Ontwerpbesluit met nota van toelichting inzake de verstrekking van subsidies ten behoeve van investeringen in de kennisinfrastructuur (Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur).


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting inzake de verstrekking van subsidies ten behoeve van investeringen in de kennisinfrastructuur (Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur).

Bij Kabinetsmissive van 2 april 2002, no.02.001631, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Economische Zaken, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting inzake de verstrekking van subsidies ten behoeve van investeringen in de kennisinfrastructuur (Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur).

Het ontwerpbesluit regelt de subsidieverstrekking voor kennisprojecten. Het doel hiervan is het tot stand brengen van kwalitatief hoogwaardige netwerken in de kennisinfrastructuur die flexibel inspelen op lange termijn kennisvragen, en het identificeren en stimuleren van innovatieve onderzoeksgebieden.
De Raad van State maakt de volgende kanttekeningen bij het ontwerpbesluit.

1. Het kabinet wil een geharmoniseerd en transparant proces volgen bij het leveren van een financiële bijdrage aan de versterking van de kennisinfrastructuur. Het meent dat het wenselijk is dat partijen die een subsidieaanvraag indienen, inzicht krijgen in de selectiecriteria en afwijzingsgronden.(zie noot 1)
De criteria voor het verstrekken van subsidie zijn neergelegd in de artikelen 2, 10 en 11 van het ontwerpbesluit. Eén van de criteria is van toepassing op aanvragen die op grond van het ontwerpbesluit gebundeld moeten worden ingediend door een bij ministeriële regeling aan te wijzen regieorgaan (artikel 1, vierde lid). Dit zijn aanvragen die betrekking hebben op één van de bij ministeriële regeling aan te wijzen thema's. In het ontwerpbesluit is geregeld dat de Minister van Economische Zaken in ieder geval afwijzend op een aanvraag beschikt indien de aanvraag een kennisproject betreft dat gebundeld moet worden ingediend en het tot bundeling aangewezen regieorgaan besloten heeft niet tot indiening van de aanvraag over te gaan (artikel 10, sub c). Een beoordeling van de aanvraag door de Commissie van Wijzen ICES/KIS zoals geregeld in artikel 11 van het ontwerpbesluit is dan niet meer mogelijk.
Uit een oogpunt van rechtszekerheid en rechtsbescherming heeft de Raad er bezwaar tegen dat het regieorgaan de exclusieve bevoegdheid krijgt de rechtspositie van bepaalde subsidieaanvragers te bepalen. Hij adviseert dit probleem te ondervangen door bijvoorbeeld in het ontwerpbesluit de mogelijkheid voor de subsidieaanvrager op te nemen om de aanvraag afzonderlijk in te dienen wanneer het regieorgaan de aanvraag niet in een bundeling opneemt. Voorts adviseert de Raad in het ontwerpbesluit inzicht te bieden in de selectiecriteria en afwijzingsgronden die het regieorgaan hanteert.

2. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State



Bijlage bij het advies van de Raad van State van 30 mei 2002, no.W10.02.0150/II, met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.

- In artikel 5 de planbureaus met name noemen.



Nader rapport (reactie op het advies) van 12 december 2002


1. De bezwaren van de RvS tegen het verlenen van een exclusieve bevoegdheid voor een regieorgaan om de rechtspositie van bepaalde subsidieaanvragers te bepalen zijn weggenomen door, overeenkomstig de suggestie van de Raad, aan die aanvragers de mogelijkheid te geven hun aanvraag afzonderlijk in te dienen, indien het regieorgaan de aanvraag niet in een bundeling opneemt. Daaraan zijn wel enkele voorwaarden verbonden om de coördinerende rol van het regieorgaan niet te ondergraven. De belangrijkste voorwaarde is dat de aanvrager bij zijn aanvraag de gemotiveerde afwijzing door het regieorgaan moet voegen, alsmede een toelichting waarom naar zijn mening zijn project wel voor subsidiëring in aanmerking komt. Tevens is overeenkomstig het advies van de RvS in de toelichting aangegeven wat de selectiecriteria en afwijzingsgronden zijn die het regieorgaan zal hanteren.

2. De redactionele kanttekening is overgenomen.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerp-besluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Economische Zaken



(1) Nota van toelichting, paragraaf 1. Algemeen, Achtergrond.