Omgevingswet


Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De Omgevingswet is een nieuwe wet die alles regelt voor de omgeving waarin we wonen en leven. De nieuwe wet bundelt 26 oude wetten, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet natuurbescherming.

Uitspraak overgangsrecht Omgevingswet bij ruimtelijke plannen op aanvraag

Als de gemeenteraad een aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen afwijst, blijft de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van toepassing totdat het besluit op de aanvraag onherroepelijk is. Dat is de belangrijkste conclusie uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 17 april 2024. Met het oog op de “rechtsvorming en de rechtspraktijk” heeft zij uiteengezet welk recht van toepassing is op (vervolg)besluiten op aanvragen om een ruimtelijk plan vast te stellen.

Uitspraak overgangsrecht Omgevingswet bij vervolgbesluiten ruimtelijke plannen

Als de Afdeling bestuursrechtspraak een bestemmingsplan heeft vernietigd, zal in veel gevallen op een nieuw besluit sinds 1 januari 2024 de Omgevingswet van toepassing zijn. Dat is de belangrijkste conclusie uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 27 maart 2024. Met het oog op de “rechtsvorming en de rechtspraktijk” is de Afdeling bestuursrechtspraak voor enkele veelvoorkomende scenario's ingegaan op welk recht van toepassing is op vervolgbesluiten die na 1 januari 2024 worden genomen na vernietiging van een ruimtelijk plan.

Wat verandert er?

De Omgevingswet is een grote wetswijziging waarmee het hele stelsel van het omgevingsrecht is aangepast. Dat brengt wijzigingen mee voor burgers, bedrijven en organisaties die bij de Afdeling bestuursrechtspraak in beroep willen tegen overheidsbesluiten op het gebied van het omgevingsrecht.

Bestemmingsplan is nu omgevingsplan

De Omgevingswet introduceert het omgevingsplan. Dat is de opvolger van het bestemmingsplan, maar een omgevingsplan is breder. Het bevat niet alleen regels over de bestemming van een locatie, maar ook lokale regels voor bijvoorbeeld geluid en bodem. Nadat een gemeente een omgevingsplan heeft vastgesteld, kan daartegen beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Inwerkingtreding omgevingsplan

Een omgevingsplan treedt in werking vier weken nadat het bekend is gemaakt. Dat is een belangrijk verschil met het bestemmingsplan dat zes weken nadat het bekend was gemaakt, in werking trad. Dit betekent dat al na vier weken kan worden begonnen met de uitvoering van een omgevingsplan.

Voorlopige voorziening en schorsende werking

Om te voorkomen dat onomkeerbare gevolgen ontstaan doordat een omgevingsplan op korte termijn wordt uitgevoerd, kan een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak. Een belangrijk verschil met de oude Wet ruimtelijke ordening is dat onder de Omgevingswet een verzoek om voorlopige voorziening géén schorsende werking heeft. Dat betekent dat het indienen van een voorlopige voorziening er niet automatisch voor zorgt dat een omgevingsplan voorlopig niet uitgevoerd kan worden. Dat gebeurt pas als de voorzieningenrechter een verzoek om voorlopige voorziening geheel of gedeeltelijk toewijst.

Inpassingsplan is nu projectbesluit

Het projectbesluit onder de Omgevingswet is te vergelijken met het inpassingsplan onder de oude Wet ruimtelijke ordening of een tracébesluit onder de oude Tracéwet. Hiermee kunnen het Rijk, provincies of waterschappen een omgevingsplan van een gemeente aanpassen om een complex project mogelijk te maken, bijvoorbeeld een rijksweg of een windpark. Ook hiertegen kunnen burgers, bedrijven en organisaties direct beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Inwerkingtreding projectbesluit

Ook een projectbesluit treedt in werking vier weken nadat het bekend is gemaakt. Dit is sneller dan in de oude situatie toen deze termijn zes weken was. Maar het Rijk, een provincie of een waterschap kan bij spoedeisende omstandigheden ook bepalen dat het projectbesluit nog eerder in werking treedt. Dit betekent dat na vier weken of soms nog eerder kan worden begonnen met de uitvoering van een projectbesluit.

Voorlopige voorziening en schorsende werking

Om te voorkomen dat onomkeerbare gevolgen ontstaan doordat een projectbesluit op korte termijn wordt uitgevoerd, kan een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak. Een belangrijk verschil met de oude Wet ruimtelijke ordening is dat onder de Omgevingswet een verzoek om voorlopige voorziening géén schorsende werking heeft. Dat betekent dat het indienen van een voorlopige voorziening er niet automatisch voor zorgt dat het projectbesluit voorlopig niet uitgevoerd kan worden. Dat gebeurt pas als de voorzieningenrechter een verzoek om voorlopige voorziening geheel of gedeeltelijk toewijst.

Vragen en antwoorden

Hoe dient u (hoger) beroep in tegen een omgevingsplan, projectbesluit of omgevingsvergunning?

U heeft ook onder de Omgevingswet zes weken de tijd om beroep in te stellen tegen een omgevingsplan of projectbesluit. Die termijn start op de dag nadat het bestuursorgaan het omgevingsplan of projectbesluit bekend heeft gemaakt. Op deze pagina leest u meer over hoe u een beroepschrift indient bij de Afdeling bestuursrechtspraak. In (hoger) beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak

Is de Omgevingswet van toepassing op mijn zaak?

De hoofdregel is dat de Omgevingswet van toepassing is, maar daarop gelden een paar belangrijke uitzonderingen. Als u al een omgevingszaak heeft lopen bij de Afdeling bestuursrechtspraak, blijven de oude regels voor uw zaak gelden. Ook als het bestuursorgaan een ontwerp voor een bestemmingsplan, inpassingsplan of tracébesluit in 2023 ter inzage heeft gelegd, maar dat plan of besluit in 2024 vaststelt, blijven de oude regels van toepassing.