Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Ecuador inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken; Quito, 19 oktober 2023 (Trb. 2023, 125).


Volledige tekst

Bij Kabinetsmissive van 2 februari 2024, no.2024000210, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris Toeslagen en Douane, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Ecuador inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken; Quito, 19 oktober 2023 (Trb. 2023, 125), met toelichtende nota.

Het verdrag maakt het mogelijk om wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken te verlenen, inclusief het uitwisselen van informatie, tussen de landen van het Koninkrijk der Nederlanden (zie noot 1) en Ecuador.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk adviseert om in de toelichtende nota meer duidelijkheid te geven over de waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens en de effectuering daarvan. Zij adviseert om de toelichtende nota aan te vullen.

1. Uitwisseling persoonsgegevens

Het verdrag eist dat op uitgewisselde persoonsgegevens een beschermingsniveau van toepassing is dat ten minste gelijk is aan het beschermingsniveau van de wettelijke en administratieve bepalingen van het land dat de gegevens levert. (zie noot 2) De uitwisseling van persoonsgegevens moet plaatsvinden in overeenstemming met de wettelijke en administratieve bepalingen van dat land. Verder is de gegevensuitwisseling onderworpen aan de bepalingen in de bijlage bij het verdrag. (zie noot 3) De bijlage, die integraal onderdeel is van het verdrag, bevat een aantal databeschermingsprincipes en waarborgen voor de uitwisseling van persoonsgegevens.

2. Waarborgen bescherming persoonsgegevens

De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) staat doorgifte van persoonsgegevens vanuit Europees Nederland aan een derde land toe indien de Europese Commissie een adequaatheidsbesluit heeft genomen. (zie noot 4) Een dergelijk besluit is niet voor Ecuador genomen. Doorgifte van persoonsgegevens zonder adequaatheidsbesluit is toegestaan als de verwerkingsverantwoordelijke passende waarborgen biedt en betrokkenen over afdwingbare rechten en doeltreffende rechtsmiddelen beschikken. (zie noot 5)

De Afdeling constateert dat de opname van gegevensbeschermingsprincipes en waarborgen in de bijlage van het verdrag inzicht biedt in de wijze waarop de gegevensbescherming wordt vormgegeven. De toelichtende nota besteedt echter niet afzonderlijk aandacht aan de in de bijlage opgenomen waarborgen. (zie noot 6) De toelichtende nota maakt niet duidelijk of met deze waarborgen volledig is voldaan aan de vereisten van de AVG en, waar van toepassing, Richtlijn 2016/680. (zie noot 7) Daarnaast ontbreekt een toelichting op de wijze waarop deze waarborgen in Ecuador en in het Caribisch deel van het Koninkrijk worden geëffectueerd. De toelichting besteedt ook geen aandacht aan de vraag in hoeverre betrokkenen aan de bijlage afdwingbare rechten kunnen ontlenen en over doeltreffende rechtsmiddelen beschikken.

In dit verband wijst de Afdeling erop dat de uitwisseling van persoonsgegevens met Ecuador voor douaneaangelegenheden en de bescherming van die gegevens ook is geregeld in een bijlage (zie noot 8) bij de handelsovereenkomst van de Europese Unie en haar lidstaten met Colombia, Peru en Ecuador. (zie noot 9) De toelichting maakt geen melding van deze handelsovereenkomst en de bijbehorende bijlage. Daardoor is niet duidelijk hoe de handelsovereenkomst zich verhoudt tot het verdrag. (zie noot 10)

De toelichting geeft verder geen antwoord op de vraag in hoeverre het verdrag meer mogelijkheden biedt dan deze handelsovereenkomst, bijvoorbeeld om drugssmokkel te bestrijden. (zie noot 11) Het is evenmin duidelijk hoe de in het verdrag geregelde waarborgen voor gegevensuitwisseling zich verhouden tot de waarborgen in de bijlage van de handelsovereenkomst. (zie noot 12)

Tot slot mist de Afdeling in de toelichtende nota aandacht voor het Caribisch deel van het Koninkrijk. De toelichting beschrijft het in Europees Nederland en in Ecuador geldende juridische kader voor de bescherming van persoonsgegevens. De toelichting besteedt echter geen aandacht aan de in het Caribisch deel van het Koninkrijk geldende wettelijke en administratieve bepalingen voor de bescherming van persoonsgegevens en de daarvoor relevante internationale regelingen.

De Afdeling adviseert de toelichtende nota in het licht van het voorgaande aan te vullen.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft een aantal opmerkingen bij het verdrag en adviseert daarmee rekening te houden voordat het verdrag aan de beide Kamers der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, die van Curaçao en die van Sint Maarten wordt overgelegd.

De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk

Voetnoten

(1) Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten (Koninkrijk). Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden) zijn Caribisch Nederland en vormen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten het Caribisch deel van het Koninkrijk.
(2) Zie artikel 17, tweede lid, van het verdrag.
(3) Zie artikel 17, vierde lid, van het verdrag.
(4) Artikel 45, eerste lid, AVG. De Afdeling heeft eerder geadviseerd over gegevensuitwisseling met derde landen, zie bijvoorbeeld het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van 6 oktober 2021 over het verdrag inzake samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Panama (W06.21.0169/III), Kamerstukken II 2022/23, 36303-(R2179), nr.B;2.
(5) Artikel 46, eerste lid, AVG. Incidenteel kan doorgifte eveneens plaatsvinden om gewichtige redenen van algemeen belang (artikel 49, eerste lid, AVG), mits het door de AVG gewaarborgde beschermingsniveau niet wordt ondermijnd (artikel 44 AVG). Vgl. EDPB, Guidelines 2/2018 on derogations of Article 49 under Regulation 2016/679, 25 mei 2018, p. 11.
(6) De artikelsgewijze toelichting op de bijlage vermeldt enkel dat de bijlage integraal onderdeel uitmaakt van het verdrag en nadere waarborgen voor de uitwisseling van persoonsgegevens bevat.
(7) Zie Hoofdstuk V van de richtlijn Doorgiften van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties.
(8) In artikel 67 van de overeenkomst is de grondslag voor het verlenen van wederzijds bijstand opgenomen. Deze is uitgewerkt in bijlage V Wederzijdse administratieve bijstand in douaneaangelegenheden.
(9) Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, van 26 juni 2012, PbEU 2012, L354/3 en het Protocol van toetreding van Ecuador van 11 november 2016, PbEU 2016, L356/3.
(10) De bijlage van de handelsovereenkomst wordt geacht een aanvulling te vormen op bilaterale overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die een lidstaat met een Andesland sluit. Zie artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van bijlage V van de overeenkomst. Daarnaast prevaleert de bijlage boven daarmee strijdige bepalingen in een dergelijke bilaterale overeenkomst. Zie artikel 14, tweede lid, van bijlage V van de overeenkomst.
(11) https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2023/10/20/nederland-sluit-douaneverdrag-met-ecuador.
(12) De handelsovereenkomst dateert van voor de invoering van de AVG.