Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.510
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202400733/1/V3

Bij besluit van 11 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:437
Datum uitspraak
2 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202400733/1/V3

202300148/1/V2

Bij besluit van 16 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 5 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:394
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202300148/1/V2

202301522/1/V2

Bij besluit van 16 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ambtshalve geweigerd krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1987
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202301522/1/V2

202301903/1/V3

Bij besluit van 17 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:326
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202301903/1/V3

202301911/1/V2

Bij besluit van 9 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:427
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202301911/1/V2

202304308/2/V2

Bij besluiten van 30 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluiten van 18 juli 2021 en 14 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de daartegen door de vreemdelingen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:396
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304308/2/V2

202305628/1/V3

Bij besluit van 10 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:397
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202305628/1/V3

202307072/2/R4

Bij besluit van 3 juni 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Barneveld het door [verzoekster] ingediende verzoek van 1 april 2022 om handhavend op te treden afgewezen. Bij brief van 1 april 2022 heeft [verzoekster] het college verzocht handhavend op te treden tegen de overlast die zij ondervindt van laagfrequent geluid en trillingen in haar woning op het perceel [locatie] te Barneveld. Zij wijst erop dat uit onderzoek is gebleken dat een deel van de oorzaak van deze overlast is gelegen in de afzuiginstallatie van de viswinkel Barneveld Fish B.V. gevestigd naast haar woning. Het college wordt verzocht maatregelen te treffen, zodat verdere overlast zal worden voorkomen.[verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen, strekkende tot het stoppen van de hinder die zij ondervindt van Barneveld Fish B.V. en het aansprakelijk stellen van Barneveld Fish B.V. voor de geleden en nog te lijden schade.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:331
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202307072/2/R4

202400010/1/V2

Bij besluit van 30 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:402
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400010/1/V2

202400013/1/V2

Bij besluit van 31 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling nu geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG (hierna: de Richtlijn Tijdelijke Bescherming) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:413
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400013/1/V2

202400016/1/V2

Bij besluit van 31 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat de vreemdeling geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG (hierna: de Richtlijn Tijdelijke Bescherming) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:414
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400016/1/V2

202400017/1/V3

Bij besluit van 5 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:415
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202400017/1/V3

202400148/1/V3

Bij besluit van 14 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:416
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202400148/1/V3

202400240/1/V3

Bij besluit van 17 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:417
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202400240/1/V3

202400373/2/V3

Bij besluit van 22 juli 2022 heeft de staatssecretaris een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 20 februari 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:431
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400373/2/V3

202400747/2/V1

Bij besluit van 12 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:438
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400747/2/V1

BRS.24.000006

Bij besluit van 14 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:330
Datum uitspraak
1 februari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000006

202106526/1/V2

Bij besluit van 2 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:332
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106526/1/V2

202107021/1/V2

Bij besluit van 17 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:333
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107021/1/V2

202107855/1/V1

Bij besluit van 16 oktober 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:334
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202107855/1/V1

202201578/1/V2

Bij besluit van 21 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:393
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201578/1/V2

202203340/1/V1

Bij besluit van 18 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:335
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202203340/1/V1

202206252/1/V2

Bij besluit van 24 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:336
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206252/1/V2

202302758/1/V2

Bij besluit van 17 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:337
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302758/1/V2

202303741/1/V2

Bij besluit van 11 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:338
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202303741/1/V2

202304317/1/V2

Bij besluit van 20 april 2022 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:339
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304317/1/V2

202304379/1/V3

Bij besluit van 18 april 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:340
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304379/1/V3

202306197/1/V3

Bij besluit van 9 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:341
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202306197/1/V3

202306936/1/V3

Bij besluit van 19 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:342
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202306936/1/V3

202306957/1/R3 en 202306957/2/R3

Bij besluit van 12 oktober 2023 heeft de raad van de gemeente Leiden het bestemmingsplan "Morspoortgebied" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Morspoortgebied" geldt voor het gebied tussen de Morssingel, Morsweg, Morspad, Paul Krugerstraat en de spoorlijn Leiden-Utrecht. De bebouwing in dit gebied - bestaande uit het kantoorgebouw Stationsplein 107, de Morspoortgarage en de Morspoortkazerne - wordt gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe woonwijk bestaande uit maximaal 500 woningen, een (ondergrondse) parkeergarage en overige functies waaronder een nieuw sociaal pension ter vervanging van het huidige sociaal pension. Het aantal wooneenheden van het sociaal pension wordt van 35 vergroot naar 50. De Wijkvereniging en HVOL kunnen zich niet met het plan verenigen. De Wijkvereniging vindt dat de raad een onafhankelijke risicoanalyse moet laten uitvoeren vanwege de vergroting van het sociaal pension. Het beroep van HVOL richt zich specifiek op het al dan niet behouden van een glas-in-betonkunstwerk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:325
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202306957/1/R3 en 202306957/2/R3

202307153/2/V3

Bij besluit van 6 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:398
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307153/2/V3

202307417/1/V2

Bij besluit van 17 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:343
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307417/1/V2

202307959/1/V2

Bij besluit van 13 november 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:344
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307959/1/V2

202400064/1/V3 en 202400064/2/V3

Bij besluit van 31 oktober 20222 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:345
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400064/1/V3 en 202400064/2/V3

202400196/1/V3 en 202400196/2/V3

Bij besluit van 12 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:386
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400196/1/V3 en 202400196/2/V3

202400497/1/V3

Bij besluit van 24 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de termijn van de aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste twaalf maanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:391
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202400497/1/V3

202400537/1/V3 en 202400537/2/V3

Bij besluit van 17 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:392
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400537/1/V3 en 202400537/2/V3

202002086/1/A2

Bij besluit van 15 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen aan [wederpartijen] een vergunning verleend voor het omzetten van een deel van de zelfstandige woonruimte aan de [locatie] in Nijmegen in drie onzelfstandige woonruimten. [wederpartijen] zijn eigenaar van de woning aan de [locatie] in Nijmegen. Zij hebben bij het college een aanvraag ingediend voor een vergunning voor het omzetten van een deel van deze zelfstandige woning in vier onzelfstandige wooneenheden, te bewonen door vier personen. Bij het besluit van 15 mei 2018 heeft het college een vergunning verleend voor het omzetten van een deel van de zelfstandige woonruimte in maximaal drie onzelfstandige woonruimten te bewonen door maximaal drie werkende personen. [wederpartijen] hebben hiertegen bezwaar ingediend en verzocht om verlening van een vergunning voor het omzetten van een deel van de zelfstandige woonruimte in maximaal vier onzelfstandige woonruimten. Zij hebben ook verzocht om schrapping van de voorwaarde ‘verhuur aan werkenden’. Het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard en de voorwaarde ‘verhuur aan werkenden’ geschrapt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:352
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002086/1/A2

202101414/1/A3

Bij besluit van 8 februari 2016 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens een verzoek van de stichting om op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens handhavend op te treden tegen de Nederlandse zorgverzekeraars afgewezen. Op 29 december 2010 hebben de zorgverzekeraars verzocht om afgifte van een verklaring als bedoeld in artikel 25 van de Wbp voor de Gedragscode Verwerking persoonsgegevens Zorgverzekeraars. De AP heeft de verzochte verklaring van goedkeuring afgegeven. Een belanghebbende heeft tegen dit besluit tot goedkeuring beroep ingesteld. De rechtbank Amsterdam heeft in haar uitspraak van 13 november 2013 geoordeeld dat de AP niet tot goedkeuring van de Gedragscode heeft kunnen overgaan, omdat deze bepalingen bevat waardoor de bescherming van de persoonsgegevens op een aantal punten niet voldeed aan de Wbp, artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De stichting heeft de AP verzocht handhavend op te treden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:362
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202101414/1/A3

202103774/1/A2

Bij besluit van 24 september 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de vergoeding voor rechtsbijstand die is verleend op basis van de toevoeging met kenmerk 1HZ6700 ingetrokken. [appellant] is advocaat en neemt als rechtsbijstandverlener deel aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat een rechtsbijstandsverlener op basis van vertrouwen een toevoegingsaanvraag indient en de raad deze toevoeging zonder voorafgaande inhoudelijke beoordeling verstrekt. Er wordt vanuit gegaan dat de rechtsbijstandverlener voorafgaand aan het indienen van een toevoegingsaanvraag zelf heeft beoordeeld of een zaak toevoegingswaardig is. Achteraf worden afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen steekproefsgewijs door de raad gecontroleerd. [appellant] heeft op 26 juli 2017 namens een rechtzoekende een aanvraag om een toevoeging ingediend. De toevoeging was aangevraagd voor het voeren van een procedure bij de rechtbank tegen een besluit op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen van 25 juli 2017.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:355
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202103774/1/A2

202104043/1/R4

Bij besluit van 19 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beuningen het verzoek van [partij] om handhavend op te treden tegen het gebruik van een garage op het perceel [locatie 1] in Beuningen voor een poppentheater en de opslag van hout afgewezen. [appellant] woont op het perceel. [partij] woont op het naastgelegen perceel, [locatie 2]. Hij heeft het college op 1 december 2018 verzocht handhavend op te treden tegen het poppentheater en de daarmee gepaard gaande parkeeroverlast en ook tegen de buitenopslag van hout, bouwmaterialen en klinkers op het perceel wegens strijd met het bestemmingsplan. Het college heeft dat verzoek afgewezen. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak geoordeeld dat er geen reden is om te handhaven tegen het poppentheater, omdat hiervoor een omgevingsvergunning is verleend. Volgens de rechtbank is er wel een reden om te handhaven tegen de opslag van hout, bouwmaterialen en klinkers. Het college had het handhavingsverzoek van [partij] daarom niet geheel mogen afwijzen. Naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank heeft het college [appellant] bij besluit van 16 juni 2021 onder oplegging van een dwangsom gelast om de buitenopslag van hout en andere bouwmaterialen op het perceel te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en het besluit van 16 juni 2021. Volgens hem zijn de materialen op het perceel legaal aanwezig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:375
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202104043/1/R4

202104763/1/R2

Bij besluit van 18 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boxtel het wijzigingsplan "(achter) [locatie 1]-[locatie 2]" (hierna: het wijzigingsplan) gewijzigd vastgesteld. Het wijzigingsplan voorziet in de bouw van één vrijstaande woning en twee aaneen gebouwde woningen aan de achterzijde van de [locatie 1] in Boxtel (hierna: het wijzigingsgebied). Momenteel wordt het wijzigingsgebied gebruikt als tuin en ook is er een schuur en paardenstal aanwezig. De beoogde woningen worden gesitueerd en ontsloten richting de Zonneglans. Aan de zuidzijde van het wijzigingsgebied bevindt zich een LPG-tankstation. Dit ligt aan de [locatie 3] in Boxtel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:378
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202104763/1/R2

202107073/1/R3

Bij besluit van 20 september 2021 heeft de raad van de gemeente Zoetermeer het bestemmingsplan "2e Partiële herziening Stadscentrum/Dorpsstraat" vastgesteld. Het plan voorziet in de tweede herziening van het bestemmingsplan "Stadscentrum/Dorpsstraat". De planregels voor gronden met de bestemming "Centrum-3", worden met het plan gewijzigd. Bij besluit van 14 maart 2019 is reeds een eerste herziening vastgesteld. Met deze tweede herziening beoogt de raad meer mogelijkheden te bieden voor het aansturen van winkelconcentratie. Hovestein komt op voor de belangen van de eigenaren van de winkelruimten in het pand Hovestein op de percelen Dorpsstraat 178 tot en met 198 in Zoetermeer. Deze percelen liggen in de aanloopstraten naar het kernwinkelgebied. Hovestein is het er niet mee eens dat met het plan detailhandel buiten het kernwinkelgebied wordt ‘wegbestemd’. BIZ is een vereniging van vastgoedeigenaren van panden die zich eveneens bevinden aan de Dorpsstraat in Zoetermeer. BIZ vreest dat het plan de detailhandel in het kernwinkelgebied beperkt door dienstverlening in de gehele Dorpsstraat toe te staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:364
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202107073/1/R3

202107506/1/R4

Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad het van de gemeente Zaltbommelbestemmingsplan "Bruchem, Krangstraat (Veldzicht) tussen 3b en 7" vastgesteld. Het plan voorziet in een woonbestemming voor 50 woningen, waarvan 49 nieuwbouwwoningen, op gronden die hiervoor een agrarische bestemming hadden. Aan de daarnaast gelegen gronden van [appellante sub 2B] is in het plan de bestemming "Bedrijf" toegekend waar, onder meer, agrarisch verwante bedrijven in de milieucategorie 1 en 2 conform de Staat van Bedrijfsactiviteiten en aan het buitengebied gebonden bedrijven in de milieucategorie 1 en 2 conform de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan. [appellante sub 2A] exploiteert een landbouwmechanisatiebedrijf en stelt dat zij het perceel van [appellante sub 2B] met name in de drukke perioden gebruikt voor onderhoudsbeurten en reparaties aan onder meer landbouwmachines. [appellant sub 1] en anderen zijn omwonenden van het plangebied en kunnen zich met de voorziene woningbouw niet verenigen. [appellant sub 1] en anderen betogen dat de in het plan voorziene woningbouw zal leiden tot een onaanvaardbare aantasting van de landschappelijke waarden van het gebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:359
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202107506/1/R4

202107984/1/R3

Bij besluit van 2 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen aan [vergunninghouder A] een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen en vergroten van een woning op het perceel [locatie 1] in Kropswolde. Bij besluit van 3 april 2020 heeft het college aan [vergunninghouder B] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een garage op het perceel [locatie 2] in Kropswolde. [appellant] woont op het perceel [locatie 3] en heeft meerdere bezwaren tegen de ontwikkelingen op [locatie 1] en [locatie 2]. Hij stelt zich onder meer op het standpunt dat zijn uitzicht en het aanzicht van de wijk worden aangetast. Volgens [appellant] zijn de vergunningen in strijd met het overgangsrecht uit het ter plaatse geldende bestemmingsplan verleend. Dat zijn bezwaarschriften door het college niet-ontvankelijk zijn verklaard vanwege termijnoverschrijding is volgens [appellant] onjuist, omdat hij om verschillende redenen verschoonbaar te laat was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:380
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202107984/1/R3

202200265/1/A3

Bij besluit van 2 juli 2018 heeft de burgemeester van Amsterdam een verzoek van [appellante] om inzage in haar persoonsgegevens toegewezen. [appellante] is opgenomen in de zogenaamde treiteraanpak. Met deze aanpak heeft de gemeente Amsterdam in samenwerking met meerdere partners, waaronder de politie, het Openbaar Ministerie, woningbouwcorporaties en Jeugdbescherming Amsterdam, een werkwijze ontwikkeld om bijzondere gevallen van ernstige overlast en intimidatie in de woonomgeving tegen te gaan. [appellante] heeft op grond van artikel 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) verzocht om inzage in alle persoonsgegevens die de gemeente Amsterdam van haar heeft verwerkt. Het verzoek ziet in ieder geval, maar niet uitsluitend, op haar persoonsdossier dat is opgebouwd in het kader van de treiteraanpak en het vooronderzoek voor de treiteraanpak door het Meldpunt Zorg en Woonoverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:376
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • Persoonsgegevens
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202200265/1/A3

202200710/1/A3

Bij besluit van 17 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam een verzoek van [appellant] tot correctie van zijn adresgegevens in de basisregistratie personen afgewezen. [appellant] stond vanaf 11 juli 2017 in de brp ingeschreven op het adres [locatie A] in Rotterdam. Bij besluit van 24 april 2019 heeft het college [appellant] per 12 december 2018 uit de brp uitgeschreven, omdat hij niet meer op dit adres woonde, geen adreswijziging was doorgegeven en na onderzoek geen feitelijke verblijfplaats van hem bekend was geworden. Naar aanleiding van een aangifte van verhuizing heeft het college [appellant] met ingang van 20 september 2019 weer op het adres [locatie A] ingeschreven. Op 13 maart 2020 heeft [appellant] een correctieverzoek bij het college ingediend om de uitschrijving uit de brp in de periode van 12 december 2018 tot 20 september 2019 ongedaan te maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:363
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202200710/1/A3

202200795/1/A3

Bij besluit van 15 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Financiën een verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk toegewezen. [appellant] heeft het college op 9 december 2019 op grond van de Wob verzocht om informatie over het beleid over het omgaan met tips door de Belastingdienst. Het gaat hem met name om de vraag onder welke voorwaarden een tip (bijvoorbeeld inzake zwart geld) gedeeld wordt of kan worden met de desbetreffende belastingplichtige (degene over wie de tip gaat). De staatssecretaris heeft het verzoek bij besluit van 15 juni 2020 deels toegewezen en een memo overgelegd waarin de namen van de opstellers zijn weggelakt. Ook heeft de staatssecretaris verwezen naar het reeds openbaar gemaakte Handboek Controle Belastingdienst. Hij heeft het onder de reikwijdte van het verzoek vallende verslag van het Landelijk Vaktechnisch Overleg Formeel Recht van 30 januari 2015 op grond van artikel 11, eerste lid, van de Wob niet verstrekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:367
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202200795/1/A3

202200840/1/R2

Bij besluit van 7 december 2021 heeft de raad van de gemeente 's-Hertogenbosch het exploitatieplan "Nuland Oost herziening 2021" (hierna: exploitatieplan 2021) vastgesteld. Bij besluit van 14 december 2021 heeft het college het uitwerkingsplan "Nuland Oost, Pelgrimsche Hoeve fase 4 en 5" vastgesteld. Het plangebied is onderdeel van het nieuwe woongebied Pelgrimsche Hoeve. De ontwikkeling van dit woongebied is vastgelegd in het bestemmingsplan "Nuland Oost", vastgesteld door de raad van de gemeente Maasdonk op 8 augustus 2011. In het bestemmingsplan is een uitwerkingsplicht opgenomen voor de ontwikkeling van het nieuwe woongebied. Fase 1, 2 en 3 zijn inmiddels bijna geheel ontwikkeld. Bij het bestemmingsplan is een exploitatieplan vastgesteld, dat in het besluit van 7 december 2021 is herzien. Het uitwerkingsplan dat in deze zaak voorligt, gaat over fase 4 en 5. Het kerkgenootschap is de eigenaar van twee percelen (kadastraal bekend als gemeente Nuland B2749 en 3052), die beide in het plangebied liggen. In 2014 hebben het kerkgenootschap en de gemeente Maasdonk een ruilovereenkomst gesloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:385
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202200840/1/R2

202200885/1/R1

Bij besluit van 20 december 2021 heeft de raad van de gemeente Heiloo het bestemmingsplan "[locatie 1]" vastgesteld. Op het perceel [locatie 2] is het bedrijf van [partij] gevestigd. Voor de op de locatie gevestigde bedrijfsactiviteiten zijn diverse opstallen aanwezig, zoals loodsen voor materieel en werkruimte, een kantoor, ruimte voor opslag en andere bedrijfsruimten. Het terrein is volledig voorzien van verharding. Omdat de huidige bedrijfsomvang en activiteiten niet meer passend zijn op deze locatie, wordt het bedrijf verplaatst. Het plan voorziet in een wijziging van de bedrijfsbestemming naar een woonbestemming. Op de vrijkomende gronden kunnen 45 grondgebonden woningen worden gebouwd. Het plangebied ligt ten zuiden van de kern van Heiloo. Het plangebied wordt aan de zuidkant begrensd door de Nieuwelaan en aan de westkant door de Hoogeweg. Direct ten noorden van het perceel staat een woning. Aan de noordoost- en oostkant liggen agrarische gronden, die onderdeel zijn van het gebied "Zandzoom". Zandzoom is open en groen ingericht gebied. Het bestaat uit lintbebouwing te midden van weilanden, kleinschalige bedrijven en enkele clusters aan woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:373
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202200885/1/R1

202201000/1/R3

[appellant sub 1] heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit over de partiële herziening van het rijksinpassingsplan "Windpark N33", vastgesteld op 16 februari 2017 en gewijzigd bij besluit van 9 oktober 2017, door de minister voor Klimaat en Energie en de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. De Afdeling gaat in op de omvang van het bestreden besluit, die de reikwijdte van de inhoudelijke beoordeling van de Afdeling bepaalt. Het belangrijkste bezwaar van de omwonenden is namelijk dat de ministers bij het nemen van het bestreden besluit ten onrechte niet opnieuw een integrale beoordeling hebben gemaakt van de ruimtelijke gevolgen van het rijksinpassingsplan Windpark N33, ook al is dat plan onherroepelijk. Het besluit van 21 maart 2022 is een partiële herziening van het rijksinpassingsplan Windpark N33. Het rijksinpassingsplan Windpark N33 maakt de oprichting en exploitatie van het windpark N33 mogelijk en is met de uitspraak van de Afdeling van 29 mei 2019 onherroepelijk geworden. De ministers hebben met het bestreden besluit artikel 4.1.3, onder b, van de regels van het rijksinpassingsplan Windpark N33 gewijzigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:382
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak202201000/1/R3

202201276/1/R4

Bij besluit van 15 december 2021 heeft de raad van de gemeente Tiel het bestemmingsplan "Buitengebied - Lingeweg" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet met de bestemming "Wonen - Zorg" in het kader van het project ‘Anders wonen’ in zes vrijstaande woonunits voor personen die niet - meer - in een reguliere woonwijk passen, en een begeleidersunit. Hier kunnen de bewoners prikkelarm wonen en kan hulp op maat worden geboden. De overlast die zij nu in woonwijken veroorzaken, kan daar worden weggenomen. Daarnaast voorziet het bestemmingsplan met de bestemming "Groen" in de mogelijkheid van een zogenoemd voedselbos. Dit is een openbaar park waar gewandeld kan worden en waar burgers hun eigen groenten, fruit en noten kunnen oogsten. Voorheen had het plangebied een agrarische bestemming. [appellant sub 1A], [appellant sub 1B] en [appellant sub 2] wonen onderscheidenlijk aan de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in de nabijheid van het plangebied. Zij vrezen voor overlast van de bewoners van de nieuwe woonvoorziening. Stichting KleurrijkWonen, een woningcorporatie in de regio Rivierenland en Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, wil het project realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:358
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202201276/1/R4

202201310/2/R4

Bij tussenuitspraak van 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2773, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Soest opgedragen om binnen 16 weken na verzending van deze tussenuitspraak de gebreken in het besluit van 21 december 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "[locatie], Soesterberg" te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak, onder 11.2 en 12, overwogen dat voor de vaststelling van het bestemmingsplan het document "Bezonningsstudie [locatie]" van 3 maart 2020, is opgesteld, dat is aangevuld op 14 oktober 2020. Hieruit blijkt dat is onderzocht in hoeverre schaduwhinder zal ontstaan door het bouwplan. Daarbij is niet uitgegaan van de maximale planologische bouwmogelijkheden op het perceel. Door de bezonningsstudie van 14 oktober 2020 aan het besluit van 21 december 2021 ten grondslag te leggen, is dat besluit op dit punt niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid. Op 23 februari 2023 heeft [partij] een aanvullende bezonningsstudie laten verrichten. In de tussenuitspraak, onder 14.1.4 en 15, heeft de Afdeling overwogen dat in deze bezonningsstudie de bezonning van de voor- en achter(zij)gevel van de woning van [appellant sub 1] bij elkaar is opgeteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:372
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202201310/2/R4

202201811/1/R2

Bij besluit van 22 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Peel en Maas het bestemmingsplan "Veersepad 13, Kessel" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van een zogenoemd zorgwonengebouw aan het Veersepad 13 te Kessel. In dit gebouw kunnen maximaal 13 zelfstandige huishoudens worden gehuisvest. Het plangebied omvat het perceel kadastraal bekend gemeente Kessel, sectie E, nummer 353, en is gelegen in het zuidoosten van de dorpskern Kessel. Op het perceel stond een vrijstaand herenhuis, met twee bouwlagen en een kap, gebouwd in 1840, dat na het vaststellingsbesluit is gesloopt. [appellant sub 1] en anderen wonen op korte afstand van het plangebied. Zij betogen dat het proces voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan niet correct is verlopen en zij zijn het niet eens met dit plan. [appellant sub 2] woont ook op korte afstand van het plangebied. Hij betoogt onder meer dat de locatie niet geschikt is voor een zorgwonengebouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:353
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202201811/1/R2

202202908/1/A3

Bij besluit van 6 februari 2019 heeft de burgemeester van Roermond Yin Yang medegedeeld dat zij tot sluiting van gebouwen op grond van artikel 13b van de Opiumwet over zal gaan. Yin Yang exploiteerde een seksinrichting in de vorm van een saunaclub in diverse gebouwen aan de Heinsbergerweg 230 te Roermond. Op 26 november 2016 heeft de politie bij een onderzoek ter plaatse 6,92 g harddrugs en 4,5 g softdrugs aangetroffen. Daarnaast is op de parkeerplaats nog 2,3 g XTC aangetroffen. Bij besluit van 23 februari 2017 heeft de burgemeester besloten de gebouwen die onderdeel waren van de saunaclub voor twaalf maanden te sluiten wegens overtreding van de Opiumwet. Hierna is geprocedeerd tot en met de uitspraak van de Afdeling van 16 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:113. In die uitspraak heeft de Afdeling kort gezegd geoordeeld dat de burgemeester mocht besluiten het pand te gaan sluiten. Op 6 februari 2019 heeft de burgemeester Yin Yang medegedeeld dat zij tot uitvoering zal overgaan en de gebouwen zal sluiten van 25 februari 2019 tot en met 24 februari 2020. De gebouwen zijn in die periode daadwerkelijk gesloten geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:374
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202202908/1/A3

202202937/1/R2

Bij besluit van 15 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout het wijzigingsplan "[locatie]" vastgesteld. Bij besluit van 23 maart 2022 heeft het college aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het (ver)bouwen van een bouwwerk, het uitvoeren van een werk of werkzaamheden, en het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting op de [locatie] te Den Hout. Op de [locatie] te Den Hout bevindt zich het pluimveebedrijf van [vergunninghoudster]. Vergunninghoudster wil haar pluimveebedrijf uitbreiden. Het wijzigingsplan en de omgevingsvergunning maken deze ontwikkeling mogelijk. Het wijzigingsplan voorziet in een wijziging van de situering van het bouwvlak op het perceel. De omvang van het bouwvlak blijft gelijk. De wijzigingsbevoegdheid, op basis waarvan het wijzigingsplan is vastgesteld, vindt zijn grondslag in artikel 3.7.1 van de planregels van het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind)" van 8 juli 2014. Op dit moment zijn binnen het plangebied drie pluimveestallen aanwezig, waarin in totaal 52.900 vleeskuikens worden gehouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:371
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202202937/1/R2

202203754/1/R3

Bij besluit van 23 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westvoorne [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om twee schuren op het perceel aan de [locatie] in Rockanje (hierna: het perceel) te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is eigenaar en bewoner van het perceel. Op het perceel staan onder meer twee schuren. De voorste schuur heeft een oppervlakte van 184 m2. De achterste schuur heeft een oppervlakte van 128 m2. Op 7 oktober 2020 is door een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat [appellant] de twee schuren op het perceel heeft geplaatst zonder de daartoe vereiste omgevingsvergunning. Het bouwen van deze schuren is volgens het college ook in strijd met het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Westvoorne" (hierna: het bestemmingsplan).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:379
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202203754/1/R3

202204719/1/A2

Bij besluit van 19 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant A], [appellant B], [appellant C] en [appellant D] gezamenlijk een boete van € 20.500,- opgelegd vanwege de onttrekking van de woning aan de [locatie 1]in Amsterdam aan de woningvoorraad. [appellant A], [appellant B], [appellant C] en [appellant D] huurden ten tijde van belang de woning aan de [locatie 1]. Zij stonden toen ook op het adres ingeschreven in de basisregistratie personen. Naar aanleiding van een ‘melding woonfraude’ op 19 juli 2019 dat de woning aan toeristen zou worden verhuurd, hebben toezichthouders op 20 juli 2019 een bezoek aan de woning gebracht. Uit het rapport van bevindingen dat van dat bezoek is opgemaakt blijkt dat de toezichthouders tien toeristen in de woning hebben aangetroffen. De toeristen hadden voor twee nachten geboekt en hadden de gehele woning gehuurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:370
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202204719/1/A2

202204952/1/A2

Bij brief van 2 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oss de aan [appellante] verschuldigde wettelijke rente vastgesteld. Bij uitspraak van 22 juni 2022, gerectificeerd op 20 september 2022, heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard kennis te nemen van het beroep van [appellante] voor zover dit ziet op de zaken 16/3090 en 17/1653 en het beroep, voor zover dit ziet op zaak 19/567, ongegrond verklaard. De rechtbank heeft zich op grond van artikel 8:76 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) onbevoegd verklaard om van het beroep van [appellante] kennis te nemen tegen het niet nemen van een beslissing over de te vergoeden rente in zaken 16/3090 en 17/1653. In zaak 19/567 heeft de rechtbank het beroep van [appellante] tegen de vastgestelde rente over een verschuldigde dwangsom ongegrond verklaard. Het college had in deze zaak de wettelijke rente niet bij beschikking maar bij brief vastgesteld. Dit formele gebrek heeft de rechtbank met inachtneming van artikel 6:22 van de Awb gepasseerd. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat [appellante] niet heeft onderbouwd waarom het bedrag aan wettelijke rente onjuist is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:366
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202204952/1/A2

202205207/3/R2

Bij tussenuitspraak van 11 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3777, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Tilburg opgedragen binnen 4 weken na verzending van deze tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 1 augustus 2023 te herstellen. De Afdeling heeft in overweging 3.3 van de tussenuitspraak van 12 juli 2023 overwogen dat twee voorschriften van de omgevingsvergunning die het college bij het besluit van 6 juli 2022 heeft verleend aan [vergunninghouder] onvoldoende handhaafbaar zijn. Na deze tussenuitspraak heeft het college het besluit van 1 augustus 2023 genomen. Dit besluit is een integraal besluit dat het besluit van 12 juli 2023 vervangt. Over het besluit van 1 augustus 2023 heeft de Afdeling in overweging 5.1 van de tussenuitspraak van 11 oktober 2023 overwogen dat het gewijzigde voorschrift met betrekking tot het inrichtingsplan onvoldoende handhaafbaar is, omdat er geen termijn is opgenomen waarbinnen het inrichtingsplan uitgevoerd moet zijn en in stand gehouden moet worden. De Afdeling heeft het college daarom opgedragen om het geconstateerde gebrek te herstellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:360
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202205207/3/R2

202205800/1/A2

Bij besluit van 12 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag besloten om het voertuig van [appellant] met kenteken […] weg te slepen en in bewaring te stellen. De kosten van het wegslepen zijn op [appellant] verhaald. Op 12 februari 2021 stond het voertuig van [appellant] met kenteken […] geparkeerd voor de deur van garagebox nummer […] aan de Fruitweg in Den Haag. Het college heeft het voertuig van [appellant] laten wegslepen en in bewaring gesteld, omdat het voertuig de uitrit van de loods belemmerde. De kosten hiervan heeft het college op [appellant] verhaald. De beschikking is op dezelfde dag uitgereikt. Het college heeft in het besluit van 18 juni 2021 het standpunt gehandhaafd dat het voertuig van [appellant] terecht is weggesleept en de kosten hiervan ook terecht op hem zijn verhaald. De rechtbank heeft het tegen het besluit van 18 juni 2021 gerichte beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat de plek waar het voertuig van [appellant] stond geparkeerd is aan te merken als een in- of uitrit. Volgens de rechtbank blijkt uit de bestrating al dat de inrit verschilt van de openbare weg. Ook is er een verlaagde trottoirband.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:361
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202205800/1/A2

202205961/1/A3

Bij besluit van 14 juli 2021 heeft de burgemeester van 's-Hertogenbosch [appellante] gelast de woning aan de [locatie] in ’s-Hertogenbosch gedurende drie maanden gesloten te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:377
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202205961/1/A3

202207479/1/V6

Bij besluit van 30 april 2021 heeft de Raad van bestuur van het UWV een aanvraag van appellante om verlening van een tewerkstellingsvergunning ten behoeve van [persoon], ingewilligd. Appellante heeft op 26 april 2021 een aanvraag ingediend voor een tewerkstellingsvergunning voor [persoon] met het oog op de opnames van een televisieprogramma waarin [persoon] als jurylid fungeert. [persoon] doet dit als zelfstandige op basis van een overeenkomst van opdracht. Appellante heeft de aanvraag ingediend op grond van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014. Deze regeling staat ook wel bekend als de regeling ‘Kort verblijf kennismigranten’. De Raad van bestuur heeft de aanvraag ingewilligd, maar de twv verleend op grond van paragraaf 18 van Bijlage 1 bij de RuWav 2014. Deze regeling staat ook wel bekend als de regeling ‘Afwijking van verplichte vacaturemelding’. Volgens de Raad van bestuur kunnen zelfstandigen geen twv krijgen op grond van de regeling ‘Kort verblijf kennismigranten’. Volgens appellante is dit wel mogelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:356
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Wet arbeid vreemdelingen
  • uitspraakin de zaak202207479/1/V6

202300494/1/R1

Bij besluit van 22 december 2022 heeft de raad van de gemeente Medemblik het bestemmingsplan "Wognum-Bloesemgaerde Noord" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van maximaal 50 woningen aan de noordwestelijke rand van de kern Wognum. In het noordelijke deel van het plangebied is voorzien in woningen in een nog te bouwen stolp- en schuurgebouw en een parkeerterrein. Ten zuiden van die bebouwing is voorzien in een rij woningen. Deze woningen worden gescheiden van het stolp- en schuurgebouw door een strook met een groenbestemming. In het zuidelijke deel van het plangebied is voorzien in in een rij gesitueerde woningen en in verspreid staande woningen, bestaande uit vrijstaande woningen en twee-onder-één-kap-woningen. De gronden in het plangebied zijn in eigendom van de gemeente. Deze gronden zullen worden ontwikkeld door een ontwikkelaar en een woningcorporatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:354
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202300494/1/R1

202301476/1/A2

Bij besluit van 19 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. Bij besluit van 14 oktober 2021 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] heeft tot 1 juli 2018 met haar partner en drie kinderen in Amsterdam gewoond. Zij is toen met haar gezin verhuisd naar de gemeente Haarlemmermeer waar zij tot 28 januari 2020 ingeschreven heeft gestaan op een adres in Zwanenburg. [appellante] is vervolgens met haar gezin naar België verhuisd. Hier heeft zij tot 7 januari 2021 gewoond. Vanwege de coronapandemie is [appellante] met haar gezin teruggekeerd naar Nederland en zijn zij bij haar ouders in Amsterdam ingetrokken. [appellante] heeft op 1 februari 2021 een urgentieverklaring aangevraagd. Haar kinderen waren toen 20, 16 en 5 jaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:349
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202301476/1/A2

202301838/1/A2

Bij besluit van 16 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan [appellant] een urgentieverklaring verleend voor een éénmalig bemiddelingsaanbod. Bij besluit van 2 juni 2022 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] is alleenstaand en verbleef sinds augustus 2019 in het Corporatiehotel, een gemeentelijke noodopvang voor daklozen. Hij heeft co-ouderschap over zijn twee minderjarige dochters en in het ouderschapsplan staat dat zij de helft van de tijd bij hem verblijven. Verder wil hij graag dat zijn moeder regelmatig bij hem kan verblijven. Op 9 november 2020 heeft [appellant] een urgentieverklaring gekregen op maatschappelijke gronden in het kader van een uitstroomvoorziening zoals bedoeld in artikel 2.5.1e, eerste lid, onder b, van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019. Het ging om een urgentieverklaring met een éénmalig bemiddelingsaanbod met als zoekprofiel een appartement vanaf de eerste etage met maximaal drie slaapkamers. Het college heeft [appellant] op grond daarvan een woning aangeboden aan de [locatie 1] in de wijk Kanaleneiland.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:350
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202301838/1/A2

202302041/1/A2

Bij besluit van 15 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] heeft een urgentieverklaring aangevraagd omdat hij dakloos is. [appellant] is geboren en getogen in Amsterdam, waar hij tot 11 juni 2018 heeft gewoond. Van 11 juni 2018 tot 24 september 2020 heeft [appellant] bij zijn broer in Düsseldorf (Duitsland) gewoond. Hij is hij in september 2020 naar Amsterdam teruggekeerd vanwege medische klachten. In 2021 is bij [appellant] onder andere de diagnose multiple sclerose (MS) en de diagnose langerhanscelhistiocytose (LCH), een chronische longziekte, gesteld. [appellant] heeft op de zitting toegelicht dat zijn sociale netwerk in Amsterdam is, dat hij zonder eigen adres geen persoonsgebonden budget en hulpmiddelen kan aanvragen en dat de stress over zijn woonsituatie een negatieve invloed heeft op de MS. Het college heeft geen aanleiding gezien om de hardheidsclausule toe te passen. Het college heeft toegelicht dat hiervoor in aanmerking komen onder meer personen met ernstige medische problematiek gerelateerd aan de woonsituatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:351
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202302041/1/A2

202302079/1/A2

Bij besluit van 7 maart 2022 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven de aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen. Op 30 juli 2021 heeft [appellant] een uitkering uit het schadefonds aangevraagd. Hij is op 29 december 2020 tijdens een burenruzie slachtoffer geworden van een geweldsmisdrijf. Hij is meerdere keren met een hondenriem op zijn hoofd geslagen en heeft daardoor fysiek en psychisch letsel opgelopen. Het fysieke letsel bestaat uit schade aan een zenuw in zijn gezicht waardoor hij links onder zijn oog een blijvend doof gevoel heeft. Op 29 december 2020 heeft [appellant] aangifte gedaan van mishandeling. Bij besluit van 4 juli 2022 heeft de CSG de aanvraag afgewezen. Het fysieke letsel van [appellant] is niet aan te merken als ernstig letsel, zoals bedoeld in de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. De CSG kan de psychische klachten niet beoordelen, omdat deze niet zijn onderbouwd met objectieve medische informatie. De rechtbank is van oordeel dat het fysieke letsel niet voldoende ernstig is om voor een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven in aanmerking te komen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:368
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202302079/1/A2

