Wijziging van het Besluit Jeugdwet in verband met de bestuursstructuur van het kwaliteitsregister jeugd.
- Kenmerk
- W13.24.00029/III
- Datum aanhangig
- 14 februari 2024
- Datum vastgesteld
- 10 april 2024
- Datum advies
- 10 april 2024
- Datum publicatie
- 15 april 2024
- Vindplaats
- Staatscourant 2024, nr. 19196
- Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Algemene maatregel van bestuur
Bij Kabinetsmissive van 14 februari 2024, no.2024000416, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Jeugdwet in verband met de bestuursstructuur van het Kwaliteitskader jeugd, met nota van toelichting.
Het ontwerpbesluit regelt een wijziging van de bestuursstructuur van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (hierna: SKJ) in het Besluit Jeugdwet. De SKJ is beheerder van het kwaliteitsregister jeugd. Daarin worden jeugdprofessionals geregistreerd, zodat openbaar is welke jeugdprofessionals voldoen aan de benodigde vakbekwaamheidseisen. Daarnaast is de SKJ houder van het stelsel van professioneel toezicht (waaronder tuchtrecht). De SKJ had in 2023 meer dan 50 medewerkers en ongeveer 60.000 geregistreerde professionals.
Op dit moment regelt het Besluit Jeugdwet dat de leden van het bestuur van de SKJ worden benoemd op voordracht van de drie aangesloten beroepsverenigingen (zie noot 1). Volgens de toelichting heeft deze voordracht voor het bestuur in de praktijk veelal geleid tot benoemingen van jeugdprofessionals die hun bestuursfunctie vervullen naast andere werkzaamheden in plaats van professionele bestuurders met (ook) financiële, bestuurlijke, juridische of personele expertise.
Als gevolg daarvan heeft het bestuur van de SKJ in de praktijk veel van haar taken gedelegeerd aan de directeur. Het bestuur van de SKJ is de afgelopen jaren tot de conclusie gekomen dat deze werkwijze niet meer past bij de huidige omvang van de organisatie en toegenomen complexiteit van de taken van de SKJ en heeft daarom aangegeven over te willen gaan naar een professioneler bestuur en een raad van toezicht-model, in lijn met de Governancecode zorg. (zie noot 2)
Het voorstel regelt daartoe in het Besluit Jeugdwet dat de SKJ verplicht is in de statuten op te nemen dat het intern toezicht zal worden uitgeoefend door een raad van toezicht bestaande uit vijf leden, waarvan één lid wordt benoemd op voordracht van de beroepsverenigingen. (zie noot 3) Deze raad van toezicht komt naast een raad van advies, waarin vertegenwoordigers van werkgevers en cliënten deelnemen. (zie noot 4) De bepalingen ten aanzien van de benoeming van de leden van het bestuur worden geschrapt. De benoeming van het bestuur moet in de statuten van de SKJ worden geregeld. (zie noot 5)
De Afdeling merkt op dat met de voorgestelde wijziging in de bestuursstructuur van de SKJ de professionalisering van de SKJ wordt ingevuld door een raad van toezicht-model in te voeren, in lijn met de Governancecode zorg. De vraag rijst hoe de beoogde professionalisering van het bestuur zich verhoudt tot de voorgestelde regeling van alleen de raad van toezicht in het ontwerpbesluit. Het ontwerpbesluit en de toelichting bieden daarover geen duidelijkheid.
Weliswaar spreekt de toelichting van ‘de directeur-bestuurder(s)’ (zie noot 6) belast met het besturen van de stichting en de bestuurlijke verantwoordelijkheid, maar daaruit kan niet met worden opgemaakt of het de bedoeling is één of meer directeuren te benoemen tot bestuurder en hoe gewaarborgd wordt dat dit ook zal gebeuren.
De Afdeling adviseert in de toelichting nader in te gaan op de wijze waarop professionalisering van het bestuur wordt bereikt en het ontwerpbesluit zo nodig aan te passen.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het ontwerpbesluit en adviseert daarmee rekening te houden voordat een besluit wordt genomen.
De vice-president van de Raad van State
Nader rapport (reactie op het advies) van 24 mei 2024
De Afdeling merkt op dat niet duidelijk is of het de bedoeling is één of meer directeuren te benoemen tot bestuurder en hoe gewaarborgd wordt dat dit ook zal gebeuren. In dat licht adviseert de Afdeling nader in te gaan op de wijze waarop professionalisering van het bestuur wordt bereikt en het ontwerpbesluit zo nodig aan te passen.
Naar aanleiding van dit advies van de Afdeling is in de nota van toelichting nader ingegaan op de wijze waarop het bestuur van de SKJ wordt vormgegeven.
Artikel 2:286, vierde lid, onderdeel c, van het Burgerlijk Wetboek schrijft voor dat in de statuten van een stichting moet worden geregeld op welke wijze bestuurders worden benoemd en ontslagen. Ook de SKJ moet dit op grond van het Burgerlijk Wetboek dus regelen in de statuten. De raad van toezicht ziet hier op toe. In de huidige statuten is opgenomen dat de SKJ een bestuur met minimaal vijf zetels en een directeur heeft. De statuten zullen naar aanleiding van voorliggend besluit op een aantal onderdelen worden aangepast. Zo is de SKJ voornemens in de statuten op te nemen dat het bestuur bestaat uit één directeur-bestuurder, die wordt benoemd en ontslagen door de raad van toezicht. Daarnaast zal – in lijn met voorliggend besluit – worden opgenomen dat er een raad van toezicht is bestaande uit vijf leden. Ook zullen de statuten op hoofdlijnen de taken en bevoegdheden van de raad van toezicht en de directeur-bestuurder vastleggen. De verdere uitwerking daarvan wordt opgenomen in een reglement raad van toezicht respectievelijk reglement directeur-bestuurder. De directeur-bestuurder zal bijvoorbeeld belast worden met de vaststelling van het beleidsplan, de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag. Voor deze besluiten is vervolgens goedkeuring nodig van de raad van toezicht. Verder houdt de raad van toezicht toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken binnen de SKJ. Naar verwachting zal de raad van toezicht daarmee een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de professionalisering van het bestuur van de SKJ.
Ik bied U hierbij, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, het ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting aan en verzoek U overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Voetnoten
(1) Beroepsvereniging van professionals in sociaal werk (BPSW), de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP).
(2) Nota van toelichting, paragraaf 2.1 ‘Aanleiding’.
(3) Voorgesteld artikel 5.3.1, eerste lid, Besluit Jeugdwet.
(4) Zie: https://skjeugd.nl/over-skj/onze-organisatie
(5) Nota van toelichting, paragraaf 2.2. ‘Wijziging naar RvT-model en voordracht van RvT-leden’.
(6) Nota van toelichting, paragraaf 2.2, eerste alinea.