Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Ons werk.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 13 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Barneveld het minnelijke schuldhulpverleningstraject van [appellante] per 13 april 2021 beëindigd. [appellante] heeft op 26 september 2019 een aanvraag gedaan om op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Beleidsregels schuldhulpverlening Barneveld toegelaten te worden tot de schuldhulpverlening van de gemeente Barneveld. Bij besluit van 2 oktober 2019 heeft het college [appellante] toegelaten tot de schuldhulpverlening. Het college heeft aan dit besluit diverse verplichtingen verbonden waaraan [appellante] zich moet houden. Bij brief van 6 februari 2020 heeft het college [appellante] (wederom) gewezen op de verplichtingen die zijn verbonden aan de schuldhulpverlening. Eén van die verplichtingen is dat [appellante] maximale inspanning levert om de afloscapaciteit zo hoog mogelijk te laten zijn.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:928
- Datum uitspraak
- 8 maart 2023
- Hoger beroep
- Geld
Bij besluit van 26 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hulst een verzoek van de Stichting om handhavend op te treden tegen het transporteren en storten van mogelijk verontreinigde grond in de Westelijke Perkpolder in de gemeente Hulst, afgewezen. Het project Waterzande voorziet in de realisatie van een stranddorp met 200 zogenoemde residenties, een wandelpromenade, een strand en een "beachclub" (hierna: het project). Ten behoeve van het project wordt een ophoging aangebracht tegen de Westerscheldedijk, tussen de Perkstraat en de voormalige veerhaven Perkpolder, met een grondhoeveelheid van ongeveer 1,5 miljoen m3 grond, wat leidt tot ophoging van het maaiveld tot een hoogte tussen de + 10 m en + 12 m NAP. De benodigde grond komt vrij bij werkzaamheden in Kanaaldok B2 in het havengebied van Antwerpen (België) en wordt per schip naar de op te hogen locatie vervoerd. Het project wordt uitgevoerd door Waterzande B.V., Hulst aan Zee B.V. en Perkpolder Beheer B.V., waarbij de gemeente van laatstgenoemde enig aandeelhouder is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:933
- Datum uitspraak
- 8 maart 2023
- Eerste aanleg - meervoudig
- Bodembescherming
- Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 6 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [wederpartij] om een urgentieverklaring afgewezen. [wederpartij] is een alleenstaande moeder van drie kinderen die ten tijde van de aanvraag 14, 11 en 5 jaar oud waren. Zij woont sinds juni 2005 in een vierkamerwoning in Amsterdam. Het huis heeft drie slaapkamers, waardoor de twee jongste kinderen bij elkaar op de kamer slapen. [wederpartij] heeft een urgentieverklaring om medische redenen aangevraagd, omdat haar zoon wegens ADHD een eigen slaapkamer nodig heeft.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:946
- Datum uitspraak
- 8 maart 2023
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij beslissing van 11 maart 2022 heeft de Examencommissie Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam het verzoek van [appellant] om de afspraken rond de afronding van de Leerlijn Professionele Ontwikkeling op inhoud te toetsen afgewezen. [appellant] is student geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Onderdeel van het curriculum in het derde jaar van de bachelorstudie is het volgen van de leerlijn Professionele Ontwikkeling (hierna: PO-3). Binnen de leerlijn moeten de studenten een aantal opdrachten maken. Op 13 augustus 2021 is [appellant] te kennen gegeven dat hij niet heeft voldaan aan de Leerlijn PO-3, omdat een aantal opdrachten ontbrak en alle opdrachten die zijn ingeleverd, op één na, op één of meer criteria als ‘onder verwacht niveau’ zijn beoordeeld. Ook is [appellant] te kennen gegeven dat de Commissie Professioneel Gedrag een negatief advies heeft gegeven voor het starten van een remediëringstraject, omdat er bij [appellant] geen sprake was van probleemherkenning rondom het eigen aandeel in het ontstaan van problemen in de Leerlijn PO.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:914
- Datum uitspraak
- 8 maart 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 10 juni 2022 heeft het college van bestuur van de Universiteit Utrecht een verzoek van [appellant] om aanpassing van het instellingscollegegeld gezien buitengewone omstandigheden afgewezen en bepaald dat [appellant] het instellingscollegegeld voor de bachelor Geneeskunde moet betalen, dat voor het studiejaar 2022-2023 € 20.200,00 bedraagt. [appellant] heeft in augustus 2021 zijn bachelordiploma Diergeneeskunde behaald. Vervolgens is hij in april 2022 toegelaten tot de bachelor Geneeskunde. Gelet op artikel 7.45a, eerste lid, tweede en zesde lid, en artikel 7.46, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, is [appellant] voor de bachelor Geneeskunde instellingscollegegeld verschuldigd. Gelet op artikel 7.46, tweede lid, van de WHW, wordt de hoogte van het instellingscollegegeld door het instellingsbestuur vastgesteld en gelet op het vijfde lid stelt het instellingsbestuur regels vast met betrekking tot de toepassing van dit artikel. Mede op grond van deze bepaling heeft het college het Reglement Inschrijving en Collegegeld 2022-2023 vastgesteld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:920
- Datum uitspraak
- 8 maart 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 12 augustus 2022 heeft de directeur van de Administratie, Informatievoorziening en Control het verzoek om inschrijving van [appellant] voor de opleiding Master in International Supply Chain Management, afgewezen. De uiterste datum voor aanmelding voor de opleiding met aanvang in de herfst is 31 juli voor European (EEA) aanvragers en non-EU aanvragers met een geldige Nederlandse verblijfsvergunning. Voor non-EEA aanvragers is de uiterste aanmelddatum 1 mei omdat voor die aanvragers nog visum- of verblijfsvergunningaanvragen moeten worden ingediend. [appellant] heeft de Bengalese nationaliteit. Van 28 september 2019 tot 16 oktober 2020 had [appellant] een verblijfsvergunning regulier onder de beperking ‘studie’ bij de Erasmus Universiteit. Bij die universiteit is hij op 18 september 2020 geslaagd voor de Master of Science (MSc) in Urban Management and Development. Van 16 oktober 2020 tot 16 oktober 2021 had hij een verblijfsvergunning regulier onder de beperking ‘het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst’.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:927
- Datum uitspraak
- 8 maart 2023
- Eerste aanleg - meervoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 11 mei 2022 heeft de examencommissie van de bacheloropleiding Bestuurskunde/Overheidsmanagement voltijd het verzoek van [appellant] om een derde kans voor de afstudeeropdracht, afgewezen. [appellant] heeft op 17 april 2022 gevraagd om een extra toetsgelegenheid voor de individuele opdracht project jaar 4. Dit is zijn laatste studieonderdeel. [appellant] heeft aangegeven dat hij door ziekte niet in staat was het tweede inlevermoment van 18 maart 2022 voor de scriptie te halen. De examencommissie heeft zijn verzoek om een derde kans afgewezen omdat [appellant] niet voldoet aan de voorwaarden van Reglement 4. ‘Extra en vervroegde kans (na toestemming examencommissie)’. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de examencommissie het verzoek van [appellant] redelijkerwijs heeft mogen afwijzen. De examencommissie heeft volgens het college voldoende gemotiveerd dat [appellant] niet voldoet aan de voorwaarden van Reglement 4 voor een extra toetsgelegenheid.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:926
- Datum uitspraak
- 8 maart 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij besluit van 11 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:887
- Datum uitspraak
- 7 maart 2023
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
Bij besluit van 28 december 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:902
- Datum uitspraak
- 7 maart 2023
- Voorlopige voorziening / hoofdzaak
- Asiel
Bij besluit van 2 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:895
- Datum uitspraak
- 7 maart 2023
- Voorlopige voorziening
- Asiel