De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
704974/1.
704997/1.
705024/1.
705213/1.
705235/1.
705446/1.
Bij besluit van 3 november 2005 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie de aan (hierna: de vreemdeling) verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.
706176/1.
Bij besluit van 9 januari 2007 heeft de minister van Justitie, voor zover thans van belang, een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 8 maart 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij besluit van 1 november 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 25 januari 2007 heeft de minister van Justitie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 10 oktober 2006 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (hierna: het COa) de verstrekkingen aan en mede voor hun minderjarige kinderen (hierna: de vreemdelingen), op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieen vreemdelingen 2005 (hierna: de Rva 2005) beeindigd.
Bij besluit van 1 2 oktober 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 6 maart 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij onderscheiden besluiten van 12 oktober 2005 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie aanvragen van en (hierna: de vreemdelingen), om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 31 mei 2005 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie de aan (hierna: de vreemdeling) verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.
Bij besluit van 3 oktober 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van .
Bij besluit van 1 februari 2007 heeft de minister van Justitie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 8 maart 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) de aan _ _ , mede voor haar minderjarige kind, (hierna: de vreemdeling) verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken.
Bij besluit van 30 oktober 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 5 augustus 2003 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 1 maart 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 1 maart 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van i (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij onderscheiden besluiten van 25 juni 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) - voor zover thans van belang - geweigerd om (hierna: de vreemdelingen) ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.
Bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 14 december 2007, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank 's- Gravenhage, nevenzittingsplaats Assen, van 7 november 2007 gedaan in zaak nr.
Bij besluit van 30 augustus 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 22 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 22 juni 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 14 november 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 11 december 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 24 september 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 10 december 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie een aanvraag van i (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 4 september 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door het college van burgemeester en wethouders van Oostflakkee bij besluit van 17 juli 2007 vastgestelde uitwerkingsplan "Handelskade".
Bij besluit van 25 januari 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden (hierna: het college) appellante, voor zover thans van belang, op straffe van een dwangsom gelast het in afwijking van een bouwvergunning gebouwde gedeelte van het op het perceel [locatie] te [plaats] opgerichte bijgebouw (hierna: het bijgebouw) te verwijderen en verwijderd te houden, het gebruik ervan als recreatiewoning ongedaan te maken en de keuken eruit te verwijderen en verwijderd te houden.
Bi] besluit van 27 augustus 2004 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (hierna: de minister) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 11 mei 2006 heeft de Centrale organisatie werk en inkomen op aanvragen van (hierna: i tewerkstellingsvergunningen verleend met telkens een geldigheidsduur van een jaar ten behoeve van het verrichten van arbeid door onderscheidenlijk Bij besluit van 11 juli 2006 heeft de raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen (hierna: de CWI) het daartegen door gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij besluit van 18 juli 2005 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (hierna: de minister) geweigerd om (hierna: de vreemdeling) ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.
Bij besluit van 17 januari 2007 heeft de minister van Justitie een aanvraag van [hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij onderscheiden besluiten van 17 juli 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie aanvragen van (hierna: de vreemdelingen) om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 10 maart 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 4 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij bestuit van 31 maart 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van I (hierna: de vreemdeling) om verlenging van de geldigheidsduur van een aan haar verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder gelijktijdige wijziging van de aan die vergunning verbonden beperking afgewezen en de geldigheidsduur van een aan haar minderjarige zoon verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verlengd tot 24 januari 2006.
Bij besluit van 5 april 2005 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, voor zover thans van belang, een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij besluit van 25 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij onderscheiden besluiten van 27 november 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) aanvragen van (hierna: de vreemdelingen) om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 6 maart 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie, voor zover thans van belang, een aanvraag van , mede voor haar minderjarige kinderen (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 6 april 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 25 juni 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 29 oktober 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 25 november 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 3 december 2007 is ! (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 31 oktober 2007 is .
Bij besluit van 30 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij onderscheiden besluiten van 30 november 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) aanvragen van en mede voor hun minderjarige kinderen (hierna: de vreemdelingen) om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 3 december 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 30 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 3 februari 2004 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij besluit van 13 januari 2003 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (hierna: de minister) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 12 maart 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van .
Bij besluit van 27 oktober 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (hierna: de minister) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 12 december 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 27 november 2007, in zaak nr.
Bij besluit van 14 mei 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van mede voor haar minderjarige kinderen (hierna: de vreemdeling), om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 5 juni 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 13 juni 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 24 januari 2007 heeft de minister van Justitie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 24 oktober 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 25 oktober 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij besluit van 5 november 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij besluit van 6 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 19 maart 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van i (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 9 november 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 19 februari 2007 heeft de minister van Justitie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij besluit van 16 november 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van " ~ (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen alsmede geweigerd om hem ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.
Bij besluit van 27 maart 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij besluit van 20 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 5 oktober 2004 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (hierna: de minister) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om verlenging van de geldigheidsduur van de aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder wijziging van de aan deze verblijfsvergunning verbonden beperking afgewezen.
Bij besluit van 8 mei 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen en geweigerd hem ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te vertenen.
Bij besluit van 29 maart 2006 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om wijziging van de beperking van een aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen en deze vergunning per 19 januari 2005 ingetrokken.
Bij besluit van 20 maart 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 20 maart 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 30 september 2003 heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (hierna: de minister), voor zover hier van belang, geweigerd om (hierna: de vreemdeling) ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.
Bij besluit van 24 mei 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van mede voor haar minderjarig kind (hierna: de vreemdeling) om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij onderscheiden besluiten van 7 juni 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) aanvragen van [hierna: de vreemdelingen) om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 27 juni 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 7 juni 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij besluit van 25 oktober 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 29 december 2006 heeft de minister van Justitie (hierna: de minister) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om verlenging van de geldigheidsduur van een aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen en die verblijfsvergunning ingetrokken.
Bij besluit van 13 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 19 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 24 augustus 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 26 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 27 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 30 november 2007 is ten aanzien van (hierna: de vreemdeling) een vrijheidsontnemende maatregel toegepast, die nadien is voortgezet.
Bij besluit van 30 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 30 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 1 december 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 1 december 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
Bij besluit van 7 december 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld.
