Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van drie algemene maatregelen van bestuur ter beperking van de wettelijk verzekerde zorg, alsmede enkele andere wijzigingen.


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van drie algemene maatregelen van bestuur ter beperking van de wettelijk verzekerde zorg, alsmede enkele andere wijzigingen.

Bij Kabinetsmissive van 16 juli 2003, no.03.002999, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van drie algemene maatregelen van bestuur ter beperking van de wettelijk verzekerde zorg, alsmede enkele andere wijzigingen.

Dit ontwerpbesluit brengt wijzigingen aan in het Besluit zorgaanspraken AWBZ, het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering en het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden, waarmee psychotherapeutische behandeling wordt gemaximeerd; behandeling door vrijgevestigde psychotherapeuten als aanspraak in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt opgenomen; de ziekenfondsverstrekking van "overig" ziekenvervoer vervalt; een recept voor orale anticonceptiva kan voor een jaar worden uitgeschreven. De Raad van State maakt opmerkingen over de motivering van het ontwerpbesluit, het voorgestelde overgangsrecht, en de gevolgen van het vervallen van de bekostiging van het zittend vervoer. Hij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van de toelichting wenselijk is.

1. Thans bestaat aanspraak op psychotherapeutische behandeling door een psychiater of zenuwarts voor maximaal negentig zittingen. Het aantal zittingen verleend door een instelling (dit zijn de Regionale instellingen ambulante geestelijke gezondheidszorg en poliklinieken psychotherapie van een instelling) is thans niet gemaximeerd. In het ontwerpbesluit worden alle psychotherapeutische behandelingen teruggebracht tot maximaal 30 zittingen. De toelichting geeft als reden dat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de meeste stoornissen met ongeveer 30 zittingen goed behandeld kunnen worden.
Het rapport "Doelmatigheid van langdurige psychotherapie" (2001) van de Gezondheidsraad(zie noot 1) concludeert evenwel dat kortdurende psychotherapie bij een aantal stoornissen werkzaam en effectief is, maar dat nader onderzoek dient plaats te vinden naar de doelmatigheid van langdurige psychotherapie. Toch wordt in het ontwerpbesluit gekozen voor een maximering van 30 zittingen voor álle psychotherapeutische behandelingen. In de toelichting wordt niet ingegaan op de mogelijke effecten van deze beperking voor betrokkenen voor wie een behandeling van meer dan 30 zittingen geboden is. Bovendien vraagt de Raad aandacht voor de invloed van deze maatregel op het beleid tot algemene beperking van de instroom in en het bevorderen van de uitstroom uit de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
De Raad adviseert de onderbouwing van dit ontwerpbesluit tot algemene beperking van de aanspraken op psychotherapeutische behandeling nader toe te lichten tegen de achtergrond van de vorengenoemde punten en zo nodig aan te passen.

2. De voorgestelde maatregel krijgt onmiddellijke werking. Dit betekent dat voor patiënten met een psychiatrische stoornis die inmiddels een behandeling zijn aangegaan, deze behandeling ineens kan komen te vervallen. De Raad adviseert om in de toelichting ook in te gaan op de medische risico’s die hieraan verbonden kunnen zijn.

3. De gevolgen van het vervallen van de bekostiging van het zogenaamd zittend vervoer kunnen aanzienlijk zijn voor patiënten die niet kunnen terugvallen op familie of mantelzorg. In het Hoofdlijnenakkoord wordt gesteld dat "bij het inkomensbeleid rekening zal worden gehouden met de gevolgen van onder meer de pakketbeperkingen in de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en andere kwetsbare groepen."(zie noot 2)
De Raad adviseert aan te geven op welke wijze in het inkomensbeleid rekening wordt gehouden met de gevolgen van de onderhavige maatregel voor genoemde kwetsbare groepen

4. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State



Bijlage bij het advies van de Raad van State van 26 september 2003, no. W13.03.0304/III, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

Ontwerpbesluit
- In artikel I, artikel 8, vierde lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ "30" vervangen door: 30 zittingen.
- In artikel III, artikel 10, eerste lid, de gehele bepaling onder d laten vervallen, aangezien deze ook in het huidige artikel 10 niet bestaat.



Nader rapport (reactie op het advies) van 20 oktober 2003

1. Het advies van de Raad om in de nota van toelichting in te gaan op de mogelijke effecten van de beperking voor betrokkenen voor wie een behandeling van meer dan dertig zittingen geboden is in relatie tot het onderzoek dat plaats dient te vinden naar de doelmatigheid van langdurige psychotherapie, is niet overgenomen. Aangezien de doelmatigheid van langdurige psychotherapie in zijn algemeenheid (nog) niet is aangetoond, zie ik op dit moment geen reden de langdurige psychotherapie als aanspraak te handhaven. Uiteraard is niet uit te sluiten dat zal blijken dat in sommige gevallen een behandeling met een groter aantal zittingen een adequate behandeling kan zijn. In verband met de financiële taakstelling heb ik toch besloten te kiezen voor één maximum van dertig behandelingen.

De Raad vraagt aandacht voor de invloed van de maatregel op het beleid in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Volgens de huidige inzichten, onder andere van de commissie psychische problematiek (Commissie Donner), kan door een snelle aanpak bij uitval dreigend chronisch verzuim in veel gevallen worden voorkomen. Volgens een studie die voor deze commissie is verricht (Stichting Toekomstscenario's Gezondheidszorg, 2002), zou bij een goede eerstelijnsbegeleiding en adequaat optreden van de direct leidinggevende (volgens de leidraad van de Commissie Donner en de Wet verbetering poortwachter) slechts 4% van de verzuimgevallen een behandeling nodig hebben van meer dan twintig zittingen. Derhalve is de verwachting dat een beperking van het aantal zittingen psychotherapie voor het beleid ten aanzien van arbeid en gezondheid niet of nauwelijks relevant is.
De nota van toelichting is niet aangevuld met deze gegevens.

Abusievelijk was in artikel I, onderdeel 2, de zinsnede weggelaten: indien deze niet gepaard gaat met verblijf. Hiermee zou ook de psychotherapeutische behandeling indien deze gepaard gaat met verblijf worden beperkt tot maximaal dertig zittingen. Dit is echter niet de bedoeling van de maatregel. Daarom is die zinsnede alsnog toegevoegd.

2. Ik heb besloten de maatregel geen onmiddellijke werking te geven, maar een overgangsregeling in te voeren, zodat de verzekerde een behandeling niet direct behoeft af te breken. Hiermee wordt een ongewenste therapiebreuk voorkomen. Het ontwerpbesluit en de nota van toelichting zijn dienovereenkomstig aangepast.

3. Het kabinet heeft besloten alsnog af te zien van het volledig verwijderen van het zittend ziekenvervoer uit het ziekenfondspakket. Hetzelfde geldt voor het verwijderen van het recht op vergoeding van de kosten van zodanig vervoer uit het vergoedingenpakket op grond van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998.
Het ontwerpbesluit, met inbegrip van het opschrift, en de nota van toelichting zijn op dit punt aangepast.

4. De redactionele kanttekening die vermeld is onder het eerste gedachtestreepje is verwerkt. De redactionele kanttekening die vermeld is onder het tweede gedachtestreepje, is, als gevolg van de wijziging van artikel 10 na het uitbrengen van het advies van de Raad, niet meer relevant.

Abusievelijk en in tegenstelling tot de toezegging gedaan in de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 19 juli 2002 (Kamerstukken II 2001-2002, 27 855, nr.18, p.4.), was de opneming van de psychotherapeuten in de Wet tarieven gezondheidszorg (Wtg) vergeten. Deze omissie is in het gewijzigde ontwerp-besluit hersteld. De vrijgevestigde psychotherapeuten werden niet rechtstreeks door de zorgkantoren gecontracteerd, maar door middel van een overeenkomst met een Riagg. De betaling van de vrijgevestigde psychotherapeut geschiedde uit het budget dat op grond van de Wtg aan een Riagg is toegekend. Daarmee was de budgettaire beheersing geregeld en was er derhalve tot die tijd geen reden de psychotherapeut onder de Wtg en de maximumtariefsystematiek van die wet te brengen. Omdat er naar verwachting geen evenwichtige marktverhouding bestaat tussen psychotherapeuten en zorgkantoren met betrekking tot prijsonderhandelingen, is besloten de Wtg op de psychotherapeut van toepassing te laten zijn.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



(1) "Doelmatigheid van langdurige psychotherapie." Gezondheidsraad, nr.2001/08.
(2) Kamerstukken II 2002/03, nr.19, blz.11.