202302218/1/R4

Bij besluit van 23 november 2022 heeft de raad van de gemeente Zevenaar het verzoek van [appellant] om het bestemmingsplan "[locatie]" vast te stellen afgewezen. Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld. [appellant] heeft de raad verzocht de agrarische bestemming voor het perceel [locatie] in Babberich te wijzigen in de woonbestemming en daar, met behoud van de voormalige bedrijfswoning, twee extra woningen mogelijk te maken. De raad heeft besloten het bestemmingsplan niet vast te stellen omdat hij er niet van overtuigd is dat de nieuwe bebouwing als lintbebouwing moet worden gerealiseerd. [appellant] betoogt dat de ontwikkeling past binnen het ruimtelijke beleid in de Nota Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Zevenaar om de lintbebouwing aan de [locatie] te behouden. De raad heeft volgens hem niet deugdelijk gemotiveerd waarom hij voor de situering van de twee nieuwe woningen hiervan wil afwijken. Daarbij wijst hij erop dat de nota geen ruimte biedt voor zo’n afwijking en dat het aan de raad is om de nota aan te passen. De raad heeft volgens [appellant] geen eigen afweging gemaakt door op te merken dat moet worden gezocht naar een nieuwe variant.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:357
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202302218/1/R4

202302266/1/R3

Bij besluit van 1 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een atelier en berging op het perceel [locatie 1] in Kropswolde. [vergunninghouder] heeft op 5 januari 2021 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een atelier en een berging op het perceel. Volgens het college is de aanvraag niet in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Woongebieden". Ook doen zich geen andere weigeringsgronden voor, als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo. Daarom heeft het college bij besluit van 1 maart 2021 voor het bouwplan een omgevingsvergunning verleend [appellant] woont op het naastgelegen perceel [locatie 2] in Kropswolde en betoogt dat het vergunde bouwplan niet past binnen het karakter van de wijk. Volgens [appellant] zijn er procedurele fouten gemaakt door de rechtbank, is de vergunning verleend in strijd met het overgangsrecht uit het bestemmingsplan, is het besluit in het geheim voorbereid en voldoet het bouwplan niet aan de welstandseisen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:381
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202302266/1/R3

202302582/1/A2

Bij besluit van 4 februari 2022 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven de aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen. [appellant] is slachtoffer geworden van een poging tot doodslag na een langdurig conflict met [persoon], die in hetzelfde flatgebouw woonde als [appellant]. Op 6 juli 2021 hebben [appellant] en [persoon] elkaar getroffen op de parkeerplaats voor hun flatgebouw, waarbij over en weer is gescholden en bedreigingen zijn geuit. [persoon] had bij deze ontmoeting een mes bij zich en heeft dat getoond. Na dit treffen zijn [appellant] en [persoon] allebei naar hun eigen woningen in het flatgebouw gegaan. Kort daarna is [appellant] bewapend met een buigijzer en een mes naar de woning van [persoon] gegaan en heeft hij daar de ruiten van de voordeur ingeslagen. Daarna is [persoon] met een mes naar buiten gekomen en heeft hij op de galerij van het flatgebouw [appellant] gestoken. [appellant] heeft door dit misdrijf steekwonden in zijn schouder, zij en been opgelopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:369
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202302582/1/A2

202302842/1/R4

Bij besluit van 6 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 22 februari 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 22 februari 2023 is aangetroffen in Den Haag naast een aangewezen inzamelvoorziening op de Havannasingel ter hoogte van huisnummer 30. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adresgegevens op een adreslabel op de doos zijn aangetroffen. [appellant] betoogt dat hij niet degene is geweest die de doos naast de inzamelvoorziening heeft gezet. [appellant] stelt dat hij de doos niet verkeerd kan hebben aangeboden, omdat hij ten tijde van de constatering van de overtreding in België was. [appellant] heeft een getuigenverklaring overgelegd van een medereiziger die kan bevestigen dat [appellant] in de periode tussen 15 en 23 februari 2023 in België was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:346
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202302842/1/R4

202303265/1/R4

Bij besluit van 24 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 6 maart 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 6 maart 2023 is aangetroffen in Den Haag naast een aangewezen inzamelvoorziening ter plaatse van Benschoplaan, nummer 17. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adresgegevens op een adreslabel op een poststuk in de huisvuilzak zijn aangetroffen. [appellant] betwist niet dat de huisvuilzak van hem afkomstig is, maar betoogt dat hij niet degene is geweest die hem naast de inzamelvoorziening heeft gezet. [appellant] voert aan dat hij de huisvuilzak op de ochtend van de constatering van de overtreding bij het verlaten van zijn woning even bij zijn voordeur had geplaatst met de bedoeling om deze in de afvalcontainer in zijn achtertuin te doen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:347
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202303265/1/R4

202304245/1/R4

Bij besluit van 7 april 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 22 maart 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 199,57, voor rekening van [appellant] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 22 maart 2023 is aangetroffen in Den Haag naast een aangewezen inzamelvoorziening ter plaatse van Isabellaland, nummer 1376. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adresgegevens op een adreslabel op de doos zijn aangetroffen. [appellant] betoogt dat hij niet degene is geweest die de doos verkeerd heeft aangeboden. [appellant] stelt dat hij de doos niet verkeerd kan hebben aangeboden, omdat hij elke dag een groot deel van de dag in Rotterdam is voor werk of school.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:348
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202304245/1/R4

202304473/1/A2

Bij uitspraak van 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2095, heeft de Afdeling het hoger beroep van [verzoeker] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 22 juni 2022 in zaak nr. 21/2189 ongegrond verklaard. [verzoeker] heeft de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:383
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Herziening
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202304473/1/A2

202305744/1/A2

Bij ongedateerde brief heeft [appellant] een negatief bindend studieadvies gekregen voor de opleiding Music Production Lab aan het Summa College in Eindhoven. [appellant] is het schooljaar 2022-2023 als student begonnen met de mbo-4 opleiding Music Production Lab aan het Summa College in Eindhoven. Vanaf november 2022 heeft de onderwijsinstelling diverse gesprekken met [appellant] gevoerd en is geprobeerd hem ondersteuning te bieden bij zijn opleiding. Dit leidt niet tot het gewenste resultaat en [appellant] heeft op of omstreeks 29 juni 2023 een negatief bindend studieadvies ontvangen. Aan dat advies is ten grondslag gelegd dat [appellant] drie van de in totaal 57 in het eerste jaar te behalen studiepunten heeft behaald en dat hij geen gebruik heeft gemaakt van de ondersteuning die hem is aangeboden. De CBE heeft het beroep tegen het negatief bindend studieadvies ongegrond verklaard. [appellant] heeft beroep ingesteld bij de Afdeling en ook verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft dit verzoek bij uitspraak van 3 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3658, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:384
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202305744/1/A2

202306218/1/R4

In 2019 en 2020 heeft de NAM diverse aanvragen gedaan voor de realisatie van het project Gaswinning Ternaard. De NAM heeft beroep ingesteld tegen de niet-tijdige beslissing op de aanvragen. De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat heeft een verweerschrift ingediend. De NAM wil aardgas winnen op de mijnbouwlocatie Ternaard in de gemeente Noardeast-Fryslân en dat aardgas transporteren naar een gasbehandelingsinstallatie in Moddergat. De NAM heeft tien aanvragen gedaan voor de nodige vergunningen voor de realisatie van de productiefaciliteit en transportleidingen en de uitbreiding van de installatie in Moddergat. De activiteiten worden gezamenlijk aangeduid als het project Gaswinning Ternaard. Op 4 september 2023 heeft de NAM de staatssecretaris in gebreke gesteld en verzocht binnen twee weken de diverse besluiten bekend te maken. De staatssecretaris heeft de NAM schriftelijk geïnformeerd dat hij die termijn niet zal halen. Tot op heden is niet op de aanvragen beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:365
Datum uitspraak
31 januari 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202306218/1/R4
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202306218/1/R4

202006681/1/V2

Bij besluit van 31 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:323
Datum uitspraak
30 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006681/1/V2

202104848/1/V3

Bij besluit van 2 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:317
Datum uitspraak
30 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202104848/1/V3

202202004/1/V1

Bij besluit van 19 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:322
Datum uitspraak
30 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202004/1/V1

202204588/1/V2

Bij besluit van 14 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:324
Datum uitspraak
30 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204588/1/V2

202304191/1/V2

Bij besluit van 7 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:327
Datum uitspraak
30 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304191/1/V2

202304362/1/V2

Bij besluit van 14 december 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:328
Datum uitspraak
30 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304362/1/V2

202306968/2/R3

Bij besluit van 21 september 2023 heeft de raad van de gemeente Rijswijk het bestemmingsplan "Pasgeld-West" vastgesteld. Dit plan voorziet onder meer in de bouw van 1.000 woningen in Pasgeld-West. Dit zijn 225 extra woningen ten opzichte van de woningen die waren voorzien in het vorige bestemmingsplan "Sion - ’t Haantje, tweede herziening" van 6 maart 2018. Om onomkeerbare gevolgen te voorkomen hebben de vereniging en de stichting de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:435
Datum uitspraak
30 januari 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202306968/2/R3

202307821/1/V3

Bij besluit van 30 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld, bepaald dat hij de Europese Unie onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:321
Datum uitspraak
30 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307821/1/V3

202307902/1/V3

Bij besluit van 27 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 19 december 2023 heeft de rechtbank het met een kennisgeving vanwege de staatssecretaris daartegen aanhangig gemaakte beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten wegens het door haar vastgestelde gebrek in de ophouding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:320
Datum uitspraak
30 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307902/1/V3

202307986/1/V3

Bij besluit van 10 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:329
Datum uitspraak
30 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307986/1/V3

202201813/1/V1

Bij besluit van 5 november 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:313
Datum uitspraak
29 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201813/1/V1

202206005/1/V2

Bij besluit van 1 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:314
Datum uitspraak
29 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206005/1/V2

202303779/1/V3

Bij besluit van 19 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:315
Datum uitspraak
29 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202303779/1/V3

202304005/2/R4

Bij besluit van 19 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [verzoeker] onder meer een last onder bestuursdwang opgelegd om de achtergevel van het pand aan de [locatie 1] in Utrecht in de originele staat te (laten) herstellen en hersteld te houden. [verzoeker] is eigenaar van het pand aan de [locatie 1] in Utrecht. Hij heeft rond 2017 de achtergevel van het pand verwijderd. Bij het besluit van 19 augustus 2019 heeft het college aan [verzoeker] een last onder bestuursdwang opgelegd om de achtergevel vóór 1 oktober 2019 in de originele staat te (laten) herstellen en hersteld te houden. Volgens het college levert de ontbrekende achtergevel een overtreding op van (kort gezegd) de Woningwet en het Bouwbesluit 2012. [verzoeker] heeft de last niet uitgevoerd. Bij brief van 21 augustus 2023 hebben [partij A] en [partij C] (de eigenaren van het naastgelegen pand aan de [locatie 2]) het college verzocht om de bestuursdwang toe te passen, onder meer omdat zij wateroverlast hebben en schade lijden vanwege de ontbrekende achtergevel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:306
Datum uitspraak
29 januari 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202304005/2/R4

202304722/1/V3

Bij besluit van 5 januari 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:303
Datum uitspraak
29 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304722/1/V3

202306653/1/V1

Bij besluit van 28 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:316
Datum uitspraak
29 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202306653/1/V1

202307616/1/V3

Bij besluit van 29 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:305
Datum uitspraak
29 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307616/1/V3

202307837/1/V3

Bij besluit van 1 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:319
Datum uitspraak
29 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307837/1/V3

202307856/1/V3

Bij besluit van 3 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen het grondgebied van de Europese Unie te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. Bij besluit van diezelfde datum heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:318
Datum uitspraak
29 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202307856/1/V3

202400274/1/V3

Bij besluit van 15 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:312
Datum uitspraak
29 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400274/1/V3

202200546/1/V3

Bij besluit van 14 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:310
Datum uitspraak
26 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200546/1/V3

202200547/1/V3

Bij besluit van 14 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 8 juni 2020 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:311
Datum uitspraak
26 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200547/1/V3

202202855/1/V2

Bij besluit van 22 maart 2022 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:300
Datum uitspraak
26 januari 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202855/1/V2
vorige pagina1...868788...1.206volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon