​Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (vijfde tranche), met nota van toelichting.


Volledige tekst

​Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (vijfde tranche), met nota van toelichting.

Bij Kabinetsmissive van 23 oktober 2012, no.12.002499, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister President, de Minister van Algemene Zaken, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (vijfde tranche), met nota van toelichting.

In dit ontwerpbesluit, dat de zogenoemde vijfde tranche vormt van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, wordt een aantal nieuwe ontwikkelingsgebieden aangewezen zoals bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 1, van de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw). Tevens wordt een aantal nieuwe innovatieve projecten als bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 2, van de Chw benoemd. Eén plangebied van een project met nationale betekenis wordt uitgebreid en een project wordt toegevoegd aan de lijst met projecten van de categorie Gebiedsontwikkeling met nationale uitstraling.
De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het ontwerpbesluit, maar maakt opmerkingen over de aanwijzing het Havengebied Rotterdam als ontwikkelingsgebied, de aanwijzing van het CHV-terrein in Veghel als innovatief experiment en de aanwijzing van Castricum en Den Haag als gemeenten waar met particulier opdrachtgeverschap kan worden geëxperimenteerd. Zij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van het ontwerpbesluit wenselijk is.

1. Aanwijzing ontwikkelingsgebied Haven Rotterdam
Voorgesteld wordt het Havengebied Rotterdam inclusief de Tweede Maasvlakte aan te wijzen als ontwikkelingsgebied, zodat integraal en gebiedsgericht beheer en exploitatie van de milieugebruiksruimte mogelijk wordt. De Afdeling wijst erop dat het experiment zich over de volle breedte van de Mainport Rotterdam uitstrekt, waar een groot aantal van de milieubelastende en uit een oogpunt van veiligheid risicovolle inrichtingen in Nederland staan. Gelet op de aanwezige veiligheid- en milieurisico's dringt de vraag zich op of het verstandig is in een zodanig groot gebied, dat bovendien van vitaal belang is voor de Nederlandse economie, te gaan experimenteren met diverse milieuwetten. De Afdeling adviseert hieraan in de toelichting aandacht te besteden.

2. Aanwijzing innovatieve projecten

a. Het ontwerpbesluit voegt aan paragraaf 3 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet het CHV-terrein in gemeente Veghel toe. Daardoor wordt het mogelijk om bij wijze van experiment af te wijken van artikel 5.18, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht. Als gevolg hiervan kan de gemeente in plaats van vijf jaar, vijftien jaar gebruik maken van een omgevingsvergunning voor op dit terrein uit te oefenen activiteiten. Artikel 2.4. van de Crisis- en herstelwet vormt de grondslag hiervan. Er kan uitsluitend toepassing worden gegeven aan artikel 2.4 van de Crisis- en herstelwet indien het experiment bijdraagt aan innovatieve ontwikkelingen en voldoende aannemelijk is dat uitvoering ervan bijdraagt aan het bestrijden van de economische crisis en aan de duurzaamheid. Het CHV-terrein Veghel is in de derde tranche Besluit uitvoering Crisis-en herstelwet aangemerkt als ontwikkelingsgebied, om een duurzame ruimtelijke en economische ontwikkeling van dit terrein tot stand te brengen en de aanwezige bedrijfspanden een tweede leven te gunnen. Thans wordt voorgesteld het gebied aan te wijzen als innovatief project. Reden hiervoor is dat de gemeente het niet mogelijk acht het gebied binnen de tien jaar waarvoor het regime van ontwikkelingsgebied geldt te ontwikkelen met behoud en hergebruik van de aanwezige oude waardevolle industriële gebouwen.

De Afdeling constateert dat de aanwijzing als experiment slechts wordt gemotiveerd op grond van de criteria die gelden voor de aanwijzing als ontwikkelingsgebied en de verwachte langere ontwikkelingsduur. Artikel 2.4 van de Crisis- en herstelwet stelt echter als eis dat de aanwijzing als experiment moet bijdragen aan innovatieve ontwikkelingen. Daarnaast mag deze grondslag alleen worden gebruikt om innovatie mogelijk te maken, die anders op wettelijke grenzen zou stuiten. De toelichting geeft er geen blijk van dat aan deze vereisten wordt voldaan.
De Afdeling adviseert de aanwijzing van het CHV-terrein als innovatief project nader te motiveren en zo nodig nader te bezien.

b. In het advies over het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, vierde tranche, heeft de Afdeling erop gewezen dat in de gemeente Almere al op ruime schaal ervaring is opgedaan met particulier opdrachtgeverschap.(zie noot 1) In zoverre zou er minder aanleiding zijn om te experimenteren met particulier opdrachtgeverschap. Thans worden ook Castricum en Den Haag aangewezen als gemeenten waar met particulier opdrachtgeverschap kan worden geëxperimenteerd. Volgens de toelichting is het nadrukkelijk niet de bedoeling via deze experimenten regels landelijk in te voeren, maar is het gezien de omvang van de bouwproductie gewenst het in Almere gestarte experiment op beperkte schaal uit te breiden. Ten aanzien van Castricum wordt evenwel vermeld dat het experiment vooruitloopt op de deregulering in het kader van de Omgevingswet.

De Afdeling merkt op dat als landelijke invoering niet het doel is, experimenteren niet erg zinvol is. Zij begrijpt de toelichting daarom aldus dat onder het regime van de Crisis- en herstelwet geen andere gemeenten zullen worden aangewezen dan de drie genoemde. In dit verband wijst de Afdeling erop dat de toelichting zich niet uitlaat over de vraag welk bouwvolume nodig is om verantwoorde conclusies te trekken en in welke mate de huidige activiteiten te kort schieten. Derhalve kan niet worden beoordeeld of de aanwijzing van Castricum en Den Haag blijft binnen de door de Crisis- en herstelwet getrokken grenzen.
De Afdeling adviseert op het vorenstaande in te gaan en de aanwijzing van Castricum en Den Haag nader te bezien.

3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State



Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W01.12.0438/I met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft.

- In artikel I, onderdeel B, "voor een daarin aangegeven termijn" steeds vervangen door: een in de vergunning opgenomen termijn".
- In artikel I, onderdeel D de datum 25 oktober 2017 opnemen.
- Artikel I, onderdeel E (invoegen artikel 7) aanpassen, omdat er reeds een artikel 7 bestaat.
- Artikel I, onderdeel F, onder 3b als volgt formuleren: het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend.


Nader rapport (reactie op het advies) van 28 januari 2013

Het ontwerp geeft de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling) aanleiding tot het maken van enkele inhoudelijke opmerkingen. De Afdeling geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen nadat met haar opmerkingen rekening zal zijn gehouden.

Hieronder ga ik, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, in op de opmerkingen van de Afdeling.

1. Aanwijzing ontwikkelingsgebied Haven Rotterdam
Naar aanleiding van de opmerkingen van de Afdeling is nader toegelicht waarom de gehele Mainport Rotterdam (Havengebied inclusief de Tweede Maasvlakte) is aangewezen als ontwikkelingsgebied.

2. Aanwijzing innovatieve projecten

a. Naar aanleiding van het advies van de Afdeling is de aanwijzing van het
CHV-terrein in de gemeente Veghel als innovatief duurzaam experiment nader gemotiveerd en is toegelicht hoe het project bijdraagt aan de bestrijding van de economische crisis.

b. Naar aanleiding van het advies van de Afdeling is nader toegelicht hoe de aanwijzing van de gemeenten Castricum en Den Haag in het kader van het experimenteren met particulier opdrachtgeverschap past onder de Chw.

De redactionele kanttekeningen van de Afdeling zijn in de tekst van het ontwerpbesluit doorgevoerd. Tevens is van de gelegenheid gebruikgemaakt om een enkele redactionele verbetering in de tekst van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet aan dit ontwerpbesluit toe te voegen. Dit betreft met name artikel I, de onderdelen A en G. Tenslotte is het intrekken van de zogenaamde tweede tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (artikel III) ingevoegd.

Ik moge U hierbij, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken


(1) Advies van 9 augustus 2012, Stcr. 13 november 2012, nr. 23055, blz. 2.


Gehele tekst ontwerpregeling met toelichting (pdf, 112 kB)