Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 3 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda het verzoek van [appellant] om een schadevergoeding van € 1000,00, afgewezen. Bij brief van 26 april 2020 heeft [appellant] het college op grond van artikel 17 van de Algemene verordening gegevensbescherming verzocht om vernietiging van foto’s die een taxateur heeft gemaakt van zijn woning, en een schadevergoeding van € 1000,00. Bij brief van 15 mei 2020 heeft het college dat verzoek afgewezen, op de grond dat de foto’s niet meer bij het college aanwezig zijn. Bij brief van 2 september 2020 heeft [appellant] opnieuw een verzoek om een schadevergoeding van € 1000,00 gedaan. Dit geding gaat over dat nieuwe verzoek. Bij besluit van 3 december 2021 heeft het college het verzoek van [appellant] afgewezen. Het college heeft er daarbij op gewezen dat al een gelijkluidend verzoek van [appellant] in behandeling was. Bij brief van 4 mei 2022 heeft het college het door [appellant] tegen het besluit van 3 december 2021 gemaakte bezwaar kennelijk ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:989
- Datum uitspraak
- 12 maart 2025
- Hoger beroep
- Persoonsgegevens
- Schadevergoeding
Bij besluit van 20 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda een omgevingsvergunning verleend aan [partij] voor het verbouwen van een woning aan de [locatie] (hierna: het perceel). [partij] is eigenaar van de woning op het perceel. Hij heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verbouwen van de woning. Het bouwplan voorziet in een uitbreiding van de woning aan de achterzijde. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat het bouwplan niet in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Overakker-Blauwe Kei" (hierna: het bestemmingsplan). Op het perceel rust de bestemming "Wonen". Het bouwplan voldoet volgens het college aan de bouwregels in artikel 15.2.2 van het bestemmingsplan. Verder is er volgens het college geen strijd met redelijke eisen van welstand, zodat het de gevraagde omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’ moest verlenen. [appellante] woont op het naastgelegen perceel aan de [locatie] in Breda. Zij vreest voor nadelige gevolgen voor haar woon- en leefklimaat door de verbouwing. Het bouwplan is inmiddels gerealiseerd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1024
- Datum uitspraak
- 12 maart 2025
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 19 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een verzoek van [appellant] om handhaving afgewezen.[appellant] heeft het college op 27 november 2020 verzocht om handhavend op te treden tegen de aanwezigheid van een bouwlift in het Willem Dreespark in Den Haag. Het college heeft dit verzoek afgewezen. Volgens het college hangt deze bouwlift namelijk boven particuliere grond en daarom bestaat er geen reden om handhavend op te treden. [appellant] is het daar niet mee eens en heeft daarom beroep ingesteld bij de rechtbank. In beroep heeft [appellant] niet alleen inhoudelijke gronden aangevoerd tegen de besluitvorming van het college, hij heeft ook aangevoerd dat het college hem ten onrechte niet heeft gehoord naar aanleiding van het door hem gemaakte bezwaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college het verzoek om handhaving op goede gronden heeft afgewezen. Het college mocht er volgens de rechtbank verder van afzien om [appellant] te horen in de bezwaarfase, omdat er redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk was dat de aangevoerde bezwaren niet zouden kunnen leiden tot een ander besluit.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1012
- Datum uitspraak
- 12 maart 2025
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 7 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen gestalde voertuigen aan het Willem Dreespark in Den Haag afgewezen. [appellant] heeft het college op 19 januari 2021 verzocht om handhavend op te treden tegen een bouwplaats op het grasveld aan het Willem Dreespark. Op 4 februari 2021 heeft [appellant] het college verzocht om handhavend op te treden tegen een reclamebord dat geplaatst is in de nabijheid van het Willem Dreespark. Ten slotte heeft [appellant] het college op 9 april 2021 verzocht om handhavend op te treden tegen de aanleg van een parkeerterrein aan het Willem Dreespark. Het college heeft de verzoeken van 19 januari en 9 april 2021 afgewezen. Volgens het college vinden de activiteiten die [appellant] graag beëindigd wil hebben plaats op een niet openbare weg. Handhaving tegen deze activiteiten doorkruist het stelsel van de Wegenwet. Het college heeft het handhavingsverzoek van 4 februari 2021 wel toegewezen. Voor alle drie de verzoeken is een dwangsom verbeurd omdat het college te laat heeft beslist.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1013
- Datum uitspraak
- 12 maart 2025
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Met de twee besluiten van 27 augustus 2021 heeft de Dienst Wegverkeer aan [appellante] medegedeeld haar verzoek om de in het kentekenregister geregistreerde CO2-uitstoot van de voertuigen met kentekens [A] en [B] te wijzigen, niet verder in behandeling te nemen. [appellante] heeft twee voertuigen uit Duitsland ingevoerd. Bij de inschrijving in het Nederlandse kentekenregister heeft de RDW overeenkomstig de Duitse kentekenbewijzen een C02-uitstoot van 277 gr/km voor het voertuig met kenteken [A] en een CO2-uitstoot van 262 gr/km voor het voertuig met kenteken [B] geregistreerd. De CO2-uitstoot van een voertuig is van belang voor de hoogte van de Belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: bpm). Hoe hoger de uitstoot, hoe hoger de bpm. [appellante] heeft een naheffingsaanslag bpm ontvangen van de inspecteur van de Belastingdienst. Volgens de Belastingdienst blijkt namelijk uit het kentekenregister van de RDW dat de CO2-uitstoot van de twee voertuigen hoger is dan [appellante] bij de bpm-aangifte heeft opgegeven. Maar [appellante] is van mening dat de geregistreerde CO2-uitstoot in het kentekenregister onjuist is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1026
- Datum uitspraak
- 12 maart 2025
- Hoger beroep
- Wegenverkeerswet
Bij besluit van 2 maart 2023 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren het bestemmingsplan "Molenweg 42a Koningsbosch" vastgesteld. Op het perceel aan de Molenweg 42a in Koningsbosch is paardenhouderij Stal Bosserheide gevestigd. Stal Bosserheide wil de paardenhouderij uitbreiden met een overdekte rijpiste met kantine en juryruimte, zodat onafhankelijk van de weersomstandigheden evenementen kunnen plaatsvinden. Het plan voorziet daarin. Met het plan wordt het bestaande bouwvlak vergroot en krijgt een deel van de gronden de bestemming "Sport" in plaats van "Agrarisch". Verder mag met het plan 2 keer per jaar in plaats van 1 keer per jaar een evenement plaatsvinden. Ook mogen met het plan het hele jaar door 80 trainingsbijeenkomsten en -wedstrijden, waarvan maximaal 60 tussen maart en oktober, plaatsvinden. In het vorige plan mochten de trainingsbijeenkomsten en -wedstrijden alleen tussen maart en oktober maximaal 60 keer plaatsvinden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1039
- Datum uitspraak
- 12 maart 2025
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Limburg
Bij brief van 24 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen gereageerd op het verzoek van [appellant] om rectificatie van gegevens op grond van artikel 16 van de Algemene verordening gegevensbescherming. [appellant] heeft op 4 november 2021 het college verzocht om correctie en verwijderen van een uitlating in een verweerschrift in een bezwaarprocedure, dat er sprake zou zijn van "een patroon in de afgelopen jaren, waarin belanghebbende consumeert, zijn rekeningen niet betaalt en vervolgens probeert bijstand te krijgen voor de (bijkomende) kosten.". Het college heeft de brief van [appellant] als klacht doorgestuurd naar de Klachtencommissie Sociaal Consortium Friesland. De klachtencommissie heeft bij brief van 24 november 2021 aan het college laten weten dat de brief niet als klacht wordt beschouwd en dat de klachtencommissie die niet verder zou behandelen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:987
- Datum uitspraak
- 12 maart 2025
- Hoger beroep
- Persoonsgegevens
Bij besluit van 7 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen de schuldhulpverlening aan [appellant] beëindigd. Op 21 mei 2019 heeft [appellant] een aanvraag ingediend om te worden toegelaten tot een schuldhulpverleningstraject. Bij besluit van 10 september 2019 heeft het college hem toegelaten. Bij besluit van 7 april 2021 heeft het college het schuldhulpverleningstraject beëindigd op de grond dat [appellant] niet heeft voldaan aan de uit de Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Nijmegen 2021 voortvloeiende verplichtingen, die nader zijn gespecificeerd in de schuldregelingsovereenkomst, om mee te werken aan zijn schuldhulpverleningstraject. Daaraan heeft het college ten grondslag gelegd dat de bijstandsuitkering van [appellant] is stopgezet en hij schulden heeft laten ontstaan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1007
- Datum uitspraak
- 12 maart 2025
- Hoger beroep
- Geld
Bij besluit van 30 maart 2023 heeft de raad van de gemeente Uithoorn het bestemmingsplan "Schansgebied" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van het Schansgebied in Uithoorn met een park, vijf nieuwe woningen en 14 appartementen of 30 zorgwoningen in de bestaande kerk en pastoriewoning. Met het reparatieplan heeft de raad het bestemmingsplan opnieuw vastgesteld. Daarbij zijn de goot- en nokhoogte aangepast, is de plantoelichting aangevuld over verkeer en parkeren en is een parkeerbalans opgenomen als bijlage van het plan. [appellant] en anderen kunnen zich niet verenigen met de vaststelling van het plan en de wijziging daarvan met het reparatieplan. [appellant] en anderen wonen in de directe nabijheid van het plangebied en vrezen onder andere dat het plan leidt tot een verkeersonveilige situatie ter plaatse en tot ernstige parkeeroverlast. Hun voornaamste bezwaar tegen het plan is dat dit is vastgesteld in strijd met eerder gesloten privaatrechtelijke overeenkomsten over het plangebied.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1027
- Datum uitspraak
- 12 maart 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Noord-Holland
Bij besluit van 25 mei 2023 heeft de raad van de gemeente Oisterwijk het bestemmingsplan "Kerkhovensestraat-Sprendlingenstraat" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de ontwikkeling van vier woon- werkkavels, op twee verschillende locaties, één aan de Kerkhovensestraat en één aan de Sprendlingenstraat. Op elk van de vier woon- werkkavels is één bedrijfswoning voorzien. Hiermee beoogt de raad invulling te geven aan nog onbebouwde gronden op het bedrijventerrein Kerkhoven in Oisterwijk. Duross en anderen zijn eigenaar respectievelijk gebruiker van de nabijgelegen bedrijfspercelen aan Sprendlingenstraat 18J, 18 E, 20 en 22 te Oisterwijk. Zij vrezen ieder voor beperking van hun bedrijfsuitoefening, door toevoeging van de twee bedrijfswoningen op de twee woon- werkkavels aan de Sprendlingenstraat op korte afstand van hun bedrijven. Duross en anderen betogen dat het bestemmingsplan ten onrechte voorziet in de realisering van de twee bedrijfswoningen aan de Sprendlingenstraat. Duross en anderen wijzen erop dat op grond van de voor hen geldende planregels en vergunningen bedrijfsactiviteiten zijn toegelaten die vallen in zware industrie met milieucategorie 4.1, waarvoor een indicatieve afstand van 200 meter geldt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1000
- Datum uitspraak
- 12 maart 2025
- Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
- RO - Noord-Brabant