Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 30 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder. het "Definitief Plaatsingsplan ondergronds afvalsorteerstraatje Valkenboskwartier (buurt 55), Segbroek, Den Haag" vastgesteld. Daarbij is de locatie SE-43B in de Professor Kaiserstraat ter hoogte van [locatie 1] aangewezen voor de plaatsing van een zogenoemde afvalsorteerstraat bestaande uit zes ondergrondse containers. Bij het bestreden besluit heeft het college een nieuwe locatie voor een afvalsorteerstraat aangewezen in de Professor Kaiserstraat ter hoogte van [locatie 1]. Deze afvalsorteerstraat bestaat uit zes ondergrondse containers waarin verschillende soorten afval kunnen worden gesorteerd, waaronder papier, glas, textiel en plastic verpakkingen. De bestreden locatie vervangt een afvalsorteerstraatje op de Valkenboslaan ter hoogte van nummer 173e. Dat afvalsorteerstraatje komt te vervallen, omdat deze locatie volgens de Haagse Milieu Services leidt tot een onveilige verkeerssituatie voor bepaalde verkeersdeelnemers. [appellant A] en anderen wonen in de nabijheid van de bestreden locatie of exploiteren daar een bedrijf.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1478
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 29 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Barneveld een omgevingsvergunning verleend aan ETB Energie B.V. voor de realisatie van zonnepark Terbroek (hierna: het zonnepark) aan de Stoutenburgerweg ongenummerd in Terschuur. Het perceel wordt aan de noordkant begrensd door de snelweg A1 en de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn en aan de zuidkant door de Esvelderbeek. Het perceel heeft een oppervlakte van 9,4 ha, waarvan 7 ha zal worden bebouwd met zonnepanelen. Op het perceel zijn volgens het bestemmingsplan "Buitengebied 2012" de enkelbestemmingen "Agrarisch" en "Groen" van toepassing. Op grond van het bestemmingsplan zijn het zonnepark en de daarbij behorende gebouwen niet toegestaan op het perceel. Het college heeft de omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten ‘bouwen van een bouwwerk’, ‘uitvoeren van een werk of van werkzaamheden’ en ‘gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan’. Op grond van de vergunningvoorschriften voorziet de omgevingsvergunning in een tijdelijk zonnepark dat maximaal 25 jaar mag bestaan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1491
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij e-mail van 8 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalre [wederpartij] meegedeeld dat er doseerlichten geplaatst gaan worden bij de fietsersoversteek op de Heikantstraat nabij de Burgemeester Uijenstraat en dat daarvoor geen verkeersbesluit hoeft te worden genomen. [wederpartij] woont aan de [locatie] in Waalre. Het college heeft inmiddels bij de fietsersoversteek op de Heikantstraat, nabij de Burgemeester Uijenstraat, verkeerslichten geplaatst. Het wegdek heeft daar twee rijbanen met een tussenberm voor de overstekende fietsers. Voor beide rijrichtingen zijn verkeerslichten geplaatst met een bijbehorende stopstreep. Daarmee wil het college het doorgaand verkeer ontmoedigen om de Heikantstraat te gebruiken als sluiproute en in plaats daarvan over de nieuwe N69 te rijden. [wederpartij] is het niet eens met de plaatsing van de verkeerslichten. De verkeerslichten staan op een afstand van ongeveer 25 meter tot zijn voordeur. [wederpartij] stelt dat hij en zijn partner door het stoppen en optrekken van de auto’s geluidhinder ervaren, waardoor zij ’s nachts slecht slapen. Ook hebben zij last van een slechte luchtkwaliteit.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1486
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Wegenverkeerswet
Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] een boete van € 20.750,- opgelegd wegens het zonder vergunning onttrekken van de woning aan de [locatie] te Amsterdam aan de woningvoorraad. Bij besluit van 29 april 2021 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Amsterdam. De woning bestaat uit drie bouwlagen en vijf kamers en heeft een oppervlak van 171 m2. Naar aanleiding van een melding woonfraude dat de woning zou worden verhuurd aan toeristen, hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam op 1 september 2020 de woning bezocht. Uit het rapport van bevindingen dat de toezichthouders van dit bezoek hebben opgemaakt, blijkt dat zij in de woning zes Duitse toeristen hebben aangetroffen. Eén van hen heeft verklaard dat hij de woning via airbnb had geboekt. Uit het boekingsbewijs, dat de toezichthouders hebben gezien, blijkt dat zij de hele woning hadden gehuurd van 28 augustus tot en met 1 september 2020. Zij hebben hiervoor € 2.006,86 betaald.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1482
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Boete
Bij uitspraak van 23 november 2022, in zaak nr. 202005899/1/A3, heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak het hoger beroep van [verzoeker] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 2 november 2020 in zaak nrs. 20/2767, 20/2768 en 20/2786 ongegrond verklaard. De raad van de orde van advocaten in het arrondissement Den Haag heeft goedkeuring onthouden aan [verzoeker]’s verzoek om goedkeuring stage en wijziging patronaat. In het eerste besluit heeft de algemene raad het administratief beroep van [verzoeker] tegen het besluit van de raad van Den Haag niet-ontvankelijk verklaard. De raad van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam heeft aan mr. M.A. Hupkes goedkeuring verleend om [verzoeker]'s stage door opzegging te beëindigen. In het tweede besluit heeft de algemene raad het door [verzoeker] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. De algemene raad heeft [verzoeker] met ingang van 3 juni 2020 van het tableau van de Nederlandse orde van advocaten geschrapt. De algemene raad heeft dit in het derde besluit gehandhaafd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1494
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Herziening
- Hoger Beroep - Overige
Bij uitspraak van 23 november 2022, in zaak nr. 202107564/1/A3, heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak het hoger beroep van [verzoeker] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 18 november 2021 in zaak nr. 20/6326 ongegrond verklaard. De zitting voor zaak 202107564/1/A3 was gepland op 2 november 2022. Voorafgaand aan deze zitting heeft [verzoeker] op 23 oktober 2022 verzocht om uitstel wegens een ernstige aandoening van zijn gemachtigde op 12 mei 2022. De uitspraak van de Afdeling van 23 november 2022 ziet op het oordeel van de rechtbank over de vraag of [verzoeker] tijdig administratief beroep heeft ingesteld tegen het besluit van de raad van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam. In dit besluit is de stage van [verzoeker] ten behoeve van de beroepsopleiding voor de advocatuur voor de duur van zes maanden verlengd. De Afdeling heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht tot de conclusie is gekomen dat [verzoeker] niet tijdig administratief beroep heeft ingesteld en de algemene raad het administratief beroep dan ook terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Herziening
- Hoger Beroep - Overige
Bij uitspraak van 23 november 2022, in zaak nr. 202107742/1/A3, heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak het hoger beroep van [verzoeker] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 18 november 2021 in zaak nr. 20/6715 ongegrond verklaard. De zitting voor zaak 202107742/1/A3 was gepland op 2 november 2022. Voorafgaand aan deze zitting heeft [verzoeker] op 23 oktober 2022 verzocht om uitstel wegens een ernstige aandoening van zijn gemachtigde op 12 mei 2022. Op 26 oktober 2022 heeft de Afdeling [verzoeker] per brief het volgende medegedeeld. [verzoeker] heeft een verzoek om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 23 november 2022 ingediend. Hij voert aan dat de Afdeling rekening had moeten houden met het overlijden van de schoonmoeder van zijn al overleden broer waardoor hij niet aanwezig kon zijn bij de behandeling van zijn zaken op de zitting van 2 november 2022. Deze behandeling had uitgesteld moeten worden of later heropend moeten worden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1493
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Herziening
- Hoger Beroep - Overige
Bij uitspraak van 23 november 2022, in zaak nr. 202108197/1/A3, heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak het hoger beroep van de algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 18 november 2021 in zaak nr. 20/6197 gegrond verklaard, deze uitspraak van de rechtbank vernietigd, het door [verzoeker] bij de rechtbank ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard en het besluit van de algemene raad van 25 augustus 2022 vernietigd. De uitspraak van de Afdeling van 23 november 2022 ziet op het oordeel van de rechtbank over een verzoek van [verzoeker] om afgifte van een stageverklaring. De raad van de orde van advocaten in het arrondissement Den Haag heeft per e-mail aan [verzoeker] te kennen gegeven dat zijn verzoek niet in behandeling wordt genomen. De algemene raad heeft het door [verzoeker] tegen de e-mail ingestelde administratief beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft hierover overwogen dat het verzoek van [verzoeker] een aanvraag is en dat de e-mail van de raad van Den Haag aangemerkt moet worden als een weigering om een besluit te nemen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1496
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Herziening
- Hoger Beroep - Overige
Bij uitspraak van 23 november 2022, in zaak nr. 202108198/1/A3, heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak het hoger beroep van de algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 18 november 2021 in zaak nr. 20/6198 gegrond verklaard, deze uitspraak van de rechtbank vernietigd, het door [verzoeker] bij de rechtbank ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard en het besluit van de algemene raad van 25 augustus 2022 vernietigd. De uitspraak van de Afdeling van 23 november 2022 ziet op het oordeel van de rechtbank over een verzoek van [verzoeker] om afgifte van een stageverklaring. De raad van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam heeft per brief aan [verzoeker] te kennen gegeven dat zijn verzoek niet in behandeling wordt genomen. De algemene raad heeft het door [verzoeker] tegen de brief ingestelde administratief beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft hierover overwogen dat het verzoek van [verzoeker] een aanvraag is en dat de brief aangemerkt moet worden als een weigering om een besluit te nemen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1490
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Herziening
- Hoger Beroep - Overige
Bij besluit van 1 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [de vreemdeling] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. Bij besluit van 15 november 2021 heeft de staatssecretaris het door [de vreemdeling] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De staatssecretaris heeft het naturalisatieverzoek van [de vreemdeling] afgewezen. Hij heeft daarvoor als reden gegeven dat haar verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘arbeid als kennismigrant’ ten tijde van de beslissing op het verzoek was ingetrokken. Daarom bestaan er bedenkingen tegen haar verblijf voor onbepaalde tijd in Nederland. [de vreemdeling] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 10 van de RWN. [de vreemdeling] voert aan dat de rechtbank niet heeft onderkend dat zij meer heeft aangevoerd dan dat zij niet wist dat zij had moeten melden dat zij enig aandeelhouder was geworden van Met Shipping Pte. Ltd. Zij heeft namelijk ook aangevoerd dat er verder feitelijk niets is veranderd en dat de regelgeving en de informatie op de website van de IND hierover onduidelijk zijn.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1488
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Hoger beroep
- Nederlanderschap