Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel in verband met het wegnemen van belemmeringen bij het opnemen van buitengewoon verlof.


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel in verband met het wegnemen van belemmeringen bij het opnemen van buitengewoon verlof.

Bij Kabinetsmissive van 8 september 2000, no.00.005065, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting, houdende wijziging van het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel in verband met het wegnemen van belemmeringen bij het opnemen van buitengewoon verlof.

Het ontwerpbesluit voorziet in een technische verbetering in een uitkeringsregeling voor het onderwijspersoneel. De Raad van State onderschrijft de strekking van het ontwerpbesluit, maar maakt daarbij de volgende kanttekeningen.

1. De betrokkene die gedurende zijn ziekte of arbeidsongeschiktheid is ontslagen, kan onder bepaalde voorwaarden en voor een bepaalde periode aanspraak houden op zijn laatstgenoten bezoldiging. Echter, als de betrokkene ten tijde van zijn ontslag met buitengewoon verlof is, is de laatstgenoten bezoldiging veel lager dan normaal. Met het ontwerpbesluit wordt dit probleem verholpen.
Een technisch probleem is dat in het ontwerpbesluit wordt gesproken over "buitengewoon verlof" zonder dat deze term wordt gedefinieerd. Het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel is gebaseerd op een aantal onderwijswetten en op de Ambtenarenwet. In de grondslagverlenende onderwijswetten komt het begrip "buitengewoon verlof" niet voor. In artikel 125c, tweede en derde lid, van de Ambtenarenwet komt de term wel voor, maar dan gaat het om verlof voor het bijwonen van vergaderingen en zittingen van publiekrechtelijke colleges en voor activiteiten van of voor vakorganisaties van overheidspersoneel. Dit zal niet bedoeld zijn.
Daarom beveelt de Raad aan de term te definiëren.

2. In de toelichting dient te worden ingegaan op het overleg met de centrales van overheidspersoneel en de uitkomsten daarvan.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De waarnemend Vice-President van de Raad van State



Nader rapport (reactie op het advies) van 6 december 2000


Naar aanleiding van de inhoudelijke opmerkingen van de Raad van State is het ontwerpbesluit op de volgende wijze aangepast:
- in Artikel I onder A is een definitie opgenomen van het begrip "buitengewoon verlof";
- in de nota van toelichting (aanhef) is ingegaan op het overleg met de centrales van overheidspersoneel en de uitkomsten daarvan.

Ik veroorloof mij U het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting hierbij wederom te doen toekomen en U in overweging te geven, overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen