Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.422
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202401091/1/A2

[appellanten] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 27 december 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:20314). Bij besluit van 31 augustus 2022 heeft het college aan [appellanten] twee boetes van € 10.000,00 opgelegd voor het in gebruik geven van een woning zonder de daarvoor vereiste huisvestingsvergunning. Bij besluit van 8 februari 2023 heeft het college dit besluit in bezwaar gehandhaafd. Het besluit van 22 oktober 2024 is een wijziging van het besluit van 8 februari 2023 in de zin dat het college de boetes heeft verlaagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1018
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202401091/1/A2

202401563/1/A3

Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan [appellante] een boete van € 3.000,00 opgelegd. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft geconstateerd dat [appellante] in de periode van 15 september 2021 tot en met 8 november 2021 zeventien keer het geneesmiddel ivermectine off-label heeft voorgeschreven voor de behandeling van patiënten met COVID-19. Het off-label voorschrijven van een geneesmiddel betekent dat dit geneesmiddel wordt gebruikt buiten de door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen geregistreerde indicaties. De minister heeft zich naar aanleiding van het boeterapport van 19 juli 2022 van de Inspectie op het standpunt gesteld dat [appellante] artikel 68, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet zeventien keer heeft overtreden. De minister heeft daarom aan [appellante] een boete van € 3.000,00 opgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat artikel 68, eerste lid, van de Gnw voldoende duidelijk is en [appellante] het artikel heeft overtreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1035
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202401563/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202401563/1/A3

202401769/1/V6

Bij besluit van 30 november 2021 (hierna: het besluit) heeft de projectdirecteur van het Ministerie van Defensie een verzoek van appellanten om op enige wijze hun overkomst naar Nederland te faciliteren, afgewezen. Appellanten hebben de Afghaanse nationaliteit en verblijven in Afghanistan. Zij bestaan uit [appellant], zijn echtgenote, en hun twee kinderen. Op 25 augustus 2021 heeft [appellant] de minister van Buitenlandse Zaken gevraagd om hem en zijn gezin vanuit Afghanistan naar Nederland over te brengen. [appellant] stelt dat hij als hoofd/onderdirecteur en hoofddocent bij de Nationale Militaire Academie van Afghanistan in Kabul heeft gewerkt. De minister van Buitenlandse Zaken heeft het door appellanten gemaakte bezwaar tegen het besluit opnieuw ongegrond verklaard, omdat [appellant] volgens hem niet in aanmerking komt voor het faciliteren van zijn overkomst naar Nederland. Hij heeft namelijk geen oproep gekregen tijdens de acute evacuatiefase naar aanleiding van de motie Belhaj en hij behoort ook niet tot een van de groepen waarvoor het kabinet bij brief van 11 oktober 2021 (de Kamerbrief) de speciale voorziening in het leven heeft geroepen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1005
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202401769/1/V6

202401772/1/V6

Bij besluit van 15 november 2021 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een verzoek van appellanten om op enige wijze hun overkomst naar Nederland te faciliteren, afgewezen. Appellanten hebben de Afghaanse nationaliteit en verblijven in Afghanistan. Zij bestaan uit [appellant A], zijn echtgenote, hun drie kinderen, en (groot)moeder [appellant C]. Op 27 augustus 2021 heeft [appellant A] de minister gevraagd om hem en zijn gezin vanuit Afghanistan naar Nederland over te brengen. [appellant A] stelt dat hij sinds 2018 heeft gewerkt voor Conrexx Technology B.V. en dat hij binnen dit bedrijf ook regelmatig onder meer als fixer heeft samengewerkt met de Nederlandse ambassade in Kabul. De minister heeft het door appellanten gemaakte bezwaar tegen het besluit opnieuw ongegrond verklaard, omdat [appellant A] volgens hem niet in aanmerking komt voor het faciliteren van zijn overkomst naar Nederland. Hij heeft namelijk geen oproep gekregen tijdens de acute evacuatiefase naar aanleiding van de motie Belhaj (Kamerstukken II 2020/21, 27 925, nr. 788) en hij behoort ook niet tot een van de groepen, waarvoor het kabinet bij brief van 11 oktober 2021 (de Kamerbrief) de speciale voorziening in het leven heeft geroepen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:997
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202401772/1/V6

202402096/1/A2

Bij besluit van 17 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een aanvraag van [appellant] voor een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] is sinds 2020 dakloos. Hij slaapt bij familie en vrienden of in de auto. In zijn aanvraag geeft hij aan dat hij een posttraumatische stressstoornis heeft, waardoor hij niet goed met anderen kan samenwonen. Hij zou graag over een eigen woonruimte beschikken om tot rust te komen, aan zijn psychische klachten te werken en zijn drie kinderen te ontvangen. Daarom heeft hij een urgentieverklaring aangevraagd. Het college heeft deze aanvraag afgewezen omdat meerdere algemene weigeringsgronden van toepassing zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:995
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202402096/1/A2

202402243/1/A3

Bij besluit van 13 september 2022 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan [appellant] een boete van € 6.375,00 opgelegd. 1. [appellant] is arts en heeft in de periode van 30 juli 2021 tot en met 6 december 2021 de geneesmiddelen hydroxychloroquine en ivermectine off-label voorgeschreven voor de preventie of behandeling van patiënten met COVID-19. Het off-label voorschrijven van een geneesmiddel betekent dat dit geneesmiddel wordt gebruikt buiten de door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen geregistreerde indicaties. In artikel 68, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet is vastgelegd wanneer geneesmiddelen off-label mogen worden voorgeschreven. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft in het boeterapport van 25 juli 2022 vermeld dat [appellant] artikel 68, eerste lid, van de Gnw 67 keer heeft overtreden. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft aan [appellant] een boete opgelegd van € 6.375,00. De minister heeft zijn standpunt in bezwaar gehandhaafd. De rechtbank heeft geoordeeld dat artikel 68, eerste lid, van de Gnw niet voldoende duidelijk is en daarom het lex certa-beginsel is geschonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1032
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202402243/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202402243/1/A3

202402431/1/A3

Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan [appellant sub 2] een boete van € 3.000,00 opgelegd. [appellant sub 2] is arts en heeft in de periode van 26 november 2021 tot en met 8 december 2021 in totaal 27 keer de geneesmiddelen hydroxychloroquine en ivermectine off-label voorgeschreven voor de preventie of behandeling van patiënten met COVID-19. Het off-label voorschrijven van een geneesmiddel betekent dat dit geneesmiddel wordt gebruikt buiten de door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen geregistreerde indicaties. In artikel 68, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet is vastgelegd wanneer geneesmiddelen off-label mogen worden voorgeschreven. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft in het boeterapport van 30 juni 2022 vermeld dat [appellant sub 2] artikel 68, eerste lid, van de Gnw 27 keer heeft overtreden. De minister heeft aan [appellant sub 2] een boete opgelegd van € 3.000,00. De minister heeft zijn standpunt in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1030
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202402431/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202402431/1/A3

202403265/1/R4

Bij besluit van 18 februari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 31 januari 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een vuilniszak die op 31 januari 2024 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Lange Beestenmarkt 9 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de vuilniszak verkeerd heeft aangeboden omdat daarin een papieren retourlabel zat van de Bijenkorf met daarop haar naam- en adresgegevens. [appellante] betwist dat de vuilniszak van haar is. Ze stelt dat ze haar eigen afval altijd op maandag na 22:00 uur aanbiedt op de stoep bij haar huis ter hoogte van de [locatie] in Den Haag. Ze wijst er hierbij op dat de vuilniszak ver van haar woning is gevonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1016
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202403265/1/R4

202403893/1/A2

Bij besluit van 29 april 2022 heeft de minister van Financiën geweigerd een private schuld van [appellant] over te nemen. Deze uitspraak gaat over een besluit op grond van de regeling voor overneming en betaling van private schulden die is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen. [appellant] is een gedupeerde van de toeslagenaffaire. Hij heeft verzocht om overname van een aantal schulden. In hoger beroep is in geschil of een schuld bij Defam B.V. moet worden overgenomen. [appellant] is op 13 maart 2017 bij Defam een krediet aangegaan, om te voorkomen dat er beslag werd gelegd op zijn huis. Dit krediet bedroeg € 40.000,00, met een maandelijkse aflossing van € 400,00 per maand. Vanwege de terugvorderingen van de kinderopvangtoeslag heeft de echtgenote van [appellant] haar baan opgezegd, om voor de kinderen te zorgen. Door de daling van het inkomen hebben zij eind 2019 hun huis moeten verkopen. De schuld bij Defam bedroeg op 31 mei 2021 € 33.863,85. Op dat moment bedroeg de betalingsachterstand van [appellant] bij Defam € 3.200,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1004
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202403893/1/A2

202404007/1/R4

Bij besluit van 10 maart 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 16 februari 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 199,57, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kartonnen doos die op 16 februari 2024 is aangetroffen op de stoep ter hoogte van de Valkenboslaan 41 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar adres op het adreslabel op de doos staat. [appellante] betwist dat zij de doos onjuist heeft aangeboden. Ze stelt dat ze de doos, samen met ander oud papier, op de avond van 7 februari 2024 op straat heeft neergezet, met de bedoeling het papierafval de volgende dag aan te bieden op de papierophaaldag van de gemeente.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1017
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202404007/1/R4

202404353/1/R3

Bij besluit van 13 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Delft het bestemmingsplan "Gele Scheikunde" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt op de plek van het gebouwencomplex Gele Scheikunde van de Technische Universiteit Delft de bouw van maximaal 304 woningen en 3.900 m2 brutovloeroppervlak met commerciële en maatschappelijke functies en het behoud van twee bestaande woningen mogelijk. Het plangebied wordt begrensd door de Julianalaan, de Michiel de Ruyterweg en de Prins Bernhardlaan en Jaffalaan. [appellant] woont aan de Prins Bernhardlaan en is van mening dat de bebouwing van de voormalige campus in zijn geheel behouden moet blijven. Gele Scheikunde is de initiatiefnemer van de ontwikkeling. [appellant] betoogt dat de raad het bestemmingsplan zodanig heeft vastgesteld dat behoud van het gehele architectonisch-historisch waardevolle complex Gele Scheikunde niet langer mogelijk is bij de bouw van woningen. De raad had volgens [appellant] ervoor moeten kiezen woningbouw te beperken tot de contouren van het gebouwencomplex.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:991
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202404353/1/R3

202404676/1/R4

Bij besluit van 12 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Arnhem het bestemmingsplan ‘Chw Schuytgraaf, veegplan 2017, herziening velden 26 en 27 & reparaties en detaillering’ gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan ziet op drie gebieden in de wijk Schuytgraaf in Arnhem. Het maakt onder meer de ontwikkeling van 198 woningen mogelijk in de velden 26 en 27, aan de zuidrand van de wijk. Het bevat ook enkele reparaties en detailleringen. Ten slotte beoogt het plan voor het Noordereiland de bebouwingsmogelijkheden in lijn te brengen met de rest van Schuytgraaf. [appellante] woont aan het [locatie], op het perceel met de kadastrale aanduiding AHM05-AF-3770. Volgens haar leidt het bestemmingsplan ertoe dat vergunde bebouwing op haar perceel illegaal wordt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1020
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202404676/1/R4

202404721/1/A2

Bij besluit van 1 maart 2023 heeft de minister van Financiën de aanvraag van [appellant] om compensatie voor een afgeloste geldschuld afgewezen. Deze uitspraak gaat over compensatie voor afgeloste private schulden in het kader van de Hersteloperatie Toeslagen. Deze regeling is onderdeel van de regeling voor overneming en betaling van private schulden die is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen. [appellant] is een gedupeerde ouder van de toeslagenaffaire. [appellant] is op 13 maart 2017 een krediet aangegaan bij Defam B.V., om te voorkomen dat er beslag werd gelegd op zijn huis. Dit krediet bedroeg € 40.000,00, met een maandelijkse aflossing van € 400,00 per maand. Vanwege de terugvorderingen van kinderopvangtoeslag heeft de echtgenote van [appellant] haar baan opgezegd, om voor de kinderen te zorgen. Door de daling van het inkomen hebben zij eind 2019 hun huis moeten verkopen. [appellant] heeft op 25 februari 2021 vanuit de Catshuisregeling €30.000,00 ontvangen. [appellant] heeft een aanvraag gedaan om compensatie voor afgeloste schulden, voor een bedrag van € 8.000,00, het deel van de lening bij Defam dat [appellant] reeds had afgelost.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1002
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202404721/1/A2

202404726/1/R4

Bij besluit van 10 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 17 april 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kleine kartonnen doos die op 17 april 2024 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Walnootstraat 11 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden omdat daarop een adreslabel zat met haar naam- en adresgegevens. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat ze de doos in de container heeft gegooid. [appellante] stelt het pakketje op 12 april 2024 met de auto te hebben opgehaald bij het DHL servicepunt in Tabakshop de Walnoot aan de Walnootstraat 1 en de doos, nadat zij de inhoud daaruit heeft gehaald, heeft platgemaakt en heeft weggegooid in een container tegenover het servicepunt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1044
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202404726/1/R4

202404736/1/A2

Bij besluit van 10 januari 2023 heeft de Dienst Toeslagen een bedrag van € 2.891,00 van [appellant] teruggevorderd. [appellant] heeft in 2018 en 2019 voorschotten huur- en zorgtoeslagen ontvangen. Omdat na definitieve berekening is gebleken dat zijn inkomen te hoog is, moet [appellant] de voorschotten ten bedrage van € 4.555,00 terugbetalen. Op 7 februari 2020 heeft de Dienst Toeslagen een betalingsregeling getroffen met [appellant], waarbij hij € 184,00 per maand moet betalen. Omdat [appellant] niet heeft voldaan aan zijn maandelijkse betalingsverplichting, heeft de Dienst Toeslagen, bij besluit van 10 januari 2023, de betalingsregeling beëindigd en het volgens de Dienst Toeslagen op dat moment nog openstaande bedrag van € 2.891,00 in één keer van [appellant] teruggevorderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1011
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202404736/1/A2

202404868/1/R2

Bij besluit van 10 juli 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad een omgevingsvergunning verleend aan [appellant A], voor de activiteiten bouwen en het afwijken van het bestemmingsplan voor teeltondersteunende voorzieningen. [appellant A] exploiteert een bedrijf dat zich toespitst op de teelt van zachtfruit en asperges. In het besluit van 10 juli 2023 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen van 2,75 ha op bedrijfspercelen met de kadastrale nummers R279 en R280 en een pomphok op het bedrijfsterrein van [appellant A] aan de [locatie 1]. Daarnaast is voor de teeltondersteunende voorzieningen afgeweken van de regels van het toentertijd geldende bestemmingsplan, omdat de teeltondersteunende voorzieningen niet voldoen aan de voorwaarde dat de afstand tot het bouwplan niet meer mag bedragen dan 500 m (artikel 3.2.19 onder e van het bestemmingsplan "Buitengebied Sint-Oedenrode (Herziening 4)"). De teeltondersteunende voorzieningen mogen maximaal acht maanden per jaar op het perceel worden geplaatst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1008
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202404868/1/R2

202405188/1/R4

Bij besluit van 3 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 8 april 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 199,57, voor rekening van [appellant] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte doos die op 8 april 2024 is aangetroffen op straat ter hoogte van de Gabriël Metsusstraat 37 in Den Haag. Het is niet in geschil dat de platgemaakte doos van [appellant] is. [appellant] betwist dat hij de doos onjuist heeft aangeboden. Hij heeft verklaard dat hij de doos, samen met ander afval, op 7 april buiten heeft neergezet, met de bedoeling om de doos de volgende dag als grofvuil aan te bieden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1042
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202405188/1/R4

202407113/1/A2

Bij beslissing van 16 juli 2024 heeft de examencommissie van de opleiding HBO-ICT (hierna: de examencommissie) aan [appellant] een bindend negatief studieadvies gegeven. [appellant] is in het studiejaar 2022/23 begonnen met de bacheloropleiding ICT aan de Hogeschool van Amsterdam. Hij heeft in zijn eerste studiejaar 19 studiepunten behaald. Op 17 juli 2023 heeft de examencommissie de beslissing over het geven van een bindend studieadvies opgeschort, omdat de geschiktheid van [appellant] voor de opleiding vanwege zijn persoonlijke omstandigheden nog niet kon worden beoordeeld. [appellant] zou een positief studieadvies ontvangen als hij aan het eind van het tweede jaar alle 60 studiepunten uit de propedeutische fase zou hebben behaald. [appellant] is het niet eens met de beslissing van het college en voert aan dat er nog steeds persoonlijke omstandigheden zijn waardoor hij niet heeft kunnen voldoen aan de studievoortgangsnorm.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1031
Datum uitspraak
12 maart 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202407113/1/A2

202407452/1/V1

Bij besluit van 15 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:945
Datum uitspraak
11 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407452/1/V1

202407593/1/V3

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:966
Datum uitspraak
11 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407593/1/V3

202407597/1/V3

Bij besluit van 17 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:973
Datum uitspraak
11 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407597/1/V3

202407976/1/V2

Bij besluit van 18 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen en een verzoek om opheffing van een aan hem opgelegd inreisverbod, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:972
Datum uitspraak
11 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407976/1/V2

202500091/1/V3

Bij besluit van 13 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:971
Datum uitspraak
11 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500091/1/V3

202500097/1/V3

Bij besluit van 13 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:970
Datum uitspraak
11 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500097/1/V3

202500101/1/V3

Bij besluit van 13 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:969
Datum uitspraak
11 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500101/1/V3

202500658/1/V3 en 202500658/2/V3

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:968
Datum uitspraak
11 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500658/1/V3 en 202500658/2/V3

202501147/1/V2 en 202501147/2/V2

Bij besluit van 6 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:967
Datum uitspraak
11 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501147/1/V2 en 202501147/2/V2

202302324/1/V2

Bij besluit van 1 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:933
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302324/1/V2

202407488/1/V3

Bij besluit van 18 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 11 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.I. Vennik, advocaat in Haarlem, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:955
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202407488/1/V3

202407509/1/V3

Bij besluit van 20 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 10 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S. Jankie, advocaat in Hoofddorp, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:956
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202407509/1/V3

202407512/1/V3

Bij besluit van 18 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:959
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407512/1/V3

202407515/1/V3

Bij besluit van 18 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:960
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407515/1/V3

202407518/1/V3

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:961
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407518/1/V3

202407996/1/V3

Bij besluit van 28 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:944
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407996/1/V3

202407997/1/V3

Bij besluit van 28 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:943
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407997/1/V3

202407999/1/V3

Bij besluit van 28 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:942
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407999/1/V3

202408003/1/V3

Bij besluit van 25 november 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:941
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202408003/1/V3

202408005/1/V3

Bij besluit van 25 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:940
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202408005/1/V3

202408041/1/V3

Bij besluit van 18 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 30 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Jhingoer, advocaat in Rotterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:954
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202408041/1/V3

202500385/1/V3

Bij besluit van 31 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:939
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500385/1/V3

202500399/1/V3

Bij besluit van 31 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:938
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500399/1/V3

202500642/1/V3

Bij besluit van 9 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:962
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500642/1/V3

202500702/1/V3

Bij besluit van 27 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:937
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500702/1/V3

202500726/1/V3

Bij besluit van 10 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:963
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500726/1/V3

202500774/1/V2

Bij besluit van 25 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 31 januari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. C.M.G.M. Raafs, advocaat in Sittard, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:953
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500774/1/V2

202500807/1/V3 en 202500807/2/V3

Bij besluit van 11 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:936
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500807/1/V3 en 202500807/2/V3

202500844/2/V1

Bij besluit van 10 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 31 mei 2024 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 21 januari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:951
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202500844/2/V1

202500849/1/V3

Bij besluit van 23 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 6 februari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. G.S.S. de Kok, advocaat in Rotterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:952
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500849/1/V3

202501080/1/V3

Bij besluit van 3 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 17 februari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H. Drenth, advocaat in Utrecht, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:958
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501080/1/V3

202501122/1/V2 en 202501122/2/V2

Bij besluit van 8 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:934
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501122/1/V2 en 202501122/2/V2

202501217/1/V2 en 202501217/2/V2

Bij besluit van 5 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:977
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501217/1/V2 en 202501217/2/V2

202501371/2/V2

Bij besluit van 30 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:976
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501371/2/V2

BRS.24.000338

Bij besluit van 25 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:903
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000338

BRS.25.000050

Bij brief van 13 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling meegedeeld dat hij de termijn voor de overdracht aan Kroatië heeft verlengd tot achttien maanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:920
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000050

BRS.25.000109

Bij besluit van 26 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:923
Datum uitspraak
10 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000109

202204246/2/R3

Bij besluit van 18 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het vernieuwen en uitbreiden van de aanlegsteigers op de locatie [locatie] in Terherne. Deze zaak gaat over een inmiddels uitgevoerd steigerproject bij het restaurant "Paviljoen SALT" aan de Sâltpoel, een onderdeel van het Sneekermeer. [vergunninghoudster] is mede-eigenaar en -exploitant van dit restaurant, en houder van de vergunning voor het steigerproject. [verzoeker A] en anderen zijn eigenaren van een aantal recreatiewoningen in het recreatiecomplex "Waterpark Zoutpoel", dat ten zuidwesten van het restaurant aan de Sâltpoel ligt. De oorspronkelijke vergunning van 18 augustus 2021 voorzag in een uitbreiding en vernieuwing van de 4 steigers die op dat moment voor het restaurant lagen. Het verzoek om een voorlopige voorziening van [verzoeker A] en anderen richt zich tegen dit laatste besluit, waar zij het niet mee eens zijn. Aangezien zowel het broedseizoen van verschillende beschermde vogelsoorten in het gebied als het vaarseizoen binnenkort begint, vrezen zij voor schadelijke verstoring van de vogels als gevolg van het gebruik van de uitgebreide steigers. Zij wijzen in het bijzonder op de rietzanger, de kemphaan, het porseleinhoen, de brandgans en de kolgans.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:935
Datum uitspraak
7 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204246/2/R3

202303615/1/V1

Bij besluit van 5 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:927
Datum uitspraak
7 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202303615/1/V1

202306450/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:932
Datum uitspraak
7 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202306450/1/V1

202307589/1/V2

Bij besluit van 30 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van de vreemdeling om opheffing van zijn ongewenstverklaring afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:931
Datum uitspraak
7 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202307589/1/V2

202404091/1/V2

Bij besluit van 14 februari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van de vreemdeling om opheffing van zijn ongewenstverklaring afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:929
Datum uitspraak
7 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202404091/1/V2

202501137/2/V2

Bij besluit van 16 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 17 februari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:948
Datum uitspraak
7 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501137/2/V2

BRS.25.000108

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:850
Datum uitspraak
7 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000108

202105193/1/V3

Bij besluit van 1 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:921
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202105193/1/V3

202305910/1/V1

Bij besluit van 18 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (nu: de minister van Asiel en Migratie) een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:839
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202305910/1/V1

202400385/1/V3

Bij besluit van 27 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:919
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400385/1/V3

202400747/1/V1

Bij besluit van 12 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (nu: de minister van Asiel en Migratie) een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:840
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400747/1/V1

202406898/1/V3

Bij besluit van 25 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:918
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202406898/1/V3

202500067/1/V3

Bij besluit van 13 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:917
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500067/1/V3

202500170/1/V3

Bij besluit van 25 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:916
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500170/1/V3

202500173/1/V3

Bij besluit van 25 november 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:915
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500173/1/V3

202500174/1/V3

Bij besluit van 26 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:914
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500174/1/V3

202500177/1/V3

Bij besluit van 25 november 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:913
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500177/1/V3

202500901/1/V2

Bij besluit van 19 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:911
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500901/1/V2

202501068/1/V2 en 202501068/2/V2

Bij besluit van 13 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:925
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501068/1/V2 en 202501068/2/V2

202501074/2/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:910
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501074/2/V1

202501124/1/V2 en 202501124/2/V2

Bij besluit van 27 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:908
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501124/1/V2 en 202501124/2/V2

202501145/1/V2 en 202501145/2/V2

Bij besluiten van 8 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:907
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501145/1/V2 en 202501145/2/V2

BRS.24.000487

Bij besluit van 13 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:834
Datum uitspraak
6 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000487

202301510/1/V1

Bij besluit van 26 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:844
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202301510/1/V1

202405582/2/R2

Bij besluit van 9 juli 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zundert het wijzigingsplan "[locatie] Klein-Zundert" vastgesteld. Het plan voorziet in een wijziging van de bestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf" naar "Wonen". Met het wijzigingsplan wordt het mogelijk om op de plaats van de voormalige bedrijfswoning een nieuwe burgerwoning te realiseren. [appellante] heeft op aangrenzende gronden een boomkwekerij en kan zich niet met het plan verenigen omdat hij vreest te worden beperkt in zijn bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:819
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202405582/2/R2

202406943/2/R1

Bij besluit van 26 september 2024 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren het bestemmingsplan "[locatie] Susteren" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:732
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202406943/2/R1

202407751/1/V3

Bij besluit van 10 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:847
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407751/1/V3

202408069/2/R3

Bij besluit van 21 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ameland van Ameland aan Rijssenpad Projecten B.V. een omgevingsvergunning verleend in het kader van de realisatie van een hotel met wellness aan de Molenweg 18 in Nes. Deze zaak gaat over het plan van Rijssenpad Projecten B.V. om twee met elkaar verbonden gebouwen te realiseren aan de Molenweg 18 in Nes: een hotelgebouw en een "wellness"-gebouw, met daarin voorzieningen zoals een zwembad, een jacuzzi en sauna’s. Op de percelen waar het hotel en het wellness-gebouw zouden moeten komen, staat momenteel een voormalig zwembad, dat al jaren niet in gebruik is. Het college is het niet eens met het oordeel van de rechtbank en heeft daarom hoger beroep ingesteld. Het college heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij geen nieuw besluit op bezwaar hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:843
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202408069/2/R3

202500411/1/V3

Bij besluit van 24 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:837
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500411/1/V3

202500806/2/V1

Bij besluit van 11 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:846
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202500806/2/V1

202500908/2/V1

Bij besluit van 28 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:845
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202500908/2/V1

202501117/1/V3 en 202501117/2/V3

Bij besluit van 13 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 17 februari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. K. Mohasselzadeh, advocaat in Voorburg, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:949
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501117/1/V3 en 202501117/2/V3

202501307/2/V3

Bij besluit van 2 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 4 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:950
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501307/2/V3

BRS.25.000088

Bij besluit van 14 januari 2025 heeft de minister de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:830
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000088

BRS.25.000095

Bij besluit van 13 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 27 januari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:799
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000095

BRS.25.000240

Bij besluit van 3 december 2024 heeft de minister een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:904
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000240

202105725/1/R3

Bij besluit van 6 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Smallingerland het bestemmingsplan "Drachten - Hotel Lavendelheide 4" vastgesteld. In het plangebied is een hotel met onder andere een bowlingbaan gevestigd, dat door Van der Valk wordt geëxploiteerd. Van der Valk wil het hotel uitbreiden met een nieuw gebouw met hotelkamers en een restaurant met een overdekt terras. Daarnaast wil Van der Valk in dit gebouw vergader- en presentatiezalen realiseren, die ook voor feesten gebruikt kunnen worden. Het plan maakt het daarom onder meer mogelijk om aan de oostzijde van de bestaande bebouwing van het hotel een gebouw te bouwen met een bouwhoogte van 30 m. Ook wordt de bestaande bestemming "Horeca" uitgebreid binnen het plangebied. [appellant] woont op de [locatie]. Dit perceel ligt op een afstand van ongeveer 25 m ten noorden van het plangebied en minder dan 100 m van de gronden waarop het nieuwe gebouw is voorzien. [appellant] kan zich niet met het plan verenigen, onder meer omdat het plan volgens hem leidt tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarde van de Ureterpvallaat en een te hoge toename van de geluidsbelasting op zijn woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:888
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202105725/1/R3

202106454/1/R3

Bij besluit van 30 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers een omgevingsvergunning verleend voor het tijdelijk realiseren van een asielzoekerscentrum aan de Wikelerdyk 9a in Balk, geldig tot 17 maart 2022. Het asielzoekerscentrum is oorspronkelijk geopend in september 2016, nadat de aanvraag van het COA om een omgevingsvergunning van 10 februari 2016 was ingewilligd. In oktober 2018 is het asielzoekerscentrum gesloten, vanwege een daling in de instroom van vluchtelingen. Het besluit van 30 september 2019 is bij uitspraak van 31 augustus 2021 door de rechtbank vernietigd. Naar het oordeel van de rechtbank was onvoldoende gemotiveerd dat er een behoefte bestond aan 500 nieuwe opvangplaatsen. Ook was onvoldoende gemotiveerd dat het asielzoekerscentrum niet binnen bestaand stedelijk gebied had kunnen worden gerealiseerd. Het COA en het college zijn het oneens met deze uitspraak. [appellante A] exploiteert een veehouderij, gelegen ten zuidoosten van het asielzoekerscentrum, aan de [locatie]. Zij is het ook oneens met de uitspraak van de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:872
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202106454/1/R3

202200412/1/R2

Bij besluit van 2 november 2021 heeft de raad van de gemeente Brunssum het bestemmingsplan "Oostflank" gewijzigd vastgesteld. Het plan is overwegend een beheersmatig bestemmingsplan en voorziet in een herziening van bestaande planologische kaders voor delen van het gebied Oostflank in Brunssum ten behoeve van een beoogde ruimtelijke kwaliteitsverbetering. De raad wil onder meer de kaders beter afstemmen op de recent aangelegde Buitenring Parkstad Limburg, en de toegelaten vormen van bedrijvigheid aanpassen ter voorkoming van overlast voor de omgeving. Het gebied bestaat uit 5 deelgebieden die niet direct aan elkaar grenzen. [appellante sub 1] is eigenaar van het perceel [locatie 1] in Brunssum. Het perceel is gelegen in deelgebied Bouwberg (deelgebied 1) waar voorheen de beheersverordening "Bedrijventerrein" van toepassing was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:859
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202200412/1/R2

202200550/1/R2

Bij besluit van 16 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Loon op Zand besloten over te gaan tot invordering van de door Oostappen verbeurde dwangsommen. Bij besluit van 18 januari 2019 heeft het college aan Oostappen de last opgelegd om uiterlijk 27 januari 2019 om 23:00 uur het gebruik van de recreatieverblijven op het Oostappen Vakantiepark Droomgaard, gelegen aan de Van Haestrechtstraat 24 te Kaatsheuvel, voor zover deze zijn gelegen op het recreatieve gedeelte van het vakantiepark, zijnde het deel zonder de nadere aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - huisvesting arbeidsmigranten’, voor het huisvesten van arbeidsmigranten te staken en gestaakt te houden. Doet Oostappen dat niet, dan verbeurt zij na afloop van de begunstigingstermijn een dwangsom dat niet aan de last is voldaan. Op 28 januari 2019 en 8 februari 2019 heeft het college controles uitgevoerd en geconstateerd dat arbeidsmigranten waren gehuisvest in chalets [A] en [B], welke gelegen zijn op het recreatieve gedeelte van het vakantiepark.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:887
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202200550/1/R2

202200935/1/R4

Bij besluit van 8 februari 2022 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat (hierna: de minister) het saneringsplan "Oost-Nederland 3" vastgesteld en geluidproductieplafonds verlaagd. Het saneringsplan heeft betrekking op diverse wegvlakken van de A1, A12, A15, A18, A28, A30, A35, A50, N18, N35, N36 en N48 in de provincies Gelderland en Overijssel. Het saneringsplan bevat bronmaatregelen en afschermende maatregelen die ertoe leiden dat de geluidproductieplafonds op meerdere referentiepunten langs een aantal van de genoemde rijkswegen moeten worden verlaagd. [appellante] woont aan de [locatie] in [woonplaats] aan de oostzijde van de rijksweg N36. Deze woning wordt in het saneringsplan aangemerkt als saneringsobject. In het saneringsplan vormen de vier ten oosten van de N36 gelegen saneringsobjecten aan de [locatie] tot en met 8 het cluster N36_CL05 (hierna: het cluster). Ten behoeve van het cluster voorziet het saneringsplan in het aanleggen van de bronmaatregel dunne deklaag type A. Deze bronmaatregel wordt ten behoeve van meer dan één cluster langs de N36 toegepast over een lengte van ongeveer 3.100 m.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:870
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202200935/1/R4

202202888/1/R1

Bij besluit van 27 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort aan [partij A] een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van het bijgebouw bij zijn woning ten behoeve van een logeer- en slaapruimte op het perceel De [locatie 1] in Amersfoort. Met zijn aanvraag heeft [partij A] verzocht om het achterste deel van zijn bijgebouw, dat hij als hobbyruimte in gebruik heeft, te mogen gebruiken als een logeer- en slaapruimte. Het bijgebouw is aan zijn woning op het perceel gebouwd. Ter plaatse van het perceel geldt het bestemmingsplan "Woon- werkzone Bloeidaal". Op het perceel rust de bestemming "Wonen - 6" en de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 3". [appellanten] woont op het perceel [locatie 2], dat grenst aan het perceel van [partij A]. Hij stelt zich op het standpunt dat het college de omgevingsvergunning niet had mogen verlenen, omdat dit in strijd is met de goede ruimtelijke ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:878
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202202888/1/R1

202203593/1/A3 en 202203595/1/A3

Bij brieven van 2 en 8 februari 2021 heeft SAR de minister twee afzonderlijke verzoeken gedaan om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Op 2 februari 2021 heeft [persoon], op dat moment de campagneleider van SAR en voormalig directeur van SAR, de minister namens SAR verzocht om openbaarmaking van inspectierapporten die zijn opgemaakt over een apenhandelaar in de periode van 2018 tot 2 februari 2021. Verder heeft SAR verzocht om een overzicht van andere stukken, zoals documenten, adviezen van de Instantie voor Dierenwelzijn, levensloopdossiers van dieren, rapportages, zogenaamde CITES-papieren en beeldmateriaal, die in bezit zijn van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en die direct betrekking hebben op de bedoelde apenhandelaar, over dezelfde periode. Op 8 februari 2021 heeft [persoon] de minister namens SAR verzocht om openbaarmaking van de inspectierapporten die zijn opgemaakt over de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en het herseninstituut in Amsterdam over de periode 2018 tot 8 februari 2021.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:892
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202203593/1/A3 en 202203595/1/A3

202203764/1/A3

Bij besluit van 3 juni 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellante] voor een ligplaatsvergunning voor een bedrijfsvaartuig afgewezen. Op 13 november 2015 heeft [appellante] bij het college een aanvraag ingediend voor een ligplaatsvergunning voor een bedrijfsvaartuig, een vlot, genaamd ‘Werkvlot’. Het college heeft deze aanvraag op grond van artikel 2.4.1, vierde lid, in samenhang met artikel 2.3.1, tweede lid, van de Verordening op het binnenwater 2010 afgewezen, omdat dit niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Daar komt bij dat het vlot niet is aan te merken als een bedrijfsvaartuig, zoals bedoeld in de Vob, aldus het college. Met het besluit van 18 april 2019 heeft het college deze standpunten gehandhaafd. [appellante] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college zich redelijkerwijs op het standpunt kon stellen dat het vlot niet is aan te merken als een bedrijfsvaartuig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:890
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202203764/1/A3

202204349/1/R1

Bij besluit van 29 april 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland het verzoek van [wederpartij] om handhavend op te treden tegen luchthaven Teuge buiten behandeling gesteld. Luchthaven Teuge is een burgerluchthaven van regionale betekenis. Op grond van artikel 8.1a, derde lid, van de Wet luchtvaart is het verboden een burgerluchthaven van regionale betekenis in bedrijf te hebben indien voor de luchthaven geen luchthavenbesluit of luchthavenregeling geldt. Niet in geschil is dat voor de luchthaven Teuge een luchthavenbesluit vereist is en dat zo’n luchthavenbesluit er ten tijde van het besluit van 13 oktober 2020 nog niet was. Voor de luchthaven Teuge had uiterlijk op 1 november 2014 een luchthavenbesluit moeten worden vastgesteld. Dit volgt uit artikel XIII, eerste lid, van de Wijzigingswet. [wederpartij] heeft bij brief van 6 februari 2020, aangevuld bij brief van 17 februari 2020, een verzoek om handhaving ingediend. Hij heeft, voor zover hier van belang, verzocht om handhavend op te treden tegen luchthaven Teuge omdat de luchthaven zonder luchthavenbesluit in bedrijf is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:860
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Luchtvaart
  • uitspraakin de zaak202204349/1/R1
vorige pagina1...282930...1.205volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon