Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 626
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202404554/1/R4

Bij besluit van 30 mei 2024 heeft de raad van de gemeente Veenendaal het bestemmingsplan "Schoolstraat 100" vastgesteld. Het plangebied van het bestemmingsplan "Schoolstraat 100" is gelegen op een perceel, gelegen tussen de Schoolstraat en de Bevrijdingslaan, dat voorheen voor grootschalige detailhandelsdoeleinden werd gebruikt. Het plan voorziet in de realisering van maximaal 128 gestapelde wooneenheden. [appellant] en anderen wonen in de nabijheid van het plangebied en hebben gezamenlijk beroep ingesteld tegen de invulling van het plangebied met gestapelde woningbouw. Zij vrezen met name voor schade aan de in de nabijheid van het plangebied gelegen molenbiotoop. Voorts vrezen zij voor aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3093
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202404554/1/R4

202405032/1/A2

Bij besluit van 4 februari 2023 heeft de Dienst Toeslagen de zorgtoeslag van [appellante] voor het jaar 2022 herzien en vastgesteld op nihil. Ook heeft de dienst het al aan haar uitbetaalde voorschot van € 888,00 teruggevorderd. [appellante] woont in Nederland, maar ontving in 2022 haar inkomsten uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering vanuit haar Belgische dienstverband. Tussen partijen is niet in geschil dat zij daarom van rechtswege onder de socialezekerheidswetgeving van België valt en niet verplicht is in Nederland een zorgverzekering af te sluiten. Omdat haar Belgische zorgverzekering niet de kosten dekt die zij in Nederland moet maken, heeft zij in Nederland een zogenoemde verdragspolis met aanvullende verzekering afgesloten. [appellante] heeft voor de premie die zij moet betalen voor deze Nederlandse aanvullende zorgverzekering voor het jaar 2022 zorgtoeslag aangevraagd. De Dienst Toeslagen heeft die aanvraag in eerste instantie toegewezen en haar een voorschot zorgtoeslag toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3131
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202405032/1/A2

202405266/1/V6

Bij besluit van 16 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellant] is sinds 2000 in Nederland en heeft een verblijfsvergunning op grond van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet. Hij heeft op 20 december 2021 het verzoek ingediend. De staatssecretaris heeft op 6 december 2022 een voornemen uitgebracht tot afwijzing van het verzoek, omdat hij twijfelt aan de identiteit en nationaliteit van [appellant]. De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris deugdelijk heeft gemotiveerd dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan de identiteit en nationaliteit van [appellant]. [appellant] is het niet eens met het oordeel van de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3113
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202405266/1/V6

202405402/1/R4

Bij besluit van 14 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend om het gebruik van de horecagelegenheid [bedrijf] aan de [locatie 1] in IJsselstein, in strijd met het bestemmingsplan, te wijzigen van horecacategorie 1c naar horecacategorie 2. [vergunninghouder] is eigenaar van de horecagelegenheid. In de horecagelegenheid kunnen gasten een drankje drinken en op schermen naar sportevenementen kijken, poolbiljarten, darten of een bordspel doen. Op grond van het bestemmingsplan ‘Binnenstad’ heeft de horecagelegenheid de bestemming 'Centrum'. Binnen deze bestemming zijn horeca-activiteiten tot ten hoogste categorie 1c toegestaan. De horecagelegenheid valt met zijn activiteiten onder de horecacategorie 2 ‘middelzware horeca’ als bedoeld in de Staat van horeca-activiteiten, bijlage 2 bij het bestemmingsplan. Daarom heeft [vergunninghouder] bij het college een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor de activiteit gebruik van bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3094
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202405402/1/R4

202405404/1/A2

Bij besluit van 24 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere de vergunningaanvraag van [appellant] om de woning aan de [locatie] te Meliskerke als tweede woning te mogen gebruiken, afgewezen. [appellant] heeft in maart 2019 een woning aan de [locatie] te Meliskerke gekocht. De woning ligt in het centrumgebied van Meliskerke. Op navraag van [appellant] heeft een gemeenteambtenaar hem per e-mail van 21 maart 2019 laten weten dat de woning als tweede woning gebruikt mag worden en dat daar de komende vier jaar, uitgaande van de inhoud van het toen ter visie liggende concept van een nieuwe Huisvestingsverordening, geen verandering in zou komen, omdat de koopovereenkomst is gesloten voor de inwerkingtreding van de nieuwe versie van de Huisvestingsverordening tweede woningen Veere 2019, en omdat het centrumgebied, waar de woning ligt, uitgezonderd is van het werkingsgebied. Het college heeft de vergunningaanvraag afgewezen, omdat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de woning binnen drie jaar gaat gebruiken voor permanente bewoning, zoals bepaald in artikel 6, vijfde lid, van de Hvv.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3138
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202405404/1/A2

202405578/1/A2

Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is eigenaar van het perceel aan de [locatie] te Kudelstaart. Op 1 mei 2020 heeft hij het college verzocht om een tegemoetkoming in planschade die hij zou hebben geleden als gevolg van het bestemmingsplan Nieuw Calslagen 2016. Bij besluit van 23 november 2021 heeft het college deze aanvraag afgewezen. Bij besluit van 31 augustus 2022 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 10 mei 2023 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 11 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:5097, heeft de Afdeling het door [appellant] daartegen ingestelde hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3097
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202405578/1/A2

202405900/1/R4

Bij besluit van 14 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad zijn beslissing om op 10 mei 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Zaanstad 2020 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 210,00, voor rekening van [appellante] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 10 mei 2024 is aangetroffen naast de afvalcontainer met nummer 71447 aan de Vrieschgroenstraat in Zaandam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat in de huisvuilzak een reclamefolder is aangetroffen waar haar naam en adres op staan. [appellante] betwist dat de huisvuilzak van haar afkomstig is. Zij stelt dat zij haar afval altijd op de juiste wijze aanbiedt, omdat zij zich ergert aan troep op straat en omdat zij ook niet wil riskeren dat zij een groot geldbedrag moet betalen. Zij wijst er in dit verband op dat zij moet bestaan van een kleine bijstandsuitkering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3120
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202405900/1/R4

202405963/1/V6

Bij besluit van 6 maart 2023 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een verzoek van [appellant] om op enige wijze zijn overkomst naar Nederland te faciliteren, afgewezen. [appellant] heeft de Afghaanse nationaliteit en verblijft in Afghanistan. Op 18 juli 2022 en 20 februari 2023 heeft hij de minister gevraagd om hem en zijn gezin naar Nederland over te brengen. [appellant] stelt dat hij in de periode van 2007 tot en met 2010 heeft gewerkt als logistiek medewerker en bewaker van Afghan Security Guard voor de Nederlandse krijgsmacht in Kamp Holland in Uruzgan, Afghanistan. De minister heeft het verzoek afgewezen, omdat [appellant] niet valt onder de bij de brief van 11 oktober 2021 getroffen speciale voorziening (Kamerstukken II 2021/22, 27 925, nr. 860). Onder die speciale voorziening vallen twee groepen vreemdelingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3130
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202405963/1/V6

202406050/1/A2

Bij besluit van 27 december 2022 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen [appellant] een onderzoek naar de rijgeschiktheid opgelegd en de geldigheid van zijn rijbewijs geschorst. Het CBR heeft de geldigheid van het rijbewijs van [appellant] geschorst en bepaald dat hij een medisch onderzoek moet ondergaan naar zijn geestelijke geschiktheid om een motorvoertuig te besturen. Daaraan heeft het CBR ten grondslag gelegd dat het vermoeden bestaat dat hij als houder van een rijbewijs niet langer beschikt over de vereiste rijvaardigheid. Dat vermoeden is gebaseerd op politieregistraties over [appellant] die gaan over gebruik van lachgas in het verkeer. Volgens het CBR is sprake van ernstig gestoord inzicht of gedrag in de zin van artikel 23, derde lid, aanhef en onder b, van de Regeling maatregelen rijvaardigheid 2011, in samenhang met de bijlage, onder B, onderdeel II, onder b, van de regeling. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard. Volgens de rechtbank geldt de eis dat er een proces-verbaal wordt gemaakt van een verdenking in dit geval niet. Verder heeft de rechtbank geoordeeld dat de vele politieregistraties de conclusie rechtvaardigen dat sprake is van ernstig gestoord inzicht of gedrag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3122
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202406050/1/A2

202406358/1/R4

Bij besluit van 20 december 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren zijn beslissing om op 12 december 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Echt-Susteren 2019 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van twee huisvuilzakken die op 12 december 2023 door een toezichthouder zijn aangetroffen naast de restafvalcontainer aan de Prinses Irenestraat in Echt. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzakken verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin poststukken zijn aangetroffen waar haar naam en adres op staan. [appellante] betoogt dat het college niet mag uitgaan van de juistheid van het rapport van de toezichthouder, die het huisvuil heeft aangetroffen. Zij stelt dat in dat rapport staat dat het gaat om één huisvuilzak, terwijl op de bijgevoegde foto’s te zien is dat er twee huisvuilzakken zijn gevonden, één voor plastic, metaal en drinkkartons, en één voor restafval. Aangezien het rapport tegenstrijdig is, kan het niet worden gebruikt in deze procedure, aldus [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3119
Datum uitspraak
9 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202406358/1/R4
vorige pagina1...474849...63volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon