Adviesaanvraag inzake de regeling houdende wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving in verband met de inwerkingtreding van de Tijdelijke referendumwet (vijfde wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving), met toelichting.


Volledige tekst

Adviesaanvraag inzake de regeling houdende wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving in verband met de inwerkingtreding van de Tijdelijke referendumwet (vijfde wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving), met toelichting.

Bij Kabinetsmissive van 6 februari 2002, no.02.000587, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt de adviesaanvraag inzake de regeling houdende wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving in verband met de inwerkingtreding van de Tijdelijke referendumwet (vijfde wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving), met toelichting.

Deze wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar) heeft uitsluitend betrekking op de consequenties voor de regelgeving van de Tijdelijke referendumwet, die op 1 januari 2002 in werking is getreden.
De Raad van State maakt hierbij enkele opmerkingen.

1. Aanwijzing 178, model A
In de toelichting bij het eerste lid, model A, wordt een model gegeven voor het geval waarin op grond van een wet in het inwerkingtredingsbesluit met betrekking tot die wet terugwerkende kracht kan worden verleend aan die wet. Dat model luidt: Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en kan terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip.
Omdat het hier gaat om een model dat bestemd is om in de wet op te nemen, behoort het in de Ar zelf een plaats te krijgen en niet in de toelichting. Voorts is de regeling van de terugwerkende kracht het bijzondere van dit model. Het is daarom systematisch logischer het model op te nemen in aanwijzing 168, die betrekking heeft op de formulering van terugwerkende kracht en die reeds een model daarvoor bevat, en niet in de toelichting bij aanwijzing 178, welke aanwijzing gaat over inwerkingtreding. Wel zou in die toelichting verwezen kunnen worden naar aanwijzing 168.

2. Aanwijzing 178, model B
In de toelichting bij dit model wordt gesteld dat dit model in alle gevallen voldoet aan artikel 12, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet (Trw).
Deze mededeling is op zichzelf juist.
In artikel 13 Trw is echter bepaald dat, indien een inleidend verzoek tot het houden van een referendum over een wet onherroepelijk is toegelaten, van rechtswege vervalt hetgeen in die wet omtrent de inwerkingtreding is geregeld. Het is wenselijk dat in de toelichting een aanbeveling wordt opgenomen over de wijze waarop hieraan bekendheid zal worden gegeven.

3. Aanwijzing 327
Aan het slot van de nieuwe toelichting bij aanwijzing 27 Ar wordt gesteld, dat van de wachttijd van vier weken voordat de binding aan een verdrag kan worden aangegaan ten minste drie weken buiten een reces van de kamers moet vallen, tenzij bij de verstrekking van de inlichtingen uitdrukkelijk wordt vermeld waarom deze termijn niet in acht genomen kan worden. Verwezen wordt daarbij naar aanwijzing 326a.
De waarborg voor de kamers die hier is bedoeld verdient neergelegd te worden in een aanwijzing zelf, te vergelijken met de aanwijzingen 43a en 326a.

4. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat de procedure van het vaststellen van deze aanwijzingen wordt voortgezet nadat met het vorenstaande rekening is gehouden.

De Vice-President van de Raad van State



Bijlage bij het advies van de Raad van State van 1 maart 2002, no.W01.02.0046/I, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

De Aanwijzingen voor de regelgeving
- Nu aanwijzing 178, met de modellen voor de inwerkingtredingsbepaling van wetten, wordt herzien, de redactie van alle inwerkingtredingsmodellen uniformeren en steeds spreken van "in werking treden op …" in plaats van "in werking treden met ingang van …", omdat inwerkingtreding een eenmalige gebeurtenis is.

De toelichting
- De eerste zin van de toelichting actualiseren.



Nader rapport (reactie op het advies) van 22 april 2002


1. De eerste opmerking van de Raad heeft betrekking op de toelichting op aanwijzing 178, model A. De Raad geeft in overweging het hierin opgenomen model voor de situatie waarin op grond van een wet in het inwerkingstredingsbesluit met betrekking tot die wet terugwerkende kracht kan worden verleend aan die wet, een plaats te geven in de Ar zelf, meer in het bijzonder in aanwijzing 168.
Ik ben het, bij nader inzien, met de Raad eens dat de passage met betrekking tot het verlenen van terugwerkende kracht, minder goed past in de toelichting op aanwijzing 178. Deze aanwijzing heeft immers betrekking op de formulering van inwerkingtredingsbepalingen in normale gevallen. Naar aanleiding van het advies is de passage, inclusief het daarin opgenomen model, komen te vervallen; het model is opgenomen in aanwijzing 168.

2. De Raad adviseert in de toelichting op aanwijzing 178, model B, aan te geven op welke wijze bekendheid zal worden gegeven aan de situatie die is beschreven in artikel 13 van de Tijdelijke referendumwet (Trw). In artikel 13 Trw is bepaald dat indien een inleidend verzoek tot het houden van een referendum over een wet onherroepelijk is toegelaten, van rechtswege vervalt hetgeen in die wet omtrent de inwerkingtreding is geregeld.
De Trw bepaalt dat de voorzitter van het centraal stembureau zijn besluit over de toelating van een inleidend verzoek mededeelt in de Staatscourant (artikel 72, eerste lid, Trw). Eveneens moet de voorzitter mededeling doen van het besluit aan de voorzitters van Tweede en Eerste Kamer en aan de Minister van BZK. Het besluit wordt onherroepelijk indien hiertegen niet binnen de daarvoor gestelde termijn van zes dagen beroep wordt ingesteld (artikelen 144 en 145 Trw). Wordt wel tijdig beroep ingesteld, dan wordt het besluit onherroepelijk als de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak doet. De Afdeling doet uiterlijk op de zesde dag nadat het beroepschrift is ontvangen uitspraak (artikel 146, eerste lid, onderdeel a, Trw). Indien de uitspraak strekt tot gegrondverklaring van het beroep, treedt de uitspraak in de plaats van het vernietigde besluit (artikel 146, tweede lid, Trw). Uit artikel 8:80 van de Algemene wet bestuursrecht vloeit dan voort dat de voorzitter van het centraal stembureau de uitspraak bekendmaakt in de Staatscourant. De Trw schrijft niet uitdrukkelijk voor dat daarnaast moet worden meegedeeld dat de inwerkingtredingsbepaling op grond van artikel 13 Trw is vervallen. Het ligt evenwel in de rede dat dit gevolg wordt vermeld bij de mededeling van het besluit c.q. de uitspraak in de Staatscourant. Als een dergelijke situatie zich voordoet, zal hiervan overigens ook melding worden gemaakt op de referendumwebsite (www.referendumwet.nl). De hiervoor genoemde procedure houdt slechts zijdelings verband met het wetgevingsproces en is om die reden niet opgenomen in de toelichting op aanwijzing 178.

3. De Raad adviseert het slot van de nieuwe toelichting bij aanwijzing 327 Ar neer te leggen in een aanwijzing zelf. Dit advies is overgenomen in de vorm van toevoeging van aanwijzing 327a.

4. De eerste redactionele kanttekening is niet overgenomen. In de modelinwerkingtredingsbepalingen wordt de formulering "in werking treden op" steeds gebruikt voor die gevallen waarin de inwerkingtreding is gekoppeld aan een stijdstip, terwijl de formulering "in werking treden met ingang van" steeds wordt gebruikt voor die gevallen waarin de inwerkingtreding is gekoppeld aan een dag of datum. Uit taalkundig oogpunt is het niet juist te spreken over inwerkingtreding "met ingang van" een tijdstip, zijnde een ondeelbaar moment.
De tweede redactionele kanttekening is overgenomen. De eerste zin van de toelichting is naar aanleiding van de opmerking van de Raad geactualiseerd.

Ik verzoek U goed te vinden dat de procedure voor vaststelling van de vijfde wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt voortgezet.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties