Verdrag inzake het promotioneel kader voor de veiligheid en gezondheid op het werk; Genève, 15 juni 2006 (Trb. 2011, 229 en Trb. 2022, 84).


Volledige tekst

Bij Kabinetsmissive van 2 februari 2024, no.2024000208, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag inzake het promotioneel kader voor de veiligheid en gezondheid op het werk; Genève, 15 juni 2006 (Trb. 2011, 229 en Trb. 2022, 84), met toelichtende nota.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het verdrag en adviseert het verdrag te overleggen aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

De vice-president van de Raad van State

Nader rapport (reactie op het advies) van 2 mei 2024

Het verdrag geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de toelichtende nota op twee punten te actualiseren. Ten eerste is in paragraaf I en paragraaf IV verwerkt dat de Arbovisie 2040 en het advies van de SER daarover inmiddels zijn verschenen. Ten tweede is in paragraaf III onder het kopje Uitvoering van het verdrag met betrekking tot Caribisch Nederland een zinsnede verwijderd met betrekking tot het moderniseringstraject van de arbeidsomstandighedenwetgeving in Caribisch Nederland. Dit traject blijft als prioriteit aangemerkt en zal opgepakt worden wanneer hiervoor capaciteit is.

Ik verzoek U, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken