Wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang in verband met het inzetten van beroepskrachten in opleiding als vaste beroepskracht in de dagopvang.
- Kenmerk
- W12.23.00322/III
- Datum aanhangig
- 1 november 2023
- Datum vastgesteld
- 13 december 2023
- Datum advies
- 13 december 2023
- Datum publicatie
- 18 december 2023
- Vindplaats
- Staatscourant 2024, nr. 11062
- Sociale zaken en Werkgelegenheid
- Algemene maatregel van bestuur
Bij Kabinetsmissive van 1 november 2023, no.2023002545, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang in verband met het inzetten van beroepskrachten in opleiding als vaste beroepskracht in de dagopvang en wijzigingen met betrekking tot de beroepskracht-kind ratio, kindercentrum-overstijgend opvangen en het inzetten van andersgekwalificeerde beroepskrachten voor de buitenschoolse opvang, met nota van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het ontwerpbesluit en adviseert het besluit te nemen.
De vice-president van de Raad van State
Nader rapport (reactie op het advies) van 13 maart 2024
Het ontwerp geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen en zij adviseert het besluit te nemen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele wetstechnische en redactionele verbeteringen aan te brengen ten aanzien van de regeling voor kindercentrum-overstijgende opvang.
Het voorstel voor wijziging van artikel 9 van het Besluit kwaliteit kinderopvang (hierna: besluit) in artikel I, onderdeel C, is komen te vervallen. Bij nader inzien is een toevoeging van een lid waarin is geregeld dat kindercentrum-overstijgende opvang op een voorziening voor dagopvang uitsluitend plaatsvindt indien dat is opgenomen in de in artikel 1.52, eerste lid, van de Wet Kinderopvang bedoelde overeenkomst, overbodig gebleken. Dat kindercentrum-overstijgend opvangen moet worden opgenomen in de overeenkomst tussen ouder en houder volgt al uit artikel 1.52, eerste lid, van de Wet kinderopvang. Ook de redactie van het nieuwe zesde lid van artikel 18 is om die reden herzien. Tevens is een nieuw zevende lid toegevoegd. Inherent aan kindercentrum-overstijgende opvang is dat kinderen in meer dan één basisgroep worden opgevangen. Om die reden is in het zevende lid opgenomen dat artikel 18, eerste lid, tweede zin, van het besluit niet van toepassing is. Dat geldt ook voor de toestemmingsvereiste, bedoeld in artikel 18, vierde lid, van het besluit. Daarnaast is verduidelijkt dat in het pedagogisch beleidsplan alleen waarborgen nodig zijn met betrekking tot kindercentrum-overstijgende opvang op een voorziening voor buitenschoolse opvang op schoolvrije dagen nu juist daarvoor niets meer hoeft te worden opgenomen in de kinderopvangovereenkomst. Bovengenoemde aanpassingen zijn ook verwerkt in paragraaf 3.3. van de nota van toelichting.
Ik bied U hierbij het ontwerpbesluit en de nota van toelichting aan en verzoek U overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid