Wijziging van onder meer het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 in verband met de wijziging van de indexeringsbepalingen van het lesgeld en cursusgeld.


Volledige tekst

Bij Kabinetsmissive van 13 april 2023, no.2023000985, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende wijziging van onder meer het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 in verband met de wijziging van de indexeringsbepalingen van het lesgeld en cursusgeld, met nota van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het ontwerpbesluit en adviseert het besluit te nemen.

De vice-president van de Raad van State


Nader rapport (reactie op het advies) van 19 juni 2023

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de definitieve bedragen voor het lesgeld en cursusgeld voor cursusjaar 2024-2025 aan het ontwerpbesluit toe te voegen. Deze cijfers zijn nu definitief bekend; eerder was een schatting van deze bedragen in het ontwerpbesluit opgenomen.

Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de bedragen van het lesgeld en cursusgeld voor cursusjaar 2023-2024 in een overgangsbepaling op te nemen. De tarieven voor het lesgeld en cursusgeld werden in de oude systematiek vastgesteld bij ministeriële regeling. Voor studiejaar 2023-2024 is dit gebeurd in de Regeling tarieven lesgeld en cursusgeld 2023-2024 (Stcrt. 2022, 26112). Deze regeling zou per 1 augustus 2023 in werking treden. Vanwege de wijziging van de indexeringssystematiek van het lesgeld en cursusgeld vervalt echter per die datum de grondslag van de regeling. Daarom vervalt de Regeling tarieven lesgeld en cursusgeld 2023-2024 van rechtswege en zijn de tarieven voor het studiejaar 2023-2024 in onderhavig ontwerpbesluit opgenomen.

Ik bied U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting aan en verzoek U overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap