Voorstel van wet tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector (PbEG 1998 L 24) alsmede richtlijn 2002/58/EG van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (PbEG 2002 L201).


Volledige tekst

Voorstel van wet tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector (PbEG 1998 L 24) alsmede richtlijn 2002/58/EG van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (PbEG 2002 L201).

Dit advies is een zogenoemd advies conform.

Dit betekent dat de tekst van het advies "zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat". Openbaarmaking van een advies conform blijft achterwege (artikel 25a, vierde lid, van de Wet op de Raad van State). De tekst van het advies wordt dus nergens gepubliceerd, niet in het Bijvoegsel van de Staatscourant en niet in de Kamerstukken.



Nader rapport (reactie op het advies) van 5 juni 2003

De Raad van State kan zich met het voorstel van wet verenigen.

De redactionele kanttekening van de Raad van State heb ik niet verwerkt.
Indien het wetsvoorstel tot wijziging van de Telecommunicatiewet en enkele andere wetten in verband met de implementatie van een nieuw Europees geharmoniseerd regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten en de nieuwe dienstenrichtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen (28 851) (ONP-wetsvoorstel) tot wet wordt verheven en in werking treedt voordat onderhavig voorstel van wet door het parlement is aanvaard, zal ik bevorderen dat onderhavig voorstel van wet wordt ingetrokken. Onderhavig wetsvoorstel heeft dan immers zijn betekenis verloren, doordat de daarin geregelde materie door de dan tot stand gekomen wet reeds wordt geregeld. Mocht zich evenwel de situatie voordoen dat onderhavig voorstel van wet eerder tot stand komt dan eerdergenoemd wetsvoorstel, dan ligt het in de rede om in dat wetsvoorstel een overgangsrechtelijke voorziening ter zake op te nemen. Ik zal derhalve al naar gelang de situatie die ontstaat bezien welke gevolgen daaraan, in het bijzonder voor het onderhavige wetsvoorstel, dienen te worden verbonden. Paragraaf 2 van de memorie van toelichting heb ik ter zake aangevuld, waarbij ik ook kort aandacht heb besteed aan nut en noodzaak van het wetsvoorstel in het licht van het feit dat recent het ONP-wetsvoorstel is ingediend.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting met bijlagen aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Economische Zaken