Ontwerpbesluit houdende regels inzake de opleiding tot en de deskundigheid van de optometrist (Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied optometrist), met nota van toelichting.


Volledige tekst

Ontwerpbesluit houdende regels inzake de opleiding tot en de deskundigheid van de optometrist (Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied optometrist), met nota van toelichting.

Bij Kabinetsmissive van 22 maart 2000, no.00.001703, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting, houdende regels inzake de opleiding tot en de deskundigheid van de optometrist (Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied optometrist).

Op grond van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) kunnen nadere regels bij algemene maatregel van bestuur worden gesteld die nodig zijn voor een goede uitoefening van individuele gezondheidszorg. De Raad voor de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Raad BIG) heeft geadviseerd de opleiding tot optometrist nader bij algemene maatregel van bestuur te regelen. Dit is in het ontwerpbesluit gebeurd.

1. In de nota van toelichting wordt summier uiteengezet wat het beroep van optometrist inhoudt. Uit de toelichting op artikel 5 bijvoorbeeld blijkt dat het gaat om een beroep dat zich richt op het helpen van mensen met een oogaandoening.
De optometrist werkt als zelfstandige beroepsbeoefenaar in de eerstelijns gezondheidszorg en screent op oogaandoeningen. Verder blijkt dat zijn opleiding de optometrist in staat stelt pathologische aandoeningen te herkennen en hij is opgeleid in het toepassen van - ten behoeve van het onderzoek van het oog onontbeerlijke - diagnostische farmaca. In de toelichting (zie noot 1) staat dat er sprake is van een basisberoep en dat het werkterrein van de optometrist zich voldoende laat onderscheiden van dat van andere beroepsgroepen waarbij in het bijzonder de opticien en oogarts worden genoemd.
Deze omschrijving is te summier. De opleiding tot optometrist bestaat pas sinds kort en wordt zowel op HBO- als op MBO-niveau gegeven, zodat bij het publiek niet bekend zal zijn wat een optometrist in de zin van het ontwerpbesluit inhoudt. Blijkens de toelichting is alleen de HBO-opleiding van voldoende kwaliteit om erkend te worden en heeft de Raad BIG gesteld dat er behoefte is aan publieksvoorlichting. De minister erkent in de toelichting dat aan voorlichting duidelijk behoefte bestaat omdat een groot deel van het publiek niet bekend is met dit beroep en niet op de hoogte van het verschil in deskundigheid van de opticien, de MBO-optometrist, de contactlensspecialist en de (HB0-)optometrist. (zie noot 2) Gelet hierop is de Raad van State van mening dat ook in de toelichting meer aandacht moet worden gegeven aan het verschil tussen de MBO- en de HBO-optometrist.

2. De optometrist krijgt in artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, de bevoegdheid voor het onderzoek noodzakelijke, door de minister aan te wijzen, farmaca toe te dienen. In haar brief aan de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (zie noot 3) stelt de minister dat slechts een door haar aangewezen groep farmaca zal mogen worden gebruikt door optometristen in de uitoefening van hun beroep. Een opgave van deze farmaca is echter niet bij het ontwerpbesluit gevoegd en het is dus onduidelijk om welke medicijnen het gaat.
De Raad beveelt daarom aan in de toelichting of in een bijlage daarbij expliciet aandacht te besteden aan de farmaca die in aanmerking komen voor toediening door optometristen.

3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State


Bijlage bij het advies van de Raad van State van 14 april 2000, no.W1 3.00.01 201111, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

- In artikel 1, aanhef en onder a "het register als bedoeld" vervangen door: het register, bedoeld.
- In artikel 3, aanhef en onder a, 1°, en in artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, "screenen" vervangen door een Nederlandse term of dit begrip in de definitiebepaling opnemen.
- In artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a en b, "daartoe geëigende" vervangen door: daarvoor geschikte.


Nader rapport (reactie op het advies) van 28 juni 2000

1. Met betrekking tot de eerste aanbeveling van de Raad van State om in de toelichting meer aandacht te geven aan het verschil tussen de MBO- en de HBO-optometrist wordt aangetekend dat in de tweede alinea van de toelichting bij artikel 2 de verschillen tussen beide categorieën optometristen staan opgesomd. Ter informatie moge dienen dat de MBO-opleiding inmiddels wordt afgebouwd; hiervan wordt alsnog in de toelichting melding gemaakt. Voorts is nog wat nader ingegaan op het gebied van deskundigheid van de HBO-optometrist.

2. Naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad om in de toelichting aandacht te besteden aan de farmaca die in aanmerking komen voor toediening door optometristen, is aan de toelichting bij artikel 5 in de tweede alinea toegevoegd dat in een op basis van bedoeld artikel 5 te ontwerpen ministeriële regeling de door de optometristen te gebruiken (voor het onderzoek noodzakelijke) farmaca zullen worden aangewezen. Deze regeling zal gepubliceerd worden in de Staatscourant.

3. Wat betreft de redactionele kanttekeningen van de Raad, wordt het volgende opgemerkt.
a. De eerste redactionele kanttekening van de Raad is verwerkt.
b. De tweede redactionele kanttekening van de Raad is als zodanig niet overgenomen, aan gezien het woord "screenen" voorkomt in zowel het "Groene boekje" als "Van Dale Hedendaags Nederlands’. Wel wordt thans in de nota van toelichting nader ingegaan op screening door de optometrist.
c. De derde redactionele kanttekening, het in artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a en b, vervangen van "daartoe geëigende" door "daarvoor geschikte" is evenmin overgenomen.
Verwezen zij in dit verband naar artikel 25, eerste lid, van het Besluit diëtist, ergotherapeut, logopedist, mondhygiënist, oefentherapeut, orthoptist en podotherapeut: hier wordt in de omschrijving van het gebied van deskundigheid van de orthoptist - een beroep dat zich eveneens op de ogen richt - ook de formulering ‘daartoe geëigende apparatuur’ gebezigd.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerp-besluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


(1) Nota van toelichting, 1 Algemene toelichting, 1. verantwoording, derde paragraaf.
(2) Nota van toelichting, 1 Algemene toelichting, i. verantwoording, vierde paragraaf.
(3) Brief van 20 juli 1999. betreffende Vragen van de vaste commissie voor Volksgezondheid. Welzijn en Sport aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over haar brief van 5 maart 1999 over het ontwerpbesluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied optometrist (verslag van een schriltelilk overleg, vastgesteld 1 5 juni 1 999) en de antwoorden van de Minister van Volksgezondheid, welzijn en Sport op de vragen van voornoemde commissie.