerplaatsen voldoen aan de daarvoor in de bouwverordening voorgeschreven afmetingen, aldus Fit for Free 2.

7.1. Het college heeft met toepassing van artikel 2.5.30, vijfde lid, aanhef en onder b, van de bouwverordening ontheffing verleend in afwijking van de Bouwverordening, omdat op andere wijze in de nodige parkeerruimte is voorzien. Volgens het college zijn bij de aanvraag om omgevingsvergunning stukken overlegd waaruit blijkt dat klanten van Back 2 The Gym buiten kantoortijden gebruik mogen maken van 35 nabijgelegen parkeerplaatsen, waardoor ruimschoots in de benodigde extra parkeerruimte van tien parkeerplaatsen is voorzien. Daarbij is van belang dat de hoogst verwachte parkeerdruk bij een sportschool met name ligt in de avonden en de weekenden en dus buiten de kantooruren, aldus het college.

7.2. In hetgeen Fit for Free 2 aanvoert, wordt geen grond gevonden voor het oordeel dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college niet in redelijkheid ontheffing van de bouwverordening heeft kunnen verlenen. De omstandigheid dat volgens Fit for Free 2 een deel van de parkeerplaatsen mogelijk niet beschikbaar zal zijn, omdat daarop bijvoorbeeld bedrijfsauto's geparkeerd blijven, is, wat daarvan zij, daarvoor onvoldoende. Daarbij is van belang dat Back 2 The Gym in de schriftelijke reactie in hoger beroep heeft aangegeven dat zij, naast het gebruik van veertien parkeerplaatsen op eigen terrein, met omliggende bedrijven schriftelijk is overeengekomen inmiddels in totaal 62 externe parkeerplaatsen te kunnen gebruiken. Fit for Free 2 heeft niet aannemelijk gemaakt dat een zodanig aantal van deze externe parkeerplaatsen in de praktijk onbruikbaar zullen blijken te zijn, dat niet in voldoende mate wordt voorzien in de het benodigde aantal van 10 parkeerplaatsen.

Het betoog faalt.

8. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. J. Kramer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Duifhuizen, griffier.

w.g. Kramer w.g. Duifhuizen
lid van de enkelvoudige kamer griffier

Uitgesproken in het openbaar op 25 november 2015

724.