Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van het Pachtnormenbesluit 1995 in verband met periodieke aanpassing normen 2001.


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van het Pachtnormenbesluit 1995 in verband met periodieke aanpassing normen 2001.

Bij Kabinetsmissive van 2 oktober 2001 , no.Ol.004607, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van het Pachtnormenbesluit 1995 in verband met periodieke aanpassing normen 2001.

Het ontwerpbesluit strekt ertoe dat van rechtswege een verhoging van de pachtprijzen totstandkomt. In afwachting van nieuwe pachtwetgeving waartoe de Commissie Pachtbeleid na evaluatie(zie noot 1) van de bestaande wetgeving heeft geadviseerd, wordt in dit ontwerpbesluit nog aangesloten bij de bestaande systematiek voor de berekening van pachtprijzen.
Nu het blijkens de toelichting nog enige jaren zal duren alvorens naar aanleiding van het kabinetsstandpunt(zie noot 2) een nieuw wettelijk systeem zal kunnen worden ingevoerd en nu de regering een tijdelijke nieuwe systematiek voor de berekening van pachtnormen voorbarig acht, dient de voorgestelde verhoging van de hoogst toelaatbare pachtprijzen te worden getoetst aan het uitgangspunt van artikel 3, tweede lid, van de Pachtwet, waarnaar in paragraaf 2 van de toelichting ook wordt verwezen. Aangezien dat in paragraaf 5 van de toelichting onvoldoende duidelijk geschiedt dient alsnog cijfermatig te worden beargumenteerd dat de thans voorgestelde verhoging redelijk is en in de lijn ligt van hetgeen zowel pachter als verpachter konden verwachten, gelet op de ontwikkeling van de grond- en pachtprijzen in de afgelopen jaren.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State



Nader rapport (reactie op het advies) van 26 oktober 2001


Bij het vaststellen van de pachtnormen dient ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Pachtwet een evenwicht te worden nagestreefd tussen de belangen van de pachter en die van de verpachter. De Raad van State is blijkens zijn advies van mening dat in de toelichting bij het ontwerpbesluit onvoldoende duidelijk wordt getoetst aan voornoemd criterium uit de Pachtwet. Alsnog dient cijfermatig te worden beargumenteerd dat de thans voorgestelde verhoging redelijk is en in de lijn ligt van hetgeen zowel pachter als verpachter konden verwachten, gelet op de ontwikkeling van de grond- en pachtprijzen in de afgelopen jaren.

De nota van toelichting bij het ontwerpbesluit is overeenkomstig het advies van de Raad van State aangevuld.

Voorts is van belang dat de Tweede Kamer der Staten-Generaal op 2 oktober 2001 een motie heeft aangenomen waarin de regering werd verzocht de pachtnorm voor los land niet met 20% met een maximum van f. 150,- te verhogen, maar met 15% met een maximum van f. 125,- aan te passen en hiertoe het ontwerpbesluit te wijzigen.
Het ontwerpbesluit is dienovereenkomstig gewijzigd.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de daarbij behorende nota van toelichting wederom doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij



(1) Rapport van de Commissie Pachtbeleid: Ruimte voor pacht, januari 2000.
(2) Kamerstukken II, 27 924, nr.1.