Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 22 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft de Jemenitische nationaliteit. De staatssecretaris heeft zijn aanvraag om een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling genomen, omdat volgens hem op grond van de Dublinverordening Litouwen verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. Hierbij heeft de staatssecretaris het interstatelijk vertrouwensbeginsel als uitgangspunt genomen. Dat houdt het vermoeden in dat de behandeling van een vreemdeling in de aangezochte EU-lidstaat in overeenstemming is met de bepalingen van het EU Handvest, het Vluchtelingenverdrag en het EVRM. Volgens de staatssecretaris heeft de vreemdeling niet aannemelijk gemaakt dat Litouwen in strijd met deze internationale verplichtingen handelt, zodat er voor hem geen reden bestaat om de asielaanvraag van de vreemdeling in Nederland inhoudelijk te behandelen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1806
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 22 december 2023 heeft de staatssecretaris van justitie en veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 16 februari 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1812
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 21 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 26 oktober 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1807
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 13 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 7 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1814
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Hoger beroep
- Bewaring
Bij besluit van 25 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 18 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1849
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Hoger beroep
- Asiel
Bij besluit van 9 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1809
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 8 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1810
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 8 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1811
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Voorlopige voorziening
- Asiel
Bij twee onderscheiden besluiten van 18 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen geweigerd aan [appellant sub 2] vergunningen te verlenen voor het omzetten van de zelfstandige woningen aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Nijmegen in respectievelijk acht en zes onzelfstandige wooneenheden. [appellant sub 2] is eigenaar van de woningen aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Nijmegen. Zij heeft bij het college aanvragen ingediend voor vergunningen voor het omzetten van deze zelfstandige woningen in onzelfstandige wooneenheden. Het college heeft de aanvragen geweigerd, omdat het verlenen van de vergunningen zou kunnen leiden tot een onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van de panden. De rechtbank heeft de beroepen van [appellant sub 2] gericht tegen de besluiten van 27 augustus 2019 onder verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank van 24 januari 2020 (ECLI:NL:RBGEL:2020:398) gegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1818
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij tussenuitspraak van 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2115, heeft de Afdeling naar aanleiding van de beroepen van De Vlist Vastgoed B.V. en de vereniging en anderen tegen het bestemmingsplan "'s-Graveland & Spaanse Polder 2020" van 15 december 2020 de raad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van deze tussenuitspraak de in de overwegingen 9.4 en 10.5 van die uitspraak geconstateerde gebreken te herstellen. Bij tussenuitspraak van 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2115, heeft de Afdeling naar aanleiding van de beroepen van De Vlist Vastgoed B.V. en de vereniging en anderen tegen het bestemmingsplan "'s-Graveland & Spaanse Polder 2020" van 15 december 2020 de raad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van deze tussenuitspraak de in de overwegingen 9.4 en 10.5 van die uitspraak geconstateerde gebreken te herstellen. De Afdeling heeft naar aanleiding van de beroepen van De Vlist Vastgoed B.V. en de vereniging en anderen onder 9.4 van de tussenuitspraak over het bestemmingsplan overwogen dat de raad zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat geen sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1826
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Zuid-Holland