Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.294
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202405261/2/R4

Bij besluit van 27 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Druten het bestemmingsplan "Roodhekkenpas West Druten" gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van 36 grondgebonden woningen in Druten. Het plangebied bevindt zich aan de westzijde van de kern Druten. Aan de noordzijde wordt het plangebied begrenst door de Heersweg, aan de oostzijde door de Roodhekkenpas en aan de westzijde door het bedrijventerrein Westerhout. [verzoekers] wonen ten oosten van het gebied. Hun woonpercelen grenzen aan de Roodhekkenpas. Zij hebben zich verenigd in het Comité Hertenweide Roodhekkenpas. [verzoekers] zijn het niet eens met het plan, omdat de ontwikkeling volgens hen leidt tot geluid- en wateroverlast bij hun woningen en aantasting van de Groene ontwikkelingszone.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5365
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202405261/2/R4

202405567/2/R2

Bij besluit van 4 juli 2024 heeft de raad van de gemeente Bernheze het bestemmingsplan "Hoofdstraat 45, 47, 47a en 49 & Monseigneur van Oorschotstraat 9, Heeswijk-Dinther" gewijzigd vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [verzoekster] beroep ingesteld. [verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5337
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202405567/2/R2

202405764/2/R1

[verzoeker] en anderen hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Zaanstad van 27 juni 2024, waarbij het bestemmingsplan "Saendelft De Overhoeken 2023" is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5440
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202405764/2/R1

202407343/2/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij uitspraak van 7 november 2024 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard, het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigd, bepaald dat de minister binnen vier weken na de dag van verzending van de uitspraak een besluit op de aanvraag neemt en bepaald dat de minister aan de vreemdeling een dwangsom van € 100,00 verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5447
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407343/2/V1

202407355/2/V1

Bij besluit van 10 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 26 november 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5449
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407355/2/V1

202407777/1/A3 en 202407777/2/A3

Bij besluit en vervolgbesluit van 16 december 2024 heeft de burgemeester van Rotterdam op grond van de Wet tijdelijk huisverbod een huis- en contactverbod aan [verzoeker] opgelegd tot 26 december 2024. Bij besluit van 24 december 2024 heeft de burgemeester het huis- en contactverbod met een aansluitende periode van achttien dagen verlengd tot 13 januari 2025. Dit besluit heeft de burgemeester tijdens de zitting ingebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5460
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202407777/1/A3 en 202407777/2/A3

202407866/2/V3

Bij besluit van 22 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5446
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202407866/2/V3

202407873/2/V3

Bij besluit van 20 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5445
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202407873/2/V3

202407883/2/V3

Bij besluit van 7 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5444
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202407883/2/V3

202407890/2/V2

Bij besluit van 13 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5443
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407890/2/V2

202407897/2/V3

Bij besluit van 16 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5442
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202407897/2/V3

202407917/2/V3

Bij besluit van 1 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5469
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202407917/2/V3

BRS.24.000333

Bij besluit van 22 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5325
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000333

202003052/2/A2

Bij tussenuitspraak van 3 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2264, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgedragen om binnen 12 weken na de verzending van de tussenuitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen nieuwe besluiten op bezwaar te nemen waarin alsnog inhoudelijk wordt beslist op de bezwaren van Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw gericht tegen de besluiten van 22 november 2017 en 29 juni 2018 waarbij de door Stichting Humanitas Huisvesting respectievelijk Woningstichting Geertruidenberg ingediende aanvragen om saneringssubsidie geheel danwel gedeeltelijk zijn afgewezen. De minister kan op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet aan een toegelaten instelling saneringssubsidie verlenen als bij die toegelaten instelling de financiële middelen ontbreken om haar werkzaamheden voort te zetten en door haar geen maatregelen kunnen worden genomen om de aan haar opgedragen diensten van algemeen economisch belang voort te zetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5385
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202003052/2/A2

202004456/1/A2

Bij besluit van 29 juni 2018 heeft de minister een door Stichting Woningstichting Geertruidenberg ingediende aanvraag om saneringssubsidie gedeeltelijk afgewezen. De minister kan op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet aan een toegelaten instelling saneringssubsidie verlenen als bij die toegelaten instelling de financiële middelen ontbreken om haar werkzaamheden voort te zetten en door haar geen maatregelen kunnen worden genomen om de aan haar opgedragen diensten van algemeen economische belang voort te zetten. WSG is een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet. Zij is aangesloten bij de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (hierna: WSW), een waarborgfonds dat leningen van financiers aan bij haar aangesloten wooncorporaties kan borgen. Dit houdt in dat WSW garant staat voor de rente en aflossing van die leningen. Dit stelt corporaties in staat tegen gunstige rentetarieven en voorwaarden geld te lenen, waarmee zij hun volkshuisvestelijke doelstellingen kunnen realiseren. De leningen van WSG zijn door WSW geborgd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5383
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202004456/1/A2

202004460/1/A2

Bij besluit van 22 november 2017 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de door Stichting Humanitas Huisvesting ingediende aanvraag om saneringssubsidie afgewezen. De minister kan op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet aan een toegelaten instelling saneringssubsidie verlenen als bij die toegelaten instelling de financiële middelen ontbreken om haar werkzaamheden voort te zetten en door haar geen maatregelen kunnen worden genomen om de aan haar opgedragen diensten van algemeen economische belang voort te zetten. SHH is een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet. Zij is in 2013 onder verscherpt toezicht gesteld door het Centraal Fonds Volkshuisvesting, de voorganger van de Autoriteit woningcorporaties, vanwege een zeer zwakke financiële positie. Ook is zij onder bijzonder beheer gebracht bij de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw. WSW is een waarborgfonds dat leningen van financiers aan bij haar aangesloten woningcorporaties kan borgen. Dat houdt in dat WSW garant staat voor de rente en aflossing van die leningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5384
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202004460/1/A2

202102858/1/R2 en 202303596/1/R2

Bij besluit van 9 februari 2021 heeft de raad van de gemeente Bergen het bestemmingsplan "Energielandgoed Wells Meer" vastgesteld. Bij besluit van 23 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen een omgevingsvergunning verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de bouw en het oprichten, veranderen of in werking hebben van het windpark met vier windturbines. Het bestemmingsplan, de omgevingsvergunningen, de watervergunning en de leggerwijziging maken het wind- en zonnepark Energielandgoed Wells Meer mogelijk. Deze ontwikkeling vindt plaats in een gebied van ongeveer 400 ha. Hiervan is ongeveer 180 ha bestemd voor zonnevelden. Ook worden er vier windturbines met een maximale tiphoogte van 250 m in een clusteropstelling mogelijk gemaakt. Ook worden er een innovatieve zone voor zonnepanelen (hierna: de testvelden), een bezoekerscentrum, een bedrijfsverzamelgebouw en natuurontwikkeling mogelijk gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5417
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • RO - Limburg
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202102858/1/R2 en 202303596/1/R2

202105245/1/R4

Bij besluit van 1 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van West Betuwe [appellante] gelast om alle activiteiten omtrent de hondenfokkerij te staken en gestaakt te houden, en het aantal vierkante meters van het totaal aan bijgebouwen op het perceel [locatie] in Opijnen terug te brengen naar maximaal 150 m2. [appellante] is eigenaar van het perceel. Het perceel heeft de bestemming "Wonen". Het college heeft naar aanleiding van een klacht van omwonenden een controle uitgevoerd op het perceel en geconstateerd dat er hondenkennels waren gebouwd. [appellante] heeft bij die controle verklaard dat zij van plan was een hondenfokkerij te beginnen. Het college heeft [appellante] na deze controle gelast alle activiteiten omtrent de hondenfokkerij te staken en een beperking opgelegd in het te houden aantal honden en nestjes. De rechtbank heeft de last gewijzigd waardoor [appellante] een maximum van twaalf honden mag houden en maximaal drie nestjes per jaar mag hebben. [appellante] is het hier niet mee eens omdat zij de roedel compleet wil houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5427
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202105245/1/R4

202200634/1/R3

Bij besluit van 28 september 2021 heeft de raad van de gemeente Dantumadiel het bestemmingsplan "Driezum" gewijzigd vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in een actualisering en herziening van de bestaande bestemmingsplannen in het plangebied. Het plangebied omvat grotendeels gronden in de kern van Driezum. Tot het plangebied behoort ook het perceel aan de [locatie 1] in Driezum. [belanghebbende] is eigenaar van dit perceel. Hij woont op het perceel en exploiteert er een houtbewerkingsbedrijf. [appellante A] woont aan de [locatie 2] in Driezum. Zij is het niet eens met de regeling die in het bestemmingsplan voor het perceel [locatie 1] in Driezum is vastgesteld. Zij voert aan nadelige gevolgen voor haar woon- en leefklimaat te ondervinden van de activiteiten die worden verricht op dat perceel en die zijn toegestaan in het bestemmingsplan. De raad heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan onvoldoende rekening gehouden met haar belangen en het bestemmingsplan niet zorgvuldig voorbereid. In dat kader gaat zij ook in op de onderwerpen stikstof en de zogenoemde mer-beoordeling. Zij heeft daarom beroep ingesteld tegen het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5433
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202200634/1/R3

202201166/1/R2

Bij besluit van 18 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven de aanvraag van [appellant] om een omgevingsvergunning voor het gebruik van aan appartement/kantoor als bedrijfswoning aan de [locatie 1] in Eindhoven afgewezen. [appellant] bewoont sinds 2016 en is vanaf 2018 eigenaar van het appartement/kantoor aan de [locatie 1] in Eindhoven. Hij exploiteert op het perceel een autoherstelinrichting en woont boven zijn bedrijf in een voormalige kantoorruimte die zonder omgevingsvergunning is omgebouwd tot woonruimte, met onder andere een keuken en badkamer. Het bedrijfspand is gelegen op het bedrijventerrein Rapenland. Dit is een kleinschalig opgezet bedrijventerrein dat tussen het stadscentrum en Winkelcentrum Woensel is gelegen. Het perceel heeft volgens het geldende bestemmingsplan "Woensel Buiten de Ring 1 2017" de bestemming "Bedrijf-2". Het plan laat alleen bestaande dienstwoningen toe en geen nieuwe.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5431
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202201166/1/R2

202201208/1/R1

Bij besluit van 17 mei 2021 heeft het college aan Parzijde B.V. een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van 28 appartementen op het perceel Olijvengaarde 1-28 in Houten. De door Parzijde op 16 november 2020 ingediende aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een woongebouw op het perceel Druivengaarde 5 (thans: Olijvengaarde 1-28 in Houten. Het woongebouw bestaat uit 28 appartementen met galerij, bergingen met fietsenstalling en een kelder (hierna: het appartementencomplex). Blijkens tekeningen bij de aanvraag worden op het dak van het gebouw droge koelers, door partijen drycoolers genoemd, geplaatst.Ter plaatse van het perceel gold ten tijde van het besluit de beheersverordening "Houten Noord-Zuid". Op grond van de beheersverordening mogen de gronden en bestaande bouwwerken worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik. Omdat de gronden worden gebruikt ten behoeve van een kantoorgebouw, is het bouwplan in strijd met de beheersverordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5429
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202201208/1/R1

202202471/1/R2

Bij besluit van 3 december 2020 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta een watervergunning verleend voor het aanleggen van een brug over de a-watergang ter hoogte van [locatie 1] in Waalwijk. [appellant A] en anderen wonen aan de [locatie 2] in Waalwijk. Aan de overzijde van de straat ter hoogte van de [locatie 1] en op grond in eigendom van de gemeente bevindt zich een zogenaamde a-watergang welke in beheer is bij het waterschap. Op het perceel aan de overzijde zijn twee woningen voorzien die met een brug over de a-watergang zullen aansluiten op de [locatie 2]. [appellant A] en anderen zijn het niet eens met de perceelsontsluiting en de aanleg van de brug in de nabijheid van hun woningen. De rechtbank heeft geoordeeld dat door vaststelling van deze beleidsregel het dagelijks bestuur zich een onderzoekplicht heeft opgelegd om te bezien of er sprake is van een alternatief om het perceel te ontsluiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5404
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Waterschapszaken
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202202471/1/R2

202202553/1/A2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [wederpartij] een tegemoetkoming in planschade van € 16.000,00 toegekend. [wederpartij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. Hij heeft het appartement met berging en twee parkeerplaatsen op 26 mei 1999 gekocht en op 14 september 1999 in eigendom verkregen. [wederpartij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartement nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5369
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202553/1/A2

202202555/1/A2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan[wederpartij] een tegemoetkoming in planschade van € 15.500,00 toegekend. [wederpartij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw De Hoge Erasmus te Rotterdam. Hij heeft het appartement met berging en parkeerplaats op 27 juli 2001 gekocht en op 1 maart 2002 in eigendom verkregen. [wederpartij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartement nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5378
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202555/1/A2

202202556/1/A2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [wederpartij] een tegemoetkoming in planschade van € 22.900,00 toegekend. [wederpartij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. Hij heeft het appartement met berging en drie parkeerplaatsen op 11 maart 2002 gekocht en op 6 mei 2002 in eigendom verkregen. [wederpartij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied (hierna ook: het bouwgebied) vlakbij zijn appartement nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5381
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202556/1/A2

202202557/1/A2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [wederpartij] een tegemoetkoming in planschade van € 23.900,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 november 2017, toegekend. [wederpartij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Erasmus te Rotterdam. Hij heeft het appartement met berging en twee parkeerplaatsen op 19 september 2000 gekocht en op 23 mei 2001 in eigendom verkregen. [wederpartij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied (hierna ook: het bouwgebied) vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5379
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202557/1/A2

202202558/1/A2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [wederpartij] een tegemoetkoming in planschade van € 10.800,00 toegekend. [wederpartij] was eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. Hij heeft het appartement op 12 april 1994 gekocht, op 27 december 1994 in eigendom verkregen en na de peildatum verkocht. [wederpartij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied (hierna ook: het bouwgebied) vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5382
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202558/1/A2

202202560/1/A2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [wederpartij] een tegemoetkoming in planschade van € 15.800,00 toegekend. [wederpartij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. Hij heeft het appartement op 14 juni 1996 gekocht en op 6 november 1996 in eigendom verkregen. [wederpartij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied (hierna ook: het bouwgebied) vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5407
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202560/1/A2

202202561/1/A2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [wederpartij] een tegemoetkoming in planschade van € 10.600,00 toegekend. [wederpartij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. Hij heeft het appartement op 14 februari 1996 gekocht en op 23 april 1996 in eigendom verkregen. [wederpartij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5408
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202561/1/A2

202202563/1/A2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [wederpartij B] en [wederpartij B] een tegemoetkoming in planschade van € 10.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 december 2017, toegekend. [wederpartij B] en [wederpartij B] zijn eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw "De Hoge Heren". Zij hebben het appartement op 9/17 augustus 2001 gekocht en op 16 oktober 2001 in eigendom verkregen. [wederpartij B] en [wederpartij B] hebben verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij hebben gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij het appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van hun appartement gedaald, waardoor zij schade lijden. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5411
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202563/1/A2

202202564/1/A2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft het college aan [wederpartij] een tegemoetkoming in planschade van € 10.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2017, toegekend. [wederpartij] is eigenaar van het appartement [locatie] in een appartementengebouw aan de noordzijde van de Gedempte Zalmhaven, ten westen van het appartementengebouw de Hoge Heren. Hij heeft het appartement op 10 mei 1994 gekocht en op 6 januari 1995 in eigendom verkregen. [wederpartij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5412
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202564/1/A2

202202565/1/A2

Bij besluit van 7 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam het verzoek van [wederpartij] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [wederpartij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Heren te Rotterdam. Hij heeft het appartement op 9 december 1998 gekocht en op 21 april 1999 in eigendom verkregen. [wederpartij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5380
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202565/1/A2

202202567/1/A2

Bij besluit van 7 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de aanvraag van [wederpartij A] en [wederpartij B] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [wederpartij A] en [wederpartij B] zijn eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Heren te Rotterdam. Zij hebben het appartement op 21 augustus 2000 gekocht en op 23 november 2000 in eigendom verkregen. [wederpartij A] en [wederpartij B] hebben verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij hebben gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij het appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van hun appartement gedaald, waardoor zij schade lijden. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5426
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202567/1/A2

202202568/1/A2

Bij besluit van 7 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de aanvraag van [wederpartij] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [wederpartij] is eigenaar van het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Heren te Rotterdam. Hij heeft het appartement in maart/april 1999 gekocht en op 27 april 1999 in eigendom verkregen. [wederpartij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Hij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied vlakbij zijn appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van zijn appartement gedaald, waardoor hij schade lijdt. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5425
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202568/1/A2

202202571/1/A2

Bij besluit van 7 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de aanvraag van [wederpartij] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [persoon A] heeft het appartement [locatie] in het appartementengebouw de Hoge Heren te Rotterdam op 18 december 1998 gekocht en op 17 mei 1999 in eigendom verkregen. [wederpartij], wonend in het appartement [locatie], treedt op namens haar zoon, de erfgenaam [persoon B]. [wederpartij] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van het op 9 augustus 2017 in werking getreden bestemmingsplan "Gedempte Zalmhaven". Zij heeft gesteld dat het nieuwe bestemmingsplan in een gebied (hierna ook: het bouwgebied) vlakbij haar appartementengebouw nieuwe bebouwing toestaat. Hierdoor is de waarde van het appartement gedaald, waardoor zij schade lijdt. Het nieuwe bestemmingsplan maakt in het bouwgebied de bouw mogelijk van een woontoren van 190 m hoog, met een architectonische afwerking tot 215 m hoog, en twee woontorens van ieder 70 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5424
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202202571/1/A2

202203288/1/R3

Bij besluit van 3 maart 2020 heeft het college van Capelle aan den IJssel het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen de detailhandelsactiviteiten die Allsafe ontplooit op de [locatie 1] in Capelle aan den IJssel afgewezen. Allsafe is een bedrijf dat gebouwen exploiteert door onder andere verhuur van bergruimten en het leveren van bijbehorende diensten aan klanten. Op 30 oktober 2018 heeft het college aan Allsafe een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van een vestiging van Allsafe op het perceel. Op dit perceel rust op grond van het bestemmingsplan "Fascinatio-Capelsebrug" de enkelbestemming "Bedrijf". De omgevingsvergunning is verleend voor de activiteiten bouwen (het bouwen van een bedrijfsgebouw), bouwen (het plaatsen van een vlaggenmast), gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan (binnenplans), het maken van een uitweg/inrit en het maken van reclame ten behoeve van Allsafe. De vergunning is onherroepelijk. [appellant] woont op het perceel [locatie 2] te Capelle aan den IJssel op ongeveer 120 meter van het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5410
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202203288/1/R3

202204168/1/A3

Bij besluit van 24 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan het Comité één dwangsom toegekend wegens niet tijdig beslissen op bezwaar in drie bezwaarprocedures met betrekking tot het adres Cannenburg 10 in Amsterdam. Het Comité heeft bezwaar gemaakt tegen verschillende omgevings- en omzettingsvergunningen die het college heeft verleend voor de adressen Cannenburg 10 en Bolestein 13 in Amsterdam. Nadien heeft het Comité het college in gebreke gesteld vanwege het niet tijdig beslissen op haar bezwaren. Het college heeft in juni 2021 één dwangsom en in juli 2021 één dwangsom aan het Comité toegekend wegens het niet tijdig beslissen op haar bezwaren tegen de vergunningen die waren verleend voor deze twee adressen. Volgens de rechtbank doet in beide zaken zich een uitzonderingssituatie voor waarin de ingediende bezwaarschriften (nagenoeg) gelijktijdig zijn ingediend en inhoudelijk zodanig met elkaar samenhangen dat een redelijke toepassing van artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht met zich brengt dat slechts één dwangsom per niet tijdig genomen besluit wordt verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5392
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204168/1/A3

202204360/2/R3 en 202204361/2/R3

Bij tussenuitspraak van 10 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2796, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de raad van de gemeente Hengelo opgedragen om het daarin genoemde gebrek in de besluiten van 8 juni 2022 ter herstellen, met inachtneming van wat over dat gebrek in de tussenuitspraak is overwogen. Bij besluiten van 8 juni 2022 heeft de raad de bestemmingsplannen Oele en Mosterdpot vastgesteld. Tegen deze eerdere besluiten heeft de stichting beroep ingesteld. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 6.3 het volgende overwogen: "In paragraaf 3.2 van de plantoelichting van beide bestemmingsplannen staat dat de kabelverbinding wordt aangelegd door horizontaal gestuurde boringen en door open ontgravingen. Op de in deze paragraaf opgenomen afbeelding is aangegeven waar wordt geboord en waar wordt gegraven. Dit onderscheid in de wijze van aanleg is van betekenis voor de gevolgen die het plan heeft. Uit de plantoelichting, uit de bij de plantoelichting gevoegde natuurtoetsen en de nota zienswijzen volgt namelijk dat gestuurde boring op bepaalde locaties nodig is om gevolgen voor natuur- en landschapswaarden te voorkomen."

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5391
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202204360/2/R3 en 202204361/2/R3

202204481/1/A3

Bij besluit van 23 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel in de basisregistratie personen het geboorteland van [wederpartij] gewijzigd van Eritrea in Ethiopië. [wederpartij] is in augustus 2020 bij haar vestiging in de gemeente Capelle aan den IJssel op basis van een geboorteakte in de brp geregistreerd met geboorteplaats Asmara en geboorteland Eritrea. Het college heeft zich in het besluit van 23 april 2021 op het standpunt gesteld dat het geboorteland van [wederpartij] niet Eritrea maar Ethiopië is, omdat in het geboortejaar van [wederpartij] ([geboortejaar]) Eritrea onderdeel uitmaakte van Ethiopië. Het geboorteland is daarom gewijzigd in Ethiopië. Aan het wijzigen van het geboorteland van [wederpartij] ligt het zogeheten rechtsfeit ten grondslag, de geboorte, en het land dat ten tijde van dat rechtsfeit gold. Het college heeft zich daarbij gebaseerd op het Handboek Burgerzaken Amsterdam en de Handleiding Uitvoeringsprocedures. Omdat in de landentabel, behorende bij de HUP, geen ingangsdatum voor Eritrea staat vermeld, heeft het college het HBA geraadpleegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5375
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202204481/1/A3

202204575/1/R4

Bij besluit van 5 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een verbeurde dwangsom van € 2.500,- van de VOF ingevorderd. De VOF is exploitant van Café Sandro aan de Leliegracht 40 in Amsterdam. Het college heeft op 30 januari 2020 naar aanleiding van klachten over geuroverlast een last onder dwangsom opgelegd aan de VOF vanwege overtreding van art. 3.132 van het Activiteitenbesluit milieubeheer (oud) in samenhang met art. 3.103 van de Activiteitenregeling (oud). In de last, zoals aangepast bij besluit op bezwaar van 17 september 2020, staat dat de VOF ervoor moet zorgen dat de overtreding, die eruit bestaat dat in de inrichting voedsel wordt bereid waarvan de dampen niet op een juiste wijze worden afgevoerd, beëindigd is en blijft en dat dit kan door ofwel het bereiden van voedsel waarbij dampen vrijkomen te staken en gestaakt te houden, ofwel door ervoor te zorgen dat de dampen conform artikel 3.103, eerste lid, van de Activiteitenregeling worden afgevoerd. Deze last staat in rechte vast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5416
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204575/1/R4

202205134/1/R3

Bij besluit van 13 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Deventer het bestemmingsplan "Chw Marke Zuid" gewijzigd vastgesteld. Op de gronden van het plangebied bevinden zich momenteel een gebouw van de locatie de Marke Zuid van het Etty Hillesum Lyceum, een gebouw voor een scheidsrechtersvereniging, een sportveld en een parkeerplaats. Ten noorden van het plangebied staan, aan de andere kant van de Lebuïnuslaan, een gebouw van de locatie de Marke Noord van het EHL en een sporthal. Met het plan en het herstelplan wil de raad het mogelijk maken dat de bebouwing van de scholen, de scheidsrechtersvereniging en de sporthal worden gesloopt en dat deze voorzieningen opnieuw worden gebouwd binnen het plangebied. Daarbij worden de twee locaties van de school ondergebracht in één gebouw. De sporthal en sportvoorziening voor de school worden ondergebracht in een nieuw te bouwen sporthal binnen het plangebied. Om deze ontwikkelingen mogelijk te maken heeft de raad het plan vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5423
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202205134/1/R3

202205137/1/R3

Bij besluit van 13 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Leeuwarden het bestemmingsplan "Mantgum - CPO 12 woningen" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant A] en [appellant B] beroep ingesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van 12 woningen op (voormalig) agrarische gronden aan de oostzijde van Mantgum in de gemeente Leeuwarden. Het plan is tot stand gekomen op initiatief van een particulier collectief dat is georganiseerd in de vereniging Mantgum CPO 2.0. [appellant A] en [appellant B] kunnen zich niet verenigen met de voorziene woningbouwontwikkeling. Zij vrezen hierdoor een aantasting van hun woon- en leefklimaat. [appellant A] en [appellant B] wonen op ongeveer 80 meter ten westen van de voorziene woningen. Vanaf hun perceel hebben zij zicht op het plangebied. Tussen het perceel van [appellant A] en [appellant B] en het plangebied ligt nog een weg, Om’e Terp.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5432
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202205137/1/R3

202207230/1/V6

Bij besluiten van 11 mei 2021 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellant] een boete opgelegd van € 144.000,00 wegens 36 overtredingen van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: de Wav) en een waarschuwing preventieve stillegging gegeven. Naar aanleiding van een e-mail van een ambtenaar van de Politie, hebben arbeidsinspecteurs van de Inspectie SZW op 28 augustus 2018 een inspectie verricht bij [werkgever 2] en aanvullend administratief onderzoek gedaan. De arbeidsinspecteurs hebben op 17 december 2019 op ambtsbelofte een boeterapport, kenmerk 1808125/03, opgemaakt. Daarin hebben zij geconstateerd dat in de periode van 3 april 2018 tot en met 28 augustus 2018 36 Oekraïense vreemdelingen arbeid hebben verricht bij [werkgever 2] zonder tewerkstellingsvergunning. Volgens de Inspectie SZW hebben deze personen via [handelsnaam], de eenmanszaak van [appellant], deze werkzaamheden verricht. De minister heeft [appellant] daarom een boete opgelegd van € 144.000,00 voor 36 overtredingen van artikel 2, eerste lid, van de Wav.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5293
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202207230/1/V6

202300814/1/A3

Bij besluit van 4 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht van burgemeester en wethouders van Utrecht besloten tot onttrekking aan het openbaar verkeer van het gedeelte van de Johan Wagenaarkade, gelegen tussen de Petristraat en de Hendrika van Tussenbroeklaan. Het onttrekkingsbesluit is deel van een groter geheel van plannen van het college om 54 sociale huurwoningen aan de Johan Wagenaarkade te bouwen. Na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan heeft het college bij het besluit van 10 oktober 2022 besloten de samenhang tussen het onttrekkingsbesluit en het bestemmingsplan te laten vervallen. De rechtbank is [appellant] niet gevolgd in zijn stelling dat hij het beroep heeft ingesteld bij de rechtbank mede namens andere wijkbewoners. [appellant] heeft niet tijdig de gegevens van deze personen ingediend. Omdat [appellant] ter zitting zou hebben gezegd geen oordeel meer te hoeven over de ontvankelijkheid van de wijkbewoners, heeft de rechtbank alleen het beroep van [appellant] zelf beoordeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5405
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenwet
  • uitspraakin de zaak202300814/1/A3

202300858/1/R4

Bij besluit van 15 december 2022 heeft de raad van de gemeente Oldebroek het bestemmingsplan "Wezep, Buurskamp" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de ontwikkeling van 25 woningen, waarvan achttien twee-onder-een-kapwoningen, vier (levensloopbestendige) geschakelde woningen en drie vrijstaande woningen, mogelijk aan de noordkant van Wezep, op een onbebouwd perceel tussen de Buurskamp en [locatie]. [appellant C], [appellant D], [appellant A] en [appellant B] wonen rondom de planlocatie en wijzen op nadelige gevolgen van het plan voor de bestaande woonomgeving. [ontwikkelaar] is de ontwikkelaar van het plan. [appellant C] en [appellant D] betogen dat ten onrechte in de planregels niet met een voorwaardelijke verplichting is geborgd dat in het plangebied aan het waterbergingscriterium van 60 mm per m2 afvoerend oppervlak wordt voldaan en infiltratiekratten worden geplaatst om te voorzien in 128 m3 waterberging.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5409
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202300858/1/R4

202301679/1/A3

Bij besluit van 6 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Molenlanden het handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie 1] in Schelluinen. Zijn woning grenst aan het perceel van maatschap Kruis en de toegangsweg naar dat perceel. De maatschap exploiteert op het perceel [locatie 2] een veehouderij. [appellant] ervaart in het weekend overlast van jongeren die privéfeesten houden in de ruimte boven de veestal van de maatschap. [appellant] woont op een afstand van 45 meter van deze veestal. Op 1 juli 2020 heeft hij bij het college een verzoek om handhaving ingediend, waarbij hij het college mede heeft verzocht om maatwerkvoorschriften aan de maatschap op te leggen. Het college heeft dit verzoek afgewezen, omdat tijdens de controles op vrijdag 7 en zaterdag 15 augustus 2020 geen overtredingen zijn geconstateerd. In het besluit van 31 augustus 2021 heeft het college het bezwaar van [appellant] ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5403
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202301679/1/A3

202301703/1/R1

Bij besluit van 7 juli 2021 heeft het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen aan [belanghebbende] een ontheffing verleend voor onder andere het maken en hebben van een uitweg op de weg Tragel in Koewacht. Bij besluit van 14 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Terneuzen aan [belanghebbende] een omgevingsvergunning verleend voor het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van een strook grond. [belanghebbende] woont op het perceel [locatie] in Koewacht, kadastraal bekend als gemeente Axel, sectie H, nummer 1152. Aan de Nieuwstraat is over de gehele breedte van het perceel bebouwing opgericht. [appellante] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het dagelijks bestuur de ontheffing voor een ontsluiting vanaf het perceel niet heeft mogen verlenen, omdat het college onvoldoende inzicht had in de gevolgen voor de verkeersveiligheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5435
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Waterschapszaken
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202301703/1/R1

202302094/1/R1

Bij besluit van 3 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Montferland aan [partij A] een omgevingsvergunning verleend voor bouwen en handelen in strijd met het bestemmingsplan op de percelen aan de [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4], [locatie 5], [locatie 6] in Didam. Het college heeft op 29 januari 2016 aan een aannemersbedrijf omgevingsvergunning verleend voor de bouw van twee woongebouwen met elk drie woningen op de percelen aan de [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4], [locatie 5], [locatie 6] (hierna: de percelen). De woongebouwen zijn eind 2016/begin 2017 opgeleverd. Vast staat dat de woningen niet in overeenstemming met de verleende omgevingsvergunning zijn gerealiseerd. Daarom heeft [partij A], de eigenaar van de woning aan de [locatie 2], mede namens de andere eigenaren van de percelen, op 30 september 2020 een nieuwe omgevingsvergunning aangevraagd om de gerealiseerde woningen en het gebruik daarvan te legaliseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5273
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202302094/1/R1

202302095/1/R1

Bij besluit van 25 september 2020 heeft het college het verzoek van [appellante] van 14 juli 2020 om bestuursrechtelijke handhavingsmaatregelen te treffen tegen bouwwerken die in strijd met het bestemmingsplan en in afwijking van een omgevingsvergunning zijn gerealiseerd op de percelen aan de [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4], [locatie 5], [locatie 6] in Didam, gemeente Montferland, afgewezen. [appellante] woont aan de [locatie 7] in Didam. Zijn woning ligt nabij de percelen aan de [locatie 1] tot en met [locatie 3] en [locatie 4] tot en met [locatie 6]. Op de percelen aan de [locatie 1] tot en met [locatie 3] staat één woongebouw met daarin drie wooneenheden met elk een inpandig bijgebouw. Hetzelfde geldt voor de percelen aan de [locatie 4] tot en met [locatie 6]. Ten tijde van het besluit van 3 maart 2021 gold op de percelen het "Bestemmingsplan Buitengebied, geconsolideerd" en hadden de percelen gedeeltelijk de bestemming "Wonen - Woongebouw" en gedeeltelijk de bestemming "Agrarisch". B

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5406
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202302095/1/R1

202302375/1/R3

Bij besluit van 9 februari 2023 heeft de raad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan "Madestein-Vroondaal 5e herziening" vastgesteld. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag heeft in besluiten op aanvragen van de appellanten - met uitzondering van de Bewonersvereniging - om tegemoetkoming in planschade, vastgesteld dat zij als gevolg van het bestemmingsplan "Madestein - Vroondaal" directe planschade lijden in de vorm van waardevermindering van hun respectieve percelen met daarop hun woningen. In dat bestemmingsplan zijn - samengevat - bouwvlakken opgenomen die de contouren van de aanwezige woningen volgen, en zijn de feitelijke hoogtes van de aanwezige woningen bestemd. Hiermee zijn de bouwrechten die in het voorgaande bestemmingsplan "Madestein 2001" bestonden, wegbestemd. Onder de werking van dat plan mochten de woningen uitgebreid worden, zowel wat betreft hoogte als bouwoppervlak. In de besluiten over tegemoetkoming in planschade is het college er van uitgegaan dat het plan "Madestein - Vroondaal" voor deze 9 appellanten heeft geleid tot een planologische verslechtering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5422
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202302375/1/R3

202302819/1/R1

Bij besluit van 22 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Culemborg aan KleurrijkWonen een omgevingsvergunning verleend voor onder meer het bouwen en gebruiken in afwijking van het bestemmingsplan van 18 woningen op de percelen aan de Wolfstraat 24-40 en 45-61 in Culemborg. Het college heeft op 22 maart 2021 een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo verleend om het bouwplan mogelijk te maken. Hiertegen hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], die nabij de percelen wonen op [locatie A] respectievelijk [locatie B], bezwaar gemaakt. Naar aanleiding hiervan heeft het college in het besluit op bezwaar alsnog toestemming verleend om de woningen te bouwen op minder dan 3 meter van de zijdelingse perceelsgrens. [appellant sub 1] en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het bouwplan niet in strijd is met artikel 6.2.1, aanhef en onder a, onder 2, van de planregels. Het perceel van elke rijtjeswoning is te beschouwen als bouwperceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5437
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202302819/1/R1

202302957/1/A2

Bij besluit van 27 juli 2021 met kenmerk 5DS9430 heeft de raad voor rechtsbijstand de vergoeding voor door [appellante] verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 2.250,85. [appellante] heeft als advocaat rechtsbijstand verleend in een asielzaak op basis van een toevoeging met nummer 5DS9430. De raad heeft voor de door [appellante] verrichte werkzaamheden in de Algemene Asiel (hierna: A.A.)-procedure een vergoeding vastgesteld op basis van 12 punten. De raad heeft aan zijn besluit om geen toeslag van 2 punten toe te kennen artikel 5a, tweede lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand ten grondslag gelegd. Ingevolge dit artikel wordt, zakelijk weergegeven, een aanvullende vergoeding van 2 punten toegekend, als de V.A.-procedure wordt gevolgd. Volgens de in dat geval van toepassing zijnde werkinstructie van de raad dient de advocaat bij de declaratie een v.a.-brief mee te sturen om in aanmerking te komen voor die toeslag. [appellante] heeft niet aan deze voorwaarde voldaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5374
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202302957/1/A2

202303219/1/R3

Bij besluit van 28 maart 2023 heeft de raad van de gemeente Almelo het bestemmingsplan bestemmingsplan "Ary Schefferstraat" vastgesteld. Met het plan wordt de bouw van acht twee-aan-een gebouwde en twee halfvrijstaande woningen mogelijk gemaakt op de locatie van een voormalige school aan de Jan Ary Schefferstraat en Jan Tooropstraat in Almelo. Onder het vorige bestemmingsplan "Ossenkoppelerhoek", vastgesteld in 2012, was de bouw van de woningen niet mogelijk, omdat de gronden binnen het plangebied de bestemming "Maatschappelijk - 1" hadden. Deze gronden worden momenteel gebruikt als honden- en speelveld. [appellant] en anderen zijn omwonenden. Zij hebben bezwaren tegen het verdwijnen van het honden- en speelveld als gevolg van het plan. Ook vinden zij dat de voorziene woningen beter op andere locaties gebouwd kunnen worden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5430
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202303219/1/R3

202303769/1/A2

Bij besluit van 20 januari 2021 heeft de raad voor rechtsbijstand een aanvraag van [appellante] om een vergoeding voor verleende rechtsbijstand afgewezen. [appellante] heeft als advocaat een aanvraag ingediend voor vergoeding van de kosten die zij heeft gemaakt voor verleende rechtsbijstand in een zaak met toevoeging onder nr. 2EY7021. De raad heeft deze aanvraag gelet op artikel 29, vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand afgewezen, omdat de verleende rechtsbijstand onder het bereik van de eerder verleende toevoeging 2EU7955 valt, waarvoor al een vergoeding is uitbetaald. De raad heeft in het besluit van 22 juni 2021 de afwijzing van de aanvraag gehandhaafd en daaraan het volgende ten grondslag gelegd. Bij besluit van 3 april 2014 heeft de raad aan [appellante] een toevoeging onder nummer 2EU7955 verleend voor rechtsbijstand aan een cliënt voor de behandeling van de eerste asielaanvraag die in de A.A./V.A. procedure wordt behandeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5373
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202303769/1/A2

202303872/1/A2

Bij besluit van 5 juli 2022 heeft de Belastingdienst/Toeslagen medegedeeld dat [appellant] geen recht heeft op zorgtoeslag over 2014 tot en met 2020. [appellant] is in 2013 verhuisd naar België. Op dat moment is ook zijn zorgtoeslag stopgezet. Bij het besluit van 9 december 2013 heeft de Dienst Toeslagen aan [appellant] medegedeeld dat zijn zorgtoeslag over 2014 niet wordt verlengd, omdat hij over het laatste deel van 2013 ook al geen zorgtoeslag meer ontving. In dit besluit staat ook dat als [appellant] meent recht te hebben op zorgtoeslag, hij een nieuwe aanvraag in moet dienen. Niet in geschil is dat de Dienst Toeslagen de toeslag ten onrechte heeft stopgezet. In 2022 ontdekte [appellant] dat hij vanaf 2013 wél aanspraak had kunnen maken op zorgtoeslag. In de tussentijd heeft hij geen nieuwe aanvraag ingediend. Op 12 april 2022 heeft [appellant] verzocht om herziening van het recht op zorgtoeslag over de jaren 2014 tot en met 2020. Tijdens de zitting bij de rechtbank op 25 april 2023 heeft [appellant] toegelicht dat hij ook zorgtoeslag wil krijgen over het resterende deel van 2013.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5428
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202303872/1/A2

202304011/1/A3

Bij besluit van 13 november 2019 heeft de burgemeester van Amsterdam aan Bosco B.V. een Drank- en horecavergunning verleend met daarin een uitbreiding van het bestaande terras. Deze zaak gaat over de vraag of de burgemeester de exploitatievergunning voor de uitbreiding van het terras van Bosco B.V. had mogen verlenen. [appellant] woont in een woning boven café Bosco, gelegen aan de Eerste Constantijn Huygensstraat 7H in Amsterdam. In een besluit van 6 oktober 2014 heeft de burgemeester aan Bosco B.V. een exploitatie- en een DHW-vergunning verleend voor café Bosco. In dit besluit staat vermeld dat de exploitatievergunning geldt voor een terrasoppervlakte van 23,24 vierkante meter. De DHW-vergunning is geldig tot het moment dat de exploitatie van het horecabedrijf eindigt. Op 24 juli 2019 heeft Bosco B.V. een wijziging van de exploitatievergunning aangevraagd. Deze wijziging betrof een uitbreiding van het bestaande terras, omdat Bosco B.V. het terras zoals aangevraagd al jaren zo in gebruik had.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5390
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202304011/1/A3

202304178/1/R1

Bij besluit van 11 mei 2023 heeft de raad van de gemeente Sluis het bestemmingsplan "Boulevard de Wielingen 56 Cadzand-Bad ‘Zilt aan Zee’" vastgesteld. Bij besluit van 7 juli 2023 heeft het college van B7W een omgevingsvergunning verleend aan Bakkerij Finesse B.V. voor het bouwen van 7 appartementen en een commerciële ruimte aan de Boulevard de Wielingen 56 en 56 met toevoegingen 101, 102, 201, 202, 301, 302 en 401 te Cadzand-Bad. Het plan en de omgevingsvergunning voorzien in de mogelijkheid van de nieuwbouw van een appartementencomplex bestaande uit 4 bouwlagen met 7 appartementen boven een commerciële plint op het perceel aan de Boulevard de Wielingen 56 te Cadzand-Bad (hierna: het perceel). Op het perceel bevindt zich een bedrijfspand dat eigendom is van Bakkerij Finesse, die in het pand een bakkerij exploiteert. Het bestaande pand zal worden gesloopt. Aan de oostzijde van het perceel, aan de Boulevard De Wielingen 54, bevindt zich het appartementencomplex "Le Normandy" met 11 appartementen en een commerciële plint.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5434
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202304178/1/R1

202304295/1/R1

Bij besluit van 9 mei 2023 heeft de raad van de gemeente Schagen het bestemmingsplan "Jozef Israëlsstraat 4-6" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van in totaal 50 appartementen aan de Jozef Israëlsstraat en de Beethovenlaan nabij het winkelcentrum van Schagen. De appartementen zijn verdeeld over twee complexen, met ieder drie bouwlagen op een halfverdiepte parkeergarage. Verder maakt het bestemmingsplan een gymzaal mogelijk. [appellant] en anderen zijn het als directomwonenden niet eens met deze ontwikkeling. Zij vrezen een aantasting van hun woon- en leefklimaat. [appellant] en anderen zijn het niet eens met de voorziene bouwhoogte en bouwmassa van het appartementencomplex. Zij vrezen een aantasting van hun woon- en leefklimaat vanwege schaduwhinder en verminderde privacy. De bouwhoogte sluit volgens hen ook niet aan bij de omliggende woningen aan de Jozef Israëlsstraat en de woningen aan de A. Mauvestraat. Dat de hoogte volgens de raad past bij de bebouwing aan de andere kant van het plangebied, is volgens [appellant] en anderen een doelredenering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5438
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202304295/1/R1

202304626/1/A2

Bij besluit van 3 november 2021 heeft de raad voor rechtsbijstand een aanvraag van [appellant] om toevoeging voor rechtsbijstand afgewezen. Bij besluit van 29 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van [appellant] om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Hiertegen heeft [appellant] beroep ingesteld. Op 21 oktober 2021 heeft de raad aan [appellant] een toevoeging onder nr. 1JL3717 verleend voor rechtsbijstand tijdens die beroepsprocedure asiel. Op enig moment heeft de staatssecretaris het besluit van 29 september 2021 ingetrokken, waarna [appellant] ook zijn beroep heeft ingetrokken. Op 29 september 2021 heeft de staatssecretaris een tweede besluit genomen, waarbij hij de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel opnieuw heeft afgewezen. Hiertegen heeft [appellant] opnieuw beroep ingesteld. Op 19 oktober 2021 heeft hij opnieuw een toevoeging aangevraagd voor rechtsbijstand tijdens de beroepsprocedure asiel. Deze aanvraag is geregistreerd onder nr. 1JL4796.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5371
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202304626/1/A2

202305210/1/R3

Bij besluit van 3 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dantumadiel een omgevingsvergunning verleend aan [vergunninghouder] voor het bouwen van een woning naast [locatie] te De Westereen. [appellant] woont tegenover het perceel en is het niet eens met de procedure die heeft geleid tot het toekennen van een woonbestemming. De hoger beroepsgronden van [appellant] richten zich hoofdzakelijk tegen het bestemmingsplan ‘Herziening bestemmingsplan Bûtengebiet Dantumadiel' dat in 2014 is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5397
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202305210/1/R3

202305370/1/A2

Bij besluit van 15 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag [appellant] een boete opgelegd voor het in gebruik geven van een woning zonder vereiste Huisvestingsvergunning. [appellant] is eigenaar van een woning aan de [locatie] te Den Haag. Het aantal huurpunten voor de woning is 124 en de kale huur bedraagt € 750,00 per maand. Dit betekent dat huurders een huisvestingsvergunning nodig hebben om de woning te mogen huren. Op 29 september 2021 heeft de Haagse Pandbrigade vastgesteld dat [appellant] de woning verhuurde zonder die vereiste vergunning. Als eigenaar van de woning heeft zij het huurcontract getekend en de sleutel aan de huurder overhandigd. De huurders stonden sinds 1 mei 2021 op het adres van de woning ingeschreven in de Basis Registratie Personen en een aanvraag voor een vergunning is niet ingediend. [appellant] voert aan dat de overtreding in onvoldoende mate is komen vast te staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5420
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202305370/1/A2

202305504/1/A2

Bij besluit van 7 april 2022 heeft de raad voor rechtsbijstand een aanvraag van [appellant] om toevoeging voor rechtsbijstand afgewezen. Bij besluit van 5 november 2021 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers een voornemen uitgebracht tot het opleggen aan [appellant] van een vordering tot terugbetaling van een deel van de kosten van de opvang. Hiertegen heeft [appellant] een zienswijze ingediend. Op 2 december 2021 heeft hij een toevoeging aangevraagd voor rechtsbijstand voor het indienen van de zienswijze. De raad heeft deze aanvraag afgewezen, omdat voor het indienen van een zienswijze tegen een voornemen van het COa de bijstand van een advocaat in dit geval niet noodzakelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5368
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202305504/1/A2

202305562/1/V6

Bij besluit van 24 augustus 2020 heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een aanvraag van [appellante] om toelating tot de regeling in het kader van het internationale handelsverkeer, afgewezen. [appellante] is een tuin- en akkerbouwbedrijf, gespecialiseerd in vollegrondsgroenten. Zij heeft een overeenkomst met een Pools uitzendbureau, waarbij het uitzendbureau arbeidskrachten levert om diverse seizoensgebonden werkzaamheden voor [appellante] te verrichten. Bij dit Poolse uitzendbureau werken ook vreemdelingen van buiten de Europese Unie (derdelanders). [appellante] heeft op 8 juli 2020 een aanvraag ingediend om toegelaten te worden tot de regeling in het kader van het internationale handelsverkeer . De regeling stond in het toenmalige artikel 1k van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen. De regeling houdt in dat bedrijven een traject in het kader van het internationale handelsverkeer aanmelden bij het UWV. Als het UWV het traject goedkeurt, kan het bedrijf buitenlandse arbeidskrachten tijdelijk naar Nederland laten komen om binnen dit traject werkzaamheden te verrichten. Voor deze werkzaamheden zijn dan geen tewerkstellingsvergunningen nodig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5389
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Wet arbeid vreemdelingen
  • uitspraakin de zaak202305562/1/V6

202305586/1/V6

Bij besluit van 4 mei 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerwolde het persoonlijk plan inburgering en participatie van [appellante] vastgesteld en bepaald dat zij de B1-leerroute gaat volgen. Bij besluit van 23 mei 2022 heeft het college het PIP opnieuw vastgesteld en bepaald dat [appellante] de zelfredzaamheidsroute gaat volgen. Deze zaak gaat over de Wet inburgering 2021. Uit deze wet volgt dat het college de taak heeft een inburgeringsplichtige op te roepen voor afname van een brede intake. Op basis van die brede intake stelt het college vast welke leerroute de inburgeringsplichtige moet volgen. Er zijn drie mogelijke leerroutes: de B1-route, de onderwijsroute en de Z-route. De B1-route heeft als doel dat de inburgeringsplichtige binnen drie jaar de Nederlandse taal beheerst op B1-niveau. De onderwijsroute heeft als doel dat een inburgeringsplichtige die tijdens de brede intake te kennen geeft een opleiding in het beroeps- of hoger onderwijs te willen volgen, een taalschakeltraject volgt als het college meent dat er een grote kans bestaat dat die persoon na het volgen van dat traject in staat is in dat onderwijs een diploma te behalen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5413
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202305586/1/V6

202305673/1/A2

Bij besluit van 21 februari 2022 heeft de raad voor rechtsbijstand aanvragen van [appellant A] om vergoeding voor aan [appellant B] verleende rechtsbijstand, afgewezen. [appellant A] heeft als advocaat twee aanvragen ingediend voor vergoeding van de kosten die zij heeft gemaakt voor aan [appellant B] verleende rechtsbijstand in twee zaken met toevoegingen onder nrs. 2FG1149 en 2FG1150. De raad heeft deze aanvragen gelet op artikel 12, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wet op de rechtsbijstand en artikel 3, aanhef en onder b, van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria afgewezen, omdat uit de aanvragen niet blijkt van voldoende reden voor rechtsbijstand. Bij besluit van 1 mei 2016 heeft de raad aan [appellant A] een toevoeging onder nummer 2FG1149 verleend voor rechtsbijstand aan [appellant B] voor de behandeling van een beroepsprocedure asiel. Vervolgens heeft de raad bij een tweede besluit van 1 mei 2016 aan [appellant A] een toevoeging onder nummer 2FG1150 verleend voor rechtsbijstand voor de behandeling van een samenhangende voorlopige voorziening voor dezelfde cliënt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5377
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202305673/1/A2

202305708/1/A2

Bij besluiten van 22 februari 2022 heeft de raad voor rechtsbijstand de aanvragen van [appellant] om toevoeging voor rechtsbijstand voor het indienen van beroep en voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening, afgewezen. De gemachtigde van [appellant] heeft namens hem twee aanvragen ingediend voor vergoeding van te verlenen rechtsbijstand voor het indienen van beroep en voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van het buiten behandeling stellen van de asielaanvraag van [appellant]. De raad heeft beide aanvragen afgewezen, omdat de gemachtigde in de aanvragen heeft vermeld dat [appellant] met onbekende bestemming is vertrokken. Gelet op artikel 12, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wet op de rechtsbijstand, gelezen in samenhang met artikel 3, aanhef en onder b, van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria blijkt uit de aanvragen daarom niet dat er voldoende reden is voor rechtsbijstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5372
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202305708/1/A2

202306101/1/A2

Bij besluit van 22 maart 2023 heeft het Participatiefonds het verlagingsverzoek voor de eigen bijdrage van ASKO Scholen in de werkloosheidsuitkeringskosten die voortvloeien uit de beëindiging van het dienstverband van [medewerker] afgewezen. [medewerker] is op 11 april 2022 in dienst gekomen bij de Amsterdamse Stichting voor Katholiek, Protestants-christelijk en Interconfessioneel Onderwijs met een tijdelijke aanstelling in de functie van onderwijsassistent. Na één maand en één dag heeft hij zich ziekgemeld vanwege pijn in zijn rug. De Arboarts heeft hem vervolgens afgekeurd voor zijn werkzaamheden. ASKO Scholen heeft [medewerker] per brief van 12 juli 2022 meegedeeld dat zijn tijdelijke dienstverband niet wordt voortgezet. In deze brief heeft ASKO Scholen [medewerker] daarbij een budget ter hoogte van € 625,00 aangeboden waarmee hij een van werk-naar-werk traject kan volgen. [medewerker] heeft geen gebruik gemaakt van dit aanbod. Volgens ASKO Scholen heeft [medewerker] mede hierom niets gedaan om een nieuwe functie in de organisatie te vinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5436
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202306101/1/A2

202306383/1/A2

Bij besluit van 9 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van De Besognekamer om het adres [locatie1] te Den Haag voor een periode van 10 jaar aan de bestemming tot (permanente) bewoning te onttrekken afgewezen. De Besognekamer is eigenaar van de panden aan het Buitenhof [locatie 3], [locatie1] en [locatie 2] in Den Haag, die zich bevinden in hetzelfde gebouw. De Besognekamer is in het verleden opgericht als herensociëteit. Tegenwoordig is De Besognekamer een bridgesociëteit, met ook een bibliotheek, een bar en een biljart. De sociëteitsruimte is gevestigd op de eerste verdieping van het gebouw, en heeft het adres Buitenhof 21. [locatie1] betreft een ruimte op de tweede verdieping en de zolderverdieping van het gebouw. [locatie 2] bevindt zich ook op de tweede verdieping van het gebouw; deze ruimte wordt op dit moment verhuurd aan een bouwbedrijf. Buitenhof [locatie 3] en [locatie1] zijn toegankelijk via dezelfde ingang. [locatie 2] heeft een eigen ingang, aan de Hofweg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5402
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202306383/1/A2

202306605/1/A2

Bij besluit van 18 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hoorn de aanvraag van [appellanten] voor het plaatsen van een elektrische laadpaal nabij hun woning afgewezen. [appellanten] heeft op 12 augustus 2022 verzocht om een laadpaal te plaatsen op de locatie [locatie 1], tegenover zijn woning aan de [locatie 2]. De locatie [locatie 1] is in het "Verkeersbesluit tot aanwijzing van parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen in Risdam Noord" van 29 november 2021 (het aanwijzingsbesluit) aangewezen als potentiële locatie voor een laadpaalparkeerplaats. Het college heeft het verzoek evenwel afgewezen omdat er op de Klokketuin al een laadpaal aanwezig is en die locatie is gelegen binnen een straal van 250 meter van de woning van [appellanten]. Het college heeft er daarbij op gewezen dat de oplaadcapaciteit van de laadpaal aan de Klokketuin in september 2022 voor 16% werd benut. Pas als het gebruik van deze laadpaal boven de 50% is gestegen zal het college gelet op het gevoerde beleid overgaan tot het plaatsen van een extra laadpaal.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5401
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202306605/1/A2

202306755/1/R4

Bij besluit van 20 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een twee-onder-één-kapwoning aan de Bosweg ongenummerd in Bennekom. [appellant] heeft een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning op het perceel. Volgens de bouwregels van het bestemmingsplan mogen hoofdgebouwen binnen de bestemming ‘’Wonen’’ uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden. Het perceel heeft echter geen bouwvlak. Het college heeft de aanvraag om die reden in strijd geacht met het bestemmingsplan en daarom geweigerd de aangevraagde omgevingsvergunning te verlenen. [appellant] heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college terecht heeft geconcludeerd dat het bouwplan niet past in het bestemmingsplan, omdat er op het perceel geen bouwvlak aanwezig is. Daarnaast heeft het college in redelijkheid kunnen besluiten om niet mee te werken aan een buitenplanse afwijking.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5398
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202306755/1/R4

202307280/1/A2

[appellant] heeft verzocht om een herbeoordeling van zijn recht op kinderopvangtoeslag. [appellant] heeft zich op 5 februari 2021 gemeld voor een herbeoordeling van zijn recht op kinderopvangtoeslag. Omdat een beslissing van de Dienst Toeslagen hierover uitbleef, heeft [appellant] hem in gebreke gesteld en vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft dat beroep bij de uitspraak van 20 oktober 2023 gegrond verklaard en de Dienst Toeslagen opgedragen om een besluit te nemen op het verzoek van [appellant] om herbeoordeling van zijn recht op kinderopvangtoeslag. Zij heeft daarbij termijnen en dwangsommen vastgesteld overeenkomstig de uitspraak van de Afdeling van 23 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3209. [appellant] heeft op 27 november 2023 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5388
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202307280/1/A2

202307367/1/R3

Bij besluit van 20 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn aan [appellant A] en [appellant B] een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van een eikenboom achter hun perceel. [appellant A] en [appellant B] hebben een stukje gemeentegrond achter hun tuin gekocht. Sindsdien grenst hun perceel aan een eikenboom. Die boom staat op gemeentegrond in een openbaar park. [appellant A] heeft verzocht om kap van deze eikenboom. Zij ervaren overlast van de boom door afvallende eikels, bladeren en takken. De kapvergunning is, na bezwaar, geweigerd bij besluit van 21 juni 2022. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak, samengevat, geoordeeld dat het college aan het belang van het behoud van de eikenboom meer gewicht heeft kunnen toekennen dan aan de belangen van [appellant A] om de boom te kappen. Het college heeft de aanvankelijk verleende kapvergunning na heroverweging in bezwaar in redelijkheid alsnog mogen weigeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5400
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202307367/1/R3

202307489/3/R3

Bij tussenuitspraak van 17 april 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1539, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Hengelo opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van de raad van 11 oktober 2023 tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied, [locatie 1]" te herstellen. Dit bestemmingsplan maakt op het perceel aan de [locatie 1] in Hengelo - kort weergegeven - in totaal 4 woningen mogelijk. [initiatiefnemer] is de initiatiefnemer. [appellant] en anderen wonen allen aan de [locatie 2] in Hengelo in de directe omgeving van het plangebied. Zij zijn het niet eens met de planregeling voor dit perceel als het gaat om de mogelijkheid om op de gronden met een agrarische bestemming afrasteringen met een maximum bouwhoogte van 2 meter te plaatsen en een aarden wal/geluidwal/grondwal te realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5399
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202307489/3/R3

202307504/1/A2

Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de raad voor rechtsbijstand een aanvraag van [appellant] om toevoeging voor rechtsbijstand afgewezen. Bij brief van 24 mei 2022 heeft het Centraal Orgaan (hierna: het COa) opvang asielzoekers aan [appellant] laten weten dat het voornemens is de hoogte van de eigen bijdrage van [appellant] in de kosten van de opvang vast te stellen op € 3.183,62 en heeft het hem gevraagd om zijn zienswijze op dit voornemen. Bij besluit van 5 oktober 2022 heeft de raad een aanvraag van [appellant] van 31 mei 2022 ingewilligd en hem onder nr. 1JQ7880 een toevoeging verleend voor rechtsbijstand tijdens die voornemensfase. Bij besluit van 30 juni 2022 heeft het COa de definitieve hoogte van de eigen bijdrage van [appellant] in de kosten van de opvang vastgesteld op € 3.183,62. Op 22 september 2022 heeft [appellant] een toevoeging aangevraagd voor gesubsidieerde rechtsbijstand tijdens de beroepsprocedure tegen de vaststelling van zijn eigen bijdrage in de kosten van de opvang.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5370
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202307504/1/A2

202307525/1/A2

Bij besluiten van 2 februari 2022 heeft de raad voor rechtsbijstand aanvragen van [appellant B] voor vergoeding van aan [appellant A] verleende rechtsbijstand, afgewezen. [appellant B] heeft als advocaat twee aanvragen ingediend voor vergoeding van de kosten die zij heeft gemaakt voor aan [appellant A] verleende rechtsbijstand in twee procedures met toevoegingen onder nrs. 2FH2708 en 2FH2922. De raad heeft, onder verwijzing naar artikel 12, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wet op de rechtsbijstand, gelezen in samenhang met artikel 3, aanhef en onder b, van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria, beide aanvragen afgewezen, omdat [appellant A] met onbekende bestemming is vertrokken en [appellant B], gegeven die omstandigheid, de noodzaak van rechtsbijstand niet aannemelijk heeft gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5376
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202307525/1/A2

202400971/1/R3

Bij besluit van 14 december 2023 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan "Voorweg 14 bc, Hazerswoude-Dorp" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de ontwikkeling van een woonwijk met maximaal 60 woningen mogelijk op een voormalig bedrijventerrein aan de Voorweg in Hazerswoude-Dorp. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] wonen ook aan de Voorweg, dicht bij het plangebied. Zij maken zich vooral zorgen over het gebruik van een aan de westzijde van het plangebied voorziene calamiteitenroute voor de woonwijk, die langs en nabij hun woningen komt te liggen. [partij] is de ontwikkelaar van de woonwijk. [appellant sub 2] betoogt dat hij ondanks een toezegging niet actief is geïnformeerd over de behandeling van zijn zienswijzen door de raadscommissie en raad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5421
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202400971/1/R3

202400995/1/A2

Bij besluit van 19 juli 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag [appellant] een boete van € 10.000,00 opgelegd voor het verhuren van een woning zonder huisvestingsvergunning. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie] te Den Haag. Sinds 3 april 2022 verhuurt hij de woning via een makelaar, die hem destijds heeft medegedeeld dat er voor de woning geen huisvestingsvergunning nodig was, omdat het aantal huurpunten boven de grens van 185 lag. Naar aanleiding van een melding van overlast heeft een inspecteur van de Haagse Pandbrigade op 15 juni 2022 de woning bezocht en geconstateerd dat er zes personen woonden die een gemeenschappelijk duurzaam huishouden vormen. Tijdens de controle is ook een huurpuntentelling gedaan, die uitkwam op 173 punten. Omdat de huurders niet beschikten over de vereiste huisvestingsvergunning heeft het college [appellant] op 19 juli 2022 een boete opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5415
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202400995/1/A2

202401260/1/R3

Bij besluit van 21 december 2023 heeft de raad van de gemeente Rijssen-Holten het bestemmingsplan "Chw bestemmingsplan Wonen Holten, herontwikkeling Enkcoterrein e.o." vastgesteld. Het plangebied ligt aan de noordzijde van Holten en wordt globaal begrensd door de Waagweg aan de noordzijde, de Industriestaat aan de oostzijde en de Kolweg aan de zuidzijde. Het bestemmingsplan maakt de transformatie van het voormalige fabrieksterrein van Encko, alsmede enkele agrarische gronden en percelen ten zuiden van de Kerkhofsweg te Holten mogelijk. Het plan voorziet in een divers parkachtig woongebied met ruimte voor 155 woningen en 1.850 m² aan commerciële ruimten. Meer specifiek voorziet het plan in 21 zogeheten flexwoningen op een terrein aan de Industriestraat ten noorden van de Weverstraat. Deze woningen mogen maximaal 15 jaar blijven staan, waarna het plan voorziet in permanente grondgebonden woningen. [appellant] woont aan de [locatie] te Holten in de directe nabijheid van het plangebied en kijkt aan de achterzijde van haar woning uit op het deel van het plangebied waar de flexwoningen mogen worden gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5396
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202401260/1/R3

202401372/1/A2

Bij besluit van 31 januari 2023 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een cursus Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer opgelegd. Op 15 januari 2023 is [appellant] gemaand zijn voertuig te doen stilhouden wegens niet brandende verlichting van het voertuig. De verbalisanten zagen dat [appellant] een versufte indruk maakte. Bij het contact met [appellant] roken de verbalisanten een sterke alcohollucht. Dit leidde tot het vermoeden van rijden onder invloed, waarop [appellant] is aangehouden. Nadat een ademanalyse-test, waaraan [appellant] zijn medewerking verleende, niet bleek te werken is [appellant] verzocht mee te werken aan een bloedonderzoek. De politie heeft hiervan een proces-verbaal opgemaakt. In het proces-verbaal staat dat [appellant] heeft geweigerd mee te werken aan het bloedonderzoek. Het CBR heeft [appellant] daarom een EMA opgelegd. Een officier van justitie heeft op 9 juni 2023 in een OM-hoorgesprek vastgesteld dat niet bewezen kan worden geacht dat [appellant] heeft geweigerd het bloedonderzoek te ondergaan. De officier van justitie heeft de zaak geseponeerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5387
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202401372/1/A2

202402981/1/A2

Bij besluit van 15 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om de overtreding van het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimten te beëindigen en beëindigd te houden. Bij besluit van 15 november heeft het college [appellant] een boete opgelegd voor het omzetten van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimten zonder vergunning. [appellant] is eigenaar van een woning aan de [locatie] in Den Haag. De Haagse Pandbrigade heeft op 27 september 2022 de woning bezocht en geconstateerd dat de er in totaal zes slaapplaatsen zijn, en er vier personen in de woning wonen die kennissen van elkaar zijn. Zij verklaren dat zij via [appellant] aan de woning zijn gekomen en dat zij geen huurovereenkomst hebben. De huurders betalen ieder € 100,00 contant aan [appellant] en maandelijks een bedrag van € 250,00 voor stroom en € 100,00 voor water.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5414
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202402981/1/A2

202403736/1/A2

Bij beslissing van 18 september 2023 heeft de Manager Entree Onderwijs (hierna: de manager), namens het College van Bestuur van het Graafschap College , aan [appellant] laten weten dat hij niet wordt aangenomen voor de BOL-entree-opleiding, profiel Assistent Mobiliteitsbranche. [appellant] heeft zich aangemeld voor de entree-opleiding bij het Graafschap College. Vanaf 2018 heeft [appellant] ongeveer achttien inschrijfverzoeken ingediend die zijn afgewezen, waarvan de laatste twee dateren van 17 september 2023 en 18 februari 2024. Zijn laatste werkplek was bij de Stadswerkplaats in Doetinchem, een plek voor onder meer dagbesteding voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. [appellant] wil graag (assistent) automonteur worden. [appellant] is het niet eens met de voorwaarden voor inschrijving die in de beslissing van 25 april 2024 staan. Hij vindt het niet nodig om een IQ-test te doen en eerst ritme op te bouwen. Ook is hij het er niet mee eens dat ervan wordt uitgegaan dat hij een handicap heeft. Hij wil graag (assistent) automonteur worden en net als iedereen een eerlijke kans krijgen om een diploma te halen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5418
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202403736/1/A2

202404065/1/R4

Bij besluit van 3 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Elburg het bestemmingsplan "Veldbloemenlaan 25, Elburg" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de vervanging van het zorgcomplex "De Voord" gelegen aan de Veldbloemenlaan 25 in Elburg mogelijk. Het vervangende hoofdgebouw zal ruimte bieden aan de bestaande 130 onzelfstandige zorgeenheden aangevuld met 24 appartementen voor reguliere bewoning. Daarnaast blijven de 15 onzelfstandige zorgeenheden van het gebouw uit 2007, ten noordwesten van het hoofdgebouw, behouden. In de nieuwe situatie biedt de locatie ruimte voor 169 woon- en/of zorgeenheden voor in het bijzonder bewoners op leeftijd met een hoog complexe zorgvraag. [appellant] en anderen wonen aan de Veldbloemenlaan in Elburg. Zij stellen zich op het standpunt dat de raad hun belangen onvoldoende bij het bestemmingsplan heeft betrokken. Zij betogen dat het voorziene gebouw te dicht op hun woningen komt, dat een alternatief plan mogelijk is dat meer aan hun belangen tegemoetkomt en dat een gefaseerde uitvoering van het plan gedurende vier jaar vanwege de bouwoverlast onaanvaardbaar is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5386
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202404065/1/R4

202404074/1/R3

Bij uitspraak van 10 juli 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:2809) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak besloten dat in een separate uitspraak zal worden geoordeeld over het verzoek van [verzoeker] en anderen om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Op de zitting van 8 januari 2024 heeft de Afdeling het beroep van [verzoeker] en anderen tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag van 1 december 2021 behandeld. Dit was een hernieuwd besluit op het bezwaar van [verzoeker] en anderen tegen de verlening van een omgevingsvergunning aan Groendaelstaete I. C.V. bij besluit van 31 augustus 2017. [verzoeker] en anderen hebben op de zitting verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Afdeling heeft bij einduitspraak van 10 juli 2024 op het beroep beslist, en besloten dat in een afzonderlijke uitspraak over dit verzoek zal worden geoordeeld. Hiertoe is het onderzoek heropend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5367
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202404074/1/R3

202404113/1/R2

Bij besluit van 7 mei 2024 heeft de raad van de gemeente Eindhoven het bestemmingsplan "I Gestel buiten de Ring 2020 (Humperdincklaan)" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van een terrein aan de Humperdincklaan te Eindhoven ten behoeve van de bouw van maximaal 400 woningen. Het plangebied is gelegen in de wijk Blaarthem en wordt begrensd door de Humperdincklaan, Glinkastraat en Karel de Grotelaan. Stichting Blaarthem heeft ten doel het behouden en verbeteren van de leefbaarheid in de wijk Blaarthem. Zij vreest voor een verdere verdichting van Blaarthem. [appellant] en anderen zijn allen direct omwonenden. Zij vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat. Verder zijn zij het niet eens met de wijze waarop het participatietraject is verlopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5419
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202404113/1/R2

202404946/1/A2

[appellante] heeft bezwaar gemaakt tegen het door het college van bestuur van de Vrije Universiteit Amsterdam niet tijdig beslissen op haar verzoek om de VU als haar nieuwe referent voor het studiejaar 2023-2024 te melden bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. [appellante] heeft de Ecuadoraanse nationaliteit. Na het volgen van een opleiding aan de Universiteit van Amsterdam, heeft zij de VU verzocht om haar voor het studiejaar 2023-2024 in te schrijven voor de bacheloropleiding Mathematics. Daarbij heeft zij de VU gevraagd om op te treden als haar nieuwe referent, zodat de eerder door de IND aan haar verleende verblijfsvergunning voor studiedoeleinden blijft gelden. [appellante] is per 1 september 2023 toegelaten tot de bacheloropleiding Mathematics. De VU heeft [appellante] om bewijsstukken van het inkomen van haar partner gevraagd voor de melding als haar nieuwe referent. Zij hoeft geen werkgeversverklaring van haar partner over te leggen, maar wel recente salarisstroken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5395
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202404946/1/A2

202405567/1/R2

Bij besluit van 4 juli 2024 heeft de raad van de gemeente Bernheze het bestemmingsplan "Hoofdstraat 45, 47, 47a en 49 & Monseigneur van Oorschotstraat 9, Heeswijk-Dinther" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt de bouw van 36 appartementen verdeeld over twee appartementencomplexen mogelijk. Van deze appartementen zijn er 8 voorzien aan de Monseigneur van Oorschotstraat en 28 aan de Hoofdstraat. [appellante] woont aan de [locatie], naast het plangebied. Zij kan zich niet met het plan verenigen, met name omdat zij vreest voor toenemende parkeerdruk. [appellante] betoogt dat het plan in strijd met de Welstandsnota Bernheze is vastgesteld. Op de Welstandskaart ligt het plangebied namelijk gedeeltelijk in het gebied met de aanduiding ‘Het historische dorpscentrum’, waar gestapelde woningen niet zijn toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5326
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202405567/1/R2

202405764/1/R1 en 202405770/1/R1

Bij besluit van 21 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Saendelft De Overhoeken 2023". Bij besluit van 27 juni 2024 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan "Saendelft De Overhoeken 2023" vastgesteld. Het plan voorziet in de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk De Overhoeken ten zuidwesten van de woonwijk Saendelft. De Overhoeken bestaat uit twee woningbouwlocaties aan weerszijden van de Dorpsstraat in Assendelft, namelijk een westelijk gelegen, kleine locatie en een oostelijk gelegen grotere locatie. Het is de bedoeling dat er in totaal 186 grondgebonden woningen komen, verdeeld over de twee locaties. Op de twee locaties liggen nu weilanden. [appellant] en anderen wonen in de woonwijk Saendelft in de nabijheid van het plangebied. Zij hebben vanuit hun achtertuin zicht op de oostelijk gelegen locatie. [appellant] en anderen kunnen zich niet met het plan en het besluit hogere waarden verenigen en hebben daartegen beroep ingesteld. Zij vrezen dat het plan zal leiden tot een ernstige aantasting van hun woongenot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5198
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202405764/1/R1 en 202405770/1/R1

202406035/1/A2

Bij beslissing van 23 juli 2024 heeft het college bestuur van Hogeschool Inholland het verzoek van [appellante] tot herinschrijving voor het collegejaar 2023/2024 voor de bacheloropleiding Mondzorgkunde afgewezen. [appellante] is in het collegejaar 2022/2023 begonnen aan de opleiding en heeft hiervoor haar propedeuse behaald. Op 13 oktober 2023 heeft zij zich wegens persoonlijke omstandigheden uitgeschreven voor de opleiding. Nadat het college haar verzoek voor een tussentijdse inschrijving per 1 januari 2024 heeft toegewezen, heeft [appellante] zich op 26 januari 2024 opnieuw uitgeschreven. In juni 2024 heeft [appellante] het college verzocht om per 1 september 2024 te worden ingeschreven voor het tweede studiejaar van de opleiding. Het college heeft dit verzoek afgewezen. Voor de opleiding geldt een capaciteitsbeperking, de zogenoemde ‘numerus fixus’. Er is in het collegejaar 2024/2025 geen plaats meer in het tweede opleidingsjaar. [appellante] heeft tegen deze beslissing bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5394
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406035/1/A2

202406446/1/A2

Bij beslissing van 8 februari 2024 heeft de examinator van het vak Competence development 2.1 van de bacheloropleiding geneeskunde van de faculteit medische wetenschappen van de rijksuniversiteit Groningen aan [appellant] voor dat vak een onvoldoende toegekend. [appellant] is een student aan de bacheloropleiding Geneeskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. In het studiejaar 2023-2024 heeft hij het vak Competence development 2.1 gevolgd. Dit vak bestaat uit zeven domeinen. Voor deze zeven domeinen mag geen van de beoordelingen lager dan het cijfer vijf zijn en mogen niet meer dan twee domeinen met het cijfer vijf zijn beoordeeld. [appellant] heeft voor drie van de zeven domeinen een vijf behaald. Hierdoor heeft hij het vak niet behaald. Gedurende de colleges van dit vak worden studenten beoordeeld op de competenties samenwerking, leiderschap en professionalisme. Een studenttutor beoordeelt de student gedurende het semester en voorziet deze van feedback. Aan het eind van het semester krijgt de student van de examinator een definitieve beoordeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5393
Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406446/1/A2

202406491/1/A2

Bij beslissing van 10 juli 2024 heeft de directeur Academie Educatie van de Han University of Applied Sciences een formele waarschuwing gegeven aan [appellant]. [appellant] heeft zich voor het studiejaar 2023-2024 ingeschreven voor de bachelor deeltijdopleiding Docent Wiskunde Tweedegraads aan de HAN. Vanaf 6 november 2023 heeft hij stage gelopen op een middelbare school. Deze stage heeft hij vroegtijdig afgebroken. Vervolgens heeft [appellant] vanaf 30 januari 2024 stage gelopen op een andere middelbare school. Ook met deze stage is hij voortijdig gestopt. Verder heeft [appellant] diverse klachten ingediend. De directeur heeft aan de beslissing van 10 juli 2024 ten grondslag gelegd dat [appellant] zich heeft gedragen in strijd met de regels van betamelijkheid en integriteit, zoals omschreven in artikel 3, derde lid, aanhef en onder g, gelezen in samenhang met artikel 9, eerste lid, van de Gedragsregeling Studenten van de HAN en de artikelen 2, 3, 4 en 10 van de Integriteitscode van de HAN.

Datum uitspraak
24 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406491/1/A2

202202210/1/V3

Bij besluit van 28 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat de vreemdeling wordt overgedragen aan Spanje.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5353
Datum uitspraak
23 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202210/1/V3

202303125/1/V2

Bij besluit van 13 december 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd. Bij uitspraak van 19 april 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5357
Datum uitspraak
23 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202303125/1/V2

202306235/1/V2

Bij besluit van 20 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 23 februari 2023 heeft de staatssecretaris het door de vreemdeling daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij besluit van 31 mei 2023 heeft de staatssecretaris de motivering van het besluit van 23 februari 2023 aangevuld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5354
Datum uitspraak
23 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202306235/1/V2

202307781/1/V1

Bij besluit van 21 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 12 januari 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 28 november 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5355
Datum uitspraak
23 december 2024
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202307781/1/V1

202401301/1/V3

Bij besluit van 27 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 21 februari 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5347
Datum uitspraak
23 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401301/1/V3

202403848/1/V3

Bij brief van 6 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling meegedeeld dat hij de termijn voor de overdracht aan Bulgarije heeft verlengd tot achttien maanden. Bij uitspraak van 24 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5350
Datum uitspraak
23 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202403848/1/V3

202404141/1/V2

Bij besluit van 24 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd en onbepaalde tijd opnieuw ingetrokken, en geweigerd hem ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. Ook heeft hij de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5315
Datum uitspraak
23 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404141/1/V2

202404386/1/V3

Bij besluiten van 9 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5359
Datum uitspraak
23 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404386/1/V3

202404388/1/V3

Bij besluit van 26 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 11 juli 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5358
Datum uitspraak
23 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404388/1/V3

202405154/1/V2

Bij besluit van 2 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5316
Datum uitspraak
23 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202405154/1/V2
vorige pagina1...363738...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon