Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.346
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202406050/1/A2

Bij besluit van 27 december 2022 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen [appellant] een onderzoek naar de rijgeschiktheid opgelegd en de geldigheid van zijn rijbewijs geschorst. Het CBR heeft de geldigheid van het rijbewijs van [appellant] geschorst en bepaald dat hij een medisch onderzoek moet ondergaan naar zijn geestelijke geschiktheid om een motorvoertuig te besturen. Daaraan heeft het CBR ten grondslag gelegd dat het vermoeden bestaat dat hij als houder van een rijbewijs niet langer beschikt over de vereiste rijvaardigheid. Dat vermoeden is gebaseerd op politieregistraties over [appellant] die gaan over gebruik van lachgas in het verkeer. Volgens het CBR is sprake van ernstig gestoord inzicht of gedrag in de zin van artikel 23, derde lid, aanhef en onder b, van de Regeling maatregelen rijvaardigheid 2011, in samenhang met de bijlage, onder B, onderdeel II, onder b, van de regeling. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard. Volgens de rechtbank geldt de eis dat er een proces-verbaal wordt gemaakt van een verdenking in dit geval niet. Verder heeft de rechtbank geoordeeld dat de vele politieregistraties de conclusie rechtvaardigen dat sprake is van ernstig gestoord inzicht of gedrag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3122
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202406050/1/A2

202406358/1/R4

Bij besluit van 20 december 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren zijn beslissing om op 12 december 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Echt-Susteren 2019 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van twee huisvuilzakken die op 12 december 2023 door een toezichthouder zijn aangetroffen naast de restafvalcontainer aan de Prinses Irenestraat in Echt. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzakken verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin poststukken zijn aangetroffen waar haar naam en adres op staan. [appellante] betoogt dat het college niet mag uitgaan van de juistheid van het rapport van de toezichthouder, die het huisvuil heeft aangetroffen. Zij stelt dat in dat rapport staat dat het gaat om één huisvuilzak, terwijl op de bijgevoegde foto’s te zien is dat er twee huisvuilzakken zijn gevonden, één voor plastic, metaal en drinkkartons, en één voor restafval. Aangezien het rapport tegenstrijdig is, kan het niet worden gebruikt in deze procedure, aldus [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3119
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202406358/1/R4

202406430/1/R4

Bij besluit van 15 augustus 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad zijn beslissing om op 14 augustus 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Zaanstad 2020 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 14 augustus 2024 is aangetroffen naast de afvalcontainer met nummer 70816, ter hoogte van huisnummer 86 aan de Meidoornstraat in Zaandam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden omdat in de huisvuilzak een poststuk is aangetroffen waar zijn adres op staat. [appellant] betwist dat de huisvuilzak van hem afkomstig is. Een enkel poststuk in de huisvuilzak is volgens hem onvoldoende bewijs dat hij het was die de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden. Hij wijst er bovendien op dat de naam die op het poststuk staat niet zijn naam is, maar die van zijn zoon.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3112
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202406430/1/R4

202406485/1/R4

Bij besluit van 13 juli 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kampen zijn beslissing om op 11 juli 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening gemeente Kampen 2023 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 11 juli 2023 is aangetroffen aan een paaltje aan de Vermuydenstraat in Kampen, ter hoogte van de flat met huisnummers 170 t/m 252. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden omdat daarin een adreslabel is aangetroffen met haar naam en adres. [appellante] is het niet eens met het besluit en heeft daartegen achtereenvolgens bezwaar en beroep ingesteld. In beroep heeft zij verzocht om een schadevergoeding. Haar beroep en het bijbehorende verzoek zijn behandeld door de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3111
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202406485/1/R4

202406512/4/R1

Bij besluit van 30 september 2024 heeft de raad van de gemeente Noordoostpolder het bestemmingsplan "Ens, Oost- fase 3" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van maximaal 80 woningen mogelijk op een locatie direct ten noorden van de kruising tussen de Drietorensweg en de Zuiderringweg in Ens. Het gaat daarbij om twee-onder-één-kapwoningen, vrijstaande woningen, rijwoningen en zogenoemde rug-aan-rugwoningen. In het vorige bestemmingsplan had het plangebied een agrarische bestemming. OVT ontwikkeling is de initiatiefnemer van het plan. [appellant] woont aan de [locatie A]. Zijn perceel grenst aan alle zijden aan het plangebied, behalve aan de zijde die grenst aan de Zuiderringweg. [appellant] stelt zich op het standpunt dat de raad in het bestemmingsplan ten onrechte geen groenstrook van 3 m rondom zijn perceel heeft opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3128
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Flevoland
  • uitspraakin de zaak202406512/4/R1

202407286/1/A2

Bij besluit van 7 februari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een aanvraag van Spectrum Invest om verlening van een woningvormingsvergunning voor de woning Maststraat 51 te Den Haag, afgewezen. Het college heeft de aanvraag om een woningvormingsvergunning afgewezen, omdat de woning is gelegen in een gebied waar woningvorming negatieve gevolgen kan hebben op kwaliteit van de woonruimtevoorraad, het karakter van het gebied of de leefbaarheid van de omgeving. Verder heeft het college belang gehecht aan het behoud van een grotere woning in dit gebied. De rechtbank heeft overwogen dat het college de leefbaarheid op de juiste wijze in zijn besluitvorming heeft betrokken en dat het de hardheidsclausule niet hoefde toe te passen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3121
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202407286/1/A2

202407929/1/V6

Bij besluit van 23 mei 2023 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een verzoek van [appellant] om op enige wijze zijn overkomst naar Nederland te faciliteren, afgewezen. [appellant] heeft de Afghaanse nationaliteit en verblijft in Afghanistan. Op 3 april 2023 heeft hij de minister gevraagd om hem en zijn gezin naar Nederland over te brengen. [appellant] stelt dat hij in de periode van 2007 tot en met 2010 heeft gewerkt als medewerker van Afghan Security Guard voor de Nederlandse krijgsmacht in Kamp Holland in Uruzgan, Afghanistan. Hij is door ASG ingezet voor het kopen van uniformen en schoenen. Ook bood hij onderdak aan bewakers die van en naar Kamp Holland reisden en deed hij achtergrondonderzoek naar bewakers. De minister heeft het verzoek afgewezen, omdat [appellant] niet valt onder de bij de brief van 11 oktober 2021 getroffen speciale voorziening (Kamerstukken II 2021/22, 27 925, nr. 860; hierna: de Kamerbrief). Onder die speciale voorziening vallen twee groepen vreemdelingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3129
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202407929/1/V6

202500728/1/R4

Bij besluit van 27 november 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 14 oktober 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kartonnen doos die op 14 oktober 2024 is aangetroffen in de vulopening van de papiercontainer ter hoogte van huisnummer 17a aan het Willebrordesplein in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden omdat op de doos een adreslabel zat met daarop zijn naam en adres. [appellant] betwist niet dat de kartonnen doos van hem afkomstig is, maar hij betoogt dat het college hem ten onrechte als overtreder heeft aangemerkt. De doos was volgens hem niet verkeerd aangeboden. De doos was in de container geplaatst maar stak alleen een beetje uit, aldus [appellant]. Dat lag volgens hem deels aan de technische uitvoering van de oudere papiercontainers, waar papier vaak in blijft hangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3118
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202500728/1/R4

202500990/1/A2

Bij beslissing van 15 augustus 2024 heeft de commissie Toelating en Plaatsing Geneeskunde van de faculteit Medische Wetenschappen, namens het instellingsbestuur, het verzoek van [appellant] om toelating tot de master Geneeskunde afgewezen. Bij beslissing van 16 januari 2025 heeft het CBE het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] heeft in 2005 zijn doctoraaldiploma Geneeskunde gehaald aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarnaast heeft hij in 2014 de bacheloropleiding Biomedische wetenschappen afgerond. Hij heeft in 2024 een toelatingsverzoek ingediend tot de masteropleiding Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dit verzoek is door de toelatingscommissie afgewezen. Het doctoraaldiploma Geneeskunde is te lang geleden behaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3142
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202500990/1/A2

202501488/1/R4

Bij besluit van 15 december 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 27 november 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kartonnen doos die op 27 november 2024 is aangetroffen naast de ondergrondse restafvalcontainer aan het Jan van Riebeekplein in Den Haag, ter hoogte van huisnummer 104. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat op de doos een adreslabel zat waar zijn naam en adres op stonden. [appellant] betwist niet dat de kartonnen doos van hem afkomstig is. Hij betwist wel hij die doos naast de ORAC zou hebben gezet. Hij stelt dat hij de doos in de Sinterklaasperiode heeft meegegeven aan een groepje hem onbekende kinderen dat aan de deur kwam. Hij dacht dat de doos zou worden gebruikt om een surprise mee te maken en weet niet hoe de doos naast de ORAC terecht is gekomen. [appellant] stelt dat het voor hem niet goed mogelijk is om de kinderen, die zijn relaas zouden kunnen staven, te traceren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3117
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202501488/1/R4

202502472/1/A2

Bij uitspraak van 9 april 2025 in zaken nrs. 202406985/1/A2, 202500574/1/A2 en 202500574/2/A2, ECLI:NL:RVS:2025:1534, heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak met toepassing van artikel 8:86 van de Awb de beroepen van [verzoeker] tegen het niet-tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk verklaard, de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen en het van rechtswege ontstane beroep tegen het besluit van 28 november 2023 verwezen naar het college van beroep voor de examens van de Technische Universiteit Eindhoven, ter behandeling als administratief beroep. [verzoeker] heeft de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3115
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Herziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502472/1/A2

202306476/3/V3

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 12 oktober 2023 in zaak nr. NL23.18813. De staatssecretaris heeft het hoger beroep ingetrokken. Verzoeker, vertegenwoordigd door P.L.M. Stieger, advocaat in ‘s-Hertogenbosch, heeft de Afdeling verzocht de minister van Asiel en Migratie te veroordelen in de bij hem opgekomen proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3065
Datum uitspraak
8 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306476/3/V3

202403741/1/V1

Bij besluit van 8 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3069
Datum uitspraak
8 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403741/1/V1

202501752/2/R4

Bij besluit van 27 januari 2025 heeft de raad van de gemeente Lochem het bestemmingsplan "Almen-Zuid 2b" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van 15 woningen met bijbehorende ontsluitingswegen, parkeerplaatsen en waterberging aan de zuidkant van Almen. Daarvan zullen 7 woningen worden gebouwd op onbebouwde percelen die momenteel agrarisch in gebruik zijn. De overige 8 woningen zullen worden gebouwd op een perceel dat in de huidige situatie in gebruik is als parkeerterrein voor een naburig hotel. Het plan voorziet ook in een vervangend parkeerterrein voor dat hotel. [verzoekster] stelt echter dat het plan zal leiden tot feitelijk onomkeerbare gevolgen en verzoekt daarom het plan te schorsen. Zo wijst zij erop dat in de bomen aan de westzijde van het plangebied - die zullen worden gekapt - mogelijk beschermde diersoorten waaronder uilen en vleermuizen aanwezig zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3036
Datum uitspraak
8 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202501752/2/R4

202502706/1/V1

Bij besluit van 19 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3068
Datum uitspraak
8 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202502706/1/V1

202503567/1/V3

Bij besluit van 1 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3067
Datum uitspraak
8 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503567/1/V3

202503724/2/V2

Bij besluit van 23 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 20 juni 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3145
Datum uitspraak
8 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503724/2/V2

BRS.24.000460 en BRS.24.000461

Bij besluiten van 1 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellanten een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3039
Datum uitspraak
8 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000460 en BRS.24.000461

BRS.25.000759

Bij besluit van 23 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3040
Datum uitspraak
8 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000759

BRS.25.000773

Bij besluit van 14 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3038
Datum uitspraak
8 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000773

202304155/1/V3

Bij besluit van 21 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en ambtshalve geweigerd hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3043
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304155/1/V3

202402364/1/V2

Bij besluit van 15 september 2022, aangevuld bij besluit van 30 mei 2023, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen, hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3064
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402364/1/V2

202402365/1/V3

Bij besluit van 1 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat betrokkene geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft betrokkene ook opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken na 4 september 2023 te verlaten. De staatssecretaris heeft dit besluit op 14 februari 2024 ingetrokken. Bij besluit van 24 januari 2024 heeft de staatssecretaris vastgesteld dat betrokkene met ingang van 5 maart 2024 niet langer rechtmatig in Nederland verblijft. Bij besluit van 7 februari 2024 heeft zij betrokkene vervolgens opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken na 4 maart 2024 te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3045
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402365/1/V3

202406999/1/V1

Bij besluit van 31 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 22 januari 2024 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3046
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202406999/1/V1

202407134/1/V2

Bij besluit van 19 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3047
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407134/1/V2

202500090/1/V3

Bij besluit van 16 december 2024 heeft de minister appellant van Asiel en Migratie een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3048
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500090/1/V3

202501247/1/V3

Bij besluit van 21 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3060
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501247/1/V3

202501728/1/V2

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: de asielaanvraag) te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3066
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501728/1/V2

202501792/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3059
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501792/1/V1

202502282/2/R2

Bij besluit van 6 februari 2025 heeft de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel het "TAM-imro-omgevingsplan, hoofdstuk 22a Veldstraat ong. Den Dungen" als wijziging van het omgevingsplan van de gemeente Sint-Michielsgestel vastgesteld. Het besluit tot wijziging maakt de bouw van maximaal 24 woningen mogelijk bij de Veldstraat in Den Dungen. De voormalige basisschool op de locatie is gesloopt en het terrein ligt braak. [verzoeker] en anderen wonen naast of dichtbij de locatie. Zij kunnen zich niet vinden in het besluit tot wijziging omdat de grote toename van het aantal woningen, het tekort aan parkeerplaatsen, het ontbreken van klimaatadaptieve maatregelen en het verdwijnen van groen volgens hen zullen leiden tot een aanzienlijke verslechtering van het woon- en leefklimaat. [verzoeker] en anderen betogen dat het bouwvolume te groot is. Er zijn volgens hen te veel woningen op een te klein oppervlak voorzien. Een massief appartementencomplex past volgens hen niet in een straat met individuele woningbouw en ruime kavels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3035
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202502282/2/R2

202503055/1/V3

Bij besluit van 4 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3058
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503055/1/V3

202503102/1/V2 en 202503102/2/V2

Bij besluit van 30 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3056
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503102/1/V2 en 202503102/2/V2

202503408/1/V3

Bij besluit van 26 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3057
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503408/1/V3

202503435/1/V3

Bij uitspraak van 13 juni 2025 heeft de rechtbank het met een kennisgeving vanwege de minister daartegen aanhangig gemaakte beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3055
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503435/1/V3

202503457/1/V2 en 202503457/2/V2

Bij besluit van 4 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3054
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503457/1/V2 en 202503457/2/V2

202503492/2/V2

Bij besluit van 24 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3053
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503492/2/V2

202503511/1/V3

Bij besluit van 31 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3051
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503511/1/V3

202503512/1/V3

Bij besluit van 25 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3050
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503512/1/V3

202503806/1/A2

Het verzoek richt zich tegen de beslissing van 3 juli 2025, waarbij de Teamexamencommissie het door [verzoeker] gemaakte examen P6-K1-3 Voert marktonderzoeken uit deel 1 ongeldig heeft verklaard vanwege fraude. De kern van de beslissing van de Teamexamencommissie is dat een surveillant, tevens haar vakdocent, tijdens het afleggen van het examen op 28 mei 2025 heeft geconstateerd dat [verzoeker] een browservenster met generatieve AI open had staan, te weten het programma ChatGPT. Van die verklaring is echter geen schriftelijk bewijs opgemaakt, althans niet overgelegd. Verder is er geen duidelijke verklaring gegeven over wat de surveillant tijdens het examen zou hebben gezien en onder welke omstandigheden, en ook is [verzoeker] niet tijdens of onmiddellijk na het examen aangesproken op het gebruik van het niet toegestane hulpmiddel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3204
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202503806/1/A2

BRS.25.000637

Bij besluit van 17 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3028
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000637

BRS.25.000731 en BRS.25.000732

Bij besluit van 23 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3030
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000731 en BRS.25.000732

BRS.25.000744

Bij besluit van 19 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3011
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000744

BRS.25.000748

Bij besluit van 19 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3020
Datum uitspraak
7 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000748

202503815/1/V3.

Bij besluit van 16 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3649
Datum uitspraak
6 augustus 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503815/1/V3.

202407261/1/R2 en 202407261/2/R2

Bij besluit van 12 september 2024 heeft de raad het "Bestemmingsplan gebiedsuitwerking FHeijdenstraat-noord (FvdHeijdenstraat-Schotelven-Hoenderberg)" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De raad heeft een verweerschrift ingediend. [verzoeker] heeft een nader stuk ingediend. [partij A] en [partij B] hebben een nader stuk ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3529
Datum uitspraak
6 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202407261/1/R2 en 202407261/2/R2

202402446/1/V1

Bij besluit van 15 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3034
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202402446/1/V1

202403482/1/V1

Bij besluit van 8 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3033
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403482/1/V1

202407908/1/V1

Bij besluit van 17 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3032
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407908/1/V1

202502380/1/R2 en 202502380/2/R2

Bij besluit van 13 juni 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom aan tennisvereniging Smash Bergen op Zoom een omgevingsvergunning verleend voor het aanleggen van vier padelbanen en het verleggen van een tennisbaan. Het college heeft de omgevingsvergunning aan Smash verleend voor het aanleggen van vier padelbanen en het verleggen van een tennisbaan op het terrein van Smash in Bergen op Zoom aan de Beukenlaan 12. De locatie ligt in het noordelijke deel van het sportpark Rozenoord. [verzoekster] woont ten zuiden van dit sportpark, aan de [locatie] in Bergen op Zoom. Zij vreest voor overlast ten gevolge van de omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3014
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202502380/1/R2 en 202502380/2/R2

BRS.25.000709

Bij besluit van 25 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3010
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000709

BRS.25.000791

Bij besluit van 15 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3031
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000791

202300231/2/A3

Ten aanzien van zaak nr. 202300231/1/A3, die op 7 juli 2025 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad mr. E.J. Daalder, die als voorzitter van de meervoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 4 juli 2025 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen. De staatsraad heeft te kennen gegeven dat bij de voorbereiding van de zitting in bovenvermelde zaak is gebleken dat de door de Afdeling in persoon opgeroepen directeur-generaal van de Belastingdienst drs. P.H. Smink zal worden bijgestaan door mr. R.W. Veldhuis. Mr. Veldhuis is werkzaam op het kantoor Pels Rijcken, waar hij in het verleden ook aan verbonden is geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3062
Datum uitspraak
4 juli 2025
  • Verschoning
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202300231/2/A3

202302321/1/V3

Bij besluit van 15 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2936
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302321/1/V3

202304916/1/V3

Bij besluit van 8 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3021
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304916/1/V3

202403487/1/V3

Bij besluit van 20 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van appellant tot het opheffen van het tegen hem uitgevaardigde inreisverbod, afgewezen, en de aanvraag van appellant tot het verlenen van een verblijfsvergunning op grond van het Terugtrekkingsakkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3022
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403487/1/V3

202403655/1/V3

Bij besluit van 17 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3017
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403655/1/V3

202500876/1/V3

Bij besluit van 3 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3025
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500876/1/V3

202502808/1/V3

Bij besluit van 1 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3023
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502808/1/V3

202502809/1/V3

Bij besluit van 28 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3024
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502809/1/V3

202502835/1/V3

Bij besluit van 30 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3026
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502835/1/V3

202503275/1/V3 en 202503275/2/V3

Bij besluit van 25 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3019
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503275/1/V3 en 202503275/2/V3

202503468/2/V1

Bij besluit van 21 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan betrokkene verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag om hem een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen of een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3018
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503468/2/V1

202503577/1/V2 en 202503577/2/V2

Bij besluit van 22 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3016
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503577/1/V2 en 202503577/2/V2

202502601/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam van 25 maart 2025, waarbij het college het bezwaar van [appellant] niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het geschil betreft de vraag of het college het bezwaar van [appellant] terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard vanwege het ontbreken van procesbelang. [appellant] heeft een verzoek tot inschrijving ingediend voor de bacheloropleiding Fiscaal recht aan de Universiteit van Amsterdam. Het college heeft dit verzoek aanvankelijk op 12 september 2024 afgewezen, omdat hij niet had aangetoond het collegegeld te hebben betaald. [appellant] heeft bezwaar gemaakt en daarbij gewezen op een afgegeven machtiging voor de incasso van het collegegeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3162
Datum uitspraak
3 juli 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502601/1/A2

202202776/2/V3

Bij verwijzingsuitspraak van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3275, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het Hof van Justitie verzocht om in een prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de door haar gestelde vragen over de behandeling van asielverzoeken van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling. De Afdeling heeft daarbij de behandeling van het hoger beroep geschorst tot het Hof uitspraak heeft gedaan en iedere verdere behandeling aangehouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2866
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202776/2/V3

202407800/1/V2 en 202407800/2/V2

Bij besluit van 27 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 13 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. A.C. Pool, advocaat in Arnhem, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2933
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407800/1/V2 en 202407800/2/V2

202407873/1/V3

Bij besluit van 20 november 2024 heeft de minister betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 23 december 2024 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep, voor zover gericht tegen de tenuitvoerlegging van de maatregel, gegrond verklaard en voor het overige ongegrond, de wijziging van de tenuitvoerlegging van de maatregel met ingang van die dag bevolen en de minister opgedragen betrokkene schadeloos te stellen. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M.M. Volwerk, advocaat in Leiden, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2932
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407873/1/V3

202502124/1/V2

Bij besluiten van 21 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en een verzoek van appellant om opheffing van het tegen hem uitgevaardigde inreisverbod, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2929
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502124/1/V2

202502385/2/A3

Bij besluit van 16 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest een verzoek van [wederpartij] tot rectificatie van zijn persoonsgegevens in de basisregistratie personen afgewezen. Bij besluit van 19 december 2023 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [wederpartij] heeft in 2016 en 2019 een verzoek om rectificatie van zijn gegevens in de brp bij het college ingediend. Het gaat om zijn voornaam, geslachtsnaam, nationaliteit, geboorteplaats en geboorteland. Het college heeft beide verzoeken afgewezen. Tegen de beslissing op het tweede verzoek, waarbij hij verschillende bewijsstukken heeft ingebracht, heeft [wederpartij] bezwaar en beroep ingesteld. Het beroep heeft de rechtbank bij uitspraak van 16 februari 2021 ongegrond verklaard. [wederpartij] heeft daartegen geen hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2927
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202502385/2/A3

202502441/3/A3

Bij brief van 27 juni 2025, ingekomen op 28 juni 2025, hebben [verzoeker] en anderen verzocht om wraking van mr. N. Verheij (hierna: de staatsraad) als voorzieningenrechter van de Afdeling belast met de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening in zaak nr. 202502441/2/A3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3013
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Wraking
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202502441/3/A3

202503301/1/V3

Bij besluiten van 7 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 5 juni 2025 heeft de rechtbank de daartegen door appellanten ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak hebben appellanten, vertegenwoordigd door mr. R. Deniz, advocaat in Breda, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2931
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503301/1/V3

202503329/2/V2

Bij besluit van 21 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 6 juni 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2930
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503329/2/V2

BRS.25.000717

Bij besluit van 7 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om afgifte van een document als bedoeld artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2917
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000717

BRS.25.000721

Bij besluit van 20 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2905
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000721

BRS.25.000724

Bij besluit van 10 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2907
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000724

201809540/4/R2

Bij uitspraak, onderscheidenlijk tussenuitspraak van 23 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:580, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Bladel opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin genoemde gebreken in het besluit van 20 september 2018 te herstellen met inachtneming van wat over die gebreken in de tussenuitspraak is overwogen. Bij besluit van 20 september 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "KBP Zuidoost Hapert" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellante sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 8.1 overwogen dat de raad ter zitting heeft erkend dat in artikel 4.3.1 van de planregels abusievelijk is verwezen naar artikel 4.2.1, onder c, van de planregels en dat is beoogd om te verwijzen naar artikel 4.2.1, onder d, van de planregels. De Afdeling overwoog dat in zoverre sprake is van een kennelijke verschrijving. De raad heeft ter uitvoering van de tussenuitspraak onder andere de afwijkingsmogelijkheid met betrekking tot de maximale hoogte van de parkeergarage geschrapt, zodat de parkeergarage maximaal 6 meter hoog kan worden en heeft 2 voorwaardelijke verplichtingen met betrekking tot de aanleg en de instandhouding van de drie geluidswallen in het bestemmingsplan opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2942
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201809540/4/R2

202108151/1/R4

Bij besluit van 20 april 2020 heeft het college geweigerd aan [appellant A] een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van de woning aan het [locatie] in Utrecht ten behoeve van kamerverhuur. [appellant A] is eigenaar van de woning. [appellant B] is haar dochter en is sinds 1 april 2021 voor 10% mede-eigenaar. [appellant A] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het gebruik van vijf kamers in de woning voor kamerverhuur. Het college heeft geweigerd daarvoor een omgevingsvergunning te verlenen, omdat het toestaan van kamerverhuur volgens hem leidt tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van omwonenden, zoals is bedoeld in artikel 5.2, onder b, van de regels van het bestemmingsplan "Chw Algemene regels over bouwen en gebruik". [partij A] en [partij B] zijn omwonenden en zijn het eens met de weigering. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college mocht weigeren om de omgevingsvergunning voor kamerverhuur te verlenen. [appellant A] en [appellant B] zijn het daar niet mee eens en hebben daarom hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2964
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202108151/1/R4

202202472/1/A3

Bij besluit van 17 december 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân aan Faunabeheereenheid Fryslân opdracht gegeven voor het uitvoeren van beheermaatregelen in het werkgebied van Faunabeheereenheid Fryslân. Bij besluit van 18 augustus 2020, heeft het college het door de vereniging daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het college heeft het bezwaar van de vereniging tegen dat besluit niet-ontvankelijk verklaard omdat, naar het college stelt, de vereniging geen belanghebbende is, als bedoeld in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verenging wel belanghebbende is. Gelet op de statutaire doelstelling wordt zij door het besluit getroffen in een belang dat zij in het bijzonder behartigt, aldus de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2977
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Flora en fauna
  • uitspraakin de zaak202202472/1/A3

202202760/1/A3

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere het verzoek van [appellant A] om inzage in persoonsgegevens deels afgewezen. Het college heeft het verzoek van [appellant A] om inzage in persoonsgegevens deels ingewilligd en een overzicht verstrekt met persoonsgegevens van [appellant B] en hem. Bij het besluit van 23 maart 2020 heeft het college dit overzicht aangevuld. In beroep en hoger beroep is met name aan de orde de beperking van het recht op inzage door het college in verwerkte persoonsgegevens van [appellant A] en [appellant B] in het dossier over de voormalige huurster (urgentieverklaring) en in het Wet maatschappelijke ondersteuning/beschermd wonen-dossier van de zoon van [appellant A] en [appellant B].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2997
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202202760/1/A3

202202776/2/V3

Bij verwijzingsuitspraak van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3275, heeft de Afdeling het Hof van Justitie verzocht om in een prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de door haar gestelde vragen over de behandeling van asielverzoeken van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling. De Afdeling heeft daarbij de behandeling van het hoger beroep geschorst tot het Hof uitspraak heeft gedaan en iedere verdere behandeling aangehouden. In de uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2025:2865, heeft de Afdeling onder 7-7.3 aan de hand van het arrest QY uiteengezet hoe de minister moet omgaan met asielaanvragen van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling, maar die niet naar Griekenland kunnen terugkeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2866
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202776/2/V3

202203031/2/V3

Bij verwijzingsuitspraak van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3275, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het Hof van Justitie verzocht om in een prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de door haar gestelde vragen over de behandeling van asielverzoeken van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling. Deze uitspraak gaat over de vraag hoe de minister moet omgaan met asielaanvragen van personen die door een andere lidstaat zijn erkend als vluchteling. In deze zaak was Griekenland de statusverlenende lidstaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2865
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203031/2/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202203031/2/V3

202203102/1/A3

Bij besluit van 21 december 2020 heeft Normec Certification B.V. het procescertificaat asbestverwijdering van VSM voor een termijn van dertig dagen onvoorwaardelijk geschorst. VSM is een bedrijf dat asbest verwijdert. Om dat te mogen doen heeft zij een procescertificaat asbestverwijdering van Normec. Op 1 oktober 2020 was VSM bezig om asbesthoudend dakleer van een bedrijfshal te verwijderen. Zij deed dat met de grijper/knijper van een torenkraan. Een toezichthouder van de Omgevingsdienst regio Utrecht die die dag langs kwam, vond deze manier van verwijderen niet volgens de regels. Deze toezichthouder heeft het werk van VSM stilgelegd en Normec hierover ingelicht. Normec heeft vervolgens onderzoek gedaan en is tot de conclusie gekomen dat VSM was afgeweken van de regels. Er zijn drie afwijkingen die behoren tot de zogenoemde categorie II. Normec heeft daarom het procescertificaat van VSM onvoorwaardelijk geschorst voor 30 dagen. Volgens de rechtbank mocht Normec dat doen. VSM is het daar niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2995
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202203102/1/A3

202203309/1/R2

Bij besluit van 27 juni 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel aan [appellante sub 2] een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming verleend voor het wijzigen van een varkenshouderij aan de [locatie] in Agelo. [appellante sub 2] exploiteert een varkenshouderij aan de [locatie] in Agelo. Voor de uitbreiding en exploitatie van de varkenshouderij is op 11 december 2015 een natuurvergunning verleend. Deze natuurvergunning heeft betrekking op het houden van varkens in meerdere stallen, genummerd als stallen 2, 3, 4, 5, 6a, 6b, 7, 8, 9a en 9b. De stallen 7, 8, 9a en 9b zijn nooit gerealiseerd. In 2017 is het bedrijf getroffen door een brand, waarbij de stallen 6a en 6b zijn verwoest. [appellante sub 2] wil deze stallen op een iets andere plaats herbouwen, deze voorzien van biologische combiluchtwassers in plaats van chemische luchtwassers, en de dieraantallen op het bedrijf aanpassen. [appellante sub 2] heeft op 20 februari 2018 een natuurvergunning aangevraagd voor de oprichting van de stallen 6a en 6b en de exploitatie van het bedrijf na deze wijzigingen. Die exploitatie heeft betrekking op het houden van varkens in de stallen 2, 3, 4, 5, 6a (nieuw) en 6b (nieuw).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2963
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202203309/1/R2

202203824/1/A2

Bij besluit van 1 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bekostiging van de stichting voor renovatie en uitbreiding van een school vastgesteld op een bedrag van € 3.186.847,00 en het verzoek om aanvullende bekostiging van een bedrag van € 142.244,00 afgewezen. De stichting is het bevoegd gezag van meerdere scholen in Haarlem in het primair en speciaal onderwijs. Zij heeft een aanvraag tot bekostiging gedaan om het gebouw aan de Cruquiusweg 2, te Haarlem, te renoveren en uit te breiden om een nieuwe basisschool te vestigen. Na goedkeuring van het bouwplan en de begroting van de stichting heeft het college bij besluit van 22 augustus 2019 bekostiging verleend voor een bedrag van € 3.078.000,00. Daarin is onder meer opgenomen dat de stichting voortgangsrapportages moet indienen en melding moet doen van wijzigingen ten opzichte van de begroting en/of het bestek van de bouwplannen. De rechtbank heeft overwogen dat de zorgplicht van het college voor de huisvesting van scholen in het primair onderwijs, als bedoeld in de artikelen 91 en 92 van de Wet op het primair onderwijs, niet zover strekt dat het alle kosten die de stichting heeft gemaakt integraal moet vergoeden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2959
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202203824/1/A2

202204443/1/R4

Bij besluit van 29 november 2019 heeft het college aan van burgemeester en wethouders van Nijmegen [bedrijf] een omgevingsvergunning verleend voor het gebruiken van het perceel [locatie] in Nijmegen ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten van [bedrijf] voor een periode van zes jaar. [appellante] is eigenaresse van het perceel en verhuurt dat aan [bedrijf]. [bedrijf] wil het perceel gebruiken voor zijn bedrijf. Omdat het op het moment van de besluitvorming geldende bestemmingsplan "Nijmegen Zuid 2017" geen bedrijfsactiviteiten toestond, heeft [bedrijf] het college verzocht om hem een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van het perceel in strijd met het bestemmingsplan voor een periode van zes jaar. Het college heeft de verzochte vergunning bij het besluit van 29 november 2019 verleend. Bij het besluit op bezwaar van 17 augustus 2020 heeft het college de verleende vergunning herroepen, omdat [bedrijf] volgens het college geen belanghebbende is en daarom geen aanvraag kan indienen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2940
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204443/1/R4

202204567/1/R2

Bij besluit van 15 juni 2022 heeft de raad van de gemeente Breda het bestemmingsplan "Princenhage, Tuinzigtlaan 12" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een herontwikkeling van het voormalige schoolgebouw De Rooi Pannen aan de Tuinzigtlaan 12 tot een appartementencomplex met 236 woningen en een bouwhoogte van maximaal 17 meter. [appellant] kan zich als bewoner van het naastliggende appartementencomplex Easy Street niet verenigen met de voorziene herontwikkeling. Hij vreest een aantasting van zijn woon- en leefklimaat, onder meer door parkeeroverlast, verminderde bezonning en een aantasting van zijn privacy.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3003
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202204567/1/R2

202204988/1/R4 en 202205160/1/R4 en 202205161/1/R4

Bij besluit van 26 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Berkelland [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om een aanbouw, een serre, een tuinmuur aan een bestaande schuur en een toegangspoort op het perceel [locatie] in Beltrum te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is op het perceel het [bedrijf] gaan exploiteren. Daarvoor heeft hij rond 2019 op het perceel een aanbouw, een serre, een tuinmuur en een toegangspoort gerealiseerd. Volgens het college van burgemeester en wethouders van Berkelland ontbreken de hiervoor vereiste omgevingsvergunningen. Het college van burgemeester en wethouders van Berkelland heeft [appellant] daarom gelast om deze bouwwerken te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is het daar niet mee eens. Volgens hem is er voor deze bouwwerken al eerder een omgevingsvergunning van rechtswege ontstaan. Zekerheidshalve heeft [appellant] voor de bouwwerken alsnog omgevingsvergunningen gevraagd. Het college van burgemeester en wethouders van Berkelland heeft die geweigerd. [appellant] is het ook met die weigering niet eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2956
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204988/1/R4 en 202205160/1/R4 en 202205161/1/R4

202205428/2/V3

Bij verwijzingsuitspraak van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3275, heeft de Afdeling het Hof van Justitie verzocht om in een prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de door haar gestelde vragen over de behandeling van asielverzoeken van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling. De Afdeling heeft daarbij de behandeling van het hoger beroep geschorst tot het Hof uitspraak heeft gedaan en iedere verdere behandeling aangehouden. In de uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2025:2865, heeft de Afdeling onder 7-7.3 aan de hand van het arrest QY uiteengezet hoe de minister moet omgaan met asielaanvragen van personen die door Griekenland zijn erkend als vluchteling, maar die niet naar Griekenland kunnen terugkeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2867
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205428/2/V3

202205572/1/R4

Bij besluit van 4 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het overschrijden van het bouwvlak op het perceel [locatie 1 en locatie 2] in Uddel. [vergunninghouder] is, samen met anderen, bewoner van de bestaande dubbele woning aan de [locatie 1 en locatie 2] in Uddel. Voor de bouw van deze woning is in 2014 omgevingsvergunning verleend. De woning is echter in afwijking van deze vergunning gebouwd buiten het bouwvlak. Met het oog op het legaliseren van die overtreding heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning voor het overschrijden van het bouwvlak verleend, met toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. [appellant] en anderen zijn eigenaren van het perceel [locatie 3 en locatie 4]. Het college heeft in 2016 omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een dubbele woning op dat perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2991
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205572/1/R4

202206078/1/R4

Bij besluit van 25 september 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hollands Kroon aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend om bebouwing op het perceel [locatie] in Wieringerwerf, gemeente Hollands Kroon (hierna: het perceel), permanent te gebruiken voor de tijdelijke huisvesting van maximaal 40 arbeidsmigranten. [vergunninghoudster] is eigenaar van het perceel. Het perceel ligt op een bedrijventerrein. Op het perceel staat bebouwing die [vergunninghoudster] wil gebruiken als logiesverblijf voor de tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten. Dat gebruik is niet toegestaan op grond van het geldende bestemmingsplan "Wieringerwerf". De bedrijfspercelen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] liggen op hetzelfde bedrijventerrein in de directe omgeving van het perceel. Het college heeft de omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2o van de Wabo.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2943
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202206078/1/R4

202206340/1/R3

Bij besluit van 17 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk het verzoek van Drinxx Noordwijk B.V. en 31 anderen om handhavend op te treden tegen het opheffen van parkeerplaatsen aan de Maarten Kruytstraat in Noordwijk afgewezen. Degger kappers en anderen zijn ondernemers die zijn gevestigd in de omgeving van de geblokkeerde parkeerplaatsen. Zij vrezen dat klanten niet meer in de buurt van hun onderneming kunnen parkeren en dat zij hun onderneming niet meer goed kunnen bevoorraden. Op 31 mei 2021 hebben zij het college verzocht om handhavend op te treden tegen de blokkades en de parkeerplaatsen weer vrij te geven, omdat het plaatsen ervan volgens hen in strijd is met het bestemmingsplan "Zeewaardig" en de Algemene Plaatselijke Verordening Noordwijk 2021. Daarbij hebben zij erop gewezen dat voor het onttrekken van parkeerplaatsen aan de openbaarheid een besluit moet worden genomen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wegenwet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2986
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206340/1/R3

202206342/1/R3

Bij besluit van 15 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk aan Hoorne Vastgoed B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een winkelruimte, 42 appartementen en een ondergrondse parkeergarage aan de Maarten Kruytstraat in Noordwijk en voor het aanleggen van een uitweg op de Abraham van Royenstraat. Op 27 oktober 2020 heeft Hoorne Vastgoed B.V. een omgevingsvergunning aangevraagd voor een complex aan de Maarten Kruytstraat in Noordwijk. Het complex bestaat uit een ondergrondse parkeerkelder, een winkelruimte, een parkeerdek en 42 woningen. In de ondergrondse parkeergarage zullen 96 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. De winkelruimte op de begane grond bedraagt 2.350 m² en bestaat uit een supermarkt met een bruto vloeroppervlak (bvo) van 1.393 m² en overige detailhandel (versmarkt) met een bvo van 552 m². Boven de winkelruimte worden 42 appartementen gerealiseerd met eigen parkeergelegenheid (54 parkeerplaatsen). De inrit van de ondergrondse parkeergarage, het parkeerdek en de entree van de expeditie van de supermarkt en versmarkt zijn voorzien aan de Abraham van Royenstraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2984
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206342/1/R3

202207316/1/A3

Bij besluit van 23 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen het door [appellant] gemaakte bezwaar tegen het uitblijven van een besluit op zijn verzoek om verstrekking van informatie niet-ontvankelijk verklaard. Op 2 mei 2018 heeft [appellant] aan het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen verzocht om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie over (uitzonderings)regels voor bussen aan hem te verstrekken. Zijn verzoek houdt verband met een gestelde mededeling van de politie dat bussen van busmaatschappij ‘Breng’ met defecte koplampen mogen rijden. De rechtbank heeft het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. De rechtbank heeft overwogen dat in het emailbericht en de brief niet wordt ingegaan op het Wob-verzoek. Daarin wordt [appellant] kort gezegd alleen geïnformeerd over hoe er met hem gecommuniceerd gaat worden omdat de zogenaamde ‘veelschrijversregeling’ wordt toegepast. De rechtbank ziet daarin geen beslissing op het Wob-verzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3001
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202207316/1/A3

202207506/1/R2

Bij besluit van 1 april 2021 heeft het college het verzoek van Stichting Brabantse Milieufederatie om de vergunning van DOVO B.V. van 16 januari 2016 op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 gedeeltelijk in te trekken op grond van artikel 5.4, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, afgewezen. BMF heeft het college verzocht om de natuurvergunning van DOVO B.V., gevestigd aan de Larestraat 2a in Esbeek, in te trekken voor wat betreft stal 3, omdat deze nog niet is gerealiseerd. Daarbij heeft BMF betoogd dat in het Natura 2000-gebied "Kempenland-West" al sprake is van een overschrijding van de kritische depositiewaarde en er een verslechtering dreigt. Daarom zijn volgens BMF passende maatregelen nodig, zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn, waarnaar wordt verwezen in artikel 5.4, tweede lid, van de Wnb.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2969
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202207506/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202207506/1/R2

202300802/1/A3

Bij besluit van 4 augustus 2020 heeft de burgemeester van Oosterhout de aanvraag van [wederpartij] om een exploitatievergunning voor een horecabedrijf afgewezen. Bij het besluit van 4 augustus 2020, gehandhaafd bij het besluit van 1 april 2021, heeft de burgemeester de aanvraag van [wederpartij] om een exploitatievergunning voor een horecabedrijf aan de [locatie] in Oosterhout afgewezen. De burgemeester heeft daaraan ten grondslag gelegd dat [wederpartij] van slecht levensgedrag is. De rechtbank heeft de burgemeester in de tussenuitspraak in de gelegenheid gesteld een gebrek dat zij in het besluit van 1 april 2021 heeft geconstateerd te herstellen. De burgemeester heeft deze gelegenheid gebruikt om een nieuw besluit te nemen, te weten het besluit van 11 juli 2022. In de einduitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat de burgemeester ook met dit besluit niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag van [wederpartij] moet worden afgewezen. De rechtbank heeft het besluit van 1 april 2021 en de aanvullende motivering van 11 juli 2022 daarbij getoetst aan de drie voorwaarden die worden opgesomd in de uitspraak van de Afdeling van 25 mei 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2979
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202300802/1/A3

202300853/1/A3

Bij besluit van 11 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar naar aanleiding van een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie een aantal documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt. [appellant] huurde voor zijn tandartspraktijk een ruimte in het pand aan de [locatie] in Stompetoren dat eigendom is van de gemeente Alkmaar. In dat pand heeft, in opdracht van de gemeente, een verbouwing plaatsgevonden ten behoeve van een Centrum voor Jeugd en Gezin en een huisarts. Tijdens de verbouwing was een directievoerder aanwezig die de werkzaamheden coördineerde. Deze directievoerder handelde in opdracht van de gemeente als eigenaar van het pand en eventueel in opdracht van een toekomstige huurder. [appellant] heeft het college verzocht om aan hem op grond van de Wet openbaarheid van bestuur alle documenten te verstrekken die betrekking hebben op de verbouwing van dit pand vanaf 1 januari 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2976
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202300853/1/A3

202301381/1/R2

Bij besluit van 23 juli 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland het verzoek van de stichting van 1 augustus 2019 om de vergunning van 7 december 2015 op grond van de Wet natuurbescherming van [bedrijf] in te trekken op grond van artikel 5.4, eerste lid onder b, en het tweede lid, van de Wnb, geweigerd. De stichting heeft verzocht om de natuurvergunning van de geitenhouderij aan de [locatie] in Hurwenen van 7 december 2015 gedeeltelijk in te trekken op grond van artikel 5.4, eerste lid en onder b, en het tweede lid, van de Wnb. Daartoe heeft de stichting aangevoerd dat het niet mogelijk is om 5510 geiten te houden in vier stallen. Bij toepassing van de normen in het "Handboek Geitenhouderij" kunnen er maximaal 3609 geiten worden gehouden. De stichting heeft dan ook verzocht om de natuurvergunning in te trekken in zoverre dat er maximaal 3609 geiten mogen worden gehouden. Ook worden volgens de stichting onvoldoende passende maatregelen genomen om verslechtering of verstoring te voorkomen van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied Rijntakken. Het college heeft overwogen dat er andere passende maatregelen kunnen worden getroffen om verslechtering te voorkomen en daarom intrekking niet nodig is als passende maatregel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2973
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202301381/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202301381/1/R2

202302025/1/R2

Bij besluit van 31 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel het wijzigingsplan "Hoogstraat naast nr. 102 te Berlicum" vastgesteld. Het plan wijzigt het bestemmingsplan "Actualisatieplan Kommen Berlicum en Middelrode" wat betreft het perceel kadastraal bekend als gemeente Berlicum, sectie H, nummer 4986, gelegen naast het perceel Hoogstraat 102 in Berlicum. Het plan maakt de bouw van vier twee-onder-een-kap woningen aan de Fonteinkruid mogelijk. De woningen zullen ten zuidwesten van de Hoogstraat, die haaks staat op de Fonteinkruid, worden gerealiseerd. De voorziene woningen staan in de wijk [bedrijf]. [appellant] woont aan de [locatie] in Berlicum. Hij is het niet eens met het wijzigingsplan. Hij is van oordeel dat met het plan niet wordt voldaan aan de wijzigingsvoorwaarden in artikel 27.5 van de regels van het moederplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2944
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202302025/1/R2

202302154/1/R1

Bij besluit van 15 februari 2023 heeft de raad van de gemeente Weert het bestemmingsplan "Grotesteeg 8A en 29", vastgesteld. Het plangebied omvat de percelen aan de Grotesteeg 8A en 29 in Altweerterheide in de gemeente Weert. In het vorige bestemmingsplan "Buitengebied 2011" had deze locatie de enkelbestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf" en de enkelbestemming "Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden". Ook de locatie aan de Grotesteeg 29 had deze enkelbestemmingen. De beide locaties waren door middel van figuur "relatie" aan elkaar gekoppeld. In dit bestemmingsplan ontbreekt deze koppeling en wordt op het perceel aan de Grotesteeg 8A de realisatie van een zonnepark en een bedrijfswoning mogelijk gemaakt. [appellant A] en [appellant B] wonen aan de [locatie A], direct ten zuidwesten van het plangebied, en kunnen zich niet verenigen met het bestemmingsplan. [appellant A] en [appellant B] voeren aan dat met het bestemmingsplan aan de Grotesteeg 8A een intensieve schapenhouderij mogelijk wordt gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3004
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202302154/1/R1

202302214/1/A3

Bij vier afzonderlijke besluiten van 18 september 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellante] respectievelijk een bestuurlijke boete van € 38.500,00 opgelegd wegens overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, een last onder dwangsom opgelegd wegens het niet betalen van achterstallig loon en vakantiebijslag, een waarschuwing preventieve stillegging van werk gegeven en een bestuurlijke boete van € 54.000,00 opgelegd wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen. [appellante] heeft een tuinbouwbedrijf, gericht op de teelt van en handel in tuinbouwzaden en andere gewassen. [appellante] heeft, met tussenkomst van [partij], stageovereenkomsten gesloten met tien studenten van een Poolse en een Oekraïense universiteit om werkzaamheden op het bedrijf te verrichten. Na een inspectie op de hoofdvestiging van [appellante] heeft de Inspectie SZW op 15 oktober 2018 een boeterapport opgemaakt. Naar aanleiding daarvan heeft de minister twee bestuurlijke boetes op grond van de Wml en Wav opgelegd, een waarschuwing preventieve stillegging van werk gegeven en een last onder dwangsom opgelegd wegens het niet betalen van achterstallig loon en vakantiebijslag, omdat volgens de minister geen sprake was van stages maar van arbeidsovereenkomsten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2960
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202302214/1/A3
vorige pagina1...181920...1.214volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon