Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende bepalingen omtrent het vorderen van het gebruik van spoorweginfrastructuur en spoorwegmaterieel in geval van buitengewone omstandigheden (Besluit vorderen gebruik spoorweginfrastructuur en spoorwegmaterieel in buitengewone omstandigheden).


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende bepalingen omtrent het vorderen van het gebruik van spoorweginfrastructuur en spoorwegmaterieel in geval van buitengewone omstandigheden (Besluit vorderen gebruik spoorweginfrastructuur en spoorwegmaterieel in buitengewone omstandigheden).

Bij Kabinetsmissive van 13 augustus 2003, no.03.003189, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Defensie, in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende bepalingen omtrent het vorderen van het gebruik van spoorweginfrastructuur en spoorwegmaterieel in geval van buitengewone omstandigheden (Besluit vorderen gebruik spoorweginfrastructuur en spoorwegmaterieel in buitengewone omstandigheden).

In verband met de totstandkoming van de nieuwe Spoorwegwet(zie noot 1) moet het Reglement omtrent de aanwending van spoorwegen en spoorwegmaterieel in de gevallen, bedoeld in artikel 24 en de tweede alinea van artikel 50 der wet van 9 April 1875 (Staatsblad no.67), laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 April 1893 (Staatsblad no.62), zoals vastgesteld bij koninklijk besluit van 17 september 1912 tot vaststelling van een reglement omtrent de aanwending van spoorwegen en spoorwegmaterieel in geval van oorlog of andere buitengewone omstandigheden (Stb.295) (hierna: het Reglement) worden vervangen.
De Raad van State onderschrijft de strekking van het ontwerpbesluit, maar maakt daarbij de volgende kanttekening met betrekking tot de reikwijdte van de term “gebruik”.

1. Met het vorderen van het “gebruik” van spoorweginfrastructuur en spoorwegmaterieel in het belang van de uitvoering van de militaire taak in artikel 2 van het ontwerpbesluit wordt volgens de nota van toelichting bedoeld een vordering tot beschikbaarstelling, waarbij de spoorwegonderneming, onderscheidenlijk de spoorwegbeheerder, het vervoer uitvoert.
Hieruit kan worden afgeleid dat het ontwerpbesluit kennelijk beoogt alleen voor het vervoer een regeling te treffen en niet voor “gebruik” in het algemeen. Dat in dit verband onder de term “gebruik” in artikel 2 geen andere dan vervoer-verrichtingen vallen kan ook worden afgeleid uit artikel 5.
In verband hiermee adviseert de Raad in de bewoordingen van het ontwerpbesluit expliciet tot uitdrukking te brengen dat het uitsluitend het verrichten van vervoer betreft.

2. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State



Bijlage bij het advies van de Raad van State van 23 september 2003,
no. W07.03.0332/II, met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.

In de toelichting op artikel 1 de woorden “het koninklijk besluit, bedoeld in artikel 98, eerste lid, van de wet, vervangen door de woorden: een koninklijk besluit als bedoeld in artikel 98, eerste lid, van de wet (aanwijzing 82 van de Aanwijzingen voor de regelgeving).



Nader rapport (reactie op het advies) van 22 oktober 2003

1. Het advies van de Raad van State om in de bewoordingen van het ontwerpbesluit expliciet tot uitdrukking te brengen dat het uitsluitend het verrichten van vervoer betreft, is opgevolgd. In artikel 2 van het besluit is de term “het gebruik” vervangen door: de beschikbaarstelling. Bij een vordering tot beschikbaarstelling voert de spoorwegonderneming, onderscheidenlijk de spoorwegbeheerder het vervoer uit. Voorts is in artikel 3 de term “gebruik” geschrapt en is in artikel 9 de citeertitel gewijzigd in: Besluit vorderen beschikbaarstelling spoorweginfrastructuur en spoorwegmaterieel in buitengewone omstandigheden. De nota van toelichting is dienovereenkomstig aangepast.

De door de Raad gemaakte redactionele kanttekening is in de nota van toelichting verwerkt.

De Staatssecretaris van Defensie



(1) Stb. 2003, 264 (nog niet in werking getreden).