Ontwerpbesluit houdende aanwijzing van situaties, bedoeld in artikel 464 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, waarvoor dit artikel later dan met ingang van 1 mei 2000 in werking zal treden.


Volledige tekst

Ontwerpbesluit houdende aanwijzing van situaties, bedoeld in artikel 464 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, waarvoor dit artikel later dan met ingang van 1 mei 2000 in werking zal treden.

Bij Kabinetsmissive van 24 december 1999, no.99.006422, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en in overeenstemming met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting, houdende aanwijzing van situaties, bedoeld in artikel 464 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, waarvoor dit artikel later dan met ingang van 1 mei 2000 in werking zal treden.

De Raad van State kan zich met het ontwerpbesluit verenigen.

Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de hij het advies behorende bijlage.

De Raad geeft U mitsdien in overweging dienovereenkomstig te besluiten.

Gelet op artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State is het college van oordeel, dat openbaarmaking van dit advies achterwege dient te blijven.

De Vice-President van de Raad van State


Bijlage hij het advies van de Raad van State van 3 februari 2000, no.W03.99.0629/l, met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.

- Ontwerpbesluit en nota van toelichting herzien met inachtneming van de aanwijzingen 86 en 87 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.


Nader rapport (reactie op het advies) van 10 maart 2000

De Raad van State kan zich met het ontwerp verenigen.

De redactionele kanttekening is gevolgd.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de toelichting op een aantal punten nader te precisieren. In paragraaf 2.2 is een voorbeeld toegevoegd van een situatie waarin als zodanig geen sprake is van een geneeskundige handeling, nI. de beslissing van de directeur een gedetineerde over te plaatsen naar een ziekenhuis. Nader is aangegeven welke artsen onder de term "inrichtingsarts" vallen.
In paragraaf 2.3 is nader onderscheid gemaakt tussen de werkzaamheden die door gedragsdeskundigen van de Forensisch Psychiatrische Dienst worden verricht en de werkzaamheden van externe deskundigen die via bemiddeling van voornoemde dienst worden ingeschakeld. Nader is aangegeven wat de reikwijdte is van de term "observatie" in de toelichting. De toelichting is voorts aangepast in verband met het per 1 februari 2000 gewijzigde artikel 151 van het Wetboek van Strafvordering. Ten slotte is in de toelichting meer nadrukkelijk ingegaan op de verschillende handelingen die in het kader van een pro-justitia rapportage worden verricht.

Ik moge u hierbij, mede namens mijn ambtgenoot van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en in overeenstemming met mijn ambtgenoot van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het gewijzigde ontwerp-besluit en de gewijzigde nota van toelichting wederom doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Justitie