Wijziging van het Besluit studiefinanciering 2000 ten behoeve van de nadere uitwerking van de verstrekking van een tegemoetkoming aan studenten die onder het studievoorschotstelsel hebben gestudeerd.
- Kenmerk
- W05.23.00051/I
- Datum aanhangig
- 10 maart 2023
- Datum vastgesteld
- 19 april 2023
- Datum advies
- 19 april 2023
- Datum publicatie
- 24 april 2023
- Vindplaats
- Staatscourant 2023, nr. 19617
- Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Algemene maatregel van bestuur
Bij Kabinetsmissive van 10 maart 2023, no.2023000525, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit studiefinanciering 2000 ten behoeve van de nadere uitwerking van de verstrekking van een tegemoetkoming aan studenten die onder het studievoorschotstelsel hebben gestudeerd, de omzetting van de studievoorschotvoucher in een tegemoetkoming en het doorvoeren van technische wijzigingen in verband met het herinvoeren van de basisbeurs in het hoger onderwijs, met nota van toelichting.
In dit ontwerpbesluit stelt de regering tegelijk met de herinvoering van de basisbeurs een financiële tegemoetkoming beschikbaar voor studenten die tijdens het leenstelsel studeerden. Verder is de regering voornemens om de zogenoemde «studievoorschotvouchers» te wijzigen van een tegoed voor bijscholing na het afstuderen, in een geldelijke tegemoetkoming. (zie noot 1) Voor deze voucher kwamen in aanmerking de eerste vier cohorten studenten die te maken kregen met het leenstelsel. (zie noot 2) In het wetsvoorstel herinvoering basisbeurs hoger onderwijs is bepaald dat nadere regels worden gesteld over onder andere de wijze van verstrekking van beide tegemoetkomingen. (zie noot 3) De uitvoering is belegd bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en start op 1 januari 2025.
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert nader toe te lichten waarom er met de uitvoering wordt gewacht en op welke communicatie de (oud)student kan rekenen als van hem onvoldoende gegevens bekend zijn om een tegemoetkoming uit te keren.
1. Start van uitvoering
De verrekening en uitbetaling van de tegemoetkomingen start op 1 januari 2025. Dit is enige tijd later dan de regering de basisbeurs wil hebben ingevoerd. Volgens de regering heeft het latere moment van uitvoering te maken met de beperkte capaciteit bij DUO om tegelijk de invoering van de basisbeurs en de uitvoering van de tegemoetkomingen in de systemen te verwerken. In de tussenliggende periode kunnen studievoorschotvouchers niet langer worden verstrekt of ingezet. (zie noot 4) Voor de (oud-)studenten die recht hebben op een studievoorschotvoucher heeft dat tot gevolg dat zij in de periode tussen 1 september 2023 en 1 januari 2025 geen voucher (meer) kunnen inzetten maar het tegoed ook nog niet krijgen uitbetaald voor het volgen van bijscholing of het aflossen van schulden.
De Afdeling adviseert in de toelichting nader in te gaan op de afweging tussen de uitvoeringscapaciteit en het belang van de studenten die mogelijk van plan waren in de tussenliggende periode gebruik te maken van hun vouchertegoed. De Afdeling begrijpt dat er grenzen zijn aan wat DUO tegelijk kan uitvoeren. Wanneer de uitvoeringscapaciteit beperkt is, kan aan de orde zijn dat met de uitvoering moet worden gewacht. Het is belangrijk dat dan wordt toegelicht welke belangen daardoor worden geraakt. In dit geval ontbreekt de toelichting waarom vouchers niet kunnen worden ingezet tussen 1 september 2023 en 1 januari 2025.
De Afdeling adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen.
2. Navraag bij ontbrekende gegevens
Verder adviseert de Afdeling om in de toelichting nader in te gaan op de communicatie naar studenten van wie onvolledige gegevens bekend zijn. Niet van alle studenten die recht hebben op een tegemoetkoming zijn de gegevens voor uitbetaling bekend. Zo kan het zijn dat van de student een recent rekeningnummer ontbreekt. Dit speelt in het bijzonder bij studenten voor wie de tegemoetkoming zonder aanvraag (ambtshalve) kan worden verstrekt. Bij onvolledige gegevens verzoekt DUO de (oud-)student deze gegevens alsnog te verstrekken.
Indien de gegevens niet binnen twaalf maanden worden verstrekt, vervalt de aanspraak op de tegemoetkoming. (zie noot 5) Die termijn vangt aan op het moment van het doen van de (eerste) navraag. Volgens de toelichting zal DUO de betreffende studenten er, na het doen van navraag, nog meermaals aan herinneren de gegevens te verstrekken. Deze communicatie is overigens geen voorwaarde voor het doen vervallen van de aanspraak op de tegemoetkoming. Op basis van de toelichting is niet duidelijk wat de vorm en frequentie van deze communicatie na de eerste navraag moet zijn.
De Afdeling adviseert te verduidelijken waartoe DUO is gehouden en op welke communicatie de (oud)student kan rekenen nadat deze niet reageert op het eerste verzoek tot aanvulling van diens gegevens. Zij adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het ontwerpbesluit en adviseert daarmee rekening te houden voordat een besluit wordt genomen.
De vice-president van de Raad van State
Nader rapport (reactie op het advies) van 6 juni 2023
1. Start van uitvoering
Studenten uit de eerste vier cohorten (2015/16, 2016/17, 2017/18 en 2018/19) van het leenstelsel hebben momenteel het recht vanaf het vijfde studiejaar na afstuderen een studievoorschotvoucher in te zetten voor een opleiding. Naar aanleiding van twee aangenomen moties (zie noot 6) van de Tweede Kamer - die ook gebaseerd zijn op de wensen van studenten zelf - wordt de vorm van de voucher in het wetsvoorstel herinvoering basisbeurs hoger onderwijs aangepast naar een tegemoetkoming (korting op studieschuld of uitbetaling). DUO kan deze nieuwe vorm uitvoeren per 2025. Tijdens de totstandkoming van het wetsvoorstel is bezien of studenten tussen 1 september 2023 (inwerkingtreding van de tegemoetkomingsregeling) en 1 januari 2025 (uitvoering tegemoetkomingregeling) nog een nieuwe aanvraag moeten kunnen indienen. Vanwege uitvoeringstechnische bezwaren is destijds besloten om dit niet toe te laten.
Momenteel worden de vouchers handmatig toegekend. Tot nu toe kon dit niet op uitvoeringstechnische bezwaren rekenen, aangezien slechts een beperkt aantal studenten in aanmerking kwam voor de voucher. Vanaf studiejaar 2023-2024 wordt deze groep echter aanzienlijk groter. Dat komt doordat studenten uit het eerste cohort uit 2015-2016 die nominaal zijn afgestudeerd, vanaf dat moment gebruik kunnen gaan maken van de regeling. Het gaat naar verwachting om ongeveer 20.000 studenten die (voor 1 september 2023) een aanvraag mogen doen voor het inzetten van een voucher in 2023-2024. Voor in studiejaar 2024-2025 in te zetten vouchers stijgt het aantal potentiële deelnemers naar circa 40.000 studenten. DUO heeft aangegeven dat er risico’s ontstaan bij het handmatig afhandelen (zoals op dit moment gebeurt) van grote groepen aanvragers vanaf 1 september 2023. Dit speelt des te meer doordat vanaf het najaar van 2023 veel verschillende onderwerpen bij elkaar komen (de uitvoering van de basisbeurs, de aanpassingen in de aanvullende beurs en het aangepaste terugbetalingsregime in het mbo). Het bouwen van een volledig geautomatiseerd systeem voor het afhandelen van deze aanvragen werd niet mogelijk geacht, gelet op wat dit van de uitvoering zou vragen.
Aan de andere kant werden de nadelen voor studenten van het per 1 september 2023 beëindigen van de aanvraagprocedure voor vouchers beperkt geacht. Studenten die in het studiejaar 2023-2024 gebruik willen maken van de studievoorschotvoucher kunnen anticiperen op het feit dat de aanvraagprocedure per 1 september 2023 sluit en tijdig een aanvraag doen. Zij kunnen in studiejaar 2023-2024 zo toch nog gebruikmaken van de voucher. Het merendeel van de vouchers die ná 1 september 2023 zouden worden aangevraagd, zou naar verwachting in het studiejaar 2024-2025 worden ingezet. Daarmee ontstaat - met effectuering van de nieuwe regeling vanaf januari 2025 - slechts een vertraging van vier maanden (september 2024 tot januari 2025) in het ‘uitkeren’ van de studievoorschotvoucher (maar dan in de nieuwe vorm).
Alles gewogen, acht de regering het dan ook gerechtvaardigd om te besluiten dat de studievoorschotvouchers tussen 1 september 2023 en 1 januari 2025 niet meer kunnen worden aangevraagd. De vouchers die voor 1 september 2023 zijn aangevraagd, kunnen wél worden ingezet om onderwijs te volgen in studiejaar 2023-2024.
Paragraaf 2.1 van de nota van toelichting is naar aanleiding hiervan aangevuld.
2. Navraag bij ontbrekende gegevens
Alle (oud-)studenten die recht hebben op een tegemoetkoming en/of de vouchervervangende tegemoetkoming krijgen van DUO een persoonlijk bericht via het door hun aangegeven voorkeurskanaal (brief of e-mail) met het besluit dat aan hen een tegemoetkoming is toegekend (zie noot 7) en wat de hoogte daarvan is. De tegemoetkoming zal eerst worden verrekend met een eventuele studieschuld. Indien er geen studieschuld (meer) is, zal het resterende bedrag van de tegemoetkoming worden uitbetaald. (zie noot 8)
Als er een rekeningnummer van de (oud-)student bij DUO bekend is, wordt aangegeven dat DUO voornemens is op dat rekeningnummer uit te betalen (indien er sprake is van een uitbetaling). Als de (oud-)student het rekeningnummer wil wijzigen kan dat in Mijn DUO of via een (papieren) formulier.
Als er geen rekeningnummer van de (oud-)student bij DUO bekend is, zal in het initiële besluit worden aangegeven dat de (oud-)student recht heeft op de tegemoetkoming en zal het uit te betalen bedrag worden genoemd. Ook zal de (oud-)student gevraagd worden een rekeningnummer te verstrekken via Mijn DUO of via een (papieren) formulier, zodat de tegemoetkoming kan worden uitbetaald. Ook wordt expliciet gemaakt dat het rekeningnummer binnen twaalf maanden na verzending van het besluit bij DUO bekend moet zijn. Indien de (oud-)student niet reageert op het verzoek om een rekeningnummer door te geven, zal DUO tweemaal rappelleren. Als de (oud-)student na twee herinneringen nog niet heeft gereageerd, zal DUO een maand voor het verstrijken van de periode van twaalf maanden een brief per post versturen. Daarin wordt de (oud-)student erop gewezen dat de tegemoetkoming niet kan worden uitbetaald en dat het recht zal vervallen als hij of zij geen rekeningnummer doorgeeft.
Als de (oud-)student ook geen gebruikt maakt van deze laatste mogelijkheid om alsnog een rekeningnummer door te geven, zal hij of zij na het verstrijken van de termijn van twaalf maanden een afwijzend besluit ontvangen. Hierin zal worden aangegeven dat niet voldaan is aan de eis om een rekeningnummer te verstrekken en dat als gevolg daarvan de (oud-)student niet meer in aanmerking komt voor de tegemoetkoming. Dit besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep.
Informatie over deze procedure zal ook onder de aandacht van (oud-)studenten worden gebracht op de website van DUO, zodra dit proces is ontworpen en gebouwd.
Paragraaf 2.2 van de nota van toelichting is naar aanleiding hiervan aangevuld.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een ambtshalve wijziging door te voeren. In artikel 20, derde lid, van het Besluit studiefinanciering 2000 is opgenomen dat de tegemoetkoming voor de eerste vier cohorten onder het studievoorschot hoger onderwijs, in het geval de tegemoetkoming niet ambtshalve kan worden toegekend, op een bij ministeriële regeling te bepalen wijze moet worden aangevraagd. Voor de tegemoetkoming voor alle cohorten onder het leenstelsel was al een grondslag met gelijke strekking opgenomen. Op deze manier kan voor beide typen tegemoetkomingen het aanvraagproces bij ministeriële regeling transparant worden gemaakt.
Ik bied U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting aan en verzoek U overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Voetnoten
(1) Kamerstukken II 2022/23, 36229, nr. 3.
(2) Stb. 2015, 50.
(3) Kamerstukken II 2022/23, 36229, nr. 2.
(4) Kamerstukken II 2022/23, 36229, nr. 3, p. 27.
(5) Artikel 21 en 21c van het ontwerpbesluit.